Webinar jurisprudentie Omgevingsrecht AvdR 18 juni Mr. W.J. (Willem) Bosma

Vergelijkbare documenten
Inhoud. Te behandelen onderwerpen: 1. Onlosmakelijke samenhang

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Datum 27 januari 2016 ECLI:NL:RVS:2016:155

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink

ECLI:NL:RBGEL:2015:5301

AKD Gemeentedag 2014 Prof. mr. G.A. van der Veen Rotterdam 20 maart 2014

Rb. Noord-Holland, , HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem. Tijdelijke omgevingsvergunning

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 21 maart 2018, /1/A1, ECLI:NL:RVS:2018:963

Actualiteiten bestuursrecht uitspraken 18 (en 11) november mr. W.J. (Willem) Bosma Van der Feltz advocaten

Uitspraak /1/R2

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936

Uit: Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 23 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1491 (AB 2014/400)

Gelet op hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) zijn wij bevoegd om op deze aanvraag te beslissen.

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. OGR-Updates.nl JOM 2017/58 AR 2017/177 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7492

Uitspraak. Partijen. Auteurs: Verschenen in: Datum: Instantie:

Registratienummer: Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek

Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht. 2 september :00 uur - 17:00 uur Online

7. Bij de planvaststelling heeft de raad (voor zover in casu relevant) besloten om:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Datum 14 december 2016 ECLI:NL:RVS:2016:3331

2. Beoordeling. 2.4 Artikel 2.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo)

ECLI:NL:RVS:2012:BW3855

Aanvraag om vergunning 1

ECLI:NL:RVS:2013:1951

ABRvS 24 december 2013, nr /1/A4 (Nijmegen) (ECLI:NL:RVS:2013:2610) Milieu/natuur/water

Omgevingsvergunning 1 e fase

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

ECLI:NL:RVS:2014:2812

ECLI:NL:RBAMS:2017:2366

ECLI:NL:RVS:2012:BW8140

Uitspraak /1/R3

Uitspraak /1/A4

JOM 2017/310 AR 2017/1305 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7543

ECLI:NL:RBOBR:2017:3205

Afdeling bestuursrechtspraak. Bchandelend ambtenaar Y.A. Neijssel

ECLI:NL:RVS:2014:1463


ECLI:NL:RVS:2017:1333

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

ECLI:NL:RBNHO:2014:3840

1-lekkel m. 2. Relevante jurisprudentie in de situatie dat de provinciale ruimtelijke verordening een geurnorm bevat

ECLI:NL:RVS:2017:1481

Uitspraak /2/R3

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie

OMGEVINGSVERGUNNING (definitief besluit) Nummer: W12/003358

Knowledge Portal. M en R 2015/123

Omgevingsflits nr. 24, 28 november 2014

Uitspraak /1/R2

BR 2012/163: Gevolgen voor de luchtkwaliteit van een wijzigingsbevoegdheid; representatieve invulling van maximale planologische mogelijkheden.

LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065

LJN: BP5782,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/3720 en 11/207

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PÖ/JLolS/ \OU& 1 8 DEC Routing

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014

Afdeling bestuursrechtspraak. Afdeling; Uw kenmerk. lichandelcnd ambtenaar

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

ECLI:NL:RVS:2014:3368

Webinar Jurisprudentie Omgevingsrecht

Omgevingsvergunning Zaaknummer

Deelsessie 2 en 2a: Actualiteiten Wabo. Robin Aerts Daniëlle Roelands-Fransen

Uitspraak /1/A3

ECLI:NL:RVS:2017:1897


Onderwerp Datum

Afdeling bestuursrechtspraak. Inkomende post 01 juni Uw kenmerk. herstelwet)

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ november 2016

VanState AfdeJing bestuursrechtspraak ^ ^ cf AoUito

Uitspraak /1/R3

W.S. van DamYes. De heer W.S. van Dam Beijerscheweg NH STOLWIJK. Uitgaand Aanvraag omgevingsvergunning ontvangen. Omgevingsvergunning

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Op grond van artikel 6.5, lid 3 kan de gemeenteraad categorieën gevallen aanwijzen waarin een verklaring van geen bedenkingen niet is vereist.

Raad. A1l5š.l,lt*lš.1n1g3;ll:~<:sït 1,1fsfrs<.:š'.tïspz1;t;,i.k. Postbus AA DALFSEN. 17 december /2/R1

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

ECLI:NL:RVS:2012:BX4670

Uitspraak /5/R3

Uitspraak /1/R2

ECLI:NL:RVS:2015:2365

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 28 september 2016

Omgevingsvergunning. 2. aan deze vergunning voorschriften te verbinden.

ECLI:NL:RVS:2017:1997

OMGEVINGSVERGUNNING (Nummer: W12/003578

Milieueffectrapportage actualiteiten

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2015:7684, Bekrachtiging/bevestiging

Uitspraak /1/R6

ECLI:NL:RVS:2014:1722

Cumulatie van risico's

Collegebesluit Collegevergadering: 15 februari 2019

De aanvraag betreft de volgende activiteiten: - Strijdig gebruik (art. 2.1 lid 1c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht);

Uitspraak /1/R3

Actualiteiten Natuurbeschermingsrecht Vereniging voor Milieurecht Marieke Kaajan ENVIR Advocaten

Afdeling bestuursrechtspraak. Raad van de gemeente Geertruidenberg Postbus GA RAAMSDONKSVEER HUM

Omgevingsvergunning Zaaknummer

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/R1

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

ECLI:NL:RBNHO:2015:7536

Ontwerpbeschikking d.d. 6 september 2012 Omgevingvergunning L

Transcriptie:

Webinar jurisprudentie Omgevingsrecht AvdR 18 juni 2015 Mr. W.J. (Willem) Bosma 1

1. ECLI:NL:RVS:2015:1655 (I) ABRvS 27 mei 2015, nr. 201404980/1/A1 Omgevingsvergunning aangevraagd voor bouw windturbine Vigerende bestemmingsplan laat bouw niet toe Toepassing gegeven aan art. 2.12 lid 1 onder a, 1º Wabo Vvgb raad nodig (art. 6.5 Bor) Raad had algemene vvgb afgegeven, slechts afzonderlijke vvgb vereist bij: ruimtelijke relevante ontwikkelingen van enige omvang en politiek gevoelige ontwikkelingen 2

1. ECLI:NL:RVS:2015:1655 (II) Oordeel Afdeling: De in onderdeel I van het aanwijzingsbesluit van 20 januari 2011 vermelde criteria [ ] zijn dermate ruim en algemeen dat gelet op de reikwijdte daarvan het college in wezen de vrije hand is gelaten om de gemeenteraad al dan niet een verklaring van geen bedenkingen te vragen. Ook de onderlinge verhouding tussen deze criteria is onduidelijk. [ ] Gelet op het vorenstaande is het door de gemeenteraad krachtens artikel 6.5, derde lid, genomen aanwijzingsbesluit, wegens strijd met de rechtszekerheid, onverbindend. 3

1. ECLI:NL:RVS:2015:1655 (III) Bestuurlijke lus: raad moet alsnog afzonderlijke vvgb geven (of niet) Vgl. ABRvS 27 augustus 2014, nr. 201310261/1/A1 N.B. in die uitspraak was strekking algemene vvgb (nog) ruimer 4

2. ECLI:NL:RVS:2015:1655 (I) ABRvS 27 mei 2015, nr. 201406810/1/A1 Omgevingsvergunning voor verbouwen van aantal panden tot 9 appartementen en een kleine horecavoorziening Alleen omgevingsvergunning voor afwijken bestemmingsplan aangevraagd, niet voor activiteit bouwen 5

2. ECLI:NL:RVS:2015:1655 (II) Oordeel Afdeling: Het bouwen van appartementen en een horecavoorziening is zowel een in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, als een in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo bedoelde activiteit. Artikel 2.7, eerste lid, van de Wabo, zoals dat luidde ten tijde van belang, staat er derhalve aan in de weg om eerst omgevingsvergunning aan te vragen voor planologisch strijdig gebruik ten behoeve van het bouwen van appartementen met een horecavoorziening en vervolgens op een later moment afzonderlijk een omgevingsvergunning aan te vragen voor het bouwen hiervan 6

2. ECLI:NL:RVS:2015:1655 (III) Afdeling laat rechtsgevolgen echter in stand: Op 25 april 2013 is de Wet van 28 maart 2013 tot wijziging van de Crisis- en herstelwet en diverse andere wetten in verband met het permanent maken van de Crisis- en herstelwet en het aanbrengen van enkele verbeteringen op het terrein van het omgevingsrecht in werking getreden (Staatsblad 2013, 144 en 145). Bij invoering van deze wet is artikel 2.7, eerste lid, van de Wabo gewijzigd. [ ] Met deze wijziging is mogelijk gemaakt om de activiteit planologisch strijdig gebruik en andere activiteiten waarop dat gebruik geheel of gedeeltelijk betrekking heeft, achtereenvolgens vergund te krijgen. Dit betekent dat [belanghebbende] thans voor de bouw van appartementen en een horecavoorziening afzonderlijk omgevingsvergunning kan aanvragen. 7

3. ECLI:NL:RVS:2015:1667 (I) ABRvS 27 mei 2015, nr. 201406744/1/A1 Verzoek om handhavend op te treden tegen hekwerk, waarvoor in 2009 vergunning was verleend onder voorwaarde dat aan drie zijden houtwal zou worden aangelegd Last onder dwangsom opgelegd aan: bedrijf A dat voor de helft eigenaar is van bedrijf B, dat eigenaar is van het perceel waarop het hekwerk is geplaatst en de eigenaar van bedrijf A 8

3. ECLI:NL:RVS:2015:1667 (II) Bedrijf C is voor de andere helft eigenaar van bedrijf B, dat eigenaar is van het perceel waarop het hekwerk is geplaatst Eigenaar van bedrijf C was vergunninghouder Bedrijf C verkeerde ten tijde van last onder dwangsom in staat van faillissement De vraag die partijen verdeeld houdt is of bedrijf A en haar eigenaar terecht als overtreders van de toepasselijke vergunningvoorschriften zijn aangemerkt. Rb: nee 9

3. ECLI:NL:RVS:2015:1667 (III) Oordeel Afdeling: In de bij de Wabo behorende Memorie van Toelichting (Kamerstukken II, 2006-2007, 30 844, blz 113) staat bij voormeld artikel onder meer het volgende vermeld: [ ] Uit deze passage volgt dat de tweede volzin van artikel 2.25, eerste lid, van de Wabo moet worden gelezen in samenhang met de eerste volzin van dat artikellid en dat het in de tweede volzin gebezigde begrip "vergunninghouder" in ruime zin moet worden opgevat. Onder dat begrip moet hier worden verstaan degene die het project uitvoert, dat wil zeggen degene die voor die uitvoering verantwoordelijk is en voor wie de omgevingsvergunning derhalve geldt. 10

3. ECLI:NL:RVS:2015:1667 (IV) Oordeel Afdeling: Niet [bedrijf A] maar [bedrijf B] was ten tijde van het besluit [ ] eigenaar van de gronden waarop het project is gerealiseerd. Niet in geschil is dat [bedrijf B] ten tijde van dit besluit niet verkeerde in staat van faillissement. Gesteld noch gebleken is dat [bedrijf B] niet in staat was de overtreding ongedaan te maken. [ ] Dat [bedrijf A] 50% van de aandelen in eigendom had van de vennootschap die de gronden waarop de kwekerij werd geëxploiteerd in eigendom had, is onvoldoende om haar als eigenaar of opdrachtgever verantwoordelijk te achten voor de uitvoering van het project. 11

4. ECLI:NL:RVS:2015:1652 (I) ABRvS 27 mei 2015, 201405782/1/R1 aanwijzing ex art. 4.2 lid 1 Wro (proactieve aanwijzing Door raad van Hardenberg was woonbestemming toegekend aan recreatiewoning Dit was in strijd met provinciale Omgevingsverordening GS hadden geen reactieve aanwijzing gegeven, omdat zij tegen het ontwerp van het bestemmingsplan geen zienswijze naar voren hadden gebracht In beroep werd gesteld dat het geven van een proactieve aanwijzing nu niet meer mogelijk is 12

4. ECLI:NL:RVS:2015:1652 (II) Oordeel Afdeling: De Afdeling overweegt dat, indien de provinciale belangen dat noodzakelijk maken, artikel 3.8, zesde lid, van de Wro noch het systeem van de Wro zich verzet tegen het geven van een proactieve aanwijzing nadat het college in een procedure omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan geen gebruik heeft gemaakt van de tot haar beschikking staande wettelijke middelen als het geven van een reactieve aanwijzing of het instellen van beroep. 13

5. ECLI:NL:RVS:2015:1721 (I) ABRvS 27 mei 2015, ECLI:NL:RVS:2015:1721 Beroep gericht tegen vaststellingsbesluit bestemmingsplan Zaandam-Noord Appellanten betoogden dat ten onrechte geen rekening is gehouden met cumulatieve geluid- en geurbelasting Volgens raad was verrichten van onderzoek naar cumulatieve geluidbelasting niet noodzakelijk, omdat art. 110f Wgh daartoe niet verplicht. Verder zal er volgens de raad ook bij cumulatie sprake zijn van een acceptabel geurniveau 14

5. ECLI:NL:RVS:2015:1721 (II) Oordeel Afdeling ten aanzien van geluidbelasting: De Afdeling stelt vast dat de raad de beoordeling van de vraag of het nodig is de cumulatieve geluidbelasting vast te stellen heeft beperkt tot de toepassing van artikel 110f van de Wgh. Een dergelijke beperking past niet bij het verrichten van geluidonderzoek ter voorbereiding van een bestemmingsplan. De raad heeft geen rekening gehouden met het niet op het gezoneerde industrieterrein gelegen bedrijf Aurora, de andere bedrijven die niet op het gezoneerde industrieterrein liggen en de mogelijkheid van vestiging van bedrijven op het schiereiland De Hemmes. [ ] Gelet op het vorenstaande is Afdeling van oordeel dat het bestreden besluit in zoverre niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid 15

5. ECLI:NL:RVS:2015:1721 (III) Oordeel Afdeling ten aanzien van geurbelasting: De Afdeling stelt vast dat de raad, hoewel hij erkent dat de geurbelasting op het wijzigingsgebied te hoog is, geen onderzoek heeft gedaan naar de cumulatieve geurbelasting op dit gebied. [ ] Voorts heeft de raad zijn stelling dat naar verwachting de geurbelasting van de cacao verwerkende bedrijven kan worden teruggedrongen niet concreet onderbouwd.[ ]. Verder heeft de raad, voor zover de berekening van de cumulatieve geurbelasting vanwege de verschillende aard van de geuren van bedrijven niet mogelijk is, niet op enigerlei wijze inzicht geboden in de hinderbeleving. 16

5. ECLI:NL:RVS:2015:1721 (IV) Appellanten betogen voorts dat wijzigingsbevoegdheid onvoldoende objectief is begrensd De formuleringen er moet voldaan worden aan de bepalingen van de Wgh en aanvaardbaar woon- en leefklimaat wat betreft het aspect geur bieden volgens appellanten geen duidelijk beoordelingskader 17

5. ECLI:NL:RVS:2015:1721 (V) Oordeel Afdeling: De Afdeling overweegt dat de Wgh weliswaar een deel van de aspecten van bescherming tegen geluidhinder regelt, maar geen kader biedt voor de beoordeling van de geluidbelasting van niet gezoneerde inrichtingen. Nu de raad wel beoogd heeft met deze inrichtingen rekening te houden, is het bestreden besluit in zoverre niet met de vereiste zorgvuldigheid voorbereid. Voorts heeft de raad de eis van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat alleen gesteld ten aanzien van het aspect geur. Los daarvan is niet duidelijk welk kader de raad hanteert voor de beoordeling van dit aspect. Er volgt een bestuurlijke lus 18

6. ECLI:NL:RVS:2015:1722 (I) ABRvS 27 mei 2015, 201403153/1/R1 Beroep gericht tegen vaststellingsbesluit bestemmingsplan Bloemendaal 2012 Na indienen beroepschrift wordt door appellant een nader stuk ingediend, waarin een ander besluitonderdeel (bestemmingsregeling/planregel) wordt aangevochten dan in het beroepschrift 19

6. ECLI:NL:RVS:2015:1722 (II) Oordeel Afdeling: Gelet op het belang van een efficiënte geschilbeslechting, alsmede de rechtszekerheid van de andere belanghebbenden, kan in het licht van de goede procesorde in een procedure tegen besluiten waarbij veel uiteenlopende belangen zijn betrokken, zoals een bestemmingsplan of andere besluiten op het gebied van het omgevingsrecht, daarom niet worden aanvaard dat de omvang van het geschil na afloop van de beroepstermijn of de gegeven termijn voor het aanvullen van de gronden wordt uitgebreid door het aanvechten van een nieuw besluitonderdeel. Hetgeen alsnog tegen het besluitonderdeel "Natuur", voor zover niet is voorzien in recreatief gebruik, naar voren is gebracht, moet in deze procedure derhalve buiten beschouwing worden gelaten. 20

6. ECLI:NL:RVS:2015:1722 (III) Appellanten betogen dat de raad onvoldoende heeft gemotiveerd dat door het bestemmingsplan geen parkeerproblemen ontstaan Oordeel Afdeling: De Afdeling ziet in de aangevoerde feiten en omstandigheden geen aanknopingspunten voor de gevolgtrekking dat een eventueel tekort aan parkeerplaatsen bij de hockeyclub, gelet op de ruime afstand en de tussengelegen wegen, gevolgen kan hebben voor de parkeersituatie bij de landhuizen en de woning van Schapenduinen en anderen. De norm dat voldoende parkeercapaciteit aanwezig dient te zijn, strekt derhalve kennelijk niet tot bescherming van de belangen waarvoor Schapenduinen en anderen in deze procedure bescherming zoeken. Vgl. ABRvS 31 december 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4770 21

6. ECLI:NL:RVS:2015:1722 (IV) Appellanten keren zich ook tegen vleermuisonderzoek, dat beperkt van opzet is ( quick scan ) In beginsel mag een onderzoek beperkt van opzet zijn, maar in dit geval is volgens de Afdeling onvoldoende aannemelijk gemaakt dat handelingen niet leiden tot verstoring van bepaalde soort (in verband met periode waarin onderzoek is gedaan) Verder is in onderzoek uitgegaan van bepaalde aannames met betrekking tot de lichtmasten, maar die aannames zijn niet in de planregels verankerd Bestuurlijke lus volgt 22

7. ECLI:NL:RVS:2015:1749 (I) ABRvS 3 juni 2015, 201404848/1/A3 Last onder dwangsom, gericht tegen de overschrijding van de volgens de Verordening op het binnenwater 2010 maximaal toegestane hoogte van een woonboot Volgens appellant dient de woonboot als bouwwerk te worden aangemerkt gezien de uitspraak ABRvS 16 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1331 Dit betekent dat aan het bestemmingsplan moet worden getoetst, en niet aan de verordening 23

7. ECLI:NL:RVS:2015:1722 (II) Oordeel Afdeling: Bij beantwoording van de vraag of [de woonboot] als bouwwerk moet worden aangemerkt, is niet bepalend hoe die verbondenheid fysiek is vormgegeven, maar is doorslaggevend dat [de woonboot] is bedoeld om ter plaatse als woning te functioneren. [ ] Anders dan het college betoogt, heeft de rechtbank in haar beoordeling het gebruik dat van [de woonboot] wordt gemaakt terecht mede betrokken, omdat onder meer daaruit kan worden afgeleid of met het gebruik is bedoeld [de woonboot] ter plaatse te laten functioneren. De vraag of een object als [de woonboot] als bouwwerk is te kwalificeren, moet [ ] niet alleen worden bezien aan de hand van de wijze waarop het object met de grond is verbonden, maar ook aan de hand van de aard en hoedanigheid van het object, alsmede het gebruik dat ervan wordt gemaakt. 24

8. ECLI:NL:RVS:2015:1749 ABRvS 3 juni 2015, 201405542/1/R3 Beroep tegen ontbreken van (plan-)mer, passende beoordeling en flora- en faunaonderzoek stuiten af op relativiteit (art. 8:69a Awb) Oordeel Afdeling: Die bepalingen strekken kennelijk niet tot bescherming van het belang van [appellant]. Dat belang is er in gelegen dat voor zijn gronden zal worden voorzien in een planregeling die een transformatie van de huidige voornamelijk agrarische gronden naar een woon-werkgebied mogelijk maakt, zodat dit betoog niet kan leiden tot vernietiging van het plan. De Afdeling ziet om die reden af van een inhoudelijke bespreking van het betoog. 25

Vragen? Willem J. Bosma advocaat Van der Feltz advocaten Javastraat 22 2585 AN Den Haag Postbus 85615 2508 CH Den Haag T: 070 31 31 065 F: 070 31 31 060 M: 06 25 09 71 35 E: bosma@feltz.nl W: www.feltz.nl 26