Datum 16 juli 2018 Antwoord op schriftelijke vragen van de leden Rog en Slootweg Ibeiden CDA) over een weeffout in de WEC

Vergelijkbare documenten
Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) Wie vraagt aan & wie verstrekt?

Bekostiging van residentiële leerlingen

Het Bestuur van de Aloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg Postbus ZH VOORHOUT. t.a.v. de heer drs. H. Kelderman. Datum

Datum 4 juli 2017 Antwoord op schriftelijke vragen van het lid Van Meenen (D66) over het bericht onderwijs aan ernstig meervoudig beperkte leerlingen,

Bekostiging van residentiële leerlingen

Bekostiging van residentiële leerlingen

ROUTES VOOR HET AANVRAGEN VAN EEN TOELAATBAARHEIDSVERKLARING

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Concrete situaties rond TLV

Datum 6 september 2011 Betreft Lijst van vragen van de leden Kooiman en Smits (beiden SP) over Transferium

Stichting Horizon Jeugdzorg en Speciaal Onderwijs

Routes voor het aanvragen van een TLV. Besproken in directiekring VSO

Bekostiging residentiële leerlingen. Welk samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor de bekostiging van residentiële leerlingen?

SAMENWERKINGSVERBAND V(S)O ZUID-HOLLAND WEST update 17/03/2015

KEUZE SWV BIJ AANVRAGEN TLV

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Datum 4 oktober 2016 Antwoord op schriftelijke vragen van de leden Vermue en Mohandis (beiden PvdA) over problemen in de doorstroom vmbo-mbo

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toelichting op bekostiging samenwerkingsverbanden passend onderwijs PO Maart 2012

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. 2 mei 2003 PO/LGF/03/ mei 2003

Overdracht bekostiging ontoereikend budget sbo- en so scholen en grensverkeer

Rapportage verkennend onderzoek Belemmeringen als gevolg van de bekostiging van residentiële plaatsingen

Het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring, bij wie en door wie?

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 17 juni 2011 Betreft Kamervragen van het lid Voordewind (ChristenUnie) en motie Cohen c.s.

Datum 5 juni 2018 Betreft Beantwoording vragen van het lid Westerveld over de failliet verklaarde ipadscholen

Handleiding gebruik Kijkglazen

Aan: Algemeen bestuur SWV Helmond-Peelland VO Van: Dagelijks bestuur SWV Helmond-Peelland VO Datum: 30 mei 2017

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het lid Van Meenen (D66) van uw Kamer inzake de aanmeldleeftijd in het onderwijs.

Informatie voor (v)so-scholen over tijdelijke plaatsing van leerlingen waarbij de leerling blijft ingeschreven op de school van herkomst.

Bijlage 1: Voorbeeld overeenkomst ten behoeve van tijdelijke plaatsing (max. 3 maanden) OVEREENKOMST*

RAPPORT VAN EEN SPECIFIEK ONDERZOEK NAAR DE JUISTHEID VAN DE IN BRON GEREGISTREERDE GEGEVENS VAN DE PARACHUTE TE ZOETERMEER

Deze toelichting wordt mede gegeven namens de Staatssecretaris van Economische Zaken.

Datum 15 maart 2018 Antwoord op schriftelijke vragen van de leden Rudmer Heerema en Wiersma (beiden VVD)

Informatie voor (v)so-scholen over tijdelijke plaatsing van leerlingen waarbij de leerling blijft ingeschreven op de school van herkomst.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Datum 26 mei 2014 Kamervragen van het lid Ypma (PvdA) over de positie van cluster 1 en 2 leerlingen ( )

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Conexus Panovenlaan DZ Nijmegen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Toelichting op bekostiging samenwerkingsverbanden passend onderwijs

Datum 28 november 2018 Betreft Beantwoording vragen schriftelijk overleg (Kamerstuk 31293, nr. 415))

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Met de komst van passend onderwijs per 1 augustus 2014 zijn de groeiregelingen voor het (V)SO cluster 3 en 4 die van toepassing waren, vervallen 1.

Met de komst van passend onderwijs per 1 augustus 2014 zijn de groeiregelingen voor het (V)SO cluster 3 en 4 die van toepassing waren, vervallen 1.

- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

10 Aanmelding en zorgplicht basisschool

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG..

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Toelichting op bekostiging samenwerkingsverbanden passend onderwijs

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Postbus EA..DEN HAAG

Toelichting Groeiregeling voor (v)so vanaf 1 augustus 2015

Met de komst van passend onderwijs per 1 augustus 2014 zijn de groeiregelingen voor het (V)SO cluster 3 en 4 die van toepassing waren, vervallen 1.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Passend Onderwijs Inhoud. Informatiesessie. Juni Waarom passend onderwijs. Situaties en acties WPO (incl. SBAO)

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Inpassing van lwoo en pro in passend onderwijs

Datum 30 mei 2016 Antwoord schriftelijke vragen over een subsidie voor de Stichting DAMU inzake een reiskostenvergoeding voor DaMu-scholieren

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA.DEN HAAG

CVI-indicaties en toelaatbaarheidsverklaringen; (her)beoordelingen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Met de komst van passend onderwijs per 1 augustus 2014 zijn de groeiregelingen voor het (V)SO cluster 3 en 4 die van toepassing waren, vervallen 1.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Uw brief van. 10 februari 2006

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

SAMENWERKINGSVERBAND AMSTELLAND EN DE MEERLANDEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA DEN HAAG

Toelichting groeiregeling. Op welke manier wordt in de nieuwe regeling de extra bekostiging bepaald op basis van de groeiregeling?

RAPPORT VAN EEN SPECIFIEK ONDERZOEK NAAR DE BESTEDING VAN MIDDELEN VAN PLAATSBEKOSTIGDE LEERLINGEN VSO BEUKENRODE ONDERWIJS (02RM)

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Datum 7 oktober 2014 Beantwoording vragen lid Van Dijk over mbo-leerlingen die geweigerd worden op ROC's (2014Z16664)

OVERGANGSSITUATIE LEERINGEN CLUSTER-3 DIE VANAF ANDERE CATEGORIE TOEGEKEND MOETEN KRIJGEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijziging van enige onderwijswetten in verband met het aanbrengen van enkele

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toelichting op de veranderingen in de kengetallen van samenwerkingsverbanden primair onderwijs

Datum 25 juni 2019 Beantwoording vragen over leerlingen die worden uitgeschreven op school

Toelichting op bekostiging samenwerkingsverbanden passend onderwijs primair onderwijs Januari 2014

Lwoo en pro Integratie in passend onderwijs LWOO EN PRO. Integratie in passend onderwijs

Melding geïndiceerde leerlingen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG. Datum 23 januari 2019 Toezeggingen Passend Onderwijs

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uw brief van. 11 juli 2005

Datum 4 april 2016 Antwoord op schriftelijke vragen van de leden Ypma en Vermue (beiden PvdA) van meervoudige schooladviezen

Transcriptie:

>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Primair Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw brief van 06 juni 2018 Datum 16 juli 2018 Betreft Antwoord op schriftelijke vragen van de leden Rog en Slootweg Ibeiden CDA) over een weeffout in de WEC Uw referentie 2018Z10588 Hierbij zend ik u het antwoord op de schriftelijke vragen van de leden Rog en Slootweg (beide CDA) over een weeffout in de Wet op de expertisecentra (WEC) rondom doorplaatsingen na een verblijf in gesloten jeugdzorg. De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 2018Z10588. Namens de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, de Minister voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Ingrid van Engelshoven Pagina 1 van 6

2018Z10588 Vragen van de leden Rog en Slootweg (beiden CDA) aan de minister voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over een weeffout in de wet aangaande de financiering van het passend onderwijs (ingezonden 6 juni 2018) 1 Bent u bekend met de Gesloten Jeugdzorg Instelling (GJI) in Deelen (gemeente Ede)? Ja. 2 Is het waar dat de meeste jongeren die daar verblijven, niet uit de gemeente Ede afkomstig zijn? Ja. 3 Is het waar dat de jongeren na een verblijf in de GJI Deelen vaak hetzij terecht komen in een open residentiële setting, hetzij direct uitstromen naar speciaal onderwijs? De uitstroomgegevens van leerlingen uit de instelling in Deelen laten relatief hoge doorstroompercentages naar het (voortgezet) speciaal onderwijs ((v)so) zien in vergelijking met de gemiddelde doorstroom na een plaatsing in een instelling voor gesloten jeugdzorg (gji). Het percentage leerlingen dat na een plaatsing in gji Deelen doorstroomde naar het (v)so en daar op de volgende teldatum ingeschreven stond, was de afgelopen drie jaar respectievelijk 55,9% (teldatum 1-10-2014), 55,2% (teldatum 1-10-2015) en 37,5% (teldatum 1-10-2016). Gemiddeld (landelijk) lagen de doorstroompercentages naar het (v)so vanuit een gji of justitiële jeugdinrichting (jji) in de afgelopen drie jaar lager op respectievelijk : 25,0%, 17,4% en 22,8%. Dit relatief hoge doorstroompercentages betekent echter niet dat het samenwerkingsverband Gelderse Vallei voor al deze leerlingen verantwoordelijk wordt. Op teldatum 2014 werd 32,4% van de doorgestroomde leerlingen bekostigd door samenwerkingsverband Gelderse Vallei, en 23,5% door andere samenwerkingsverbanden. Op teldatum 2015 waren deze percentages 20,7% en 34,5%% en op teldatum 2016 ging het om respectievelijk 25% en 12,5%. 4 Is het waar dat Deelen voor deze jongeren als woonplaats wordt gezien, omdat ze geplaatst zijn in de GJI Deelen (gemeente Ede)? Bij de gji in Deelen is dit gedeeltelijk aan de orde. De woonplaats waar een leerling op de datum van inschrijving op de nieuwe school in de basisregistratie personen (BRP) staat ingeschreven, is leidend voor de bekostiging. Als een leerling na een gji- of jji-plaatsing in de gemeente van de gji- of jji-vestiging blijft wonen, danwel die woonplaats nog in de BRP is opgenomen op het moment dat Pagina 2 van 6

de leerling op een nieuwe school begint, dan komt eventuele bekostiging van extra ondersteuning ten laste van het samenwerkingsverband waar de gji of jji gevestigd is. 5 Is het waar dat het woonplaatsbeginsel met zich meebrengt dat het Samenwerkingsverband VO Gelderse Vallei (Ede, Wageningen en Rhenen) financieel verantwoordelijk is voor jongeren die geplaatst zijn in de GJI Deelen en die uitstromen naar een open residentiële setting of speciaal onderwijs (VSOschool) gaan volgen? Het samenwerkingsverband is niet financieel verantwoordelijk voor jongeren geplaatst in de GJI Deelen. Het onderwijs aan kinderen of jongeren in een gji of jji wordt rechtstreeks door het Rijk bekostigd en niet door een samenwerkingsverband. Als het verblijf in een gji of jji eindigt, dan eindigt ook het onderwijs verbonden aan de instelling. Stromen leerlingen dan door naar het (voortgezet) speciaal onderwijs - al dan niet residentieel - dan gaat een samenwerkingsverband wel passend onderwijs betalen voor de plaatsing. Welk samenwerkingsverband dit is, hangt af van de woonplaats (BRP) waar de leerling staat ingeschreven op het moment van inschrijving op de nieuwe school. Zoals in het antwoord op vraag 4 is aangegeven, stromen relatief veel jongeren vanuit de gji Deelen van bestuur de Hoenderloo Groep door naar de open instelling in Apeldoorn (ook van de Hoenderloo groep) binnen het gebied van samenwerkingsverband Gelderse Vallei en gaan daar dan ook wonen. Als gevolg van het woonplaatsprincipe worden deze leerlingen dan toegeschreven aan het samenwerkingsverband Gelderse Vallei (omdat zij woonachtig blijven in de regio). Uit de cijfers van DUO blijkt echter dat ook andere samenwerkingsverbanden een deel van de doorstroom naar het (v)so bekostigen. Mogelijk komt dat omdat de leerling: via een lopende toelaatbaarheidsverklaring (zie hieronder) wordt ingeschreven of de leerling kortdurend in de gji geplaatst is en in het BRP nog de woonplaats van herkomst stond. Ook kan het zijn dat de leerling binnen hetzelfde schooljaar doorstroomt naar het (v)so, wanneer volgens de Variawet geldt dat de school waar de leerling op 1 oktober van het vorige schooljaar ingeschreven stond als verwijzende school kan worden beschouwd. Tot slot kan het zijn dat de leerling na de gji-plaatsing verhuisd is naar een andere regio en deze woonplaats is opgenomen in het BRP en de leerling daarna (intra- of extramuraal) onderwijs is gaan volgen op de residentiële instelling in Apeldoorn. Een uitzondering op het woonplaatsbeginsel is de situatie waarin de leerling nog een geldige toelaatbaarheidsverklaring had van zijn of haar oude samenwerkingsverband, en deze toelaatbaarheidsverklaring wordt benut voor de bekostiging van de plaatsing in het speciaal onderwijs. Daarmee kan worden voorkomen dat de leerling toegerekend wordt aan het samenwerkingsverband in de regio waar de gji of jji gevestigd is. Als (de school die verbonden is aan) de gji of jji meteen bij de plaatsing van een leerling contact zoekt met het samenwerkingsverband waar de jongere woonde voorafgaand aan de plaatsing. Deze kan dan zorgen voor een toelaatbaarheidsverklaring indien de jongere na de plaatsing in de gji of jji naar het (v)so doorstroomt. Pagina 3 van 6

6 Is het waar dat verreweg de meeste jongeren uit de GJI Deelen uitstromen naar een open residentiële setting of direct naar het speciaal onderwijs? Zie het antwoord op vraag 3.. 7 Klopt het daarmee dat het Samenwerkingsverband VO Gelderse Vallei extreem hoge kosten heeft voor de uitstroom naar de open residentiële setting en het speciaal onderwijs, in vergelijking met andere samenwerkingsverbanden in Nederland? In vergelijking met veel andere regio s met een gji of jji, heeft dit samenwerkingsverband bovengemiddeld hoge kosten voor de doorstroom naar het vso, na de plaatsing in de gji. Niet alle samenwerkingsverbanden waar een gji of jji is gevestigd, lopen tegen deze problematiek aan. Leerlingen die onderwijs in geslotenheid volgden, stromen lang niet altijd door naar speciaal onderwijs of naar een residentiele instelling. Verder verhuizen leerlingen na hun gji- of jji-traject vaak terug naar de regio van herkomst, schrijven zich daar weer in bij de gemeente en gaan zij daar vervolgens naar een reguliere of een speciale school. In die situaties is het samenwerkingsverband van herkomst (weer) verantwoordelijk. Ook in de situatie dat er bij de vervolginschrijving een nog geldige toelaatbaarheidsverklaring wordt benut, is het samenwerkingsverband van herkomst verantwoordelijk voor de bekostiging. 8 Bestaat er een overzicht van de kosten voor het speciaal onderwijs die de verschillende samenwerkingsverbanden passend onderwijs in Nederland maken vanaf 2015? Zo ja, zouden we dit overzicht mogen ontvangen? Op basis van het aantal leerlingen dat naar het (v)so is verwezen, brengt DUO een bedrag in mindering op de ondersteuningsbekostiging van het samenwerkingsverband. Ook kunnen de bedragen worden bepaald die de samenwerkingsverbanden moeten overdragen aan de speciale scholen in verband met een eventuele groei op 1 februari. Van deze twee gegevens kan er over de afgelopen jaren een overzicht worden verstrekt over een gedeelte van de middelen die de speciale scholen hebben ontvangen. Er is geen informatie beschikbaar van eventuele andere bijdragen van samenwerkingsverbanden aan het speciaal onderwijs. De genoemde gegevens treft u aan in bijlage 2 en 3. 9 Klopt het dat de problematiek van extreem hoge kosten voor het Samenwerkingsverband VO Gelderse Vallei, doordat het financieel verantwoordelijk is voor de uitstroom van geplaatsten in de GJI Deelen, eerder is erkend door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap? Naar aanleiding van het signaal van het samenwerkingsverband heeft een overleg plaatsgevonden met het samenwerkingsverband en de gji. Daaruit bleek dat het Pagina 4 van 6

samenwerkingsverband als gevolg van de uitplaatsingen naar het voortgezet speciaal onderwijs verhoudingsgewijs inderdaad te maken heeft met bovengemiddeld hogere kosten. 10 Klopt het dat de verwachting was dat wanneer de Variawet zou zijn aangepast, dit de oplossing zou zijn voor bovenstaande beschreven problematiek (de zogenaamde weeffout )? Nee. Met de Variawet passend onderwijs zijn diverse technische wijzigingen aangebracht in de Wpo, de Wvo, de WEC en in de WOT, en een aantal wijzigingen op basis van voortschrijdend inzicht die voornamelijk verband houden met de bekostiging van passend onderwijs (Stb, 2018, 12). Een van de aanpassingen had betrekking op het concretiseren van de wetgeving voor de bekostiging van leerlingen in (open) residentiële instellingen. Het ging er onder andere om, dat voor leerlingen die vanuit een reguliere school voor voortgezet onderwijs naar een (open) residentiële school voor voortgezet speciaal onderwijs gingen, werd verduidelijkt welk samenwerkingsverband de plaatsing moet bekostigen. In deze situatie wordt gekeken naar het samenwerkingsverband waar de leerling op 1 oktober voorafgaand aan de open residentiële plaatsing bekostigd regulier onderwijs volgde (in andere woorden: de onmiddellijk verwijzende school wordt gedefinieerd als de reguliere school waar de leerling op de laatste 1 oktobertelling stond ingeschreven). Dit is een andere situatie dan bovenstaande problematiek. 11 Klopt het dat men ervan uitging dat, door 1 oktober als uitgangspunt te nemen in de toewijzing van residentiële leerlingen, de problemen voor het Samenwerkingsverband VO Gelderse Vallei zouden zijn opgelost? Deze wijziging kan voor een deel van de leerlingen het effect hebben dat het samenwerkingsverband van herkomst verantwoordelijk blijft. Dit is aan de orde in de situaties waarin de gji- of jji-plaatsing van een leerling start na de 1 oktober telling en minder dan een schooljaar duurt. Indien de leerling dan doorstroomt naar een (v)so-school voor open residentieel onderwijs, dan betaalt het samenwerkingsverband waar de leerling op de laatste teldatum (1 oktober) ingeschreven stond op een bekostigde, reguliere school voor voortgezet onderwijs. Zie ook het antwoord op vraag 10. 12 Klopt het echter dat, wanneer de leerling op 1 oktober voorafgaand aan de open inschrijving was opgenomen in een gesloten residentiële instelling zoals GJI Deelen, Deelen nog steeds als woonplaats gold voor de leerling? Niet noodzakelijkerwijs. Bij een doorstroom van gji naar residentieel speciaal onderwijs, is zoals hierboven aangegeven, de woonplaats van de leerling in principe leidend voor de ondersteuningsbekostiging. Indien een leerling na de gjiplaatsing eerst verhuist (bijvoorbeeld terug naar huis), en daarna ingeschreven wordt in het (v)so, al dan niet residentieel, geldt de nieuwe woonplaats van de leerling. Pagina 5 van 6

13 Is het waar dat een inspecteur van het onderwijs op 3 november 2017 in een schrijven aan het Samenwerkingsverband VO Gelderse Vallei, de conclusie heeft getrokken dat met de aanpassing van de Variawet het Samenwerkingsverband VO Gelderse Vallei onvoldoende geholpen is als oplossing van bovenstaande problematiek? Ja. De inspecteur wilde aangeven dat de Variawet voor een deel van de doorstroom naar het residentieel voortgezet speciaal onderwijs, een positief effect kan hebben, maar niet volledig. 14 Is het waar dat het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, op basis van onderzoeken van de Inspectie bij meer samenwerkingsverbanden, begin 2018 een beslissing neemt of en zo ja, welke, wijzigingen nodig zijn in het beleid voor de toerekening van residentiële leerlingen aan samenwerkingsverbanden, waarbij de problematiek bij het Samenwerkingsverband VO Gelderse Vallei wordt opgelost? De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt momenteel de werking van de bekostiging van enkele (v)so-scholen verbonden aan residentiële instellingen. Het resultaat van dat onderzoek wordt binnenkort verwacht. 15 Bent u van zins wijzigingen aan te brengen in het beleid voor de toerekening van residentiële leerlingen en zo ja welke? Zo nee, waarom niet? Zoals in de eerdere antwoorden aangegeven, is het probleem slechts ten dele te wijten aan het woonplaatsbeginsel in de WEC. Dat neemt niet weg dat dit voor sommige samenwerkingsverbanden bovengemiddelde kosten met zich mee kan brengen. Ik ben bereid te verkennen welke mogelijkheden er zijn om te komen tot een verfijning en verbetering van de systematiek van bekostiging van onderwijs op een school die verbonden is aan een residentiële instelling. Ik zal hiervoor de uitkomsten van het lopende onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs hierin meenemen. Ook ben ik bereid te bezien of het wetsvoorstel van mijn collega van VWS over het woonplaatsbeginsel nog een bijdrage kan leveren aan een oplossing. 16 Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor het notaoverleg over passend onderwijs op 2 juli 2018? Zoals in het notaoverleg met de Tweede Kamer is besproken, zend ik u de antwoorden in juli 2018 toe. Pagina 6 van 6