Onderdelenpakket hoogfrequentfilter NL 29238 Deze eenheid bevat een montageplaatje met gedrukte bedrading plus aile andere onderdelen die nodig zijn voor het samenstellen van een hoogfrequent filtereenheid die in vele schakelingen kan worden toegepast. Uitvoerige gegevens voor zeven frequenties zijn in deze handleiding opgenomen namelijk 27 MHz, 42,5 MHz, 45 MHz, 4200 khz, 4888 khz, 10,7 MHz en 0-2 MHz (Iaagdoorlaatfilter). Kan enerzijds worden aangesloten op een geschikte antenne (of eventueel voorzetapparatuur) en anderzijds worden verbonden met een hf-versterker of hfmengeenheid (NL 2929 of NL 2924). De spoelen kunnen op eenvoudige wijze en naar behoefte op de bijgeleverde ferroxcube ringen worden gewikkeld. Door toepassing van insteekprint ("module") en een printconnector op een verloopplaatje gemakkelijk in een kast in te bouwen. Ie PHILIPS NL 29238-1
HET SCHEMA C 9a. 33 pf - 33p C 9b 56 pf - 56p De schema's van de verschillende toepassingen C 9c. 82 pf - 82p zijn aangegeven in de arb. 1 a, 1 b en 1 c. In arb. C 10a. 150 pf - 150p 1 a wordt de eerste kring gevormd door de spoel C 10b : 220 pf - 220p 8 2/8 3 in combinatie met de condensatoren C C 10c 1,5 nf - 1 n5 10, instelcondensator C 1 en in een geval C 8. C 11a. 150 pf -150p De tweede kring is het spiegelbeeld van de C 11 b : 220 pf - 220p eerste kring (8 4/8 5 met C 11, instelcondenc- C 11 c 1,5 nf - 1 n5 satorc3enineengevaic9).detweekringen C 12 1,5 nf-1n5 worden gekoppeld via de koppelcondensator C C 13 : 1,5 nf - 1 n5 7. In arb. 1 b is het laagdoorlaatfilter aangege- 1 nf = 1.000 pf ven. Voor frequenties beneden ca 2 MHz vormt dit filter nagenoeg geen belemmering terwijl fre- Verloopplaatje 4503 PC quenties hogerdan2 MHz met een steilheid van 8trlp met 10 stekerpennen 24 db/octaaf afnemen. Het eerste filter wordt Contactblokje, 10-polig gevor,nd door de spoel 82/83 metc 10enC 12 Ferroxcube ring (2x) en het tweede door de spoel 84/85 met C 11 en Posijndraad groen (ca 2 mtr) C 13. In arb. 1 c wordt de eerste kring gevormd Po~ijndraad bruin (ca 2 mtr) door de spoel 8 2/8 3 in combinatie met de Gelsoleerd montagedraad (ca 1 mtr) instelcondensator C 1 en de condensator C 8 (in 80ldeerogen een geval deze laatste niet). De tweede kring is Afstandsbussen (2x) weer een spiegelbeeld van de eerste met de Bout M 3 x 6 (4x) Opmerking: De wikkelgegevens voor de spoe- len 81, 8 2/8 3/8 4/8 5 evenals de waarde van de cond~nsatoren C 7, C 8, C 9, C 10 en C 11 zijn a~hankelljk van het gewenste frequentiegebied; zle hlervoor onder "Het Frequentiegebied". spoel 8 4/8 5, instelcondensator C 3 en condensator C 9 (in een geval deze laatste niet). De twee kringen worden gekoppeld via de koppelcondensator C 7. De eerste kring wordt aangekoppeld via 8 1 (b.v. antenne of voorzetapparaat). De volgende trap wordt aangesloten op de middenaftakking van 8 4/8 5. DE MONTAGE 1. Lees eerst de algemene soldeer- en ONDERDELENLlJST montage-aanwijzingen goed door en volg ze stipt op. Montageplaat met gedrukt bedrading 2923 PC 2. Breng dan eerst aan de onderdelenzijde van de montageplaat (2923 PC) tien ste- 8poelen: kerpennen aan; zie arb. 2a (resp. 2b en 81. zie tabel 2c). Deze pennen zijn gevat in een plastic 82/83 : zie tabel stripje dat pas na de montage verwijderd 84/85 : zie tabel dient te worden. Druk aile bevestigings- " nokjes, twee aan elke stekerpen, door de Condensatoren: gaatjes, knijp ze aan de koperzijde met C 1. 60 pf - instelcondensator eentangetje naar elkaar toe, en soldeerze C 3 : 60 pf - instelcondensator goed vast aande verschillende koperspo- C 7a 0,82 pf - p82 ren. Zorg ervoor dat ze goed tegen de C 7b 1 pf,-1p monta~eplaat.aan liggen en dat ze goed C 7c : 1,2 pf - 1 p2 recht..zltten; zle arb. 3. C 7d 2,7 pf - 2p7 3. VerwlJder het plastic stripje en controleer C 7e 8,2 pf - 8p2 of de reeks stekerpennen goed in het bij- C 8a. 33 pf - 33p ge~?verde ~ontactblokje ("printconnec- C 8b : 56 pf - 56p tor) past; zle arb. 3. C 8c : 82 pf - 82p 4. De mamer van montage is afhankelijk van het gekozen frequentiegebied; zie eerst onder "Het Frequentiegebied". 2-NL 2923B
Toepassing B 1 (zie afb. 2a). A12. Breng vervolgens 12 soldeerogen aan in het verloopplaatje 4503 PC; zie afb. 3. De A 5. Breng, met behulp van stukjes blank mon- soldeerogen moeten worden aangebracht tagedraad, doorverbindingen aan tussen in de gaatjes 1 tot en met 10 en in de de gaatjes 11 en 13 en tussen 11 en 34 uiterste gaatjes gemerkt met -L (massa); (links) tussen 24 en 36 en tussen 23 en 35 rechts in afb. 3 (aan de zijde van het num- (midden) tussen 14 en 12 en tussen 12 en mer4503 PC). Druk de soldeerogen vanaf 33 (rechts). de niet verkoperde zijde goed door de A 6. Monteer vervolgens de condensatoren gaatjes, zodat ze aan de koperzijde duide- C 10 en C 11 die van een waarde- lijk uitsteken, en soldeer ze goed vast aan aanduiding zijn voorzien; zie voor de te het koper. gebruiken waarde eerst onder "Het Fre- A13. Voorzie het verloopplaatje 4503 PC van quentiegebied". het 1 O-polige contactblokje volgens afb. 3. A 7. De kleine condensator C 7 is oak van een Het blokje bevindt zich bij juiste montage waarde-aanduiding voorzien; zie oak voor in het midden van het plaatje. 80ldeer aile deze waarde eerst "Het Frequentiege- pennen goed vast aan het koper. bied". A14. 8teek de pennen aan de montageplaat A 8. DE CONDEN8ATOREN C 8 EN C 9 2923 PC in het contactblokje op 4503 PC; WORDEN ALLEEN GEMONTEERD IN- zievoordejuistestandafb. 3. Deonderde- DIEN HET GEKOZEN FREOUENTIE- lenzijde van 2923 PC moet naar de 501- GE81ED 27 MHz 8EDRAAGT; ZIE ON- deerogen in 4503 PC zijn gericht. DER "HET FREOUENTIEGEBIED". A 9. De instelcondensatoren C 1 en C 3 dienen Toepassing B 2 (zie afb. 2b). links respectievelijk rechts van C 7 te worden gemonteerd. De asymmetrische 8 5. 8reng, met behulp van stukjes blank mongroepering van de aansluitpennen maakt tagedraad, doorverbindingen aan tussen juiste montage eenvoudig. Zorg dat ze de gaatjes 11 en 13 en tussen 11 en 34 goed tegen de montageplaat aan liggen. (links), tussen 23 en 24 (midden), tussen Zie voor de juiste afregeling onder "Het 12 en 14 en tussen 12 en 33 (rechts). Afregelen". 8 6. Monteer vervolgens de condensatoren A10. Zie voor de wikkelgegevens van de spoe- C 10, C 11, C 12 en C 13 die van een len 8 2/8 3 en 84/8 5 eerst onder "Het waarde-aanduiding zijn voorzien; zie voor Frequentiegebied" en onder "De 8poe- de te gebruiken waarde eerst onder "Het len". Frequentiegebied". Monteer vervolgens de spoel S 2/8 3 op de 8 7. Zie voor de wikkelgegevens van de spoemontageplaat linksonder C 1. Zorg dat de len 82/83 en 8 4/8 5 eerst onder "Het windingen gelijkmatig over een he 1ft van Frequentiegebied" en onder "De 8poede spoelkern zijn verdeeld. 8teek de aan lerf.monteer vervolgens de spoel 8 2/8 3 de buitenzijde van de spoelkern uitste- aan de linkerkant op de montageplaat volkende groene en bruine draad (in elkaar gens afb. 2b. De enkele groene aansluitgedraaid) door gaatje 34 en de aan de draad in 37, de (enkele) bruine draad in 28 binnenzijde van de spoelkern uitstekende en de in elkaar gedraaide hruine en bruine en groene draad door gaatje 29 e~ groene draad samen in 18 (dit punt wordt soldeer ze goed vast aan het koper; zie alleen als steunpunt gebruikt en is verder oak afb. 4c. Zorg dat de spoel ca 5 mm nergens mee verbonden). Zorg dat de boven de montageplaat blijft. aansluitdraden over ca 1 cm vrij van isola- A11. De spoel 8 4/8 5 dient op overeenkom- tie zijn en soldeer ze goed vast aan het stige wijze te worden gemonteerd als koper. spoel 8 2/8 3. 8teek de aan de binnen- 8 8. De spoel 8 4/8 5 dient op overeenkomzijde van de spoelkern uitstekende draden stige wijze te worden gemonteerd als door gaatje 30 en de aan de buitenzijde spoel 8 2/8 3. De (enkele) groene aanvan de spoelkern uitstekende draden door sluitdraad in 40, de (enkele) bruine dra.ad gaatje 33 en soldeer oak deze goed vast in 27 en de in elkaar gedraaide bruine en aan het koper. groene draad samen in 20 (dit punt wordt alleen als steunpunt gebruikt). NL 29238-3
B 9. Breng vervolgens 12 soldeerogen aan in (enkele) draad in 36 (precies boven de het verloopplaatje 4503 PC; zie afb. 3. De printopdruk S 3). De koppelwikkeling S 1 soldeerogen moeten worden aangebracht (gelsoleerd montagedraad) dient enerin de gaatjes 1 tot en met 10 en in de twee zijds in 13en anderzijds in 36 te worden uiterste gaatjes gemerkt met.l (massa); gesoldeerd. Houd de spoel ca 5 mm borechts in afb. 3 (aan de zijde van het num- ven de montageplaat. mer 4503 PC). Druk de soldeerogen vanaf C 9. De spoel S 4/S 5 dient op overeenkomde niet verkoperde zijde goed door de stige wijze als spoel S 2/S 3 rechts op de gaatjes, zodat ze aan de koperzijde duide- montageplaat te worden gemonteerd. De lijk uitsteken, en soldeer ze goed vast aan groene (enkele) draad in 30, de bruine het koper. (enkele) draad in 35 en de twef! in elkaar B10 Voorzie het verloopplaatje 4503 PC van gedraaide draden (groen en bruin) in 12. het 1 O-polige contactblokje volgens afb. 3. Bij deze spoel wordt geen koppelwikkeling Het blokje bevindt zich bij juiste montage toegepast. Houd oak deze spoel ca 5 mm in het midden van het plaatje. Soldeer aile boven de montageplaat. pennen goed vast aan het koper. C10. Breng vervolgens 12 soldeerogen aan in B11. Sleek de pennen aan montageplaat 2923 het verloopplaatje 4503 PC; zie afb. 3. De i'c in het contactblokje op 4503 PC; zie soldeerogen moeten worden aangebracht voor de juiste stand afb. 3. De onderde- in de gaatjes 1 tot en met 10 en in de twee lenzijde van 2923 PC moet naar de sol- uiterste gaatjes gemerkt met.l (massa); deerogen in 4503 PC zijn gericht. rechts in afb. 3 (aan de zijde van het nummer 4503 PC), Druk de soldeerogen vanaf de niet verkoperde zijde goed door de Toepassing B 3 (zie arb. 2 c) gaatjes, zodat ze aan de koperzijde duide- C 5 Breng, met behulp van stukjes blank mon- lijk uitsteken, en soldeer ze goed vast aan tagedraad, doorverbindingen aan tussen het koper. de gaatjes 24 en 36 en tussen 23 en 35 (midden) en tussen 12 en 14 (rechts onder) C 6. Monteerdecondensatoren C 7, C 8en C9 die van een waarde-aanduiding zijn voorzien. Zie voor de te gebruiken waarde onder "Het Frequentiegebied". DE CON- DENSATOREN C 8 EN C 9 WORDEN NIET GEMONTEERD INDIEN DE EEN- F requentle Aant WIn HElD BEDOELD IS VOOR EEN FREkoppelspo S 1 QUENTIE VAN 10,7 MHz C 7 De instelcondensatoren C 1 en C 3 dienen 27 '.o1hz - links respectievelijk rechts van C 7 te wor- l1odel 42.5 '.o1hz.. den gemonteerd. De asymmetrische B1 groepering van de aansluitpennen maakt afb. 1 a-2a 45 '.01 Hz - juiste montage een.voudig. Zorg dat ze 'node! laagdoorlaatgoed tegen de montageplaat aan liggen. B2 filter <2 '.o1hz - Zie voor de juiste afregeling onder "Het afb. 1b-2b Afregelen". C 8. Zie voor de wikkelgegevens van de spoe- 4200 khz 1 len S 1 IS 2/S 3 en S 4/S 5 eerst onder 'node I "Het Frequentiegebied" en onder "De B3 4888 khz 1 Spoelen". Monteer vervolgens S 2/S 3 afb 1c-2c 10,7 MHz - 1 links op de montageplaat. Zorg dat de twe.e in ~Ikaargedraaide draden (groen en ') Parallel; zie oak onder.,de Spoelen". Winding bruin) In 11 worden gesoldeerd. De 2) Bifilair; zie oak onder "De Spoelen". Windinge groene (enkele) draad dient in het gaatje 3) Bandbreed1eca 200 khz Voorbandbreed1e v, 29 te worden gesoldeerd en de bruine i.pv. C 72 geisoleerde draadjes 'nonteren; ZiE 4-NL 2923B
C11, Voorzie het verloopplaatje 4503 PC van DE INGANG het 1 O-polige contactblokje volgens afb, 3. Het blokje bevindt zich bij juiste montage De ingang (punt 2) dient aangesloten te worden in het midden van het plaatje. Soldeer aile op een antenne of in bepaalde schakelingen op pennen goed vast aan het koper. een.,voorzetgedeelte"; zie oak het blad,.alge- C12. Sleek de pennen aan montageplaat 2923 mene Aanwijzingen", Gebruik als antenne een PC in het contactblokje op 4503 PC; zie draad van b,v, 10 meter lengte. voor de juiste stand afb. 3. De onderdelenzijde van 2923 PC moet naar de soldeerogen in 4503 PC zijn gericht, DE UITGANG De uitgang (punt 9) moet, afhankelijk van het HET FREQUENTIEGEBIED gewens,te frequentiegebied, worden verbo,nden met de Ingang (punt 4) van hf-mengeenheld NL " '" Het frequentlegebled van dlt hf-fllter IS afhanke- 2929 of met de ingang van diode-mengeenheid NL 2924 Z' d d. t. b'...,. Ie voor e Iverse oepasslngsge le- IIJk van het aantal wlndlngen van de spoelen den oak het blad Aigemene Aanwijzingen" S 2/S 3, S 4/S 5 en van de waarde van diverse Z k rt b': d' t d 't. condensatoren; zle, hlervoor, oak onderstaande org d voor 0 ever In Ingen ussen e UI gang ' d 1 d h. d label ~~ de ~~gevens op het blad "Algemene en bovendien e Ingang verbindingen van e vo gen op 4503 e een PC, el. tussen M aa k AanwlJzlngen, massa (L) en 1, tussen 1 en 5, tussen massa (.1) en 10 en tussen 6 en 10; zie oak het voorbeeld in afb, A 6. Aantalwind Aantal, wind C1 C3 C7 C8 C9 C10 C11 C12 C13 " 8 2/8 3 8 4/8 5 (pf) (pf) (pf) (pf) (pf) (pf) (pf) (pf') (pf) 7 (par)') 7 (par.).i) 60 60 8,2 33 33 220 220 - - 5 (par.}') 5(par,)') 60 60 2,7 - - 150 150 - - 5 (par.) ') 5 (par.) ') 60 60 2,7 - - 150 150 - - (14 (bil)2).. 14 (bit,) 2) - '" - - - 1500 1500 1500 1500 20 (bil) 2) 20 (bil,) 2) 60 60 1.2 82 82 - - - - 20 (bil.)') 20 (bil.) 2) 60 60 1 56 56; - - -- 12 (bit.) 2) 12 (bit.) 2) 60 60 0.823) - - - - - - In gelijkmatig verdelen over halve ring. I gelijkmatig verdelen over hele ring n ca 50 khz (wat gewenst kan zijn b,v bij 10,7 MHz) alb 5 NL 29238-5
DE SPOELEN Bij de modellen B 2 en B 3 dienen de spoelen "bifilair" te worden gewikkeld, Dit kan als voigt De wikkelingen S 1 tot en met S 5 dienen op de gebeuren, Zorg bij deze spoelen ook weer voor ferroxcube ringen te worden aangebracht. Ge- het juiste aantal windingen en voor een regelmabruik het bruine (-1 -) en het groene (- 5 -) tige verdeling van de windingen over het gehele posijndraad dat eerst in elkaar moet worden ge- ringetje; zie de label onder "Het Frequentiegedraaid (moet worden "getwist"); zie afb. 4a. Het bied". Knip vervolgens de uiteinden zowel aan best kan dit worden gedaan door een van de het begin als aan het eind van de wikkeling op ca twee uiteinden van elke draad ergens in te 4 cm van het ringetje at. Neem de groene (- 5 -) klemmen (b.v. in een bankschroef) en de andere draad van het begin van de wikkeling te zamen twee uiteinden met behulp van b. v een hand- met de bruine (- 1 -) draad van het einde van de boormachientje zodanig in elkaar te draaien dat wikkeling; zie afb. 4d. Knip deze twee uiteinden er ongeveer 3 slagen ontstaan per 12 mm; zie op ca 2,5 cm van het ringetje af en maak ze afb. 4a. Dit komi neer op ca 300 omwentelingen beiden op ca 1 cm van het ringetje vrij van isolavan de kop van de boormachine (bij een lengte tie op dezelfde manier als onder B 1 beschreven. van elke draad van 2 meter, zoals bijgevoegd). Draai vervolgens deze blanke uiteinden in el- Wlkk31 vervolgens deze in elkaar gedraaide kaar. Knip oak het tweede groene uiteinde op ca draden om het ferroxcube ringetje volgens afb. 2,5 cm van het ringetje af en maak ook dit op ca 1 4b. De kleuren van de draden zijn in afb. 4 aan- cm van het ringetje vrij van isolatie. Doe ditzelfde gegeven met cijfers die zijn ontleend aan de nogmaals met het tweede bruine uiteinde. Monkleurcodering van weerstanden e.d. (1 = bruin, leer tenslotte de spoelen zoals beschreven on- 2 = rood, 5 = groen). Sleek een uiteinde van der "De Montage" punten B 7 en B 8 voor het achteren door het ringetje en laat circa 4 cm aan model B 2. Voor het model B 3 is de montage de voorzijde buiten het ringetje uitsteken, klem beschreven onder "De Montage" punten C 8 en dit met de duim vast op het ringetje en sleek het C 9. andere uiteinde van voren door het gat heen, De koppelwikkeling S 1 dient te worden toegebuitenom, weer door het gat enz. Zorg voor het past bij de modellen volgens voorbeeld B 3; zie juiste aantal windingen; zie de label onder "Het ook afb. 2c. Deze bestaat uit een stukje gelso- Frequentiegebied". Knip vervolgens ook dit uit- leerd montagedraad (rood, - 2 -) en dient als einde op ca 4 cm van het ringetje at. Zorg ervoor voigt te worden gemaakt. Knip van het bijgedat de windingen niet te los om het ringetje zitten voegde montagedraad een stukje van 7 cm af en en zorg voor een regelmatige verde ling over het verwijder aan beide uiteinden de isolatie over ca gehele ringetje bij de modellen B 2 en B 3 en 0,5 cm. Sleek dit draadje door het ferroxcube voor een regelmatige verdeling over de halve ringetje, links in afb. 2c, draai het een slag om ring bij de modellen B 1. elkaar (zie ook afb. 4e) en soldeer het ene uit- Bij de montage volgens model B 1 dienen de einde in 13 en het andere uiteinde in 36. Het is uiteinden op ca 2 cm te worden afgeknipt; zie ook mogelijk om eerst een uiteinde te solderen in afb. 4c. Maak aile uiteinden op ca 1 cm vrij van 36, dan het andere uiteinde door het ringetje, isolatie door voorzichtig krabben met een mesje eenmaal om elkaar, en solderen in 13. Bij de of schuren met fijn schuurpapier. Ook is het mo- spoel S 4/S 5 dient geen koppelwikkeling te gelijk met een voldoend hete soldeerbout de worden toegepast. uiteinden zonder meer te vertinnen; de isolatie zal dan na enige tijd wegsmelten. Draai vervolgens de blanke uiteinden van het begin van de.. Waarschu~lng: Er dle.nt op te worden gelet dat wikkeling in elkaar en doe hetzelfde met de noch de mlddenaftakklng noch de t~p van de blanke uiteindenaan het eind van de wikkeling. spoelen S 1 IS 2/~ 3 resp. ~ 4/S 5 In contact Monteer tenslotte de spoelen op de montage- komi r:net de voe.dlngs~pannlng (of de afstemplaat zoals aangegeven onder "De Montage" spanning) daa! drt de el.genschappen van deze punten A 10 en A 11. spoelen nadellg kan belnvloeden. De manier van wikkelen zoals boven beschreven wordt "parallel" wikkelen genoemd. 6-NL 2923B
.,1 BEVESTIGING ':1 Bevestig het verloopplaatje 4503 PC, waarop het contactblokje ("printconnector") is gemonteerd, met behulp van de eveneens bijgeleverde metalen atstandsbussen op een metalen bodemplaat waarop oak de andere eenheden worden bevestigd, De massa- (de min- )aansluiting komi tot stand via dele bodemplaat en de atstandsbussen, COMBINATIES Hoewel meerdere toepassingen voor dele eenheid mogelijk zijn is de meest voor de hand liggende een combinatie met andere eenheden uit dele serie; lie de blokschema's op het blad "Algemene Aanwijzingen". HET AFREGELEN Voor een optimale werking van dit filter is het noodzakelijk om de instelcondensatoren C 1 en C 3 at te regelen zoals hieronder beschreven (be halve bij het laagdoorlaattilter volgens atb. 2b waarin geen instelcondensatoren voorkomen), De atregeling kan het gemakkelijkst gebeuren in een complete ontvanger, 1, Sluit een meetzender aan op punt 2 van 2923/4503, 2, Stem de meetzender at op de trequentie waarvoor de eenheid bedoeld is (30% gemoduleerd met 1000 Hz),. 3, Regel de uitgangsspanning van de meetzender zo ver terug dat het signaal nag juist hoorbaar is in de luidspreker. 4, Regel zowel C 1 als C 3 at op maximum geluidssterkte. "-~,~",~c"~_a:,.~.",,,c", c NL 29238. 7
-?<=:x::::>p<::><:::>p<:::> ~ -1- - I Afb4aL~-~.B ~ -5- Afb. 4b Afb. 4c 36-5 + -5- -1- + Afb. -5-4d Afb. 4e NL 2923B-a
2 13 11 31, 52/53 29 25 [7 5 I, 55 33 12 11, 9 - ==== --- IN 11 29 30 12 OUT [10 9 36 23 35 35 1 5 6 10 Afb. 1 a 1 ~.L Afb. 2b IN OUT 29 29 25 [ 7 26 30 30 I 2 13 I 52 [8 II 51, III 28 II 12 11, 9 I,I II II 55 ~ II II II 36 35 1 5 6 1 1 1-10 Afb. 1 c b -NL 2~?1R
Afb. 2a IN " 8 OUT 18 21 - ==== ==== - 2 13 1131, 37 28 27 ~O 33 12 11, 9 IN OUT 52/53 51,/55 1~121, 23 [12 [13,, 1_-J~j~ 0 [ 11 Afb. 1 b..l..l 1 361. 36 5,L6 35 35.1.. 10,,:;: '/,- /~ ; 111~ ~l G ~ ~ ~111 ~ ~ 13 " //, Afb. 2c,/% 1 J. 2 t 3 " 5 1. 6 1 7 B g. 10 1 IN OUT NL 29238. c
l Afb.3 6 mm 'MIn 25 26 Afb.5 d-nl 29238