Aanvraag planologisch attest door GESBO gemeente Balen

Vergelijkbare documenten
Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Aanvraag Planologisch Attest door GESBO gemeente Balen

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Inhoud Bosbeekvallei en aangrenzende bossen, heidegebieden te As-Opglabbeek-Maaseik... 2 Bos- en heidegebieden ten oosten van Antwerpen...

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Belgisch Staatsblad dd

VR MED.0348/2

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

VR MED.0348/3

Overzicht van de soorten en habitats in de Speciale Beschermingszones in Vlaanderen in uitvoering van de Europese Richtlijn 92/43/EEG

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Referentiewaarden grondwaterpeilen grondwaterafhankelijke habitats volgens dataset van NICHE

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Gebiedendocument. Overzicht van habitattypen en soorten waarvoor gebieden zijn aangemeld en begrenzing van gebieden

RUP Agnetendal te Peer Milieu-effectenbeoordeling

NRPO17a NatuurRichtPlan De Dendervallei tussen de gewestgrens en Ninove, evenals het Raspailleboscomplex en Geitebos

Het hydro-ecologisch functioneren van Teut en Tenhaagdoornheide

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Speciale Beschermingszones in Vlaanderen in uitvoering van de Europese Richtlijn 92/43/EEG (Habitatrichtlijn)

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Opslag van gasolie in zoutcavernes. Passende Beoordeling Natuurbeschermingswet 1998

BIJLAGE: Kritische depositiewaarden voor verzuring voor Natura 2000 habitattypen

Natura 2000 in uw regio. Samen, beter en meer

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

BIJLAGE: Kritische depositiewaarden voor stikstof voor Natura 2000 habitattypen

Natura 2000 gebied Savelsbos

VR MED.0348/6BIS

Een nieuw begin in zicht

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Advies over de verenigbaarheid van het leefgebied van enkele habitattypische soorten met Natura 2000-habitats en regionaal belangrijke biotopen

ZATERDAG 17 AUGUSTUS 2002 SAMEDI 17 AOUT 2002 WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

Een nieuw begin in zicht

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Natura 2000 gebied 133 Kampina & Oisterwijkse Vennen

ONTWERPBESLUIT LOONSE EN DRUNENSE DUINEN & LEEMKUILEN

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND


Europees beschermde natuur

Natura 2000 gebied 136 Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux

Eindrapport NATUURTOETS GEBIEDSBESCHERMING NATUUR UITBREIDING WAGENINGEN

Natuurtoets landgoed Haarendael, Haaren

Instandhoudingsdoelstellingen voor speciale beschermingszones. BE Bossen, heiden en valleigebieden van zandig Vlaanderen: westelijk deel

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Bosbeekweg 3 Bennekom, gemeente Ede VOORTOETS oktober 2015 Natuurontwikkeling op agrarische percelen en vervanging woning

NATUURHERSTEL MOST-KEIHEUVEL

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei. Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos

Natura 2000 gebied 36 Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht

3 Situering van het onderzoeksgebied ten opzichte van SBZ

Natura 2000-gebied Veluwe

BIJLAGE 1 BIJ BESLUIT DRZZ/ , D.D Voor herstelwerkzaamheden aan het stortebed van de stuw van Borgharen. Inhoudelijke overwegingen

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Kartering van Natura2000-habitats op onbebouwde percelen van een verkaveling in het Kluisbos (Kluisbergen)

De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus AA Ede. Geldermalsen, 28 oktober Geachte heer Van den Top,

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Natura 2000-gebied Vecht- en Beneden-Reggegebied

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving

GWATE s: het punt in Afrika waar Habitatrichtlijn en kaderrichtlijn Water elkaar ontmoeten?

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Natura 2000-gebied Drentsche Aa-gebied

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Definitieve beschikking

Natura 2000-gebied Landgoederen Brummen

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

CONCREET VOORBEELD. Ga vervolgens naar stap 2

Natura 2000 gebied 39 - Vecht- en Beneden-Reggegebied

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

VR MED.0348/1

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan vallei van de kleine nete en aa

Bart Vandevoorde, Erika Van den Bergh en Lode De Beck. Erika Van den Bergh

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Datum Kenmerk 2009/ Pagina 1 H.A. Koomans Stegerdijk PT STEGEREN Geachte heer Koomans, Luttenbergstraat 2 Postbus 10078

VOORTOETS LOCATIE JORDENS WOLFHEZE

Natura 2000-gebied Springendal & Dal van de Mosbeek

T.a.v. Katleen Vandenbergh Provinciale dienst Antwerpen Lange kievitstraat bus Antwerpen.

Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart, uitgave 2014

BUITENGEBIED ZUIDOOST SPIJKENISSE - VOORTOETS NATUURBESCHERMINGSWET

ONTWERPBESLUIT STRABRECHTSE HEIDE & BEUVEN

ONTWERPBESLUIT KAMPINA & OISTERWIJKSE VENNEN

Quick scan ecologie Watergang, Kanaaldijk 63

BE Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuidvlaamse bossen

Natura 2000 gebied 90 Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder

Onderwerp: Uitgangspunten en N-depositieresultaten gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente, scenario 2.4 mln

Transcriptie:

Aanvraag planologisch attest door GESBO gemeente Balen Screening passende beoordeling en VEN-toets M_IMPACT 30 APRIL 2014 Opgesteld door: Wouter Beyen

Aanvraag planologisch attest door GESBO gemeente Balen Screening passende beoordeling en VEN-toets 1 Situering van de vraag De firma GESBO uit Balen vraagt een planologisch attest (PA) aan voor haar bedrijf gelegen Hulsen 113 in Balen, kadastrale percelen Balen afdeling 1 sectie E nummers 1342/x (figuur 1). Op perceel 1358c, ook eigendom, zijn de activiteiten volledig gestopt en zal via het PA geen bestemmingswijziging gevraagd worden. Concreet vraagt Gesbo met de aanvraag voor een planologisch attest op korte termijn o.a. aan: een beperkte uitbreiding en gedeeltelijke regularisatie van de bureelruimte vooraan; de regularisatie van 3 showroomveranda s in woongebied; het bestendigen van de zonevreemde bedrijfsonderdelen. En op lange termijn een uitbreiding van bureel- en ontvangstruimte; aanpassingen aan gebouwen, o.a. aanbrengen geluidsisolatie; de aanleg van een groenscherm. Aanvraag planologisch attest door GESBO gemeente Balen 30 APRIL 2014 Voorts bevat de aanvraag de vraag om de gronden te herbestemming naar een geëigend bestemmingstype. Want na het onwettig verklaren van het BPA Hulsen ambachtelijke zone heeft dit perceel terug de bestemming volgens het gewestplan waarop het deels de bestemming woongebied en deels de bestemming agrarisch gebied heeft. Figuur 1: situering bedrijfsperceel 1342x en perceel 1358b op uittreksel CADGIS 1

Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van nadere regels inzake het planologische attest (besluit Vlaamse regering van 29/3/2013, BS 2/7/2013)bepaalt waaruit een aanvraag van een planologisch attest moet bestaan. Dat is o.a.: 9 een passende beoordeling of verscherpte natuurtoets als die vereist is op grond van de relevante wetgeving en reglementering, en het advies erover van de bevoegde instantie, waaruit minstens blijkt dat alle aspecten voldoende onderzocht zijn. 10 documenten waaruit blijkt dat voldaan is aan de verplichtingen inzake milieueffectrapportage. Dit document geeft invulling aan de voorlaatste bepaling. 2 Screening passende beoordeling Het bedrijf is deels gelegen binnen de grenzen van het habitatrichtlijngebied Bovenloop van de Grote Nete met Zammels Broek, Langdonken en Goor, code BE2100040 (figuur 3). Dit gebied bestrijkt een oppervlakte van 4280 ha tussen Lommel-Kerkhoven in het oosten en Aarschot in het Zuidwesten en omvat 7 deelgebieden (figuur 2). Gesbo grenst aan en ligt deels in deelgebied 1 dat een oppervlakte heeft van 1.876 ha. De 7 deelgebieden zijn: 1) Bovenloop van de Grote Nete met Scheps, De Vennen, Most Keiheuvel 2) Zammelstreek, Varendonk en Wittebergen 3) Vallei van de Molse Nete 4) Vallei van de Grote Nete met Malsebroek en Belsbroek 5) Vallei van de Grote Nete te Stelen 6) Langdonken en Blakers 7) Goor, Asbroek en Prinsenbos De afbakening werd vastgelegd bij besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2002. In het kader van de hernieuwing van de milieuvergunning voor Gesbo stelde Eco2 eind 2008 een screening passende beoordeling op. Eco2 besloot haar onderzoek dat Gesbo geen aanzienlijk effect kan genereren op het habitatrichtlijngebied en geen volwaardige passende beoordeling vereist is. Het ANB Antwerpen is in een advies uit 2008 dezelfde mening (geen effecten) toegedaan indien o.a. Alle activiteiten op 1358b gestaakt worden en alle destijds resterende afval (klinkers, groenafval) verwijderd worden; Het geloosde afvalwater gezuiverd wordt en het effluent een temperatuur heeft aangepast aan de omgevingstemperatuur; Een buffering van hemelwater wordt voorzien; Beschermingsvoorschriften voor soorten 1 worden nageleefd. 1, sinds mei 2009 zijn deze voorschriften geregeld via in het soortenbesluit. De kb s en besluiten van de Vlaamse regering waarnaar het advies verwijst zijn gedateerd. Aanvraag planologisch attest door GESBO gemeente Balen 30 APRIL 204 2

Aanvraag planologisch attest door GESBO gemeente Balen 30 APRIL 2014 3 Figuur 2: situering deelgebieden van het SBZ-H: Bovenloop Grote Nete met Zammelsbroek, Langdonken en Goor Figuur 3: detailsituering GESBO op afbakening van het habitatrichtlijngebied

Eco2 screende de effecten ten opzichte van de feitelijke toestand (in 2008) van de percelen in het SBZ-H rondom het bedrijf. De percelen waren toen niet habitatwaardig en vertoonden tekenen van verruiging. Deze methode, toetsen aan de feitelijke toestand, was in die tijd gebruikelijk maar zal potentiële effecten niet detecteren. Sinds het opmaken van de eerste instandhoudingsdoelen (IHD) is het van belang om de effecten ten aanzien van de potentiële (na te streven) natuurwaarden in te schatten. Daarom wordt in deze screening passende beoordeling, aanvullend aan de gevoerde effectbeoordeling door Eco2, bijkomend nagegaan of het bedrijf geen aanzienlijke effecten kan hebben op de gewenste situatie van het habitatrichtlijngebied (SBZ-H) in kwestie. Deze gewenste situatie staat beschreven in het rapport met de specifieke instandhoudingsdoelen (S-IHD) van het SBZ-H. 2.1 Beschrijving S-IHD De ontwerp S-IHD werden opgesteld in augustus 2012. De vastligging ervan door de Vlaamse regering wordt eerstdaags verwacht. Deze instandhoudingsdoelen worden opgemaakt voor volgende habitatten en soorten. Habitatten bijlage I decreet natuurbehoud (bijlage I habitatrichtlijn) 2310 Psammofiele heide met Calluna- en Genista-soorten 2330 Open grasland met Corynephorus- en Agrostissoorten op landduinen 3130 Oligotrofe tot mesotrofe stilstaande wateren met vegetatie behorend tot de Littorelletalia uniflora en/of de Isoëtes-Nanojunctea 3150 Van nature eutrofe meren met vegetatie van het type Magnopotamion of Hydrocharition 3260 Submontane en laagland rivieren met vegetaties behorend tot het Ranunculion fluitans en het Callitricho-Batrachion 4010 Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix 4030 Droge Europese heide 6230 Soortenrijke heischrale graslanden op arme bodems van berggebieden (en van submontane gebieden in het binnenland van Europa) * 6410 Grasland met Molinia op kalkhoudende, venige of lemige kleibodem (Eu- Molinion) 6430 Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland, en van de montane en alpiene zones 6510 Laaggelegen schraal hooiland (Alopecurus pratensis, Sanguisorba officinalis) 7140* Overgangs- en trilveen 7150* Slenken in veengronden met vegetatie behorend tot het Rhynchosporion 9120 Atlantische zuurminnende beukenbossen met Ilex en soms ook Taxus in de ondergroei (Quercion robori-petraeae of Ilici-Fagenion) 9160 Sub-Atlantische en midden-europese wintereikenbossen of eikenhaagbeukbossen behorend tot het Carpinion-betuli 9190 Oude zuurminnende eikenbossen met Quercus robur op zandvlakten 91E0 Alluviale bossen met Alnion glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion incanae, Salicion albae) * Aanvraag planologisch attest door GESBO gemeente Balen 30 APRIL 204 4

Soorten bijlage II decreet Natuurbehoud (bijlage II habitatrichtlijn) Drijvende waterweegbree - Luronium natans Beekprik - Lampetra planeri Bittervoorn - Rhodeus sericeus amarus * Kleine modderkruiper - Cobitis taenia Rivierdonderpad Cottus gobio* Kamsalamander - Triturus cristatus Meervleermuis - Myotis dasycneme * Soorten bijlage III decreet natuurbehoud (bijlage IV habitatrichtlijn) Kamsalamander - Triturus cristatus Poelkikker - Rana lessonae Laatvlieger - Eptesicus serotinus Meervleermuis - Myotis dasycneme Rosse vleermuis - Nyctalus noctula Ruige dwergvleermuis / Gewone dwergvleermuis / Kleine dwergvleermuis - Pipistrellus species Aanvraag planologisch attest door GESBO gemeente Balen 30 APRIL 2014 Soorten bijlage IV Natuurdecreet (bijlage I vogelrichtlijn) Roerdomp Botaurus stellaris Woudaap Ixobrychus minutus Porseleinhoen Porzana porzana Bruine kiekendief Circus aeruginosus Kwartelkoning Crex crex Blauwborst Luscinia svecica Ijsvogel Alcedo atthis Wespendief Pernis apivorus Zwarte specht Dryocopus martius Deze lijst van de habitatten van bijlage I en soorten van bijlage II Natuurdecreet (en habitatrichtlijn) wijkt licht af van de aangemelde lijst bij de vastlegging van het gebied. Dit wordt in de opsomming met een * aangegeven. Bijlage III soorten natuurdecreet (bijlage IV habitatrichtlijn) en vogelrichtlijnsoorten zijn niet aangemeld voor dit SBZ-H en zijn bij de opmaak van de S-IHD toegevoegd. De S-IHD specifiëren voor de vermelde habitatten en soorten welke doelen in het gebied nagestreefd worden en bepalen voor ieder habitattype en iedere soort tot op deelgebiedniveau waar en hoe deze bereikt kunnen worden. Voor deelgebied 1, omgeving Hulsen, leiden we uit de S-IHD af dat er kansen zijn voor volgende twee habitatten en soorten van het valleilandschap: Habitatten 1) 6430: Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland, en van de montane en subalpiene zones 2) 91E0: Alluviale bossen met Alnus glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion incanae, Salicion incanae) 5

Soorten 1) De beekprik 2 2) De vleermuizen laatvlieger, gewone en ruige dwergvleermuis 3) De ijsvogel Voor de realisatie van de doelstellingen kunnen maatregelen nodig zijn op vlak van het areaal (waar kan een bepaalde habitat of soort voorkomen), oppervlakte (waar komt het habitat of de soort actueel voor) en kwaliteit. Voor de relevante habitatten en soorten geeft onderstaande tabel per maatregel aan welke inspanningen nodig zijn. Maatregel areaal oppervlakte kwaliteit 6430 behouden behouden stijgen 91E0 behouden stijgen stijgen Om de doelstellingen te behalen worden volgende algemene principes gehanteerd: doelstellingen worden in de eerste plaats bereikt door kwaliteitsverbetering van habitatten en leefgebieden. versterking natuurwaarden vindt in eerste orde plaats aansluitend aan bestaande kernen met natuurwaarden zoveel mogelijk ruimtelijk combineren en realiseren van doelstelling op locaties met kleinste ruimtebeslag (zuinig ruimtegebruik) Specifiek voor de vallei van de Grote Nete bepalen de IHD dat volgende maatregelen vereist zijn Herstel hydrologie van de vallei en haar infiltratiegebieden Verbetering van de waterkwaliteit door o.a. woningen die ongezuiverd huishoudelijk afvalwater lozen zo snel mogelijk aan te sluiten op een riolering of te voorzien van een iba. Dit is essentieel voor het behalen van doelstellingen voor vissoorten en de ijsvogel Herstel natuurlijke beekstructuur en connectiviteit Realisatie van een samenhangend netwerk van alluviale bossen, natte graslanden, ruigtes en moerassen en tot slot realisatie uitgestrekt moerasgebied in het Zammels Broek en het Trichelbroek als leefgebied voor roerdomp, woudaap en porseleinhoen. Met uitzondering van de laatste maatregel die specifiek is gericht op deelgebied 3, zijn de overige van toepassing voor deelgebied 1 waaraan Gesbo grenst. 2 voor de drie overige vissoorten worden doelstellingen verder stroomafwaarts voorzien Aanvraag planologisch attest door GESBO gemeente Balen 30 APRIL 204 6

2.2 Screening effecten van Gesbo De effecten van Gesbo kunnen in drie types verdeeld worden. 1. Directe effecten welke ontstaan door het ruimtebeslag van het bedrijf in het habitatrichtlijngebied 2. Verstoringseffecten welke ontstaan doordat emissies van geluid, licht, stoffen naar lucht, bodem of water of het onttrekken van bv. water resulteren in gewijzigde omstandigheden in het habitatrichtlijngebied wat kan resulteren in een effect op habitatten of soorten. 3. Netwerkeffecten: deze effecten ontstaan wanneer een bedrijf verbindingsroutes van dieren verbreekt of barrières opwerpt tussen ecologische verbindingen Aanvraag planologisch attest door GESBO gemeente Balen 30 APRIL 2014 2.2.1 Directe effecten Het bedrijf kreeg in 1998 een stedenbouwkundige vergunning voor de bouw van bedrijfshallen die actueel gelegen zijn binnen de grenzen van het habitatrichtlijngebied. De afbakening daarvan gebeurde pas in 2002. Er kan hoogstens sprake zijn van een potentieel effect dat bovendien aanwezig is over minder dan 1/1000 ste van de oppervlakte van deelgebied 1 van het SBZ-H. De S-IHD bepalen dat voor habitatten die voor de omgeving relevant zijn areaaluitbreiding niet vereist is. Binnen de grenzen van het SBZ-H zijn dus al voldoende de potenties voor deze habitatten aanwezig. Momenteel niet geschikt areaal moet niet geschikt gemaakt. De beperkte oppervlakte van het bedrijf dat gelegen is binnen de contouren van het SBZ-H is niet vereist om de doelstellingen van de S-IHD te halen. Er kan worden besloten dat Gesbo geen potentieel effect heeft op de nagestreefde areaal- en oppervlaktedoelen voor habitatten en leefgebieden voor soorten. 2.2.2 Verstoringseffecten Potentiele verstoringseffecten van het bedrijf zijn wijziging waterkwaliteit, vermesting en verzuring door emissie verbrandingsgassen, geluidsverstoring en lichtverstoring. Niet relevant is verdroging want Gesbo heeft geen grondwaterwinning en veroorzaakt zo geen directe verdroging. Wijziging waterkwaliteit De S-IHD bepalen dat voor het behalen van doelstellingen voor vissen het verhogen van de waterkwaliteit een vereiste is. Alle ongezuiverde afvalwaterstromen moeten worden gesaneerd. Zoals figuur 4 toont ligt Gesbo volgens de zoneringskaart van de VMM voor rioleringen in een collectief te optimaliseren buitengebied. Door haar sanitaire afvalwater te zuiveren in een IBA (individuele behandelingsinstallatie van afvalwater) draagt Gesbo bij in de realisatie van de doelstelling verhogen waterkwaliteit. Het effluent van de IBA wordt geloosd in een begroeide gracht. Deze stroomt af naar de Laak. In de begroeide gracht kan verdere zuivering van het effluent plaatsgrijpen met o.a. opname van voedingsstoffen. Maar op de waterkwaliteit van de beken is de impact van de lozing van dit effluent 7

minimaal. Deze invloed zal niet resulteren in het niet behalen van doelstellingen voor beekprik en ijsvogel, soorten die gebaat zijn bij hoge waterkwaliteit van zuiver water. Besloten wordt dat Gesbo geen aanzienlijk negatief effect op de waterkwaliteit in het SBZ-H genereert en daardoor ook niet op de populatie van de beekprik en ijsvogel. Tijdens het terreinbezoek werd de ijsvogel zelfs roepend waargenomen aan de Grote Nete, tijdens exploitatie van het bedrijf, een aanwijzing dat er geen effect is. Figuur 4: situering bedrijf op zoneringskaart riolering van de VMM Geluidshinder Geluidsverstoring is alleen relevant tijdens de exploitatie die in de dagperiode gebeurt en heeft pas effecten vanaf een niveau van 45 db(a). Uit de geluidsstudie van Acoustical Engineering blijkt dat op een aanpalend perceel de bijdrage van Gesbo maximaal 38 db(a) bedraagt. Hieruit wordt afgeleid dat Gesbo geen geluidsverstoring genereert op het aanpalende habitatrichtlijngebied. Vermesting en verzuring Eco2 besloot in haar screening van 2008 dat de verbrandingsinstallatie van Gesbo geen effect van verzuring en vermesting heeft op het SBZ-H wanneer getoetst werd aan het meest kwetsbare aangemelde habitat, namelijk droge heide. In de omgeving van Gesbo komen deze voedselarme habitatten niet voor. De S-IHD bepalen dat er vooral potenties zijn voor de voedselrijke habitatten 6430 en 91E0. Bovendien heeft het bedrijf geen vergunning meer voor de houtverbrander. Alleen de verbrandingsinstallaties op huisbrandolie met een gezamenlijk thermisch vermogen van 1.000 kilowatt zijn vergund en emitteren verbrandingsgassen. Uitgaande van volgende overwegingen kan worden aangenomen dat deze kleine verbrandingsinstallaties van het bedrijf geen vermestende noch verzurende invloed hebben op het habitatrichtlijngebied: De emissie is beperkt, de stookinstallaties vallen onder de noemer kleine verbrandingsinstallatie; Aanvraag planologisch attest door GESBO gemeente Balen 30 APRIL 204 8

het emissiepunt is hoog gelegen (niet nabij de grond zoals bij auto s) wat betekent dat immissie en depositie over een grote oppervlakte worden uitgespreid zodat ze per oppervlakte eenheid klein zijn; Het habitatrichtlijngebied ligt ten zuiden van het emissiepunt terwijl, wegens overheersende ZW winden, grootste immissie en depositie ten noordoosten plaatsgrijpt; Nabij Gesbo worden mesotrofe (matig voedselrijke) tot voedselrijke habitatten nagestreefd volgens de S-IHD. Lichtverstoring Deze vorm van hinder kan afkomstig zijn van de verlichting die aanwezig is boven de toegangen tot de gebouwen. Vastgesteld wordt dat de armaturen alle naar de grond zijn gericht, waar het licht nodig is. Dit betekent dat er nauwelijks sprake zal zijn van verstrooiing van licht naar de omgeving, waaronder het habitatrichtlijngebied. De aanleg van een extra groenscherm dat het bedrijf wil aanleggen op lange termijn zal de eventuele lichtverstrooiing nog verder doen afnemen. Vleermuizen en andere lichtgevoelige soorten zullen geen hinder ondervinden. Er is geen effect van lichtverstoring op de S-IHD voor het habitatrichtlijngebied. Aanvraag planologisch attest door GESBO gemeente Balen 30 APRIL 2014 2.2.3 Netwerkeffecten Deze effecten zijn niet relevant wegens de perifere ligging van het bedrijf t.o.v. het habitatrichtlijngebied. Het bedrijf ligt niet tussen twee deelgebieden in. Migrerende dieren verplaatsen zich hoofdzakelijk parallel met de vallei, dit is oost-west en niet noord-zuid. Er is ook geen gevaar op mortaliteit van amfibieën of andere beschermde soorten door het verkeer. Enerzijds omdat er geen geschikte leefgebieden voor deze soorten zijn aan weerszijden van de toegangsweg Uilenbemden en anderzijds omdat leveringen enkel tijdens de dagperiode gebeuren en amfibieën hoofdzakelijk s nachts migreren. 2.3 Besluit screening passende beoordeling Aanvullend aan de screening uitgevoerd door Eco2 in 2008 op de effecten van Gesbo op de actuele (in 2008) toestand van het habitatrichtlijngebied, screent deze nota de effecten van Gesbo op de gewenste toestand van het habitatrichtlijngebied zoals beschreven in het S-IHD rapport. Er wordt vastgesteld dat ook wanneer wordt getoetst aan de doelstellingen beschreven in de S-IHD Gesbo geen negatieve effecten heeft op het habitatrichtlijngebied. De opmaak van een volwaardige passende beoordeling is niet vereist. 9

3 Verscherpte natuurtoets (VEN-toets) De afstand van het bedrijfsperceel tot een gebied van het VEN, Vallei van de Grote Nete bovenstrooms, bedraagt ca. 150 m. Dit gebied overlapt ter hoogte van Gesbo volledig met het SBZ-H waarop effecten werden gescreend. De screening passende beoordeling kwam tot het besluit dat er geen of hoogstens minimale effecten (lozing effluent gezuiverd sanitair afvalwater) zijn op het SBZ-H. Op het VEN dat verderaf ligt zijn er geen effecten meer te verwachten. Er is dus geen sprake van onvermijdbare en onherstelbare schade aan het VEN. Het PA moet niet vergezeld van een gedetailleerde VEN-toets. Figuur 5: situering Gesbo t.o.v. gebieden van het Vlaams ecologisch Netwerk Aanvraag planologisch attest door GESBO gemeente Balen 30 APRIL 204 10