LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Vergelijkbare documenten
LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 12-11

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/188

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/100

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/133

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 09-11

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 09-09

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 11-04

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

Klacht over te zwaar en dubbel straffen van een leerling en over niet nakomen van afspraken. ADVIES

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

de heer A en mevrouw B te C, ouders van D, voormalig leerling van E te C, klagers

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Advies aan: Het bestuur van Stichting X, Stichting voor Speciaal Onderwijs (verder: het bevoegd gezag),

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016

Jaarverslag 2011 en Landelijke Klachtencommissie voor het Algemeen Bijzonder Onderwijs

Bezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond.

Klacht over stelselmatig onthouden van faciliteiten aan leerling met dyslexie tijdens schoolexamens is gegrond. ADVIES

Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies nummer 2014 N juni 2014

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 12-08

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 10-15

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Klacht over informatieverstrekking gescheiden ouder zonder ouderlijk gezag, en over weigering rechtstreeks met hem te communiceren.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 11-6

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

De werkgever heeft de werknemer nogmaals mogen schorsen om nader onderzoek te doen naar zijn mogelijk onrechtmatig handelen.

ADVIES. de heer A en mevrouw B te K, ouders van C, leerling op school D te K, klagers

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

Klacht over een melding bij Veilig Thuis en de beperkte toegang van de leerling tot de school. ADVIES

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Klacht over begeleiding leerling is ongegrond. De schoolleiding heeft een taak bij de oplossing van een geschil tussen docent en ouders.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 12-01

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

SAMENVATTING ADVIES. Klacht inzake niet-bevordering klas 4 HAVO VO

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

SAMENVATTING Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO

ADVIES. de heer B, bestuurder van schoolbestuur C, organisatie voor openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs (verder: C) te D, verweerder,

SAMENVATTING Klacht over niet adequate lessenvervanging, optreden op ouderavond en handelen jegens leerling; VO

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A en mevrouw B, wonende te C, ouders van D, klagers. tegen. het E College, gevestigd te F, verweerder

SAMENVATTING ADVIES. A, moeder van B, leerling VMBO klas 3kbad van het C te D, wonende te D, verzoeker, hierna te noemen klaagster

Uitspraaknr Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs. De klacht. Visie van partijen

Klachtenregeling De Berkenschutse

Klacht over bejegening door docent is ongegrond omdat van onheuse bejegening niet is gebleken. ADVIES

Klacht betreffende de begeleiding van een zorgleerling op een cluster-4 school

SAMENVATTING. inzake de klacht van: de heer A te B, vader van C, D, E en F A, klager. tegen

UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht

Het bevoegd gezag van de Stichting Openbaar Onderwijs PRESENT

Geschatte waarde veel hoger dan andere taxaties. Klacht te vroeg ingediend. Nog geen uitvoering rechterlijk vonnis.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE KATHOLIEK ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/145. Advies aan: het bestuur van de Stichting x te P1 (verder: het bevoegd gezag),

Naar het oordeel van de Commissie is niet komen vast te staan dat er fouten zijn gemaakt bij het afnemen van toetsen bij de leerling.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs (mr. H. Th. Van der Meer, W. Dulfer-Visser, S.Y.

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

Ontvankelijkheid. Belangenbehartiging niet-opdrachtgever. Ongepast optreden. Misleiding.

De Landelijke Klachtencommissie voor het Christelijk Onderwijs (verder: de Commissie) heeft op

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

KLACHTENREGELING ONDERWIJS

De Commissie heeft het bevoegd gezag en de directeur van de school gevraagd te reageren op het gestelde in de klachtbrief.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

de heer en mevrouw A, ouders van B, voormalig leerling van C, klagers tegen

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

16.058Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM DE LOOP VAN DE PROCEDURE

108174/108175/ Klacht over veiligheid in de klas ongegrond. De school heeft adequaat gehandeld. ADVIES

Ontvankelijkheid. Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Bodemverontreiniging.

Klacht over valselijk beschuldigen van ouder. Niet gebleken dat de beschuldiging onjuist was. ADVIES

Het College van Toezicht van de Beroepsvereniging Professionals in Sociaal Werk te Utrecht, hierna: het College,

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen

SAMENVATTING Klacht over communicatie, strafbeleid, verslaglegging, AMK-melding en schorsing; VO

SAMENVATTING. de heer A te B, ouder van C, een leerling op de regionale scholengemeenschap D, klager

ADVIES. de heer en mevrouw A, ouders van B en C, voormalige leerlingen op D te E, klagers

HOOFDSTUK 1: BEGRIPSBEPALINGEN Artikel HOOFDSTUK 2: BEHANDELING VAN DE KLACHTEN... 2

Transcriptie:

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS ADVIES 2015-09 6 maart/ 27 maart 2015 Het besluit de leerling niet mee te laten gaan op reis naar het buitenland is tijdig mondeling gecommuniceerd. De leerling is mondeling kenbaar gemaakt dat hij zich kon verbeteren. Het voorgaande is op zichzelf een juiste gang van zaken. In de voorbereiding van het besluit en de afhandeling daarvan constateert de commissie echter diverse tekortkomingen. Zo zijn van de gesprekken geen gespreksverslagen gemaakt, laat staan dat deze ter kennisneming en ondertekening zijn voorgelegd aan de ouders. In die gesprekken zijn door de school onduidelijke toezeggingen gedaan. Mede onduidelijk omdat ze niet op schrift zijn gezet. Zo is niet schriftelijk aangegeven dat de leerling alsnog een kans zou krijgen zijn gedrag te verbeteren. Het besluit zelf is evenmin op schrift gesteld. De aangeklaagden hebben erkend dat dit laatste niet verstandig is geweest. Ook vindt de commissie het minst genomen ongelukkig dat de leerling toch de stukken ten behoeve van de reis heeft ontvangen. De commissie is al deze feiten in aanmerking genomen van oordeel dat de school op een aantal wezenlijke punten in het verkeer met ouders en leerling is tekortgeschoten. Het besluit zelf betreft een ordemaatregel. Gelet op alles wat er bij de school bekend is, is de commissie van oordeel dat in redelijkheid tot deze ordemaatregel kon worden gekomen. Aangeklaagden hebben gekozen voor het nemen van geen risico in het buitenland. Mede in aanmerking genomen de wijze waarop aangeklaagden tot dit besluit zijn gekomen, kan niet gesteld worden dat daarmee de grenzen van de redelijkheid zijn overschreden. Ten aanzien van het onderdeel van de klacht waarin klager aangeklaagden verwijt zijn zoon anders te behandelen dan leerlingen die zich in een gelijke situatie bevinden, heeft de commissie niet kunnen vaststellen dat er sprake is van een ongelijke behandeling. Niet is gesteld of gebleken dat hetgeen aangeklaagden hierover tijdens de hoorzitting hebben gezegd, niet juist was. Pagina 1 van 7

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 15-09 De Landelijke Klachtencommissie voor het algemeen bijzonder onderwijs (verder: de commissie) heeft op 3 maart 2015 per e-mail een klacht ontvangen van de heer A. (hierna te noemen: klager). Klager is vader van B. (16 jaar), leerling van C. te Rozendaal (hierna: de school). De klacht, geregistreerd onder nummer 15-09, is gericht tegen mevrouw D., als docente gymnastiek aan de school verbonden en de heer E., algemeen directeur van de school; hierna te noemen: aangeklaagden. Procedure De commissie die de klacht heeft behandeld, bestond uit mr. C. Sjenitzer, voorzitter, mevrouw A.E. Bliek-de Jong, lid en de heer mr. J.H.A. Teulings, lid. De commissie heeft op 3 maart 2015 het door klager ingevulde vragenformulier voorzien van nadere stukken ontvangen. Aangeklaagden zijn in de gelegenheid gesteld zich mondeling te verweren tijdens de als spoedzaak ingeplande hoorzitting van 6 maart 2015 te Utrecht. Tijdens deze besloten hoorzitting zijn klager en aangeklaagden daarnaast in de gelegenheid gesteld hun standpunten nader toe te lichten. Klager was daarbij aanwezig, vergezeld van zijn zuster, mevrouw F. De aangeklaagden waren eveneens aanwezig. In verband met het spoedeisend karakter van de klacht heeft de commissie na de hoorzitting na korte beraadslaging en vervolgens heropening van de zitting mondeling haar oordeel - voor zover althans door dat spoedeisend karakter vereist - bij monde van de voorzitter aan klager en aangeklaagden kenbaar gemaakt. De commissie heeft daarbij eveneens mondeling haar motivering voor het spoedeisend deel gegeven onder mededeling dat het oordeel van de Pagina 2 van 7

commissie voor het geheel van de klacht in uitgewerkte vorm binnen de gebruikelijke termijn zal volgen op een later tijdstip. Ontvankelijkheid De school was ten tijde van de voorgevallen feiten en de indiening van de klacht aangesloten bij de commissie. De zoon van klager was op voornoemde momenten leerling van de school. De klacht is ontvankelijk. Korte inhoud van de klacht De leerling wordt ten onrechte uitgesloten van de reis naar Praag. Het vermeend wietgebruik waar de leerling van verdacht wordt, is nimmer vastgesteld. De aanklacht berust louter op speculaties. Er is sprake van een disproportionele straf. Er is geen duidelijke overtreding vastgesteld, laat staan dat de straf in relatie staat tot hetgeen er is gebeurd. Een dergelijke zware sanctie vereist een zorgvuldige afweging. Er is sprake van ongelijke behandeling. De leerling mag als enige leerling niet mee met de reis. Andere leerlingen, die tot dezelfde groep behoren, mogen wel mee. De schoolleiding heeft niet voortvarend gehandeld. Het sanctiebeleid met betrekking tot de uitsluiting is niet aanwezig. De aangeklaagde docente stelt de leerling (bijna een jaar lang) onder permanente verdenking en ventileert structureel wantrouwen. Ruimte voor een positieve ontwikkeling is er nooit geweest omdat zij hier ten opzichte van de leerling niets kenbaar van heeft gemaakt. Dit ondanks, door de afdelingsleider, geconstateerde en aan klagers echtgenote toegegeven gedragsverbeteringen. Uit de bijgevoegde tijdlijn blijkt dat de klacht in diverse gesprekken met de school is besproken. De aangeklaagde algemeen directeur erkent dat niet volgens de procedure is gehandeld maar verbindt er geen consequenties aan. Er is nooit een bevredigend antwoord gekomen op de vraag waar het gedrag van de leerling aan moest voldoen om nieuwe kansen Pagina 3 van 7

te krijgen. Er is geen sprake van duidelijke kaders vanuit school. De leerling heeft daar zelfs zelf om gevraagd. De klager voegt een brandbrief van 22 februari 2015 aan de aangeklaagde algemeen directeur bij. Niet duidelijk is geworden wie de beslissing tot deelname aan de reis uiteindelijk mag nemen. De aangeklaagden wijzen naar elkaar. Niet duidelijk is in de loop van de tijd gecommuniceerd wat het standpunt van de school is. Verweer Tijdens de hoorzitting is door de aangeklaagden kort samengevat het volgende naar voren gebracht. De leerling is een havo 4 leerling. De leerlingen kunnen aan het begin van het schooljaar kiezen uit meerdere reizen. De door de school uitgevoerde procedure verdient niet de schoonheidsprijs. Niet verstandig is geweest dat het besluit niet op papier is gezet. De algemeen directeur is van het begin van het schooljaar tot de kerstvakantie waarnemend locatie directeur geweest. In die tijd was sprake van vermeend drugsgebruik binnen de school. De signalen kwamen onder meer van de conciërges. De reisleiding van de reis naar Praag, waarvan de aangeklaagde docente deel uitmaakt, uitte haar zorgen over de groepssamenstelling en gaf aan drie leerlingen te willen uitsluiten. De stappen die door de algemeen directeur zijn genomen waren gebaseerd op voornoemde signalen en op die van het management team, de afdelingsleiders, andere leraren en de conciërges. Het besluit drie leerlingen niet mee te laten gaan, betreft een ordemaatregel. Daarbij speelde tevens het belang van de reisleiding en de medeleerlingen. Het besluit was vanaf het begin een vaststaand mondeling gemotiveerd besluit waarvan niet is afgeweken. Het niet ontkende drugsgebruik en het risico dat men daarmee loopt in Praag is de reden voor het negatieve besluit. De schoolregels verbieden het gebruik van drugs in en om het schoolgebouw. Drugs heeft onder meer invloed op de concentratie van de leerlingen. In het begin van het schooljaar is contact geweest met de politie en zijn maatregelen genomen het drugsgebruik onder controle te krijgen. Pagina 4 van 7

De nieuwe locatiedirecteur heeft in het kader van de aanpak van het drugsprobleem kort geleden een aantal leerlingen waaronder de zoon van klager, een brief moeten sturen waarin hen toegang tot het bos bij de school waar eventueel drugsgebruik aan het oog zou kunnen zijn onttrokken, wordt verboden Het voorgaande geeft aan dat het vertrouwen in de leerling op dit punt nog niet voldoende is. Vorig schooljaar tijdens een sportdag is de leerling betrokken geweest bij een incident in het bos waarbij onder meer lege wietzakjes zijn aangetroffen. De aangeklaagde docente maakt zich zorgen over hetgeen plaats heeft zodra de leerlingen zich buiten het gezichtsveld van de docenten bevinden. De docenten binnen de begeleiding hebben geen vertrouwen in hetgeen bepaalde leerlingen ondernemen zodra zij uit zicht zijn en willen dat niet voor hun rekening nemen. De leerling krijgt natuurlijk de kans te laten zien dat hij zijn gedrag verbetert maar de aangeklaagde docente, heeft ondanks gesprekken en de afspraak zorg dat je zichtbaar bent voor de docent, de verbetering niet kunnen constateren. Tijdens de lessen van de docente en ook daaromheen probeert de leerling zich te onttrekken aan haar waarneming. De docente heeft de leerling proberen duidelijk te maken dat hij haar persoonlijk moet overtuigen van verbeteringen in zijn gedrag. Er is echter altijd onrust. De leerling vergroot niet het vertrouwen in hem. De aangeklaagde docente is daarbij niet vooringenomen. Van de diverse gesprekken zijn geen verslagen gemaakt. Op het verwijt van klager dat aangeklaagden de zoon van klager anders zouden behandelen dan andere leerlingen die zich in een gelijke situatie bevinden, hebben aangeklaagden gezegd dat de twee andere leerlingen op wie hier wordt gedoeld, geen reis naar het buitenland zullen maken, maar deel zullen nemen aan het zogeheten thuisprogramma. Zouden zij zich wel voor een reis naar het buitenland hebben aangemeld, dan was ook aan hen de deelname geweigerd. Oordeel Voorop staat dat de commissie zich terughoudend moet opstellen bij klachten ten aanzien van besluiten die zoals het onderhavige de orde en veiligheid van de school in de ruimste zin betreffen. Uitgangspunt is dat deze vallen binnen de beleidsruimte van de school en dat de commissie daarbij uitsluitend een beperkte toetsing toekomt. De commissie doelt hierbij op de zogeheten marginale toetsing. Alleen wanneer procedure- of andere regels niet zijn gevolgd of wanneer de uitkomst van de beoordeling zodanig is dat een besluit in een gegeven Pagina 5 van 7

geval in redelijkheid, gelet op de daarbij betrokken belangen, niet genomen had mogen worden, is er ruimte voor de commissie om tot een gegrondverklaring van de klacht te komen. Vaststaat dat er diverse gesprekken zijn gevoerd. Het besluit is tijdig mondeling gecommuniceerd. De leerling is mondeling kenbaar gemaakt dat hij zich kon verbeteren. Het voorgaande is op zichzelf een juiste gang van zaken. In de voorbereiding van het besluit en de afhandeling daarvan constateert de commissie echter diverse tekortkomingen. Zo zijn van de gesprekken geen gespreksverslagen gemaakt, laat staan dat deze ter kennisneming en ondertekening zijn voorgelegd aan de ouders. In die gesprekken zijn door de school onduidelijke toezeggingen gedaan. Mede onduidelijk omdat ze niet op schrift zijn gezet. Zo is niet schriftelijk aangegeven dat de leerling alsnog een kans zou krijgen zijn gedrag te verbeteren. Het besluit zelf is evenmin op schrift gesteld. De aangeklaagden hebben erkend dat dit laatste niet verstandig is geweest. Ook vindt de commissie het minst genomen ongelukkig dat de leerling toch de stukken ten behoeve van de reis heeft ontvangen. De commissie is al deze feiten in aanmerking genomen van oordeel dat de school op een aantal wezenlijke punten in het verkeer met ouders en leerling is tekortgeschoten en acht de klacht in zoverre gegrond. Het besluit zelf betreft een ordemaatregel. Gelet op alles wat er bij de school bekend is, is de commissie van oordeel dat in redelijkheid tot deze ordemaatregel kon worden gekomen. De commissie komt tot dit oordeel op grond van de navolgende overwegingen. De schoolregels verbieden het in bezit hebben en/of verhandelen en/of gebruiken van alcohol en drugs in en om het schoolgebouw. Onder punt VI van de schoolregels wordt verder verwezen naar het schoolreglement betreffende "het gebruik van genotmiddelen". Ook in het schoolreglement is opgenomen dat het is verboden op en bij school drugs te gebruiken, bij zich te dragen of te verhandelen. Het feit dat het drugsgebruik zich volgens de leerling en klager alleen in het weekend zou afspelen is, mede gelet op de voorgeschiedenis, niet doorslaggevend. Een buitenlandse reis legt een zware verantwoordelijkheid op de school en de begeleiders van de reis. Het is een feit van algemene bekendheid dat reizen naar - in het bijzonder - het buitenland tot extra vrolijkheid, enthousiasme en uitbundigheid bij de leerlingen leidt. Dat draagt onmiskenbaar bepaalde risico s in zich. Onder die omstandigheden en gelet op alle Pagina 6 van 7

aspecten (waaronder het bestaan van een thuisprogramma) en informatie van alle betrokkenen (waaronder de opstelling van de leerling tussen en in de lessen) acht de commissie het besluit begrijpelijk en niet onredelijk. Aangeklaagden hebben gekozen voor het nemen van geen risico in het buitenland. Mede in aanmerking genomen de wijze waarop aangeklaagden tot dit besluit zijn gekomen, kan niet gesteld worden dat daarmee de grenzen van de redelijkheid zijn overschreden. Ten aanzien van het onderdeel van de klacht waarin klager aangeklaagden verwijt zijn zoon anders te behandelen dan leerlingen die zich in een gelijke situatie bevinden, heeft de commissie niet kunnen vaststellen dat er sprake is van een ongelijke behandeling. Niet is gesteld of gebleken dat hetgeen aangeklaagden hierover tijdens de hoorzitting hebben gezegd, niet juist was. De klacht is derhalve voor het overige ongegrond. Utrecht, 6 maart 2015 / Den Haag, 27 maart 2015, C. Sjenitzer D.H.C. Dane-Peeters Voorzitter Secretaris Pagina 7 van 7