DT8016AF4 / DT8016AF5 DUAL TEC Bewegingssensor met antimaskering Installatie Instructies SNELLE LINKS Richtlijnen inzake montagelocatie De sensor openen De sensor monteren Onderdelen en instellingen van de sensor De bedrading van de sensor aanbrengen Bedradingsvoorbeelden Een looptest uitvoeren op de sensor Detectiepatronen Inschakeling van de led vanop afstand Relaiswerking Maskeringstoestand Probleemoplossing Specificaties van de sensor Accessoires Keuringen Richtlijnen inzake montagelocatie: Het maximale bereik wordt verkregen op een montagehoogte van 2,3 m. Zorg voor een onbelemmerd zicht op alle te beschermen zones. Zorg ervoor dat er niets binnen 30 cm voor de sensor geplaatst is. Richt de sensor niet rechtstreeks naar ramen. Blijf uit de buurt van bewegende machines, fluorescentielampen en verwarmings-/koelelementen. Niet geschikt voor toepassingen met huisdieren. [EN] = goedgekeurde installatie. 1. Draai de pijl tot deze naar het ontgrendelingssymbool gericht is. 2. Druk stevig op de grendel van de behuizing. 3. Maak voorzichtig de voorzijde van de behuizing los van de achterzijde.
[A] = Gaten voor wandmontage. [B] = Gaten voor hoekmontage. De bufferplaat achteraan MOET gemonteerd worden op een bout, op massief hout of met een stevige wandverankering. Zie details over en voorbeelden van de bedrading op pagina 3. - 2 -
BEDRADINGSDETAILS - Neem de polariteit in acht. - Wanneer u geen gebruik maakt van de geïntegreerde EOLweerstanden, zet u alle schakelaars op OFF. - Wanneer u gebruik maakt van de geïntegreerde EOL-weerstanden: 1. Sluit u de sensor aan op het paneel (zie onderstaande bedradingsschema's). 2. Stelt u de gepaste sabotage, het alarm en de antimaskering in/ [RF] DIP-schakelaars op ON (zie Stap 4 op pagina 2). Opmerkingen: - Raadpleeg de handleiding van het bedieningspaneel om de correcte EOLselectie te bepalen. - De EOL-instellingen voor alarm, sabotage en storing/antimaskering mogen elk slechts één schakelaar ON hebben. - De EOL-waarden dienen op hetzelfde moment ingesteld te worden. Bedradingsvoorbeelden Alarm, Sabotage en Storingen/ Antimaskering geconfigureerd op één circuit. Alarm, Sabotage en Storingen/ Antimaskering geconfigureerd op twee circuits. RA = EOL-weerstand voor alarm RT = EOL-weerstand voor sabotage RF = EOL-weerstand voor antimaskering W1 = Weerstand met aansluiting op 1 en 2 circuits. LED Rood Inschakeling Knippert traag Looptest [10 min.] Alarm Normaal Alarm Problemen Fout Antimaskering Knippert snel Uitgeschakeld Knippert Geel Uitgeschakeld Uitgeschakeld Uitgeschakeld Radiofrequentie snel Groen Uitgeschakeld Uitgeschakeld Uitgeschakeld Uitgeschakeld PIR 1. Sluit de sensor en sluit deze aan op het elektriciteitsnet. De initialisering is voltooid wanneer het led-lampje niet meer traag knippert (ongeveer 30 seconden). 2. Loop doorheen de detectiezone en hou het led-lampje in de gaten. 3. Pas het radiofrequentiebereik zodanig aan dat het voldoet aan de vereisten van de installatie. De looptestmodus is gedurende 10 minuten actief. Daarna wordt de testmodus automatisch afgesloten, wordt het led-lampje uitgeschakeld en wordt er omgeschakeld op de normale werkingsmodus. Wanneer u 10 extra minuten in de looptestmodus wenst, kunt u deze modus opnieuw inschakelen met de zaklampfunctie (zie volgende pagina). Opmerkingen: - Tijdens het opstarten en de looptestmodus is de led-lamp actief, ongeacht de instelling van de DIP-schakelaar LED inschakelen/uitschakelen. - Wanneer de gevoeligheid van de radiofrequentie ingesteld is op het minimum, wordt het sensorbereik beperkt tot 5 m. - 3 -
Zaklampfunctie: 1. Gebruik een zaklamp met een heldere lichtstraal en ga maximaal 1,2 m van de sensor verwijderd staan. 2. Schijn de lichtstraal 3-5 keer voorbij het IR-venster van de sensor, waarbij u de straal elke keer een halve seconde op het venster houdt. De zaklampfunctie is enkel beschikbaar tijdens de eerste 24 uur na de eerste inschakeling. Zones A 2 Kruipzones B 12 Laag C 10 Middellang D 36 Lang INSCHAKELING VAN DE LED OP AFSTAND (LED-INGANG) Dankzij het led-ingangcontact kan de ledlamp op afstand ingeschakeld worden. Om deze functie te kunnen gebruiken, dient de DIP-schakelaar van de led (schakelaar 2) op OFF te staan, zodat de led kan werken op basis van de spanning op de led-ingang (zie Bedradingsdetails). Schakelaar 2 Led-ingang Led-werking OFF Hoog (+12 V) OFF Laag (0 V) Uitgeschakeld ON Laag (0 V) of Hoog (+12 V) RELAISWERKING SENSORSTATUS Normaal Inbraak Storing 1 Maskering 2 Alarmrelais Gesloten Open Gesloten Open Storingsrelais 3 Gesloten Gesloten Open Open 1 Voor meer informatie over problemen, kunt u het hoofdstuk Probleemoplossing raadplegen. 2 In een maskeringstoestand zullen het alarm- en storingsrelais gelijktijdig geactiveerd worden en open blijven tot deze toestand verholpen is. 3 Bij een storing zal het storingsrelais geactiveerd worden tot het probleem verholpen is. MASKERINGSTOESTAND Normale antimaskeringstoestand De sensor maakt gebruik van de 'Actieve Infrarood'- technologie (AIR) om maskering te detecteren. De sensor geeft een maskeringstoestand aan wanneer er bepaalde materialen en weerspiegelende voorwerpen binnen 50 mm voor de sensor geplaatst worden. Om valse maskeringsalarmen te vermijden, dient u de montagerichtlijnen uit Stap 1 in acht te nemen. Een antimaskeringstoestand wissen Wanneer de meeste maskeringsmaterialen of -voorwerpen verwijderd zijn, zal de antimaskeringstoestand na enkele seconden gewist worden. Wanneer de oorzaak van de antimaskeringstoestand erin bestaat dat er een spray of verflaag aangebracht is op het venster, dient dit venster vervangen te worden alvorens de antimaskeringstoestand gewist kan worden. Nadat het venster vervangen is, dient er een looptest uitgevoerd te worden op de sensor. - 4 -
PROBLEEMOPLOSSING PROBLEEM* NORMAAL Maskering 1 Lage Mislukte spanning 2 zelftest 3 Alarmrelais Gesloten Open Gesloten Gesloten Storingsrelais Gesloten Open Open Open Rode led Uit Uit Uit Knippert Gele led Uit Knippert Uit Uit *PROBLEMEN: 1 Maskeringstoestand: IR-venster van de sensor is geblokkeerd of gemaskeerd. 2 Lage spanning: De sensor wordt uitgeschakeld. [Opmerking: Wanneer de spanning lager dan 5 V komt te liggen, zullen zowel het alarm- als het storingsrelais geopend worden.] 3 Mislukte zelftest: Storing in het toezicht met hyperfrequentie: de sensor werkt enkel in PIRmodus. Mislukte PIR-zelftest: de sensor wordt uitgeschakeld. Mislukte compensatie van de temperatuur: de temperatuurcompensatie wordt uitgeschakeld. Afhankelijk van het probleem dient u de volgende correctieve acties te ondernemen: Ga na of de sensor niet geblokkeerd of gemaskeerd is. Ga na of er voldoende spanning aangevoerd wordt (minstens 9 V aan de sensor). Sluit de sensor aan op de spanningsvoorziening. Voer een looptest uit op de sensor. Indien het probleem niet verholpen is, dient u de sensor te vervangen. SPECIFICATIES Bereik: 16 m x 22 m Voeding: 9,0-15 VDC; 11 ma typisch, 14 ma maximum, 12 VDC; AC-rimpel: 3 V piek-piek bij nominaal 12 VDC Alarmrelais: Geactiveerde vorm A; 30 ma, 25 VDC, 22 Ohm weerstand maximum. Duur alarmrelais: 3 seconden Storingsrelais: Geactiveerde vorm B; (NC) 30 ma, 25 VDC, 22 Ohm weerstand maximum. Buffers: Deksel & Wand; (NC met geïnstalleerd deksel) Vorm A; 30 ma, 25 VDC; Magnetisch veld Radiofrequentie: DT8016AF4 10,525 GHz DT8016AF5 10,587 GHz RFI-immuniteit: 15 V/m, 80 MHz 2,7 GHz PIR-witlichtimmuniteit: 10.000 Lux typisch Filter voor fluorescerend licht: 50 Hz / 60 Hz. Bedrijfstemperatuur: -10 tot 55 C Relatieve vochtigheid: 5% tot 95% (niet-condenserend) Temperatuurcompensatie: Geavanceerd dubbel beloop Afmetingen: 11,6 cm H x 7,0 cm B x 4,3 cm D Gewicht: 135 g (netto) ACCESSOIRES SMB-10 (P/N 0-000-110-01) SMB-10C (P/N 0-000-111-01) SMB-10T (P/N 0-000-155-01) Draaibeugel voor wandmontage Draaibeugel voor plafondmontage Draaibeugel met buffer Opmerking : De certificaties gelden niet voor deze accessoires. KEURINGEN EN50131-2-4:2008, Veiligheidsniveau 3, Milieuklasse II. Geschikt voor aansluiting op een beperkte stroombron van klasse II volgens EN 60950. Opmerking: Bij installaties conform EN 50131-2-4 wordt de sensor 2,3 m hoog gemonteerd, worden niet enkel de gaten voor hoekmontage aan de rechterkant gebruikt, wordt 'kruipzones' ingeschakeld, wordt de gevoeligheid van de radiofrequentie ingesteld op het maximum en wordt de sensorbehuizing afgesloten met de dekselvergrendeling (zie [EN] wanneer dit aangegeven wordt in stappen 1-4). Belangrijk: De sensor dient minstens één keer per jaar getest te worden. DT8016AF4 INVOEGING B-893-0012 LARMKLASS 4 NF&A2P 3 beschermingen (referentie NF324-H58) en conform de normen EN50131-2-4 en RTC50131-2-4: IP30 IK04 DT8016AF4 Certificeringsnummer: 2831420015 DT8016AF5 Certificeringsnummer: 2821420015 Certificeringsinstelling: CNPP Cert.: www.cnpp.com en AFNOR Cert.: www.marque-nf.com Honeywell Security Group - BP1219 1198 avenue du docteur Maurice Donat Sophia Antipolis 06254 Mougins Cedex. TEL: +33.4.92.94.29.50 FAX: +33.4.92.94.29.60 Corrente norminale: 12 = Corrente massima assorbita: 14 ma DT8016AF5 PD6662:2010-5 -
Voor extra informatie kunt u terecht op onze website: http://www.honeywell.com/security/emea/hscdownload of contact opnemen met: Honeywell Security Group Newhouse Industrial Estate Motherwell Lanarkshire ML1 5SB Verenigd Koninkrijk Tel: +44(0)1698 738200 E-mailadres: UK64Sales@Honeywell.com Gelieve contact op te nemen met uw erkende plaatselijke vertegenwoordiger van Honeywell voor informatie inzake productgarantie. 2013 Honeywell International Inc. Honeywell en DUAL TEC zijn geregistreerde handelsmerken van Honeywell International Inc. Alle andere handelsmerken zijn de eigendom van hun respectievelijke eigenaars. Alle rechten voorbehouden. Vervaardigd in China. www.honeywell.com/security P/N 800-15667NL Rev B