MA (RA EN SLUTBAAR DRAAENDE DELEN UREN lnleiding Het afhangen van draaiende delen gebeurt doorgaans aan scharnieren of aan paumelles of aan een andere vorm van garnituur. Onder garnituur worden doorgaans die uitvoeringen verstaan die compleet worden toegeleverd. Daar waar in dit hoofdstuk geschreven wordt over scharnieren, moet gelezen worden scharnieren of paumelles Voor inbraakwerend geveltimmerwerk verwijzen we naar hoofdstuk 21. 12.1 HANG. EN SLUTWERK Algemeen Het aanbrengen van het hang- en sluitwerk en het afhangen van de draaiende delen moet bij voorkeur in de timmerfabriek plaatsvinden. Als het sluitwerk niet in de timmerfabriek wordt gemonteerd, moeten de draaiende delen worden geborgd om beschadigin gedurende opslag, transport en bouwfase te voorkomen. Voor de diverse soorten hang- en sluitwerk en garnituren wordt verwezen naar hoofdstuk 15. Bij de plaatsing van hang- en sluitwerk moeten de verwerkingsvoorschriften van de fabrikant/ leverancier strikt worden nageleefd. Hang- en sluitwerk moeten worden bevestigd met schroeven met ten minste O 3,5 mm en die zijn afgestemd op de opgenomen gaten. De bevestigingslengte van de schroeven moet ten minste zijn: in loofhout 30 mm; in naaldhout 40 mm. De afstand van het hart van de bevestigingsmiddelen tot de rand van het hout moet ten minste 8 mm zijn. Hang- en sluitnaden ln figuur 12.1 zien we welke maten we voor de hang- en sluitnaden moeten aanhouden. De maten geven de afstand aan tussen het afgewerkte draaiende deel en het afoewerkte kozijn. ln 5"/. van de gevallen is 1 mm extra speling toegestaan. Bij ramen die om de horizontale as draaien mag de som van de naden (links en rechts) gelijk zijn aan de som van de naden (links en rechts) van onderliggende of bovenliggende draairamen (in dezelfde dagmaat). Dit geldt alleen als op een systematische productiewijze wordt gefabriceerd. 12.2 AFHANGEN VAN DRAAENDE DELEN Aantal scharnieren Per draaiend deel moeten ten minste twee scharnieren worden toegepast. Bij raamhoogten groter dan 1200 mm en bij deuren moet aan de hangzijde een extra voorziening worden aangebracht namelijk: of een derde scharnier (verplicht bij deuren met deurdranger); of een extra borging (bijvoorbeeld een dievenklauw) in combinatie met zwaardere scharnieren. ln tabel 12.1 zien we de maximaal toelaatbare gewichten van ramen en deuren bij toepassing van de diverse scharnieren. Daarbij zijn de volgende voorwaarden van toepassing: Bepalend zijn de gewichten dre door de leverancier/fabrikant zijn aangegeven. KWALTET VAN HOUTEN GEVELELEMENTEN - KVT '95
TL (N:Ufl:C N: N:t VE) Nlllc CN:VVUC NVA Nl)Vl,^,l UVVE-Lnls Nl NSONVHV Zt loluo ourdruapsouruado uoe uen uorzjoon sr arp ro6uerprnop uoo loru uornop [rg 'propurrujaa uapio^ "/"oz pw lqsrmoo uo^o6o0uee laq loor.rj ro0uprpjnop uoo lour uornap [t8 '(7'7y nn6q) lqcerqo6uee uapro^ uajarujeqcs rora sfrl oosrped uoloour 0urpft r qcsrenoslr.1craaao [tg' pteput uren uaplom "/"gz pw lqcrmao ua^eooouee lorl loouj uouerle^ uo uoljlprlozlln [!g uopeulrnls uo -6ueq lq3lzra^o!'zl lnn6rl rnnlrue0lenreerp roon olurnr do puelsaole leeur uoe lo ultu :lnoqpleeu,r 7,poq1oo; { :ppeupnls;o -6ueq ruur 9:lnoqpleeu uju e :]noqlool r!r!r $: nolpleeu 1 uu e:lnoqlool TJ i urur :lnoqpleeu urur e noqlool peeulrnls 1o -6ueq ap roon leeu eprnpebuee lqcrzlono ur, i! ii +,+ /'./ u! :lnoqple u [!ur 9:]noq]ool -r urur t :lnoqplepu u! e:lnolllool :uernep lrq ujur 9'8 :lnoqpleeu urru 'z :lnoqlool :ueuer lrq u,lul t :lnoqpleeu uruj e :]noqlool :uernep frq ultr 9'e :lnoqplepu rxur 9'z :lnoqlool :ueuet frq (7 udo erz) ruur z u,lt.u 9 :]noqpleeu urur 9 :lnol.llool U)WZ-j t---1 l./\,1,/ \-,1 t/\l,/.\ l,/ i\ i wwz-' (7 udo erz) LUul z (zudoe4 M uur 9'e :lnoqpleeu _ u,lur 9'z :lnoqlool (t'offii?
een sluitvertraging, moet het aangegeven gewicht worden gehalveerd. Plaats scharnieren Bij het plaatsen van scharnieren voor ramen moeten we de maatvoering van figuur 12.2 aanhouden. De aangegeven maten geven de maatvoering aan tot de rand van het scharnierbled. Voor de plaats van scharnieren voor deuren wordt verwezen naar BRL 0803. B evestig i n gswij ze sc h arn i e re n nkrozingen voor scharnieren moeten machinaal worden uitgevoerd. Het vlak van de inkrozing in het draaiend deel moet evenwijdig zijn aan het arm-geschaafde vlak. De diepte van de inkrozing moelen we vaststellen aan de hand van de bladdikte van scharnier en de vereiste hangnaad. Voor naar buiten draaiende delen moet de kozijnstijl zonodig worden voorzien van een scharnierhol. Voor knoopdiameters tot 16 mm kan een maatvoering van het scharnierhol worden aangehouden, zoals in hoofdstuk 7 is aangegeven. Voordat de scharnieren bevestigd worden, moet de verf in de inkrozing voldoende droog zijn. De scharnieren moeten in 66n liin worden geplaatst. Het is niet toegestaan de scharnieren met het omrinoende hout mee te verven. 12.3 SLUTBAAR MAKEN VAN DRAAENDE DELEN Aantal sluitpunten Voor het aantal sluitpunten en de plaats van sluitpunten voor deuren wordt verwezen naar BRL 0803. Per draaiend raam moet ten minste 66n sluitpunt worden toegepast. Gemeten langs de omtrek van het raam is de maximale afstand: 1250 mm tussen scharnier en sluitpunt; 1000 mm tussen de sluitpunten. Ramen moeten worden voorzien van een meerpuntssluiting of van verscheidene sluitingen: om de verticale as draaiende ramen met een raamhoogte groter dan 1000 mm (bij een raamhoogte groter dan 1500 mm is alleen een 66ngreeps-meerpuntssluiting met ten minste 3 sluitpunten toegestaan); om de horizontale as draaiende ramen met:. een raambreedte groter dan 700 mm en een raamhoogte groter dan 1000 mm; o een raambreedte groter dan 1000 mm en een raamhoogte groter dan 600 mm. Plaats sluitpunten Voor de plaats van de sluitpunten moeten we de maatvoering van figuur 12.2 aanhouden. De maten zijn gemeten vanuit het hoekpunt van het draaiend deel tot het hart van het sluitpunt. Tabel 12.1 ndicatie van maximaal toelaatbare gewichten in kg van ramen en deuren (voorschriften van de leverancier kunnen bepalend zijn) bledscharnieren knopscharnieren buslagerscharnieren kogellagerscharn ieren kogelpaumelles l'" T i*.. 25 en 25 40 7q 30 50 36 60 30 50 48 80 90 150 30 36 60 JC +Z tv 30 36 60 30 36 45 54 90 90 108 180 60 72 60 70 84 140 120 115 138 230 A = bij toepassing van 2 scharnieren B = bij toepassing van 3 scharnieren C = bij toepassing van 2 paar scharnieren 74 KWA]TET VAN HOUTEN GEVELELEVENTEN KVT '95
mtn. 100 mm. max.800 mm tot raamhoogte van 1000 mm: min.200 mm - max. 250 mm vanaf raamhoogte van 1000 mm: min.250 mm - max. 300 mm mtn. 100 mm max. 150 mm?----? tot raambreedte van 1000 mm: min. 150 mm - max.200 mm vanaf raambreedte van 1000 mm: min.200 mm - max.250 mm F:+ t-------------t max.800mm Hffir---t r_+ r + + + max. 800 mm <--- )r' \--' tot raambreedte van 1000 mm: min. 150 mm - max.200 mm vanaf raambreedte van 1000 mm: min.200 mm - max.250 mm r-1 max. 150 mm Figuur 12.2 Overzicht plaats van scharnieren en sluitpunten 12 AFHANGEN EN SLUTBAAR VAKEN VAN DRAAENDE DELEN (RAMEN EN DEUREN) 75
De krukhoogte bij een meerpuntssluiting moet op minimaal1/"van de hoogte van het beweegbare deel vanaf de onderzijde of bovenzijde worden bevestigd. Bij een te grote bedieningshoogte mag hiervan worden afgeweken. Rondom de slotkast zijn ten opzichte van de slotkast-infrezing de volgende toleranties toelaatbaar: maximaal 2 mm aan de bovenzijde, onderzijde en achterzijde; maximaal 1 mm aan de linkerziiden rechterzijde. Sluitplaten, sluitkommen voorplaten van slotkasten moete nauwsluitend in de uitsparing worden opgenomen. Het buitenoppervlak van voorplaten van slotkasten moet ten opzichte van het houtoppervlak ten minste gelijk of maximaal 2 mm terugliggen. 76 KWALTET VAN HOUTEN GEVELELEMENTEN _ KVT '95