EUROPEES PARLEMENT Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ***I ONTWERPVERSLAG

Vergelijkbare documenten
EUROPEES PARLEMENT Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0110(COD)

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0061/

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0063/

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0029(COD)

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0124/

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD)

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0082/

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0071/

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0315/

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0070/

* ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0444(NLE)

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0062/

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0283/

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

* ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0406(CNS)

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0042/

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/0260(COD)

A8-0042/7. Amendement 7 Giovanni La Via namens de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

*** ONTWERPAANBEVELING

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0390(COD)

A7-0440/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0012/

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2015/0028(COD)

* ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2018/0252(NLE)

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ***I ONTWERPVERSLAG

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ***I ONTWERPVERSLAG

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0360B(COD)

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

***II AANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0266/

Voorstel voor een besluit (COM(2017)0136 C8-0116/ /0060(COD)) AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT* op het voorstel van de Commissie

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0361/

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0008/

Nr. 2018/775 (PB L 131 van , blz. 8)

AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * op het voorstel van de Commissie

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0451/

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van Richtlijn 2001/110/EG inzake honing

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2018/0299(COD)

* ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2009/0075(CNS)

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0185(COD)

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0364/

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/0015(COD)

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Publicatieblad van de Europese Unie. (Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/0272(COD)

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0327(COD)

*** ONTWERPAANBEVELING

RICHTLIJN 2001/111/EG VAN DE RAAD van 20 december 2001 inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde suikers (PB L 10 van , blz.

(PB L 66 van , blz. 26)

EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE COD 96/0117 PE-CO S 3633/98

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voor dierlijke producten verwijst dat begrip naar het land waarin het product geheel is verkregen, hetgeen, toegepast op vlees, betekent: het land waa

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie industrie, onderzoek en energie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0403(COD)

(3) Het verslag bevat feedback over de ervaringen met de overgangsmaatregelen van Verordening (EG) nr. 2076/2005 van de Commissie (4). In het verslag

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

9975/16 mak/cle/sv 1 DRI

*** ONTWERPAANBEVELING

- Politiek akkoord over een gemeenschappelijk standpunt

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2009/0060B(COD) Ontwerpverslag Kinga Gál en Barbara Lochbihler (PE430.

*** ONTWERPAANBEVELING

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0390(COD)

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006

COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken * ONTWERPVERSLAG. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

*** ONTWERPAANBEVELING

Amendement 1 Anneleen Van Bossuyt namens de Commissie interne markt en consumentenbescherming AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT *

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0262/

*** ONTWERPAANBEVELING

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

EUROPEES PARLEMENT Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ***I ONTWERPVERSLAG

Commissie interne markt en consumentenbescherming. van de Commissie interne markt en consumentenbescherming

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

2009R0041 NL

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag. Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. Rapporteur: Czesław Adam Siekierski A8-0018/2019

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 juni 2002 (02.07) (OR. en) 9841/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0040 (COD) CODEC 741 ENT 101 ENV 368

*** ONTWERPAANBEVELING

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0449(COD)

Transcriptie:

EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid 12.1.2015 2014/0096(COD) ***I ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot voor menselijke voeding bestemde caseïne en caseïnaten en tot intrekking van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad (COM(2014)0174 C7-0105/2014 2014/0096(COD)) Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid Rapporteur: Giovanni La Via PR\1045669.doc PE546.615v01-00 In verscheidenheid verenigd

PR_COD_1amCom Verklaring van de gebruikte tekens * Raadplegingsprocedure *** Goedkeuringsprocedure ***I Gewone wetgevingsprocedure (eerste lezing) ***II Gewone wetgevingsprocedure (tweede lezing) ***III Gewone wetgevingsprocedure (derde lezing) (De aangeduide procedure is gebaseerd op de in de ontwerptekst voorgestelde rechtsgrond.) Amendementen op een ontwerphandeling Amendementen van het Parlement in twee kolommen Geschrapte tekstdelen worden in de linkerkolom in vet cursief aangegeven. Vervangen tekstdelen worden in beide kolommen in vet cursief aangegeven. Nieuwe tekst wordt in de rechterkolom in vet cursief aangegeven. In de eerste en tweede regel van de koptekst boven elk amendement wordt verwezen naar het tekstdeel in kwestie van de ontwerphandeling. Indien een amendement betrekking heeft op een bestaande handeling, waarop in de ontwerphandeling wijzigingen worden voorgesteld, bevat de koptekst bovendien een derde en vierde regel, die verwijzen naar de bestaande handeling respectievelijk naar de bepaling in kwestie. Amendementen van het Parlement in de vorm van een geconsolideerde tekst Nieuwe tekstdelen worden in vet cursief aangegeven. Geschrapte tekstdelen worden aangegeven met het symbool of worden doorgestreept. Waar tekstdelen vervangen worden, wordt de nieuwe tekst in vet cursief aangegeven, terwijl de vervangen tekst wordt geschrapt of doorgestreept. Bij wijze van uitzondering worden zuiver technische wijzigingen die de diensten aanbrengen met het oog op de opstelling van de definitieve tekst, niet gemarkeerd. PE546.615v01-00 2/11 PR\1045669.doc

INHOUD ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT...5 TOELICHTING...10 Blz. PR\1045669.doc 3/11 PE546.615v01-00

PE546.615v01-00 4/11 PR\1045669.doc

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot voor menselijke voeding bestemde caseïne en caseïnaten en tot intrekking van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad (COM(2014)0174 C7-0105/2014 2014/0096(COD)) (Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing) Het Europees Parlement, gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2014)0174), gezien artikel 294, lid 2, en artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0105/2014), gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 4 juni 2014 1, gezien artikel 59 van zijn Reglement, gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A8-0000/2015), 1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast; 2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen; 3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen. 1 PB C xxx van..., blz. xxx. / Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad. PR\1045669.doc 5/11 PE546.615v01-00

Amendement 1 Voorstel voor een richtlijn Overweging 6 Door de Commissie voorgestelde tekst (6) Richtlijn 2000/13/EG 6 van het Europees Parlement en de Raad is niet van toepassing op de onderlinge verhoudingen tussen ondernemingen. Aangezien de onder deze richtlijn vallende producten niet zijn bedoeld om te worden verkocht aan de eindverbruiker, maar enkel tussen bedrijven voor de bereiding van levensmiddelen, dienen de specifieke, reeds in Richtlijn 83/417/EEG vervatte voorschriften te worden gehandhaafd, te worden aangepast aan het huidige wettelijke kader en te worden vereenvoudigd. In deze voorschriften is bepaald welke informatie voor deze producten dient te worden verstrekt om de exploitanten van levensmiddelenbedrijven toegang te geven tot de informatie die zij nodig hebben voor de etikettering van de eindproducten, bijvoorbeeld op het gebied van allergenen, enerzijds en om te voorkomen dat deze producten kunnen worden verward met soortgelijke producten die niet voor menselijke consumptie zijn bestemd anderzijds. 6 Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (PB L 109 van 6.5.2000, blz. 29). Amendement (6) Krachtens Verordening (EU) nr. 1169/2011 6 van het Europees Parlement en de Raad, moet in betrekkingen tussen bedrijven voldoende informatie worden verstrekt om te zorgen voor de aanwezigheid en de nauwkeurigheid van voedselinformatie voor de eindverbruiker. Aangezien de onder deze richtlijn vallende producten niet zijn bedoeld om te worden verkocht aan de eindverbruiker, maar enkel tussen bedrijven voor de bereiding van levensmiddelen, dienen de specifieke, reeds in Richtlijn 83/417/EEG vervatte voorschriften te worden gehandhaafd, te worden aangepast aan het huidige wettelijke kader en te worden vereenvoudigd. In deze voorschriften is bepaald welke informatie voor deze producten dient te worden verstrekt om de exploitanten van levensmiddelenbedrijven toegang te geven tot de informatie die zij nodig hebben voor de etikettering van de eindproducten, bijvoorbeeld op het gebied van allergenen, enerzijds en om te voorkomen dat deze producten kunnen worden verward met soortgelijke producten die niet voor menselijke consumptie zijn bestemd anderzijds. 6 Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 18). PE546.615v01-00 6/11 PR\1045669.doc

Or. en Motivering Met ingang van 13 december 2014 is Richtlijn 2000/13/EG ingetrokken krachtens Verordening (EU) nr. 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, hetgeen op adequate wijze in de overweging moet worden weergegeven. Hoewel de onder het voorstel vallende producten (caseïne en caseïnaten) niet bestemd zijn voor verkoop aan de eindverbruiker, maar alleen voor verkoop tussen bedrijven onderling voor de bereiding van levensmiddelen, is het van belang dat exploitanten van levensmiddelenbedrijven over de informatie beschikken die zij nodig hebben voor de etikettering van de eindproducten, met name op het gebied van allergenen. Amendement 2 Voorstel voor een richtlijn Overweging 7 Door de Commissie voorgestelde tekst (7) Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad voorziet in de definitie van technische hulpstoffen, die ook in Richtlijn 83/417/EEG technische hulpstoffen worden genoemd. Daarom dient in deze richtlijn eveneens de term "technische hulpstoffen" te worden gebruikt. Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16). Amendement (7) Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad voorziet in de definitie van technische hulpstoffen, die ook in Richtlijn 83/417/EEG technische hulpstoffen worden genoemd. Daarom dient in deze richtlijn eveneens de term "technische hulpstoffen" te worden gebruikt overeenkomstig de Codex Alimentariusnorm betreffende voor menselijke voeding bestemde caseïneproducten. Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16). Or. en Motivering In de internationale norm (Codex Alimentarius) zijn "technische hulpstoffen" geclassificeerd als ofwel technische hulpstoffen (zuren) ofwel additieven (alkalines). Om consistentie op PR\1045669.doc 7/11 PE546.615v01-00

internationaal niveau te waarborgen dient de Codex te worden gevolgd. Amendement 3 Voorstel voor een richtlijn Artikel 8 lid 2 Door de Commissie voorgestelde tekst 2. De in artikel 7 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend voor onbepaalde tijd met ingang van ( ). (Publications Office is to fill in the date of entry into force of this Act). Amendement 2. De in artikel 7 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een periode van vijf jaar met ingang van [ +]. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet. + PB: gelieve de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn in te vullen. Or. en Motivering De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen tot aanpassing van de bijlagen aan internationale normen en de technische vooruitgang, moet niet voor een onbeperkte periode aan de Commissie worden toegekend, doch veeleer voor een periode van 5 jaar. Om de medewetgevers in staat te stellen een besluit te nemen over de verlenging van de bevoegdheidsdelegatie stelt de Commissie hierover uiterlijk 9 maanden voor het einde van de termijn van 5 jaar een verslag op. Amendement 4 Voorstel voor een richtlijn Artikel 9 lid 1 alinea 1 PE546.615v01-00 8/11 PR\1045669.doc

Door de Commissie voorgestelde tekst 1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 maart 2015 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee. Amendement 1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk [...+]. aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee. + PB: zes maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn. Or. en Motivering Er wordt voorgesteld een ambitieuze maar realistische datum vast te stellen voor de tenuitvoerlegging van deze richtlijn in de lidstaten. Amendement 5 Voorstel voor een richtlijn Bijlage II letter (a) punt 2 Door de Commissie voorgestelde tekst 2. Gehalte aan caseïne-eiwitten van de melk, berekend op de droge stof, ten minste 88 gew.-% Amendement 2. Gehalte aan caseïne-eiwitten van de melk, berekend op de "as-is"-basis, ten minste 88 gew.-% Or. en Motivering Er bestaat algemene consensus over de verlaging van het melkeiwitniveau van caseïnaten uit hoofde van zowel Richtlijn 83/417/EEG als de Codex Alimentarius. Door het gehalte melkeiwitten te berekenen op basis van het absolute gewicht van het product (in plaats van op basis van de droge stof), wordt de zuiverheid van het product wat betreft het eiwitgehalte vergroot. PR\1045669.doc 9/11 PE546.615v01-00

TOELICHTING De Commissie heeft haar voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot voor menselijke voeding bestemde caseïne en caseïnaten en tot intrekking van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad in maart 2014 gepubliceerd. In het voorstel stelt de Commissie voor om 1) Richtlijn 83/417/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde melkeiwitten (caseïne en caseïnaten) in te trekken en 2) deze te vervangen door een nieuwe richtlijn, om de volgende redenen: aanpassing van de aan de Commissie verleende bevoegdheden aan het onderscheid tussen gedelegeerde en uitvoeringshandelingen dat is ingevoerd bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU); aanpassing van de bestaande bepalingen aan de verdere ontwikkeling van de wetgeving op het gebied van levensmiddelen; en aanpassing van de vereisten inzake de samenstelling van de voor menselijke voeding bestemde caseïne (Codex Alimentarius). Wat de aanpassing aan internationale normen betreft wordt voorgesteld om, met name, de parameters met betrekking tot het maximale vochtgehalte van voor menselijke voeding bestemde caseïne vast te stellen op 12 % (in plaats van 10 % in het verleden) en met betrekking tot het maximale melkvetgehalte van voedingszuurcaseïne op 2,5 % (in plaats van 2,25 %). Om het mogelijk te maken dat de bijlagen I tot en met III (normen voor voedingszuurcaseïne, voedingslebcaseïne en voor menselijke voeding bestemde caseïnaten in verband met de samenstelling, contaminatie, gebruikte technische hulpstoffen etc.) in de toekomst snel kunnen worden aangepast aan internationale normen en technische vooruitgang, stelt de Commissie tevens voor gedelegeerde handelingen aan te nemen (art. 290 VWEU). Het voorstel moet worden gezien in de context van de algemene levensmiddelenwetgeving (Verordening (EG) nr. 178/2002) die ten doel heeft te voorzien in het vrij verkeer van veilig en gezond voedsel, en die aldus aanzienlijk bijdraagt aan de gezondheid en het welzijn van burgers. In dit verband moet eveneens worden gewaarborgd dat consumenten naar behoren worden geïnformeerd over het voedsel dat zij consumeren. Hoewel de onder het voorstel vallende producten (caseïne en caseïnaten) niet bestemd zijn voor verkoop aan de eindverbruiker, maar alleen voor verkoop tussen bedrijven onderling voor de bereiding van levensmiddelen, is het van belang dat exploitanten van levensmiddelenbedrijven over de informatie beschikken die zij nodig hebben voor de etikettering van de eindproducten, met name op het gebied van allergenen. Om deze reden omvat het voorstel bepalingen betreffende de etikettering van voor menselijke voeding bestemde caseïne en caseïnaten (artikel 5). In geval dat de in dit artikel vastgelegde verplichte vermeldingen niet op de verpakkingen, recipiënten of etiketten zijn aangebracht, mogen dergelijke producten niet op de markt worden gebracht als voor menselijke voeding bestemde caseïne en caseïnaten of worden gebruikt voor de bereiding van levensmiddelen. De rapporteur is het grotendeels met dit voorstel eens. Hij is in het bijzonder ingenomen met de aanpassing van de vereisten inzake de samenstelling van de voor menselijke voeding bestemde caseïne aan de Codex Alimentarius daar dit gelijke kansen waarborgt voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven op de wereldmarkt. Daarnaast ondersteunt de rapporteur de etiketteringsvoorschriften voor caseïne en caseïnaten die consumenten, en met name consumenten PE546.615v01-00 10/11 PR\1045669.doc

die lijden aan een voedselallergie of -intolerantie, in staat zullen stellen met kennis van zaken keuzes te maken. Niettemin is de rapporteur van mening dat het voorstel op een aantal punten nader moet worden uitgewerkt. Bijgevolg stelt de rapporteur voor om de bevoegdheid gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde de bijlagen aan te passen niet aan de Commissie moet worden toegekend voor een onbeperkte periode, maar voor een periode van 5 jaar (AM 3/artikel 8). Daarnaast stelt hij voor een ambitieuze, maar realistische datum voor de inwerkingtreding van deze richtlijn in de lidstaten vast te stellen (6 maanden na inwerkingtreding van de richtlijn in plaats van 31 maart 2015 (AM 4/artikel 9) Tot slot stelt de rapporteur een aantal technische wijzigingen voor om te waarborgen dat de richtlijn volledig in overeenstemming is met de Codex Alimentarius (AM 5/bijlage II en AM 2/overweging 7). PR\1045669.doc 11/11 PE546.615v01-00