FICEDULA. Kwartaalblad van de Twentse Vogelwerkgroep. Jaargang 46 (2017) - Nummer 4 ISSN

Vergelijkbare documenten
Kolonievogels in Twente 2015

Kolonievogels in Twente in 2018

Resultaten LSB/BMP-Z 2011 in Twente. Kolonievogels

Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2011

Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2014

Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2013

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Vogeltrektelling 30 oktober 2016

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

TREKTELLEN 2006 TELPOST OOLMANSWEG Aagje van der Wulp

Zondag 6 november 2016: Middagexcursie in de Oostvaardersplassen.

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Routekaart Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer

Datum: Vrijdag 14 juni Excursie: Middagexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Werkgebied VWG-Zutphen Oppervlak: ha

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Datum: 13 april Excursie: Ochtendexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Datum: 13 april Excursie: Middagexcursie Brabantse Biesbosch. Gids: Pim

Datum: Woensdag 26 juni Excursie: Oostvaardersplassen. Gids: Pim

De nieuwe Vogelatlas voor Nederland. Hoe staan de vogels in Drenthe er voor? Door Bert Dijkstra

Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2012

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2016

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Vervolgens reden we via de Torenvalkweg naar de Oostvaardersplassen. We besloten van start te gaan met een wandeling over het Oostvaardersveld.

Datum: Vrijdag 5 april Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie. Gidsen: Taco & Pim

Resultaten LSB/BMP Z 2011 in Twente

Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2015

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Diepholz, Duitsland Voorjaar met Kraanvogels! 9 t/m 11 maart 2018

Resultaten BMP Z 2014 in Twente

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Lepelaar vrij schaars klein aantal klein aantal

BMP rapport. Gat van Pinte Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014

WETLAND TELLINGEN LEPELAARPLASSEN: 2013

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Op de afgesproken plek langs de Knardijk te Lelystad ontmoette ik Jacobien en Annelies omstreeks uur.

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

TREK VAN AALSCHOLVERS OVER TELPOST DE HORDE

Datum: Maandag 21 mei Excursie: Zuid-Kennemerland, Duinen & Polder. Gids: Pim

BMP rapport Gat van Pinte 2013

Datum: Zondag 30 juni Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie. Gids: Pim

BMP rapport Gat van Pinte 2012

Broedvogel Monitoring Project. Bakelse Plassen inclusief golfbaan Stippelberg. voorjaar 2012

Euro Birdwatch 2012 Jaarlijkse trekteldag

Birdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2014 voor CCWO

Plotseling was er grote paniek onder de aanwezige vogels, een fraaie Slechtvalk gaf act de presence.

Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven

Waarnemingen in Twente. Periode: juni t/m augustus Carolina-eend Oldenzaal, Het Hulsbeek (A1): 2 ex. ter plaatse (Michiel van Kalsbeek)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Donderdag 19 mei 2016: Avondexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Waarnemingen in Twente. Periode: september t/m november 2008

Resultaten BMP Z 2012 in Twente

Datum: Zondag 3 maart Excursie: De Brabantse Biesbosch ochtendexcursie. Gids: Pim

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Waarnemingen in Twente. Periode: september t/m november Beflijster Enschede, Aamsveen [W]: 4 ex. overvliegend Z (aldert schenk)

Vogelexcursie Maasplassen

Required species Belgium Number 1, 2 and 3 are required for pictures and sounds No number means not required

Waarnemingen in Twente. Periode: september t/m november 2014

Het bos, of wat daar van over was, was rijk aan vele vogelsoorten, maar de winterkoning en de gekraagde roodstaart spanden wel de kroon.

NAJAARSTREK IN 2002 OVER TELPOST NOORDHOUT Een overzicht (deel 1)

Excursie samen met Flevo Bird Watching uitgevoerd door: Ringheuvels Den Treek en Delta Schuitenbeek. Flevo Birdwatching, Rien Jans

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Checklist van de vastgestelde vogelsoorten binnen Blokkersdijk

Vogeltrektelling 21 september 2013

Soortenlijst vogels Vogel- en Florareis Armenië 29 april t/m 10 mei 2015 Kaukasus Plus Reizen pag. 1

Required species Netherlands Number 1, 2 and 3 are required for pictures and sounds No numbers means not required

Excursie: De Brabantse Biesbosch Vanaf Werkendam ( )

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Resultaten BMP Z 2013 in Twente

Big Days Groot-Amsterdam

Euro Birdwatch Grijs, grauw, weinig spannend, maar wel gezellig.

Er zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen.

Bosmuseum Gerhagen Zavelberg Tessenderlo

Topjaar soorten overig jarig riet

Waarnemingen in Twente. Periode: september t/m november Bahamapijlstaart Losser, Oelemars: 1 ex. ter plaatse (Karin Vogt)

Gouwebos. midmaandwintertellingen van vogels trends samengesteld door Cok Scheewe. Foto (Huig Bouter)

Datum: Zaterdag 6 januari Gebied: Oostvaardersplassen Flevoland. Deelnemers: Cees, Raymon, Isabel & Michiel. Gids: Pim

Weekendje Texel oktober 2016

Jaarverslag 2013 Vogelwerkgroep IVN De Oude IJsselstreek

Oelemars Dinkel/Schokland Lutterzand

Voor die teller die in het broedseizoen boven de 100 soorten in zijn blok uitkomt is er een leuke verrassing (zie hieronder).

Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord

NIEUWSBRIEF 2018 HET HEXEL. Broedresultaten en waarnemingen nestkastenproject

KERKUILEN WERKGROEP TWENTE

Datum: 29 september Gebied: Amsterdamse Waterleidingduinen ochtendexcursie. Gids: Pim

Transcriptie:

FICEDULA Kwartaalblad van de Twentse Vogelwerkgroep Jaargang 46 (217) - Nummer 4 ISSN 1383-2751

FICEDULA Kwartaalblad van de Twentse Vogelwerkgroep ISSN 1383-2751 e 46 jaargang nr. 4 - december 217 Redactieadres: Peter van den Akker Lochemseweg 28, 7475 PB Markelo e-mail: redactie@tvwg.nl Inhoud Berichten van het estuur Harry de Jong Dankwoord aan alle tellers in Twente. Ben Hulsebos Artikelen: Even voorstellen. Dick Roggeveen Vogelavonturen in Twente.. Timo Roeke De Markelose Slechtvalken in 217. Jan Meijerink Kuifaalscholvers in Twente. Meijerink Kolonievogels in Twente 217. Ben Hulsebos Broedgevallen van de Oeverloper in Twente. Ben Hulsebos Telpost Aamsveen 25 jaar (1993-217). Aldert Schenk Een foto met verhaal: IJsvogel vangt een inse t! Peter van den Akker Vogels in Overijssel 16 is uit! Waarnemingen in Twente (september - november 217). Timo Roeke & Harry de Jong 1 3 5 9 12 14 18 24 25 32 33 35 Uiterste inleverdatum kopij Ficedula 47 (218) nr.1: 15 maart 218 Foto omslag: Rosse Franjepoot op 15 sept 217, Kristalbad (Herman Bruggink).

Berichten van het bestuur Het jaar 217 ligt bijna achter ons. Onze avonden en excursies werden goed bezocht. Met als hoogtepunt de 4-daagse excursie naar Rügen. Hier werden maar liefst 12 soorten vogels gezien. Herfst 217 bracht ook een influx van barmsijzen en Grote Kruisbekken naar Twente. Velen van ons hebben deze prachtige vogels kunnen zien en fotograferen. Wij, als bestuur, hebben Ben Hulsebos aangedragen bij Sovon als vrijwilliger van het jaar. De jury heeft uit alle aanmeldingen Ben gekozen. Dit jaar was de huldiging voor het eerst lokaal en niet op de Landelijke Sovon dag. De bedoeling was om dit in overleg met Sovon op onze clubavond van 13 november te laten plaatsvinden. Helaas zat Ben dat weekend in Zeeland. In overleg met de VWG Losser is besloten om de huldiging een week later op hun clubavond te laten plaatsvinden. Dit alles in het diepste geheim. Hiervoor waren de directeur van Sovon Theo Verstrael en het hoofd van de jury Ben van Os naar Losser gekomen. Samen met een delegatie van de TVWG e Be s rou o der rake ij hu ergaderi g, tot errassi g a de aanwezigen. Theo Verstrael hield een PowerPoint presentatie waarin langzaam naar de ontknoping werd toegewerkt. Met bloemen en taart werd de uitverkiezing van Ben gevierd. Theo Verstrael feliciteert Ben met zijn verkiezing tot Sovon-vrijwilliger van het jaar. (Foto: Ben van Os) Ficedula 46 (217) nr.4 1

Activiteitenprogramma voor het eerste en tweede kwartaal 218 Excursies: 17 feb. Excursie langs de IJssel (watervogels). 17 mrt. Excursie naar Twickel (bosvogels). 7 apr. Excursie naar Egheria (spechten) 12 mei. Excursie Eempolder, polder Arkenheem en Hilversumse Bovenmeent (weidevogels). 11 jun. Excursie naar het Kristalbad bij Hengelo (watervogels). Verenigingsavonden: 8 jan. Nieuwjaarsreceptie met een hapje en een drankje. 12 feb. Presentatie over Vogelfotografie door Jan Dolfing. 12 mrt. Presentatie over de Zeldzame broedvogels van Twente in 217 door Ben Hulsebos. 9 apr. Algemene ledenvergadering. 14 mei. Cursus Vogelherkenning door Peter van den Akker over de vogels van het riet. 11 jun. Geen avondbijeenkomst, maar een excursie naar het Kristalbad bij Hengelo. Voor meer informatie en aanmelding kijk op de website www.tvwg.nl onder agenda. Nieuwe leden De volgende personen zijn recent lid geworden van de TVWG: Marcel Middelkamp en Dick Kuipers. Het bestuur heet u allen hartelijk welkom. Ficedula De Ficedula heeft vanaf 218 een nieuwe redactie bestaande uit Joke Welp en Bert Blauw. Joke en Bert hebben enkele nummers met Peter meegekeken bij het redactiewerk. Kopij en reacties kunt u blijven sturen naar redactie@tvwg.nl. Wij wensen Joke en Bert veel plezier en succes met hun redactiewerkzaamheden. Namens het bestuur Harry de Jong (voorzitter@tvwg.nl) 2 Ficedula 46 (217) nr.4

Dankwoord aan alle tellers in Twente Ben Hulsebos Ik denk dat het 1995 is geweest, dat ik de toenmalige Districtscoördinator Bé van Kuik ging assisteren bij zijn Sovon-werkzaamheden. Ik kende Bé al goed vanwege de gezamenlijke PTT-tellingen en de BMP-projecten in het Buurserzand, Witte Veen en Aamsveen, de wekelijkse telrondes op het Rutbeek met daarbij het gezamenlijk publiceren van het boek Vogels van het Rutbeek en de vele bijeenkomsten van afdeling Enschede van de Twentse Vogelwerkgroep eerst in de Lammerinkswönner en daarna op de Europaschool. Daarom leek het mij logisch om ook bij de districtscoördinatie met hem samen te werken. Toen in 1998 het Atlasproject Nederlandse Broedvogels van start ging, heb ik mij aangemeld als Atlascoördinator voor Twente en heb ik dit project drie jaar lang gecoördineerd. Toen het Atlasproject in 21 afgelopen was ben ik Bé opgevolgd als Districtscoördinator voor Sovon-Twente. Na 2 jaar coördinerende taken voor Sovon om jaarlijks alle gegevens van kolonievogels en zeldzame broedvogels te verzamelen, te valideren en door te geven aan Sovon vind ik nu de tijd aangebroken om er een punt achter te zetten. Wel kan ik terugzien op een zeer waardevolle tijd, vooral door de vele contacten met de Twentse Sovontellers. Maar ook door zowel letterlijk als figuurlijk in de sovonkeuken te kunnen kijken was een bijzondere ervaring. Sovon geeft een geweldige ondersteuning bij de uitvoering van de Dc-taken en de contacten met deze professionals van het broedvogelonderzoek zijn zeer hartelijk. In Peter van den Akker heb ik een goede opvolger gevonden, die het stokje van mij gaat overnemen als vijfde Districtscoördinator van Sovon-Twente. Voorgangers waren Harm Meek, Herman Hazelhorst, Bé van Kuik en ik zelf. Dit houdt niet in dat ik stop met mijn veldwerk, want dat gewoon verder. Dus de jaarlijkse PTT-tellingen, watervogeltelling, klapekstertellingen, BMP-A, BMP-Z, kolonievogeltellingen, slaapplaatstellingen en telpost Oelemars blijf ik doen. Ook blijf ik het Twentse Miboonderzoek verder coördineren, als dank voor de ondersteuning die Peter mij gaf om jaarlijks alle beekvogelgegevens voor mij te verzamelen. Ik wil dan ook graag alle tellers die mij al die jaren gegevens hebben aangereikt door kolonies van Blauwe Reigers, Roeken, Kokmeeuwen, Huiszwaluwen en Oeverzwaluwen te tellen en ook allen die via BMP-onderzoek, beekvogeltellingen en het aanleveren van gegevens over zeldzame broedvogelsoorten hebben bijgedragen zeer hartelijk bedanken voor hun inzet om het broedvogelonderzoek in Twente te ondersteunen. Ficedula 46 (217) nr.4 3

Good goan! (Foto: Wim Evers) Ben Hulsebos, benhulsebos@home.nl 4 Ficedula 46 (217) nr.4

Even voorstellen: Dick Roggeveen Ik ben in augustus 1949 te Schiedam geboren en daar heb ik mijn gehele jeugd doorgebracht. We verhuisden al snel naar een grotere woning aan de grens met Rotterdam. Grote stukken grond werden daar bouwrijp gemaakt ten behoeve van toekomstige woningbouw. Deze terreinen werden al spoedig mijn speelgebied en sa e et ee uurjo ge e ik daar op o tdekki gsreis ge eest. We ontdekten, op de grond, daar van die kleine bruine vogeltjes met een kuifje; ze liepen zelfs over de trottoirs bij de huizen! Vermoedelijk heb ik toen mijn eerste Kuifleeuweriken gezien. Op latere leeftijd werd een andere speelplek gevonden en wel in een groot park aan de noordrand van Schiedam en daar zag ik een klein vogeltje met een blauw petje; dat moet een Pimpelmees geweest zijn. Mijn belangstelling voor de natuur werd onbewust gevoed door mijn ouders en mijn jongste zus (zij is 1 jaar ouder dan ik!). Thuis hadden we in de tuin kippen en later kwam daar mijn duivenhok bij. Een groot tropisch aquarium met diverse kweekbakken op mijn kamer completeerde toen mijn eigen dierentuin. De latere grote stadsuitbreidingsterreinen aan de noordrand bleven lokken om nieuwe vogels te ontdekken en het moet daar geweest zijn, langs een ontwateringssloot, dat we ons eerste Bokje ontdekten. Mijn enthousiasme voor de natuur en specifiek voor vogels bleef niet onopgemerkt en ik kreeg van mijn jongste zus een verrekijker en een vogelboek, te weten ZIEN IS KENNEN!; dit boekje (editie 1961) heb ik nog steeds. Mijn waarneming van een groepje Pestvogels heb ik gemeld aan de krant en Het Vrije Volk heeft er daarna zelfs een artikeltje aan besteed. Op de middelbare school verschoof mijn belangstelling naar andere zaken. Wel heb ik nog een bijdrage geleverd aan de schoolkrant met een artikel over de levenscyclus van sommige tropische tandkarpers die de jaarlijkse periode van grote droogte moesten overleven. Mijn biologieleraar vond het daarna logisch dat ik biologie ging studeren maar met de exacte vakken kon ik ook goed uit de voeten. Mijn lerares scheikunde ging er vanuit dat ik scheikunde zou gaan studeren. Het zou allemaal anders gaan lopen. Ik moest eerst in militaire dienst en een vervolgopleiding moest zodoende 2 jaar wachten. Ik koos voor Civiele Techniek (toen: Weg- en Waterbouw) en heb bewust voor een algemene richting gekozen dus zonder specialisatie. Wie mij nu zelfs nog zou rage at il je orde? Dan heb ik daar nog steeds geen goed antwoord op behalve dat het aan het bouwvak gerelateerd moet zijn! Ficedula 46 (217) nr.4 5

Eind 197 kwam ik weer terug in de burgermaatschappij en probeerde de draad weer op te pakken en die bestond toen uit schaken, bridgen, bestuurstaken bij de schaakvereniging en een jongeren sociëteit. Naast het volgen van colleges kon je je toen goed vermaken. Op die jongeren sociëteit heb ik Antje leren kennen en al spoedig gingen we samen op vakantie. Met een Volkswagen kever trokken we al kamperend door geheel Europa en dus was het voor mij een kleine stap om overal speciale aandacht te hebben voor de lokale vogelsoorten. Ook Antje vond het prettig om de natuur te beleven en begon op haar manier ook naar vogels te kijken. Bepaald anekdotisch is toch wel dat ik in de Belgische Ardennen een gele kwikstaart zag die duidelijk groter was dan andere. Volgens Antje was dit dus een Grote Gele Kwikstaart; volgens het vogelboekje voor mij een onthutsende waarheid. In 1975 zijn we getrouwd en toen mijn werkzame leven begon konden we ons huurhuisje verlaten en een visserswoning kopen in Vlaardingen. Daaraan hebben we 17 jaar besteed met het verbouwen, verder aanpassen en inrichten en toen daarvan de voltooiing naderde hebben we toch maar een televisie gekocht! In 1987 kwam de opmaat tot een verdere invulling van onze toekomstige vakanties. Antje had een aanbieding gevonden voor een kampeer-safari in Kenia en alvast een vogelgids van dat land gekocht. Dat laatste was voor mij doorslaggevend. Wie een keer de landschappen van de Serengeti en de Masai-Mara heeft mogen aanschouwen en wel met verrekijker, zittend op je stoeltje voor je tent, gaat merken dat er iets in je bloed kruipt. We zijn nog vaak terug geweest in Afrika en één van de hoogtepunten was toch wel een meerdaagse kano-safari op de Zambezirivier waarbij onderweg op de oevers van die rivier werd gekampeerd. Ook andere continenten hebben we bezocht en daarbij 28 landen mogen bewonderen. De teller van waargenomen vogelsoorten stond toen, eind 29, op 21. In 1997 zijn we verhuisd naar Twente. Voor ons bestaande lidmaatschap van het KNNV werden we verwezen naar het Natuurmuseum en voor ons brak een boeiende en leerzame periode aan, immers vogels bestuderen onder de hoede van een Vogelwerkgroep was een nieuwe en prettige ervaring. In menig opzicht waren de excursies en meerdaagse uitstapjes naar binnen- en buitenland een groot succes. Veel nieuwe vogelsoorten heb ik daarbij mogen zien en ik werd attent gemaakt op 6 Ficedula 46 (217) nr.4

de diverse vogelgeluiden. Ook nieuw voor mij waren de diverse tellingen en inventarisaties en dan in het bijzonder de methodieken die daarbij werden gehanteerd. Met Aldert Schenk als coördinator pleegden de uitvoerenden van inventarisaties overleg in Hof Espelo. Hoewel ik daar geen actieve rol heb gespeeld was het altijd prettig en leerzaam om daarbij aanwezig te zijn. Ook werden daar excursies georganiseerd of meerdaagse uitstapjes afgesproken. Kees Rosenbrand ontpopte zich hierbij tot een geanimeerde touroperator en daar kan ik met veel plezier en respect aan terugdenken. In februari 21 overleed Antje en al spoedig ging ik vervroegd met pensioen en wist zodoende, onbewust, de gevolgen van de (bouw-)crisis te ontlopen. Mijn focus kwam nu geheel op het reizen en wel via organisaties die groepsreizen organiseren voor vogelliefhebbers. Inmiddels kan ik terugkijken op een boeiende periode en verwacht ik in februari 218 mijn 32-ste vogelsoorten te mogen noteren in Texas (VS). Antje in Australie (Foto Dick Roggeveen) Nu, na 2 jaar lidmaatschap van de Twentse Vogelwerkgroep, kan ik wel stellen dat deze voor ons een belangrijke rol heeft gespeeld. Voor mij zelf betekende dit het verkrijgen of vergroten van kennis inzake het herkennen van vogels. Een ander Ficedula 46 (217) nr.4 7

aspect is toch wel het permanente sociale karakter bij bijeenkomsten en/of excursies. Een overpeinzing: Wie in de statuten naleest wat onze doelstellingen zijn moet concluderen dat, na die 2 jaar, op dit moment alleen het laatste doel de boventoon voert. Begrijp goed, dit is geen kritiek maar de feitelijke constatering dat dit kennelijk voldoet aan de wensen van de leden en daar is dus niets verkeerds mee! Nog een overpeinzing: Ficedula is ons kwartaalblad waar we trots op kunnen zijn; hulde aan ieder die hierbij een actieve rol heeft. De rubriek waarnemingen verdient toch deze overpeinzing. Gelukkig is de toelichtende tekst toegenomen maar bij de opsommingen gaat iedere actualiteit verloren aangezien de data van waarnemingen wel tot een half jaar teruggaan. Wellicht kunnen waarneming.nl, onze website of de socialmedia een mogelijkheid bieden om met grotere actualiteit waarnemingen bekend te maken. Dick in Gambia (Foto: Frits Stoekenbroek) Dick Roggeveen, Losser, 31 december 217 (dproggeveen@home.nl) 8 Ficedula 46 (217) nr.4

Vogelavonturen in Twente Timo Roeke December ligt gelukkig achter ons. Niet mijn favoriete maand. Veel sociale verplichtingen en een overvloed aan voedsel. Op papier ziet dat er aantrekkelijk uit maar de realiteit valt soms tegen. Daarbij was het afgelopen december maar een natte bedoeling. Daardoor ben ik minder buiten geweest dan mij lief is. In december ga ik normaliter op pad om Ganzen en Zwanen te zoeken. Maar die zijn er steeds minder in de winter. Wellicht omdat de winter niet meer zo winters aanvoelt. Ook grote groepen Geelgorzen en Kneuen lijken schaarser te worden. Het is hopen dat je (of een ander) ergens een krent ontdekt. Gelukkig kunnen we bij Vroomshoop rekenen op Bonte Kraaien. Een soort die vroeger talrijker was door de échte winters. Toen zaten er nog grote groepen Bonte Kraaien op de akkers. Vanaf deze winter is de Bonte Kraai in Vroomshoop echter alleen. Het groepje van drie is inmiddels geslonken naar een individu. Als deze eenzame vogel het loodje legt dan is het waarschijnlijk voorbij met de Bonte Kraai in Twente als jaarlijkse gast. Toekomstige vogelaars zullen partner (en kinderen) achter laten omdat er ergens een Bonte Kraai wordt gemeld. Tijden veranderen. Gelukkig werd er op 2 december 217 een flinke krent gemeld. Helaas net buiten T e te. Nu raagt u zi h elli ht af: at doet dat er toe. Nou u leest atuurlijk de Ficedula en om een beetje in de o text te lij e is het praktis h dat zo ogel ook daadwerkelijk in Twente zit. Maar als ik heel eerlijk ben, baalde ik vooral omdat ik de soort graag op mijn Twente lijst zie. Vogelaars en hun lijsten. Dat blijft een bijzonder fenomeen maar daar ga ik u nu niet mee vervelen. De krent was in ieder geval gevonden. Op 2 december werd door Jan Plaggenmarsch een Dwergaalscholver toegevoegd op Waarneming.nl. Een zeer zeldzame soort voor Nederland. Dit in tegenstelling tot de Aalscholver. Die zijn zoals u eet eer talrijk i T e te. Ja had e kele foto s gemaakt omdat de vogel een ring droeg. Elke ingevoerde waarneming met foto(s) wordt op Waarneming.nl gekeurd door een validator. Mensen zoals u en ik die er net iets meer verstand van hebben. Een validator uit Amsterdam zag al snel dat er geen Dwergaalscholver maar een Kuifaalscholver op de foto stond. De Kuifaalscholver is een echte zee- en kustvogel. Bovendien is hij aanzienlijk kleiner en slanker dan de Aalscholvers die wij hier regelmatig zien. De mooie kuif is alleen tijdens de start van het broedseizoen te zien. Een spectaculaire ontdekking Ficedula 46 (217) nr.4 9

aangezien zout water nogal schaars is bij de Duitse grens. De vogel was geringd in S hotla d dus het as the real deal. Via mail, whatsapp en telefoon kreeg ik te horen dat er een Kuifaalscholver was ontdekt. Die dag was ik echter druk met afspraken bij Vogelbescherming en Sovon. Ik zag geen kans een bezoek te brengen aan het Veenkanaal bij het Bergentheimer Veld. Ik trooste mezelf met de gedachte dat de vogel net buiten Twente zwom. In de dagen erna werd de vogel door veel vogelaars uit Overijssel bezocht. Het was voor velen een buitenkansje. Er werden prachtige platen gemaakt en gedeeld maar ik was nog steeds te druk. Bovendien was een avondbezoek in de kortste dagen van het jaar kansloos. Op 23 december had ik eindelijk tijd. Met een goede vriend ging ik ri hti g Duitsla d o te ogele. We aakte s o hte ds ee tusse stop o toch even de Kuifaalscholver mee te pakken. De vogel werd dagelijks gemeld dus hoe moeilijk kon het zijn. Het bleek voor ons een onmogelijke opgaaf. Aalscholvers en Zilvermeeuwen genoeg maar geen Kuifaalscholver. De teleurstelling verdween pas toen we in Duitsland o.a. IJsduiker, Geoorde Fuut, Frater, Parelduiker en Grote Zee-eend zagen. 1 Ficedula 46 (217) nr.4

Het werd echter weer pijnlijker toen de Kuifaalscholver later die dag opnieuw werd gemeld. Ik besloot de dag erop nog een keer te zoeken. Vooral omdat de vogel steeds verder naar het zuiden zwom. De eerste melding uit Twente was inmiddels een feit. Nu moest ik de verrekte zoutwater aalscholver gewoon vinden. In de ochtend van 24 december reed ik opnieuw stapvoets langs het kanaal in Vroomshoop. De lichtomstandigheden waren minimaal maar de concentratie was maximaal. De autoradio ging uit. Dat stoort alleen maar. En 2 meter verder zag ik wat bellen naar boven komen. Vast een Meerkoet die met zijn plompe lijf over enkele seconden als een dopper naar boven schiet. Maar niets was minder waar de Kuifaalscholver (in jargon Kuifali) dreef plots elegant op het water. De vogel liet zich prachtig observeren en mijn missie was geslaagd. Soort nummer 267 binnen de Twentse grenzen was gezien. Een mooier cadeau voor de feestdagen had ik mezelf niet kunnen geven. Eerdere waarnemingen van Kuifaalscholver in Twente (bron: Vogels in Twente Paul Knolle, Rudi Lanjouw, Rolf de By) waren: 2 december 195: juveniel vrouwtje. Losser Lutterzand (coll. Natura Docet, nr. 8.1) 27 november 1996: Enschede, Het Rutbeek. Timo Roeke (timo@waarneming.nl) Ficedula 46 (217) nr.4 11

De Markelose Slechtvalken in 217 Jan Meijerink Het valkenpaar dat vorig jaar onze oude valken verdreef was ook dit jaar nog aa ezig e heeft u su es ol ge roed. Het a etje, et kleurri g ABK, is op ju i op de Markelose tore geri gd. Het rou tje, et kleurri g S, erd op 12 mei 214 geringd op de vuilverbranding te Duiven. Beide valken kregen half maart weer belangstelling voor de nestkast. Bij de controle op 25 maart lagen er vier eieren in de kast en op 3 mei waren er drie kleine jongen. Het vierde ei was verdwenen. Met een op afstand bediende camera kon ik op korte afstand opnamen maken van het vrouwtje en daarbij de kleurring aflezen. Aan de grove bandering en de druppelvormige vlekken op de borst is te zien dat ze zich nog bevindt in het eerste volwassen kleed. Ook de kleurring van het mannetje was te zien op een foto, gemaakt vanaf het bordes terwijl de valk langs vloog. Op 19 mei zijn de jongen geringd, twee mannetjes en één vrouwtje. Begin juni liepen de jongen al op het bordes. De meest gevaarlijke tijd omdat ze nog niet goed kunnen vliegen en overboord springen als ze iemand zien. Gelukkig wil de eigenaar 12 Ficedula 46 (217) nr.4

Alticom meewerken en plant dan zo mogelijk geen werkzaamheden op dat bordes. Helaas trok er op 3 juni een zware onweersbui over de toren met een ontlading die een enorme klap gaf. Eén van de jonge mannetjes schrok daarvan zo dat hij naar beneden viel. Omdat hij wel wat kon vliegen kwam hij ongeschonden terecht in de tuin van de benedenburen die zich over de jonge valk bekommerden en mij opbelden. Een uurtje later kon de pechvogel weer naar boven worden gebracht en op zijn bordes worden vrijgelaten. Jonge valken worden op de grond niet door de ouden gevoerd en zijn ten dode opgeschreven als ze niet worden gered. Op 1 juni konden alle jongen goed vliegen en werden regelmatig gevoerd. We zijn benieuwd of het ook dit paar lukt jaren achtereen op de Markelose toren te broeden. Jan Meijerink (elsjan99@xs4all.nl). Foto s: Ja Meijeri k Ficedula 46 (217) nr.4 13

Kuifaalscholvers in Twente Jan Meijerink De Kuifaalscholver is een zee- en kustvogel die broedt op rotsachtige kusten van IJsland, Noorwegen en de Britse eilanden. Verder heeft de soort kolonies op de kusten van Normandië, Galicië, Portugal en in het Middellandse zeegebied. In de wintermaanden zien we de Kuifaalscholver regelmatig in ons land, maar bijna altijd in de kuststreek. Slechts af en toe dwalen zeevogels af naar het binnenland. Zo kennen we in Twente gevallen van o.a. Jan van Gent, Vaal Stormvogeltje, Noordse Stormvogel, Grote Jager en Drieteenmeeuw. Van de Kuifaalscholvers zijn uit Twente maar drie gevallen uit de maanden november en december bekend. Het eerste geval betreft een jonge vogel die op 2 december 195 door een boer in het Lutterzand werd gevangen. Omdat het dier zich hevig verzette gelukte het maar met moeite hem in een zak te stoppen. Vervolgens werd hij overhandigd aan eester J.B. Ber i k te De eka p. Ber i k es hrijft het ge al i De Levende Natuur 9. De vogel was toen nog springlevend, maar Bernink maakte er korte metten mee, prepareerde de vogel zodat deze kon worden opgenomen in zijn privé collectie. Later, a opri hti g a het useu Natura Do et, erd het exe plaar opgenomen in de collectie van dat museum. Het is daar ook nu nog aanwezig en onlangs kon ik het samen met conservator Dr. E.W.A. Mulder onderzoeken en fotograferen. Volgens Bernink was het een mannetje en mogelijk kon dat tijdens het prepareren worden vastgesteld. Maar ook de door mij gemeten vleugelmaat van 274 mm. en de minimale snaveldikte van 1,5 mm. zouden kunnen wijzen op een manlijk exemplaar. I Vogels in Twente staat vermeldt dat het om een juveniel vrouwtje ging zie ook Vogela o ture i T e te pg. Dit is het eerste goed gedocumenteerde geval voor Twente en het achtste voor Nederland. In 195 werden nog twee exemplaren verzameld, op Texel en bij Ee es. I alle oorgaa de ge alle erde de ogels erza eld e ela dde i de collecties van Artis of van het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie te Leiden. Het determineren geschiedde in die jaren nog vaak met behulp van het ja htge eer. De Gekuifde Waterraaf, zoals hij toe ook erd ge oe d, zal el vaker in ons land zijn voorgekomen maar werd dan niet herkend. Zie ook Snouckaert van Schauburg, R (199) Avifauna Neerlandica. 14 Ficedula 46 (217) nr.4

Het tweede geval voor Twente betreft een op 21 november 1996 door Paul Knolle waargenomen vogel op het Rutbeek. In de literatuur vind ik daarvan geen uitgebreide beschrijving, doch slechts simpele meldingen in Ficedula (1996) 25(4) en Dutch Birding (1996)18(6). Het is me niet bekend of het ook een jonge vogel betrof en of de waarneming door anderen kon worden bevestigd. Paul kennend heb ik geen reden te twijfelen aan de juistheid van de determinatie maar het blijft jammer dat het ge al iet et foto s ko orde gedo u e teerd. Het derde geval konden we eind vorig jaar vaststellen. Op 2 december 217 werd door Jan Plaggenmarsch een Kuifaalscholver gezien en gefotografeerd in het Overijssels Kanaal tussen Bergenheim en Mariënheim, in de gemeente Hardenberg, dus net buiten Twente. De week daarna zakte de vogel het kanaal af naar het zuiden, tot bij Vriezenveen, en op 23 december werd hij door Reinier Smabers voor het eerst in Twente (bij Vroomshoop) gezien en gefotografeerd. Vanaf die datum ko de Kuifali door di erse ogelaars orde aarge o e. Zelf as ik i de gelegenheid hem (of haar) op 24 december bij Vroomshoop eerst zwemmend en duikend te zien. Later had ik het geluk dat hij op een remmingwerk ging zitten om de veren te laten drogen. Daarbij kon ik uitgebreid fotograferen en ook de kleurring aflezen. De vogel moest in Schotland zijn geringd en ik heb de ringgegevens gelijk gemeld bij het CEH te Edinburgh. Ficedula 46 (217) nr.4 15

Uit het sympathieke antwoord dat ik uit Schotland kreeg, blijkt dat de vogel op 23 ju i als estjo g is geri gd op het Isla d of I hkeith i de Firth of Forth ongeveer 4,5 km ten noorden van Edinburgh. Het is dit jaar de derde in Schotland geringde vogel die uit ons land is teruggemeld. Ook werd een eerstejaars vogel uit het centrum van Amsterdam en een achtstejaars van Neeltje Jans gemeld. Bij Vroomshoop zijn ook gewone Aalscholvers aanwezig. Het is aardig om te zien hoe de gezi htsuitdrukki g a de eide soorte ers hilt. 16 Ficedula 46 (217) nr.4

Nu ik dit schrijf is de vogel op 28 december 217 voor het laatst in Twente gezien. We zijn benieuwd of hij naar zijn geboorteplek zal terugkeren. Daarom heb ik de ringer verzocht mij op de hoogte te houden van verdere waarnemingen van deze Kuifali. Jan Meijerink (elsjan99@xs4all.nl). Foto s: Ja Meijeri k Ficedula 46 (217) nr.4 17

Kolonievogels in Twente 217 Ben Hulsebos Hoe zat het met de kolonievogels in Twente in 217? Was er een lichte afname bij de Blauwe Reiger en een terugloop in de aantallen Roeken? Een van de vele projecten van Sovon is het Landelijk Soortonderzoek Broedvogels met betrekking tot de integrale telling van kolonievogels in Nederland. Ook in Twente zijn er vele kolonies die jaarlijks via standaardtellingen door een vaste groep tellers worden gevolgd. In het volgende overzicht zijn de resultaten te zien van de tellingen in de afgelopen jaren. Blauwe Reiger De Twentse populatie was in 213 vergeleken met het topjaar 28 in vijf jaar tijd meer dan gehalveerd. In 214 is deze dalende tendens doorbroken en is het aantal bewoonde reigernesten met 14 % toegenomen. In 215 zette deze toename nog sterker door en steeg de populatie met zelfs 21 %. Daarna was er weer een lichte terugval. Een nieuwe kolonie is ontstaan op het terrein van de UT in Enschede. 18 Naam kolonie 214 215 216 217 Tellers Begraafplaats Almelo Weerselo Schapendijk, Wierden Breeriet, Delden Lonnekermeer, Hengelo Singraven, Denekamp Weldam, Goor Markvelde Witte Veen, Buurse Waterwingebied Enschede Buurserbeek, Buurse Hulsbeek, Oldenzaal De Poppe, De Lutte Oelemars, Losser Wenninkweg, Markelo Enterveen Hagveldsweg, Fleringen Reintsweg, Enterbroek UT, Enschede Totaal 7 5 6 26 11 29 9 nt 4 9 8 5 6 7 6 7 1 32 14 3 7 6 1 9 15 6 4 7 3 6 7 1 9 31 14 34 4 ng 15 8 7 7 4 1 3 6 B.Heuseveldt Wim Wijering Ben Nijeboer Sytze Wouda Harry de Jong Harm Meek H.Bouwmeester Peter vd Akker Erik Foekens Piet Kokke Aldert Schenk Peter Bleijenberg Ruud Kuipers Henk Noordkamp Arie Langendoen Arie Langendoen Wim Wijering Herman Grouve Gerard Lubbers 132 172 16 6 5 11 32 19 41 7 ng ng 1 8 5 4 7 4 159 Ficedula 46 (217) nr.4

25 2 15 1 5 28 29 21 211 212 213 214 215 216 217 Populatieontwikkeling Blauwe Reiger in Twente Roek Deze soort kent tientallen kolonies in Twente, die zich bovendien ook nog wel eens verplaatsen, meestal door verstoring door menselijk ingrijpen. Om enigszins een overzicht te geven zijn de kolonies per stad of dorp gebundeld. In Almelo en Wierden zijn de vele kleine kolonies samengevoegd tot gebiedskolonies. Het aantal Roeken is in zijn totaliteit de laatste jaren gestaag afgenomen, maar vanaf 211 is er weer een kleine opleving. Ook in 215 was er weer een lichte toename van 4%, gevolgd door een afname in 216. Dit jaar bereikte het aantal nesten van de Roek het laagste punt in de afgelopen 1 jaar. In het Twentse deel van Holten en in Nijverdal zijn de kolonies verdwenen. De tellers in Wierden en Almelo waren Henk v.d. Aa, Hans van Leeuwen en Boudewijn Heuseveldt. In Losser en Overdinkel telden Leo Hassing en Ben Hulsebos. In Hengelo waren dat Piet Kokke en Harry de Jong. In Enschede telden Bé van Kuik, Piet Kokke en Aldert Schenk. In Lonneker was René Wijering actief en in Haaksbergen en St.-Isidorushoeve Harry Konniger. De tellingen in Markelo zijn verricht door Henri Bouwmeester. Bij Holten zijn de kolonies geteld door Ben Nijeboer en René Wijnbergen en de kolonie in Denekamp door Harm Meek. In Nijverdal is geteld door Machiel oude Veldhuis en in Vriezenveen door Henk v.d. Aa. In Ootmarsum is een nieuwe kolonie geteld door Rob van Westrienen. Ficedula 46 (217) nr.4 19

Gebied 213 214 215 216 217 Wierden Almelo Losser Hengelo Enschede Lonneker Haaksbergen St.Isidorushoeve Overdinkel Markelo Nijverdal Holten Denekamp Vriezenveen Tilligte Ootmarsum Totaal 147 789 234 51 264 58 154 199 736 259 59 35 1 152 159 767 257 53 34 43 142 186 916 22 57 274 59 138 152 722 248 54 283 69 145 28 13 1 27 16 85 21 21 8 93 25 32 5 26 26 1883 1854 1924 1884 37 24 4 1738 21 2 19 18 17 16 15 28 29 21 211 212 213 214 215 216 217 Populatieontwikkeling van de Roek in Twente Huiszwaluw De resultaten vanaf 21 lieten tot vorig jaar toe helaas een steeds verder dalende lijn zien. Maar dit jaar is er een kleine opleving te zien. Dit is deels toe te schrijven aan een reële toename in NO-Twente en door het activeren van kolonies die bij het vorige Atlasproject ontdekt zijn en die dit jaar weer opnieuw geteld zijn. In Twente wordt het gehele noordoostelijke deel met o.a. Geesteren, Vasse, Mander, Lattrop, Tilligte, Agelo, Ootmarsum, Denekamp, Saasveld, Weerselo, Oldenzaal, De Lutte, 2 Ficedula 46 (217) nr.4

Overdinkel en Losser door de Natuur- e Vogel erkgroep De Grutto, VWG Losser, Heemkunde Ootmarsum en de werkgroep flora en fauna van Heemkunde Denekamp geteld. Dit betreft een zeer groot gebied met honderden kolonies en met tientallen tellers. De coördinatie van de tellingen en het binnenhalen van de gegevens is in handen van Gerard Boerrigter. Daarnaast zijn er nog vele kolonies die door individuele tellers gecontroleerd worden op bewoonde nesten. Gebied Noordoost-Twente Zuidwest-Enschede Zonnebeek, Enschede Glanerbrug Holterhof-Enschede Buurse Daarle Diepenheim Hellendoorn Sint Isidorushoeve Elsen Markelo Nijverdal Rijssen Bornebroek Albergen Ambt Delden Totaal 213 1721 48 19 7 3 24 46 18 17 5 3 214 1699 48 24 11 9 23 44 21 19 46 7 215 1579 33 12 9 ng 61 57 ng 5 29 ng 216 1486 37 3 8 ng 11 51 1 15 3 3 7 4 1785 1755 51 17 1955 22 217 162 48 2 8 ng 135 ng 12 19 ng ng 6 3 11 24 18 196 tellers Diverse verenigingen Jan Stufken Jan Stufken Erik Foekens Erik Foekens Erik Foekens Albert Stevens Chris Koens Jos v. Tongeren Tim Asbreuk Arie Langendoen Arie Langendoen Jos v. Tongeren Jos v. Tongeren Lida Oppewal Jan Blokhuis Frans kruse 25 2 15 1 5 28 29 21 211 212 213 214 215 216 217 Populatieontwikkeling van de Huiszwaluw in delen van Twente Ficedula 46 (217) nr.4 21

Kokmeeuw De Kokmeeuwen in het Haaksbergerveen dreigden de hoogveenvorming te verhinderen door eutrofiëring van de vennen. Dit gevaar is nu van de baan. Vermoedelijk zijn de vogels uiteindelijk naar het naburige Zwillbrocker Venn in Duitsland uitgeweken, waar zich duizenden broedparen ophouden. In het Wierdense Veld is in 213 een nieuwe kolonie ontstaan. Naam kolonie Engbertsdijksvenen Haaksbergerveen Buurserzand Wierdense Veld 213 15 8 214 21 215 25 28 216 1 2 35 217 1 175 tellers Geert Euverman Rick Ruis Wim Bosch Gerrit Dommerholt Oeverzwaluw In de Losserse wand waren dit jaar 122 nesten aanwezig. In het naastgelegen zanddepot waren dit jaar geen nesten vanwege de enorme bedrijvigheid in het depot. In het overzicht is goed te zien dat de kolonies vaak maar enkele jaren bezet zijn, omdat de zwaluwen meestal in tijdelijke gronddepots hun nesten graven. De kunstwanden bieden daarom een betere vaste verblijfplaats. Deze bevinden zich op de Oelemars in Losser, de Groene Mal in Nijverdal, Dannenkamp in Hoge Hexel en een nieuwe wand bij de Veldzichtweg in Haaksbergen. De Oeverzwaluwen hadden in 216 een recordaantal bewoonde nesten in Twente, maar dit jaar blijkt een van de mindere jaren te zijn geworden met een afname van 25 nesten. 22 Ficedula 46 (217) nr.4

Naam kolonie Engbertsdijksvenen Oelemars, Losser 214 169 215 134 216 217 217 122 Domelaar, Markelo Domelaar 2, Markelo Rutbekerveld Kloosterhaar Twentekanaal, Markelo Groene Mal, Nij dal 3 61 81 4 11 4 ng 12 6 ng 59 4 ng 9 2 3 Zuidbroek, Wierden Dannenkamp, Hoge Hexel Zonnebeek, Enschede Stokkumervlier Diepenheim Elsen Wierdense Veld Vriezenveen Lochter, Nijverdal Veldzichtweg, Haaksbergen Totaal 59 63 6 46 Tellers Geert Euverman L. Hassing, Ben Hulsebos Arie Langendoen H. Bouwmeester, Peter vd Akker Jan Stufken R. Gerritsen H. Bouwmeester, Arie Langendoen Gerrit Dommerholt H. van Leeuwen Ben Tilanus Jan Stufken 14 1 2 25 51 11 1 8 43? H. Bouwmeester H. Bouwmeester H. Bouwmeester G. Dommerholt Robert Brunink G. Dommerholt Henk Westendorp 381 37 53 298 Verspreiding van de kolonies van de Oeverzwaluw in Twente (Sovon) Voor alle kolonievogeltellers die aan deze tellingen hun bijdrage hebben geleverd uiteraard mijn hartelijke dank. Ook lovenswaardig is dat een groot deel van de gegevens al vaak direct na de tellingen bij Sovon bekend was. Ben Hulsebos, Districtscoördinator Sovon Twente (benhulsebos@home.nl) Ficedula 46 (217) nr.4 23

Broedgevallen van de Oeverloper in Twente Ben Hulsebos I de orige Fi edula sto d ee artikel a ij o er ee Eerste roedge al a de Oe erloper i T e te i het Kristal ad i. Jan Meijerink maakte mij er terecht op attent dat er in 213 al een broedgeval van de Oeverloper is geweest. In Ficedula 42: 11-14 staat een artikel waarin Jan beschrijft dat een paartje Oeverlopers succesvol heeft gebroed op de Domelaar bij Markelo en dat er vier jongen werden gezien. Het broedgeval in Retentiegebied Kristalbad bij Enschede van dit jaar dat beschreven is door René Wijering is dus het tweede geslaagde broedgeval. Ongeveer tegelijkertijd werd door Mark Zekhuis op 21 juni van dit jaar bij de Doorbraak in Almelo ook een paartje Oeverlopers gezien met vier jongen. Twente kent dus voor zover ik kan nagaan nu drie geslaagde broedgevallen van deze voor Nederland zeer schaarse broedvogel. Oeverloper (Foto: Wim Hendriks) Ben Hulsebos, Districtscoördinator Sovon Twente (benhulsebos@home.nl) 24 Ficedula 46 (217) nr.4

Telpost Aamsveen 25 jaar (1993-217) Aldert Schenk Op zaterdag 25 november werd het 25-ste telseizoen van de trektelpost Aamsveen afgesloten. Meer dan anderhalf miljoen getelde vogels zijn op die dag de telpost gepasseerd. Om precies te zijn: 1.517.267 stuks. De telpost Aamsveen is eigenlijk een opvolger in 1993 geworden van de telpost aan de Ontginningsweg bij Het Rutbeek, waar vanaf 1988 de trekvogels werden geteld. Echter de oude vuilnisbelt aldaar was erg ontoegankelijk en moeizaam te beklimmen. Een drietal tellers: Ben Hulsebos, Machiel Oude Veldhuis en Aldert Schenk besloten om te verhuizen naar het Aamsveen. Landschap Overijssel verleende toestemming aan de telgroep om hier in het najaar de trekvogels te tellen en de resultaten aan SOVON door te geven. Gekozen werd voor een plek op het Middenpad. Vlak langs de bosrand en pal naast een waterplasje met rietkraag. Tamelijk rustig met weinig verstoring door het verkeer. Rijksweg 35 was toen nog niet aangelegd. Na enkele jaren op die plaats geteld te hebben en ondertussen versterkt in de persoon van Rob Verfaille, besloot de telgroep te verhuizen naar een plek midden in het veen op één van de dammen. Resultaat een veel beter uitzicht naar alle windrichtingen en een goed zicht over de bosrand. Tot op de dag van vandaag is dat de plaats waar telpost Aamsveen zijn trekvogels spot. In de afgelopen 25 jaar hebben ruim 25 tellers hun medewerking verleend aan de trektellingen. Maar ook bij de telgroep is er sprake van vergrijzing. Enkele tellers moesten wegens gehoorachteruitgang afhaken. Des te verheugender is het nu te melden dat twee jeugdige vogelaars van in de twintig zich bij de telgroep hebben aangesloten en hun steentje bijdragen. De eerste jaren werden de trekvogels per kwartier geteld en moesten van de vogels die binnen een afstand van 1 m werden waargenomen de vliegrichtingen worden bepaald in zestien varianten. Dit alles met het blote oog waarneembaar. Ook de weersomstandigheden moesten gedetailleerd worden weergegeven. Gelukkig was er een goede handleiding van de Landelijke Werkgroep Vogeltrektellen beschikbaar. Per computer werden aan het eind van iedere telseizoen de resultaten aan SOVON doorgestuurd. Vooral Ben Hulsebos heeft dat in de beginjaren gedaan. Tevens kwam er een verslag in de Ficedula te staan, het kwartaalblad van de Twentse Vogelwerkgroep. In 23 werd de internetsite www.trektellen.nl geopend. Op deze site worden nog steeds de tellingen gepubliceerd en gearchiveerd. Van de telpost Aamsveen zijn de waarnemingen vanaf 2 op de site te vinden. Ficedula 46 (217) nr.4 25

Telgroep Aamsveen (Foto: Kees Rosenbrand) Inmiddels is het trektellen met de tijd meegegaan. Vliegrichtingen bepalen en met het blote oog opsporen van de vogels zijn verleden tijd. Slechts twee vliegrichtingen worden nog gevraagd: zuid en noord. Telescopen en verrekijkers mogen volop gebruikt worden. Ook het noteren per kwartier is achterhaald. Wel worden de weersomstandigheden op de site van trektellen.nl ingevuld. Vanaf half augustus tot eind november is telpost Aamsveen meestal op zaterdagmorgen actief. Gemiddeld is de post met vier tellers bemand. Wel is de toegang tot de post beperkt aangezien deze in een kwetsbaar gebied is gelokaliseerd. Vandaar dat de telpost over een vergunning beschikt voor de trektelling en zich vanwege het broedseizoen niet met de voorjaarstrek bezig houdt. Wanneer het weer het toelaat wordt er elke zaterdagmorgen vijf uur geteld. De telling begint een half uur voor zonsopgang. Bij hevige regenval, storm of sneeuwbuien wordt de telling eerder afgebroken. Bij dichte mist vallen de aantallen erg tegen, aangezien de tellers alleen roepende vogels kunnen determineren. Bij dit alles speelt de ervaring en bekwaamheid van de trekteller een belangrijke rol. 26 Ficedula 46 (217) nr.4

Registratie van een waarneming (Foto: Kees Rosenbrand) De laatste jaren doet telpost Aamsveen mee aan de internationale Birdwatch-day die meestal begin oktober plaats vindt. Deze telling duurt dan tot laat in de middag en wordt landelijk gecoördineerd. Wat bezielt een vogelaar om 25 jaar voor dag en dauw in het najaar bijna iedere zaterdag deel te nemen aan de najaarstrektelling? Die vraag heeft de schrijver van dit stukje zich menigmaal gesteld en uiteindelijk kan hij hem grotendeels beantwoorden. De rust die je vindt in de natuur, de vaak schitterende zonsopgang, de met rijp of sneeuw bedekte velden, de geluiden van de overvliegende vogels, het aanschouwen van plotseling opduikende zeldzame exemplaren, de zo nu en dan overweldigende aantallen en niet te vergeten de fraai gekleurde verhalen van sommige medewaarnemers maken er meestal een onvergetelijke morgen van. Daarnaast ben je met elkaar bezig je ieder jaar nog meer te bekwamen in het determineren van de trekvogels. Kortom genieten. In de afgelopen 25 jaar zijn er 151 soorten over de telpost gekomen. Waarnemingen van vogels die slechts één of twee keer zijn gepasseerd horen daar ook bij. Van de eerste jaren zijn dat: Zomertortel (1993: 1 ex ), Pijlstaart (1993: 23 ex ), Baardman (okt. 1994: 5 ex ) en Europese Kanarie ( okt. 1994: 1 ex ). Ficedula 46 (217) nr.4 27

In onderstaande tabel de overige soorten met één of twee waarnemingen. Soort Kleine Rietgans Bergeend jaar nov.'6 2ex. okt. '6 1 ex. Krakeend sept. '6 1 ex. Grote Zaagbek Duinpieper Grote Pieper sept.'17 1 ex. Zwarte Wouw sept.'1 2 ex., nov.'11 2 ex. sept.'11 1 ex., sept.'14 1 ex. aug.'16 1 ex. jaar aug.'13 2 ex. sept.'5 1 ex., okt.'7 1ex. sept.'5 1ex., aug.'13 1ex. sept.'7 1 ex. Beflijster Velduil Bontbekplevier Kleine Plevier okt.'15 1ex, nov.'16 1 ex. okt.'5 1 ex. okt.'11 2 ex., okt.'13 1 ex Bonte Strandloper Regenwulp Oeverloper Houtsnip '94 1 ex., ' 1 ex. Graszanger Rietzanger Bonte Vliegenvanger Kuifmees ' 2 ex., sept.'112 4 ex. sept.'11 1 ex. sept.'1 ex. aug.'13 3 ex. '93 1 ex., sept.'11 3 ex. '99 1 ex., sept.'17 3 ex. nov.'14 1 ex Bonte Kraai Raaf Ortolaan Grote Mantelmeeuw sept.'9 1 ex. Slangenarend soort Zwarte Stern Kleine Bonte Specht IJsvogel okt.'9 1 ex. '96 2 ex., '97 1 ex. okt.'6 2 ex. sept.'4 1ex.,sept.'11 1ex. Van de meer dan anderhalf miljoen waarnemingen neemt de Houtduif, als leider van de top tien van de afgelopen 25 jaar, meer dan de helft voor zijn rekening. Op de tweede plaats staat ver voor de overige soorten de Vink. 1 2 3 4 5 28 Houtduif Vink Spreeuw Boerenzwaluw koperwiek Top tien van vogels van 1993 t/m 217 787.46 6 Graspieper 234.835 7 Veldleeuwerik 82.2 8 Kneu 63.7 9 Kramsvogel 57.226 1 Kievit 27.768 27.542 27.488 24.453 19.659 Ficedula 46 (217) nr.4

De Kauw is met 22.398 exemplaren niet opgenomen in de top-1, doordat het waarschijnlijk om voedseltrek of wegvliegen van slaapplaatsen ging. De grootste groepen Houtduiven trekken eind oktober tot half november over. Soms met duizenden tegelijk. Het dagrecord is van 21 oktober 21 met 5.57 stuks. Dan is de lucht helemaal gevuld met vogels die met hun vleugels een duidelijk hoorbaar geruis laten horen. Het dagrecord voor de Vink is 16.139 op 11 oktober 23. Houtduif (Foto: Wim Hendriks) Aan de hand van het archief van de telpost zijn de gemiddelden berekend van de eerste 1 en de laatste 15 jaren. Het gemiddeld aantal teluren van de telpost is voor beide tijdvakken 77 met een uurgemiddelde van een kleine 8 vogels. In 217 was het uurgemiddelde hoger met 846 vogels/uur. Natuurlijk verschillen de aantallen per jaar door de weersomstandigheden, het aantal trektellers en de fluctuaties in de trek. Toch zijn er wel tendensen uit te halen. Zo is er een behoorlijke toename te zien van: Aalscholver, Grote Zilverreiger, Ooievaar, Kol- en Grauwe Gans, Nijlgans, Buizerd, Boomvalk, Kraanvogel, Kokmeeuw, Boerenzwaluw, Kramsvogel, Grasmus, Tjiftjaf, Kauw, Zwarte Kraai en Ficedula 46 (217) nr.4 29

Barmsijs. Flink afgenomen zijn de aantallen van: Wulp, Watersnip, Veldleeuwerik, Graspieper, Grote Lijster, Goudhaan, Roek, Ringmus, Keep, Kneu, Sijs, Kruisbek en Rietgors. Het gemiddelde aantal trekvogels van de eerste 1 jaar bedroeg 62.573/jaar. De volgende 15 jaar was dat: 59.436/jaar en in het jubileum jaar 217 lag dat op 62.21. Dus zeker geen slecht resultaat voor dat jaar. Daarbij moet voor 217 worden aangetekend dat de Houtduif het prima deed met 29.641 stuks (bijna 48% ). Ook de Vink met 12.149 vogels (2%) leverde een flink aandeel. En in 217 zowaar een nieuwe soort, de Grote Pieper die op 23 september over de post kwam. Dagrecords werden wederom gevestigd. Op 26 aug. de Gierzwaluw met 25 ex., op 2 sept. de Tapuit en de Zwarte Mees met respectievelijk 2 en 6 stuks. Op 3 sept. de Appelvink met 11 ex. en op 11 nov. de Matkop met 12 exemplaren. Opvallend voor dit jaar waren de grote groepen Kol- en Grauwe Ganzen die overkwamen. Helaas lieten de roofvogels het afweten. Met slechts 111 ex. bleef de Buizerd behoorlijk onder het jaargemiddelde van 25 vogels. Helemaal geen overvliegende Blauwe Kiekendief en slechts 3 Torenvalken. De Bruine Kiekendief deed het beter met een aantal van 8. Ook de Kraanvogel was met 2 individuele vogels mager vertegenwoordigd. Daarentegen liet de Veldleeuwerik zich niet onbetuigd met 1616 stuks, terwijl het gemiddelde op 991/jaar ligt. Amper steltlopers en weidevogels, uitgezonderd de Kievit die net onder het gemiddelde van 854 bleef. Van de lijsterachtigen scoorde alleen de Koperwiek ruim boven het gemiddelde. Zorgelijk is het ontbreken de laatste 2 jaar van de Ringmus. Opvielen de Appelvink en de Barmsijs die in heel Nederland een toename in de trek lieten zien. Met respectievelijk 2 en 153 ver boven de gemiddelden van 4 en 78. De afname van onder andere Watersnip en Rietgors is mogelijk het gevolg van de verdroging en verzuring van het Aamsveen. In 217 is het "Natura 2-project" van start gegaan en de komende jaren zal Landschap Overijssel dit veengebied in samenwerking met andere instanties op grote schaal herinrichten. Wat dit voor gevolgen voor de najaarstrek zal hebben moeten we afwachten. In ieder geval is de telgroep van plan de telpost nog jarenlang in stand te houden. 3 Ficedula 46 (217) nr.4

Mist is een handicap bij het trektellen (Foto: Ruben Kroeske) Voor nog meer details kunt u terecht op www.trektellen.nl. Met dank aan de tellers van 217: Mark Beekhof, Jaap Dekker, Hans Holsbeeke, Ruben Kroeske, Rutger Scholtens en niet te vergeten de tellers van de harde kern: Erik Foekens, Kees Rosenbrand, Aldert Schenk en Rob Verfaille. En natuurlijk Landschap Overijssel weer van harte bedankt voor de gastvrijheid. Aldert Schenk, coördinator telpost Aamsveen (arschenk@concepts.nl) Ficedula 46 (217) nr.4 31

Een foto met verhaal: IJsvogel vangt een insect! Gerjan Bodmer maakt pra htige foto s, si ds e kele jare ri ht hij zi h ook op het fotograferen van vogels. IJsvogels hebben zijn speciale belangstelling. Hij houdt van de markante blauwe en rode kleuren in het verenkleed, de snelle en strakke vlucht evenals het explosieve duiken. Tijdens één van zijn fotosessies kon hij de vangst van een waterinsect vastleggen. IJsvogels leven vooral van kleine visjes, maar verschalken ook kreeftachtigen, kleine kikkertjes, watersalamanders, larven van libellen en dus ook (water)insecten. Hieronder zit u zijn foto met een uitvergroting van de prooi. De foto is genomen op 8 sept 217 vanuit de vogelhut van Arjan Troost te Rijssen. We zien de kop van het insect met een bolvormig roodachtig oog, een witte vleugel en witte poten. Het oog lijkt op dat van een duikerwants, maar de poten en vleugels lijken hier niet op. De duikerwantsen hebben duidelijk gelede poten met beharing. We hebben geprobeerd de foto aan een specialist voor te leggen maar dit is tot nu toe niet gelukt. Wie helpt ons verder met het determineren van dit insect? IJsvogelvrouwtje op 8 sept 217 te Rijssen met ogelijk ee soort bootsmannetje als prooi. (Foto: Gerjan Bodmer) Peter van den Akker (akkervanden@yahoo.com) 32 Ficedula 46 (217) nr.4

Vogels in Overijssel 16 is uit! Voor de zestiende keer op rij is er een nummer van Vogels in Overijssel uitgebracht door de samenwerkende Vogelwerkgroepen Overijssel (SVO). Het doel van SVO is éénmaal per jaar verslag te doen van serieuze onderzoeken naar vogelsoorten of vogelgebieden in Overijssel. U kunt dit 16-de u er bestelle door 16 over te maken op IBAN NL6 INGB 456821 van de samenwerkende vogelwerkgroepen Overijssel te Markelo met vermelding ViO 16 en uw adresgegevens. Onder de afbeelding van de voorkant van het blad vindt u informatie over de artikelen. Ficedula 46 (217) nr.4 33

Obe Brandsma opent het nummer met een artikel over broedende Knobbelzwanen bij Giethoorn-Wanneperveen. Hij verzamelde info over legsel- en gezinsgrootte en stelde de verhouding tussen witte en grijze kuikens vast. Mark Zekhuis raakte in de ban van een paar broedende Rode Wouwen vlakbij zijn huis in Salland. Er vlogen 3 jongen uit. Mark geeft veel info over voedselkeuze en vergelijkt dit met buitenlands onderzoek. Harm Meek telt al 35 jaar Bokjes in de Bergvennen. Hij vond een maximum van 32 exemplaren, doortrekpieken in november en maart/april en een schommelende maar stabiele trend. Gerrit Gerritsen beschrijft de betekenis van Overijssel voor overwinterende Wulpen op basis van ruim 15. waarnemingen. Er lijke zo Wulpen te overwinteren die bijna alle in het buitenland broeden. Een deel vertrekt pas in april, wat wijst op een verre (Russische?) herkomst. De Wulpen gebruiken vooral slaapplaatsen aan de IJsselmonding, bij Deventer, Markelo en Hardenberg. De trend is sta iel tot li ht toe e e d. De Cetti s Zanger is vanuit het zuidwesten aan een nieuw offensief begonnen en bij Goor werd een succesvol broedgeval vastgesteld en fraai gefotografeerd (zie foto op de voorkant). Henri & Han Bouwmeester ontdekten dit eerste broedgeval voor Overijssel en schrijven erover met Mark Zekhuis. Peter van den Akker en zijn kornuiten van de telgroep ontdekten een staartloze Klapekster. Het bood hen een buitenkansje deze opvallende vogel een winter lang te volgen. De vogel bleek door zijn (tijdelijke) handicap niet in staat een territorium te bemachtigen en was daardoor een mobielere overwinteraar dan de Klapeksters met staart. Piet Schermerhorn werd tijdens het inventariseren van weidevogels in de polder Mastenbroek plots aangevallen door een paar Raven. Tot zijn grote verrassing bleek het paar een nest met 2 jongen te hebben in een hoogspanningsmast. Elders in ons la d as roede i zo ast al astgesteld aar ooit i ee zeer ope landschap. Ronny Hullegie en Ben Hulsebos presenteren ons de zeldzame broedvogels van 216. We mogen trots zijn op onze populaties van: Roerdomp, Purperreiger, Lepelaar, Zwarte Stern, Geoorde Fuut, Rode Wouw, Bruine Kiekendief, Buidelmees, Grote Karekiet, Kraanvogel, Nachtzwaluw, Middelste Bonte Specht, IJsvogel, Grote Gele Kwikstaart, Baardman en Grauwe Klauwier. En natuurlijk nog een aantal hele bijzondere met de Pontische Meeuw als nieuwkomer. Martijn Bunskoek en Bert Haamberg sluiten traditiegetrouw af met hun overzicht van de bijzondere vogels, waarvan sommigen wel heel fraai zijn gefotografeerd. Ze elde ee ooie erza eli g a o rijdsoorte et de Grijze Wou als nieuwe en daarmee 343e soort voor Overijssel. 34 Ficedula 46 (217) nr.4

Waarnemingen in Twente (september - november 217) Timo Roeke en Harry de Jong Inzenden van waarnemingen In deze rubriek vindt u een selectie van waarnemingen uit het voorgaande kwartaal. U kunt uw waarnemingen insturen via: waarneming.nl of evt. via: www.tvwg.nl Waarnemingen Baardman Wie in Twente een Baardman wil zien moet eigenlijk een in het najaar trektellen op telpost Engbertsdijksvenen. Ook dit jaar werden daar Baardmannetjes gezien en gehoord. Meestal vooral dat laatste want hun roep is onmiskenbaar. Een belletje dat ver draagt. Over Engbertsdijksvenen zijn dit jaar op vier data Baartmannetjes waargenomen. Maar 8 oktober springt er uit. Tom Kruissink zag 5 exemplaren waarvan er 29 naast de telpost invielen. Een waarneming om niet snel te vergeten. Maar ook in een andere uithoek van Twente zag met twee exemplaren die tijdelijk ter plaatste waren. Op telpost de Oelemars konden ze op 6 oktober hun geluk niet op. Beflijster De Beflijster is een soort die we tijdens de voorjaarstrek aanzienlijk vaker zien dan in het najaar. In de grafiek hieronder staan het totaal aantal waarnemingen van de soort in Twente (bron: Waarneming.nl) en laat dit fenomeen duidelijk zien. De vogels vliegen in het voorjaar een andere route dan in het najaar. Er zijn meer soorten die deze tactiek hanteren zoals bijvoorbeeld de Zwarte Wouw. Ficedula 46 (217) nr.4 35