Kerkuilwerkgroep Vlaanderen

Vergelijkbare documenten
Kerkuilenseizoen 2009 : een daljaar dat er geen was?

Totaal aantal broedgevallen IJzer en Polder

KERKUILEN WERKGROEP TWENTE

Het lange maar fantastische kerkuilenseizoen 2007

Uilenwerkgroep Waasland

Terug een topjaar voor de bruine kiekendieven in de Westkustpolders

We blijven vooruitgaan!

Holenduif. Zes eieren

Nieuwsbrief Vogelwerkgroep IVN Oisterwijk

Monitoring steenuil in 2012

Nieuwsbrief Vogelwerkgroep IVN Oisterwijk

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

(nestkastproject) Koningshof

Nieuwsbrief Vogelwerkgroep IVN Oisterwijk

In het hieronder staande overzicht worden de resultaten weergegeven, van 2013 en Jongen uitgevlogen totaal

NESTKASTENVERSLAG 2016 NATUUR- EN VOGELWERKGROEP DE GRUTTO

Kerkuilenseizoen 2010 : de populatie bleef stabiel

Nationaal Park Hoge Kempen

Steenuilenbescherming verslag Steenuilenwerkgroep Echt-Susteren Geco Visscher Fred van Geneijgen

Onze kerkuilen in 2002 : 9 broedgevallen

Kerkuilenseizoen 2003 regio Bachten de Kupe

Uilenwerkgroep Waasland Regio Zuid-Waasland

Betreft: Aanvullende informative quickscan Flora & Fauna Locatie: Wijbosscheweg 107, Schijndel Kenmerk: Tm QFF BRF Datum:

Uilenwerkgroep Waasland

Kerkuilenseizoen 2004 regio IJzer en Polder : de sprong voorwaarts

Haaksbergen. Bescherming Steenuil, Kerkuil, Bosuil, Torenvalk in Haaksbergen en Omgeving JAARVERSLAG. Uilenwerkgroep Haaksbergen

Jongen uitgevlogen totaal

Vogelwacht Akkerwoude e.o.

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

Nieuwsbrief Vogelwerkgroep IVN Oisterwijk

Haaksbergen. Bescherming Steenuil, Kerkuil, Bosuil, Torenvalk JAARVERSLAG. Uilenwerkgroep Haaksbergen. in Haaksbergen en Omgeving

NIEUWSBRIEF OVER HET JAAR 2013

Gemeente Km² ** Terr Terr Terr /08-09/10 05/06-07/08. Veurne 22,7 6 0,26 5 0,22 4 0,18 1,00 0,04 1 0,04

Jaarverslag steenuilen uitgebreide versie

(nestkastenproject) Golfbaan Welschap

Bosuilen 34 jaar geteld in Noord-Kennemerland

Nieuwsbrief Roofvogelwerkgroep Fruitstreek. Februari 2014

Bruine kiekendieven in 2005

DE KERKUIL: EEN SUCCESVERHAAL

Aantal dode jongen. Aantal Uitgevlogen. jongen

Meer over de steenuilen. Even voorstellen. Hier wonen ze

Steenuilenwerkgroep Noord-Holland

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen

Kerkuilbroedgegevens 2011 Regio 18 Noord-Brabant, subregio 14 de Kempen Vogelwerkgroep De Kempen

Nieuwsbrief van de Steenuilenwerkgroep van Natuurpunt

Succesvol 7-legsel in 2008

NIEUWSBRIEF OVER HET JAAR 2012

Haaksbergen. Bescherming Steenuil, Kerkuil, Bosuil, Torenvalk in Haaksbergen en Omgeving JAARVERSLAG. Uilenwerkgroep Haaksbergen

K.N.N.V. afd. Vriezenveen

Kerkuilwerkgroep Vlaanderen

Jaarverslag 2018, Kerk- en Steenuilenwerkgroep NH, regio 9

Nieuwsbrief van de Steenuilenwerkgroep van Natuurpunt

Verslag 2017 Uilenwerkgroep de Oelenwappers

KORT VERSLAG MONITORINGRESULTATEN GIERZWALUWNESTKASTEN

Experts maakten zich in het voorjaar zorgen: waar blijven de zwaluwen? Nieuwsbrief augustus 2018

De kerkuil is laat dit jaar, alle reacties op een rij.

Afgaande op het gedrag vermoeden we dat te maken hadden met hetzelfde mannetje als in 2011, maar omdat het niet geringd is, weten we dat niet zeker.

Verslag 2016 Uilenwerkgroep Zutphen de Oelenwappers

K.N.N.V. afd. Vriezenveen

KORT VERSLAG MONITORINGRESULTATEN GIERZWALUWNESTKASTEN

Kerkuilenseizoen 2008 : minder maar toch meer

NESTKASTENVERSLAG NVWG De GRUTTO 2017

Uilen. Inleiding. Zintuigen van de uil. De jonkies van een uil. Soorten uilen

Steenuilen Noordoost-Twente 2012

WETENSCHAPPELIJK VERSLAG 2018

Jaarverslag Bijeneters 2017

Bruine kiekendieven 2010

Broedresultaten steenuil 2007

Kerkuilen Werkgroep Bevelanden. Bron: Stichting Kerkuilen Werkgroep Nederland. Foto: Andre Eijkenaar

Door Matthias Koster, Sovon districtscoördinator D13, Grote Rivieren

Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013

Meer over onze slechtvalken. Even voorstellen. Echte natuur

DE SLECHTVALKEN in Liempde, 2017

Kruiswoordpuzzel Uilen van Nederland Wat weet jij over deze bijzondere dieren?

Meer over de ooievaar. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Hieraan herken je hem

Functioneren kunstmatige eilanden voor visdieven in de Inlaag Oesterput op Noord-Beveland en in de Inlaag Neeltje Jans: Broedseizoen 2016

Kerkuilnieuws Nieuwsbrief Kerkuilwerkgroep Vlaanderen 9 de jaargang, nr

STICHTING IT EIBERTSHIEM

Verslag Nestkasten 2010 Fûgel en Natoerbeskermingswacht Eastermar

Functioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017

Aantal gevonden legsels in 2008

STEENUILEN ROND WIJK BIJ DUURSTEDE

Kerkuilen Werkgroep Bevelanden. Bron: Stichting Kerkuilen Werkgroep Nederland. Foto: Andre Eijkenaar

Versie Maart Verslag Inventarisatie kansen roofvogels Zuidas- Zuidasdok Maart 2016

NIEUWSBRIEF 2018 HET HEXEL. Broedresultaten en waarnemingen nestkastenproject

Lage Veldweg 5 en 10. Verkenning flora- en fauna. In het kader van voorgenomen sloopwerkzaamheden

Op Europees niveau is de soort in de periode met 52% afgenomen, en ten opzichte van 1990 met 6%.

Verslag over de roofvogelstand in de. Amsterdamse Waterleidingduinen dagen later begonnen met het leggen. ongunstig en

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

werkdocument U : TTT-.J 170' r rijksdienst voor de.jsselmeerpolders Roofvogel- en uilen broedgegevens van 1977 tot en met 1982 in de

(uilenbescherming) De steenuil. M. Pijs. De Blauwe Klauwier jaargang 34 - nr.1 januari 2008

NIEUWSBRIEF 2017 HET HEXEL. Broedresultaten en waarnemingen nestkastenproject

Weilandberichten - Een vijfling!

Verslag Vogelwerkgroep IVN Vijlen-Vaals en Gemeente Vaals 2014

Nieuwsbrief Vogelwerkgroep IVN Oisterwijk

De Steenuil in 2000 Broedbiologische data aan de hand van de nestkaarten uit 2000

Jaarverslag 2007 It Eibertshiem.!

Actuele verspreiding, trends en broedsucces van Steenuilen in Nederland

Koolmezen in Gent, Dendermonde en Sint-Niklaas: een dramatisch broedseizoen in 2015

Transcriptie:

Kerkuilwerkgroep Vlaanderen Voorzitter Ludo Smets T. 016 44 83 34 kerkuilwerkgroep@vogelbescherming.be Afgevaardigden kernbestuur Paul Laeveren T. 014 54 77 66 paul_laeveren@hotmail.com Philippe Smets T. 0475 60 55 43 philippe.smets3@telenet.be Correspondentieadres Kerkuilwerkgroep Vlaanderen t.a.v. Ludo Smets Walburgstraat 37 (Koetshuis-Stadspark) 9100 Sint-Niklaas Website www.kerkuilwerkgroep.be Steunfonds 744-3291552-44 Verantwoordelijke uitgever van Kerkuilnieuws : Ludo Smets, Walburgstraat 37, 9100 Sint-Niklaas PROVINCIALE AFGEVAARDIGDEN EN VERTEGENWOORDIGERS RAAD VAN BESTUUR West-Vlaanderen Aurel Vande Walle T. 0497 32 45 06 aurel.vandewalle@natuurwetenschappen.be Kris Degraeve T. 058 31 45 88 kris.degraeve3@telenet.be Vlaams-Brabant Philippe Smets T. 0475 60 55 43 philippe.smets3@telenet.be Stany Cerulis T. 0495 42 84 98 s_cerulis@hotmail.com Oost-Vlaanderen Johan Lefebvre T. 0486 14 04 80 johan.lefebvre@scarlet.be Geert De Smet T. 03 766 73 20 g.de.smet@skynet.be Antwerpen Ludo Smets T. 016 44 83 34 kerkuilwerkgroep@vogelbescherming.be Carlo Verheyen T. 0475 82 45 61 carloverheyen@skynet.be Limburg Peter Gabriëls T. 0485 78 66 96 gabrielspeter@hotmail.com Patrick Schuurmans T. 0486 86 31 43 patrick.schuurmans@telenet.be AFDELING VAN VOGELBESCHERMING VLAANDEREN vzw 2 Kerkuilwerkgroep

de oktober 2013 14jaargang Inhoud Voorpagina Kerkuil... 1 Adressenmatrix Nuttige adressen... 2 Voorwoord Koude lente... 4 Resultaten 2011-2012 Resultaten West-Vlaanderen... 6 Resultaten Oost-Vlaanderen... 12 Resultaten Antwerpen... 16 Resultaten Vlaams-Brabant... 20 Resultaten Limburg... 24 Resultaten Vlaanderen... 30 Provinciaal nieuws Nieuws uit West-Vlaanderen... 34 Nieuws uit Oost-Vlaanderen... 40 Nieuws uit Antwerpen... 43 Nieuws uit Vlaams-Brabant... 55 Weer versus Kerkuil Weer vs. Kerkuil 2011... 56 Weer vs. Kerkuil 2012... 58 Onderzoek Kerkuilpracticum... 60 Braakballen pluizen... 64 Vogelopvangcentra VOC-adressenlijst... 70 Nog geen lid? Vogelbescherming Vlaanderen... 72 3 Inhoud

Koude lente Voorwoord Ludo Smets Voorzitter De voorbije winters hebben we nog eens echt strenge weersomstandigheden gekend, met beduidend veel sneeuw en lange vorstperiodes. De Kerkuil is zo n typische soort die hierdoor sterk kan getroffen worden. Dat hebben we gemerkt aan de vele meldingen van dood gevonden individuen. Dit jaar, 2013, was de toename aan slachtoffers in maart uitzonderlijk hoog, net op het moment dat de vogels aan het nieuwe broedseizoen zouden beginnen. Normaal piekt het aantal verkeersslachtoffers jaarlijks in maart, maar nu werden aanzienlijk veel vogels dood gevonden in tuinen en dicht bij woningen. Een duidelijk signaal dat de voedselvoorraden (aanbod aan muizen) zeer laag stonden. Koude temperaturen maar ook de erg natte, regenachtige omstandigheden waren hiervoor verantwoordelijk. Nochtans slaagde de Kerkuil er in 2012 nog in, ondanks de minder gunstige weersomstandigheden, een topjaar neer te zetten met zeer veel uitgevlogen jongen. We hopen dan ook dat 2013 toch nog weliswaar een erg laat een normaal broedseizoen zal opleveren, in tegenstelling tot andere soorten zoals Bosuil en Steenuil. Voor Bosuil gaat 2013 al zeker de geschiedenisboeken in als een echt rampjaar met amper reproductie. De sterkte van de Kerkuil is immers zijn aanpassingsvermogen om zowel erg vroeg als zeer laat op het jaar te kunnen broeden en jongen groot te brengen. Alles hangt af van het voedselaanbod. Kerkuilnieuws In dit tijdperk van multimedia en communicatietechnologie worden we overspoeld met nieuws. Vooral de digitale snelweg heeft een enorme vlucht genomen. Voordeel hierbij is dat je op een vrij goedkope manier zeer snel heel veel mensen kan bereiken. De digitale nieuwsbrief vervangt meer en meer de gedrukte versie. Bovendien is het vrij eenvoudig om met een paar muisklikken een aantrekkelijke lay-out op het scherm te toveren. Wij hebben ervoor gekozen om Kerkuilnieuws in zijn gedrukte versie vanaf nu nog tweejaarlijks uit te brengen, vooral omwille van de hoog oplopende verzendkosten. De broedresultaten maken we tegenwoordig jaarlijks bekend in een doorrollende flyer, met andere woorden telkens met de resultaten van de laatste twee broedseizoenen (2011-2012, 2012-2013, 2013-2014, ). Ons opzet is dat elke medewerker, sympathisant en vooral locatiehouder jaarlijks deze folder gratis aangeboden krijgt. Vanaf 2014 zullen we onze digitale nieuwsbrief in de even jaren ook minstens driemaal proberen uit te brengen. 4 Voorwoord

Vierde workshop Na drie uitermate geslaagde opleidingsdagen op rij, respectievelijk te Wijgmaal, Beernem en Neerpelt, is er al een spontane vraag gekomen om volgend jaar een vierde workshop te organiseren in het noorden van de provincie Oost-Vlaanderen. Dat zal gebeuren in samenwerking met het Nederlandse Zeeuws-Vlaanderen van waaruit grote interesse werd bevestigd. De regionale ploeg medewerkers kijkt al uit naar een geschikte locatie. Het Provant-Team (Provinciale Stuurgroep Antwerpen) is de eigenlijke organisator van de workshops en verzorgt het inhoudelijke programma. De ploeg heeft enkele interessante suggesties ontvangen op de vorige sessies en buigt zich momenteel over de idee om opvolgende themadagen uit te werken, eerder dan een algemene, eendaagse workshop. Zo zou een eerste dag bijvoorbeeld enkel over nestkasten, controle en opvolging kunnen gaan, een tweede dag over terreininrichting, terreinbeheer en populatieopbouw en een derde dag over het ringwerk, leeftijd- en geslachtsbepaling en wetenschappelijk onderzoek. Op die manier kan nog dieper ingegaan worden op de verschillende thema s en onderwerpen. Een workshop krijgt dan eerder de vorm van een cursus, wat volledig strookt met het opzet: leren van elkaar. Het Provant-Team engageert zich in ieder geval om jaarlijks dergelijke opleidingsdagen te blijven organiseren voor alle medewerkers, sympathisanten, ringers, locatiehouders en andere geïnteresseerden Kernregio s onder druk Met enige regelmaat voel ik mij verplicht om te reageren op publicaties en uitspraken waarbij de Kerkuil vandaag als momenteel niet bedreigd wordt gecatalogeerd. In deze nieuwsbrief vindt u enkele schrijnende voorbeelden die aantonen dat zijn broedplaatsen constant onder druk staan als gevolg van verstoring: succesvolle locaties die afgebroken worden, nestkastkrakers maar dan wel van menselijke aard, verdwijnen van broedlocaties door renovatiewerken, accidentele verstoring door omstandigheden van diverse aard, Maar ook de versnippering van zijn leefgebied gaat onverminderd verder. Waar ik mij vooral zorgen om maak, is de vaststelling dat de laatste jaren minder goede resultaten worden geboekt in de echte bakermatgebieden in Vlaanderen. Dit zijn de relictregio s die als brongebied fungeren van waaruit de kerkuilpopulatie terug werd en wordt opgebouwd en uitgebreid. Enorm grote ruilverkavelingen, voornamelijk in functie van industrieterreinen en sociale woningbouw, doen meer en meer stukken geschikte biotoop verdwijnen. Van compensatie is er helemaal geen sprake. Wanneer de bevoorrading van de dunner gezaaide populaties in Vlaanderen met jonge vogels uit deze bakermatgebieden onvoldoende groot is, zal de overlevingskans opnieuw veel kleiner worden. Uiteindelijk gaat de opgebouwde populatie dan terugvallen in lokale relictbestandjes. Met (slechts) duizend broedparen in topjaren en alle risico s waaraan de Kerkuil is blootgesteld, blijft deze soort voor mij vandaag kwetsbaar tot bedreigd! 5 Voorwoord

Resultaten 2011-2012 Provincie West-Vlaanderen Aurel Vande Walle Provinciaal afgevaardigde Dit jaar proberen we een nieuwe procedure uit. Deze nieuwsbrief verschijnt vanaf nu nog slechts tweejaarlijks. Dit betekent dat we in elk nummer een overzicht zullen geven van twee werkjaar. Net zoals in de rest van Vlaanderen is ook in West-Vlaanderen een constante inventarisatie- en beschermingsactie bezig ten voordele van de Kerkuil en dit reeds over een langere periode. Deze actie heeft in de loop der jaren zijn vruchten afgeworpen, want stilaan merken we dat zich een stabiele populatie heeft gevestigd in onze provincie. Opnieuw was het voorbije jaar, net als de vorige (2010 en 2011), een zeer sterk jaar voor de Kerkuilen in West-Vlaanderen. Was 2010 tot nu toe het tweede sterkste jaar met 109 gekende broedgevallen na 2007 met 120 dan was 2012 bijna een evenaring van het recordjaar 2011 met toen 125 broedgevallen. Het voorbije jaar staat dus voorlopig geboekstaafd als een nieuwe tweede met 123 broedgevallen (waarvan slechts één vervolg- of vervanglegsel). Die 123 broedgevallen splitsen zich verder uit in 98 gecontroleerde broedsels waarvan het aantal jongen gekend is en/of geringd, naast twaalf vastgestelde (géén jongen gekend) en dertien mislukte broedsels. Wanneer we de tweede broedsels in mindering brengen van het algemene totaal, dan komen we voor West-Vlaanderen uit op 123 broedende koppels, als ondergrens van onze populatie. Controleplaatsen en vastgestelde broedsels tijdens de periode 2002-2012 6 Resultaten 2011-2012 West-Vlaanderen

Ken je plekje De trend die we de voorbije jaren reeds zagen, zet zich duidelijk door. Onze Kerkuil wordt steeds minder een kerk uil en steeds meer een schuur uil. Nog meer dan vroeger vinden we de Kerkuil broedend op boerderijen, in schuren en stallingen. Niet minder dan 105 op 125 broedsels in 2011 en 101 op 123 broedsels in 2012 vonden plaats op of rond boerderijen. Uiteraard ligt het verband met muizenrijke voedselplaatsen hier voor de hand. Slechts tien koppels vonden een kerkgebouw geschikt als broedplaats. Andere plaatsen zijn nog schaarser: een kasteel, een afgelegen loods, een leegstaande woning, Wat betreft nestplaatskeuze volgen de in West-Vlaanderen broedende Kerkuilen de nationale trend: elke rustige, donkere plaats blijkt geschikt en liefst nog met een speciale nestkast ter plaatse. In 2012 verkozen opnieuw 112 koppels een nestkast als broedplaats, dit is 90% van de gekende broedsels. Ook dit is een nieuw record en precies hetzelfde aantal als in 2011. Aard van de locaties waar broedende Kerkuilen werden aangetroffen in de periode 2002-2012 foto: Han Bouwmeester / BuitenBeeld Kerkuil 7 Resultaten 2011-2012 West-Vlaanderen

Reproductie Ook het reproductiecijfer moeten we even van dichterbij bekijken. Heel dikwijls staan we, wat betreft het reproductiegemiddelde, bovenaan in de lijst van Vlaamse provincies. In 2011 telden we gemiddeld 3,13 jongen per nest wat vrij hoog is. In 2012 scoorden we met 2,99 jongen per nest beduidend lager dan andere jaren. Laat het duidelijk zijn: in West-Vlaanderen moet de Kerkuil steeds meer moeite doen om zijn kostje bijeen te scharen én zijn jongen groot te brengen. Braakballenonderzoek leert ons dat. In een partij braakballen van West-Vlaamse Kerkuilen vinden we een veel grotere verscheidenheid aan prooisoorten dan elders in Vlaanderen: de Kerkuil moet dus extra energie leveren en elke prooi is welkom! Prooidieren zijn schaarser in West-Vlaanderen dan in andere provincies: het landschap is er ook eenzijdiger, zeg maar armer of minder gevarieerd. Vandaar ook dat de Kerkuilen verder van elkaar broeden. Er zijn minder koppels per km² want het landschap, of de biotoop als je wil, kan die hogere druk niet aan. En ergens speelt dat toch in de kaart van de populatie. De volwassen vogels moeten zich verder verwijderen van de broedplaats om voedsel te zoeken en zijn ook tevreden met een verscheidenheid aan prooidieren. Anderzijds is er minder voedselconcurrentie van andere koppels. Elk koppel heeft immers een groter territorium nodig om te jagen en dus slagen zij erin, dankzij dat grotere jachtgebied en een ruime verscheidenheid aan prooien, om grotere broedsels voort te brengen. Fluctuerend jaarlijks nestgemiddelde in West-Vlaanderen tijdens de periode 2002-2012 8 Resultaten 2011-2012 West-Vlaanderen

foto: Han Bouwmeester / BuitenBeeld Kerkuil

Maar populaties prooidieren zijn zelf ook onderhevig aan schommelingen (onder andere door voedselgebrek, druk van predators, ) zodat ze binnen een bepaald gebied onder een kritische grens kunnen geraken. Dan kan het zwaar worden voor de Kerkuil, hij moet immers meer energie steken in het zoeken naar voedsel dan dat hij er zelf kan uithalen. We stellen dan ook vaak vast dat een bepaald koppel maar één, maximaal twee jaar op dezelfde plaats verblijft en dan gewoon verdwijnt. Dit kan echter niet aan de broedplaats liggen want die is niet veranderd! Alleen is die regio, na enkele jaren té intensief bejaagd te zijn geweest, te arm aan prooien om er nog langer te kunnen blijven. Regio s in West-Vlaanderen Niet alleen tussen de provincies onderling, maar ook nog eens in de provincies zelf zijn er belangrijke, regionale verschillen qua broedresultaten. In onze provincie wordt steeds duidelijker dat het zwaartepunt van de broedende koppels in de Polders komt te liggen. Zowel in 2011 als in 2012 spant Het Houtland (streek rond Brugge) de kroon: met respectievelijk 41 en 52 broedsels op respectievelijk 125 en 123 broedgevallen is ruim één derde van de West-Vlaamse populatie daar te vinden. Tellen we daarbij nog eens de andere kant van de provincie IJzer en Polderstreek mee, dan komen we aan een totaal van Aantal vastgestelde nesten met het aantal jongen per nest tijdens de periode 2002-2012 Aantal vastgestelde broedsels per regio in West-Vlaanderen tijdens de periode 2002-2012 10 Resultaten 2011-2012 West-Vlaanderen

76 koppels die in het polderlandschap tot broeden komen. En met de Middenkust erbij wordt dat respectievelijk 85 en 86 broedparen. En precies in die Polders hebben we de meeste broedgevallen op of rond boerderijen. Het Tieltse, De Mandelstreek, Leie-Schelde en de West-Vlaamse Heuvels zijn goed voor respectievelijk 9, 2, 16 en 12 broedsels in 2011. Een status quo in 2012 voor het Tieltse en de Mandelstreek, een daling naar 12 voor Leie-Schelde en een toename naar 14 voor de West-Vlaame Heuvels. Benieuwd wat 2013 ons zal brengen na die vele koude periodes met overvloedige sneeuwval die maar bleven komen in aanrollende golven. Aantal vastgestelde broedsels per regio in West-Vlaanderen tijdens de periode 2002-2012 Regioverantwoordelijken Regio IJzer en Polder: Kris Degraeve, e-mail: Kris.Degraeve@skynet.be, tel. 0498/64 50 23 Regio Middenkust: Hans Haghebaert, e-mail: Hans.Haghebaert@telenet.be, tel. 059/30 42 44 Regio Houtland: Rik Van De Kerckhove, e-mail: rikvandekerchove@telenet.be, tel. 050/35 40 44 Regio Mandel: Koen Vandepitte, e-mail: vandepitte.koen@skynet.be, tel. 0478/39 46 77 Regio Tielt: Aurel Vande Walle, e-mail: aurel.vande.walle@detorenvalk.be, tel. 0497/32 45 06 Regio Leie-Schelde: Richard Beernaert, tel. 0497/32 45 06 Regio West-Vlaamse Heuvels: Erwin Verfaillie, e-mail: erwin.verfaillie@telenet.be, tel. 0497/62 24 85 Met dank aan alle enthousiaste medewerkers! 11 Resultaten 2011-2012 West-Vlaanderen

Resultaten 2011-2012 Provincie Oost-Vlaanderen Johan Lefebvre Provinciaal afgevaardigde De vroege winterse neerslag in december 2010 gaf geen goed voorgevoel van hoe het komende broedseizoen zou verlopen. We vreesden het ergste. De winter werd evenwel snel gevolgd door een eerder zonnig, droog voorjaar. Enkele vroege signalen van nestbezetting lieten uitschijnen dat koning winter toch nog niet zo streng was geweest. Er kwam echter geen vervroegd signaal om de controles vanaf half mei in plaats van half juni te starten. Voor dit signaal moet er vanuit een aantal jaarlijks terugkerende broedsels een teken zijn dat de jongen vroeger zijn dan normaal. En dit was niet zo in andere regio s van Vlaanderen. Begin juni starten normaal de controles. Bij deze eerste controles was al snel duidelijk dat het goed zat. Er werden niet alleen grote broedsels opgetekend van vier en vijf jongen maar de jongen waren ook al vrij volgroeid. Dus toch vroege broedsels na zo n strenge winter! Er werd opgeroepen om na te zien voor tweede foto: Peter van der Wijst / BuitenBeeld Kerkuilkuiken in de weegschaal

Aard van de locaties waar broedende Kerkuilen werden aangetroffen in 2011 en 2012 broedsels in de maanden septemberoktober op die plaatsen waar de Kerkuilen al vroeg jongen hadden. Uiteindelijk werden 61 broedgevallen opgetekend. Ondanks de strenge winter toch geen flinke opdoffer zoals we die hadden na de winter van 2005; daar was de populatie gehalveerd. Nu was er een daling van 71 naar 61 broedgevallen. Geen goed jaar in aantallen broedsels maar wel in het aantal jongen, gemiddeld 3,22 over 49 gecontroleerde nesten. 2011 was het jaar met het grootste aandeel van broedsels in nestkasten (66%). Onze provincie herbergt nog tal van vrije broedsels. Wat betreft de locaties houden de boerderijen (en open/gesloten schuren) goed stand met dubbel zoveel locaties (32) dan kerken en kapellen samen (16). Dit is al zo sinds 1998 toen op initiatief van de Regionale Landschappen stelselmatig nestkasten op boerderijen en schuren werden geplaatst. Er is in Oost-Vlaanderen in 2011 ondanks het vroege broeden in het voorjaar slechts één tweede broedsel opgetekend. Dit bevond zich in het succesvolle gebied van het Waasland. Het eerste broedsel telde drie jongen, het tweede broedsel vier jongen. Het maximum van nestjongen in 2011 bedroeg vijf op vier locaties. Zeven jongen grootbrengen in één locatie lukt dus wanneer er spreiding is in tijd en bij een voldoende groot muizenaanbod gedurende deze uitgerekte broedperiode. 13 Resultaten 2011-2012 Oost-Vlaanderen

Dat we na een dip in 2011 zouden komen tot een recordjaar voor Oost-Vlaanderen in 2012 hadden we niet durven dromen. Maar jawel, in 2012 hebben we net de kaap van 100 broedgevallen gehaald. Het vorige record was 2007 met 86 broedgevallen. Deze enorme toename van 61 in 2011 naar 100 in 2012 is voornamelijk terug te vinden in reeds gekende broedlocaties in boerderijen. Deze toename situeert zich voornamelijk in het noorden van de provincie met uitschieters in het Meetjesland en in Lochristi. Opvallend ook is het grote aantal mislukte broedgevallen (13). De schuldigen die we hierin moeten zoeken zijn voornamelijk Kauwen. Zij slagen er in om een reeds bezette nestkast van Kerkuil te kraken en het vrouwtje van de eieren te jagen om alzo zelf de nestkast vol takken te gooien. Het gemiddeld aantal nestjongen evenaart dit van 2011 met 3,23 nestjongen per nest, wat voor Oost-Vlaanderen uitstekend mag genoemd worden. Echter, het waren geen topjaren wat dit betreft. In 2005 en 2007, twee recordjaren wat betreft het aantal broedgevallen, haalden hogere nestgemiddelden: respectievelijk 3,57 en 3,43 pulli/nest. Aantal vastgestelde nesten met het aantal jongen per nest in 2011 en 2012 14 Resultaten 2011-2012 Oost-Vlaanderen

foto: Chris van Rijswijk / BuitenBeeld Kerkuilkuiken in nestkast

Resultaten 2011-2012 Provincie Antwerpen Ludo Smets Provinciaal afgevaardigde 2011 kunnen we zeker niet bestempelen als een bulkjaar voor de Kerkuil, maar ook niet als een echt daljaar. En voor een normaal gemiddeld jaar waren er dan weer te veel uitersten binnen de provinciegrenzen. Het is duidelijk dat de impact van de strenge winter vooral in Antwerpen en ook in Limburg voelbaar is geweest. In sommige regio s kwam men amper aan de helft van het normale aantal broedgevallen terwijl andere regio s dan weer wel een absoluut record boekten, een trend die ook elders in Vlaanderen terug te vinden was. Met 225 broedgevallen behaalden wij toch nog het vijfde beste resultaat tot nu toe. Op 25% van de 889 controleplaatsen (waarvan 754 nestkasten) werd een broedgeval genoteerd terwijl op 95 andere plaatsen de Kerkuil niet broedend aanwezig was. 216 koppels broedden in een nestkast goed voor 96% van alle broedgevallen! In 201 nesten werden 647 jongen geteld, wat een nestgemiddelde Evolutie van de broedaantallen van Kerkuil in de provincie Antwerpen in de periode 1981-2012 16 Resultaten 2011-2012 Antwerpen

Spreiding van het aantal controleplaatsen in de provincie Antwerpen geeft van 3,2 jongen per nest, exact overeenstemmend met het langjarig gemiddelde voor Vlaanderen. Per kilometerhok van 80 km² werden maximum 18 broedgevallen opgetekend, in slechts 1 hok werd de hoogste bezetting ooit bereikt. Hiermee zijn we voor de provincie Antwerpen, wat betreft 2011, uitgepraat. Met opnieuw een strenge winterperiode vreesden we aanvankelijk dat 2012 gelijkaardig zou verlopen, het tegendeel werd al vroeg op het jaar duidelijk. De eerste bedelende ( blazende ) jongen werden al in de laatste week van april en de eerste week van mei overal opgemerkt. Doorgaans beginnen we de nestkastcontroles op 15 juni. Dat jaar troffen we tijdens enkele verantwoorde steekproefcontroles half mei nesten aan met jongen van zes tot acht weken oud. Twee weken later zaten ze al in de uitvliegopeningen, uitzonderlijk vroeg! Vanaf 1 juni startten we met de nodige voorzichtigheid met de echte controles. Terecht: ondanks de vroege meldingen en grote jongen zaten heel wat Kerkuilen nog op eieren. Op het eerste broedsel stelden we een spreiding van meer dan twee maanden vast want niet alle Kerkuilen beginnen op hetzelfde moment te broeden. In de tweede helft van juni werden niet alleen overal veel nesten aangetroffen maar ook veel jongen. Meerdere nesten telden zes of zelfs zeven jongen, wat duidelijk maakte dat het een uitzonderlijk jaar zou worden. Eind juli al doken de eerste legsels van tweede broedsels op, wat in Vlaanderen al helemaal uitzonderlijk is. Tot in de late herfst ringden wij nog altijd jongen! De meeste provinciale regio s scoorden heel goed hoewel in de echte kernregio s niet het beste resultaat werd bereikt. In 17 Resultaten 2011-2012 Antwerpen

foto: Peter Van Gils Kerk Wuustwezel vele regio s waren de resultaten normaal, in sommige super met veel vroege en grote nesten. Toch werden in bepaalde andere regio s ook slechtere resultaten behaald dan eerder. De regioverschillen kunnen dus beduidend zijn. Wij vrezen dat in die echte kernregio s waarschijnlijk nooit meer dezelfde resultaten zullen bereikt worden. De reden is te vinden in het recentelijk verdwijnen van zeer grote gebieden door enorme ruilverkavelingen zowel voor industriegronden en sociale huisvesting als voor privéwoningen. De laatste jaren gebeurt dit zichtbaar in een explosieve versnelling, vooral in het zuiden van de provincie. 2012 was goed voor 323 broedgevallen welke 35% van de controleplaatsen bezetten. 297 broedgevallen (92%) werden vastgesteld in een nestkast. Het nestgemiddelde bedroeg 3,8 jongen per nest, 1.072 uilskuikens in 279 gecontroleerde nesten. In totaal werden 923 locaties gecontroleerd waarvan 787 nestkasten. Op 62 plaatsen werd de aanwezigheid van niet broedende Kerkuilen vastgesteld. Met een maximum bezetting van 18 Resultaten 2011-2012 Antwerpen

20 broedgevallen per 80 km² werd het tweede beste resultaat ooit bereikt! Maar niet alles verliep overal even positief. In de tweede helft van juli kregen jongen hier en daar te kampen met een ernstig voedseltekort. Het Opvangcentrum voor Vogels en Wilde Dieren te Herenthout werd op korte tijd overspoeld met magere en verzwakte jonge Kerkuiltjes. Hevige regenbuien veroorzaakten grote sterfte onder de muizenpopulaties en dus ook onder de jonge Kerkuilen. Jarenlange ervaring leert ons echter dat dergelijke sterfte regionaal zeer sterk kan verschillen en dat was nu gelukkig ook het geval. Dat er gevoelig meer ondervoede, jonge Kerkuilen in de erkende opvangcentra terechtkomen, is op zich geen geschikte parameter om het succes van een broedseizoen te meten: als er veel jongen geboren worden, komen er uiteraard ook meer in de problemen. In september stak een ander jaarlijks terugkerend regionaal probleem de kop op: vergiftiging. Voltallige nesten met jongen van tweede en late broedsels gingen verloren en ook meerdere adulte broedvogels werden vergiftigd (dood) gevonden. De oorzaak was snel gekend: een ware Bruine rattenplaag. Mensen strooien al te vaak te kwistig met schadelijk gif om een dergelijke plaag in te dijken terwijl er vandaag toch efficiënte alternatieven bestaan. Zoals traditioneel leverde de tweede helft van september terug de eerste verkeersslachtoffers van het najaar af. Meestal onervaren, jonge vogels waarvoor ons drukke wegennet fataal werd. Volgend voorjaar zal wellicht opnieuw een triest record aan Kerkuilen doodgereden worden, typisch na een topjaar met veel uitgevlogen jonge vogels. Eerst nog afwachten hoe streng of hoe zacht deze winter nu weer gaat worden. Aard van de locaties waar broedende Kerkuilen werden aangetroffen in de periode 2002-2012 Aantal vastgestelde broedsels (totaal en in nestkasten), het procentueel aandeel nestkastbroeders en het provinciaal nestgemiddelde 19 Resultaten 2011-2012 Antwerpen

Resultaten 2011-2012 Provincie Vlaams-Brabant Philippe Smets Provinciaal afgevaardigde Laat ons beginnen met de winter voorafgaand aan het broedseizoen 2011 te bespreken. De winter 2010-2011 was zeer streng. Het vroor dat het kraakte, al van begin november 2010. Begin december 2010 kwam daar al een eerste sneeuwlaagje bij dat de hele maand bleef liggen. 26 december 2010 kwam daar een dikke sneeuwlaag bovenop van zo n 10 tot 15 cm. En toen gebeurde het: voor en juist na de jaarwisseling kregen we ca. 40 meldingen van dood gevonden Kerkuilen. De vindplaatsen waren onder de kerktoren of op het kerkplein, in de schuur of op de binnenkoer van boerderijen. Door de dikke sneeuwlaag liepen de muizen onder de sneeuw en stierven de Kerkuilen van ondervoeding. Paniek alom! In het verleden is het al twee keer gebeurd dat door een zeer strenge winter slechts 10% van de kerkuilpopulatie overleefde. Welke impact zou deze winter hebben op ons kerkuilbestand? Al bij al viel het nog zeer goed mee: we hadden in 2011 juist geteld 156 geregistreerde broedgevallen, slechts vier minder dan in 2010 met 160 broedgevallen. Er moet dus toch nog genoeg reserve geweest zijn. Van de 156 broedgevallen waren er 126 gecontroleerde, 23 vastgestelde, 3 mislukte en 4 vermoedelijke broedgevallen. Een goed jaar dus. 2012 was een zeer goed jaar met 202 broedgevallen! Het tweede beste jaar in de Vlaams-Brabantse kerkuilgeschiedenis. Enkel 2007 was beter met 237 broedgevallen, toen hadden we wel 35 tweede broedsels. In 2012 waren er slechts zes tweede broedsels. Waar is de tijd dat we blij waren toen we voor de eerste keer 100 broedgevallen hadden (2003)? Of toen Aantal controles in Vlaams-Brabant in 2011 en 2012 20 Resultaten 2011-2012 Vlaams-Brabant

foto: Chris van Rijswijk / BuitenBeeld Kerkuil de aantallen schommelden rond de 50 broedgevallen, periode 1990-2000? Of rond de tien broedgevallen in de periode 1982-1987? Maar nu ben ik wel zeer oude koeien uit de gracht aan het halen. Maar toch, als je ziet waar we vandaan komen. Dus 202 broedgevallen in 2012: 159 gecontroleerde, 29 vastgestelde, 7 mislukte en 7 vermoedelijke broedgevallen. Kerkuilen verkiezen nestkast In 2011 werden 503 plaatsen gecontroleerd door 68 gedreven medewerkers. De meeste controles gebeurden op kerktorens en boerderijen of schuren. Daar staan ook de meeste nestkasten. In bijna één op drie is er een broedgeval van Kerkuil. Toch een bewijs dat de nestkasten goed geplaatst zijn en dat er nog veel aanbod is als de populatie groeit. Ondertussen zijn al 34 nestkasten opgehangen in gewone huizen. Is uw zolder geschikt voor een kerkuilnestkast? Laat het ons dan gerust weten. In het Brakona-Jaarboek 2010 staan twaalf pagina s over de Kerkuil in de provincie Vlaams-Brabant. Het jaarboek is verkrijgbaar door 6,5 euro (incl. verzendingskosten) over te schrijven 21 Resultaten 2011-2012 Vlaams-Brabant

op rekeningnummer 230-0524745-92 van Natuurpunt Studie vzw met vermelding van uw naam + Brakona Jaarboek 2010. In 2012 werden 471 locaties onderzocht op aanwezigheid of broedgeval van de Kerkuil. Iets minder dan in 2011 en dat kwam om dat ikzelf niet heb kunnen controleren. Een rugoperatie en zes maanden revalidatie waren de reden. Gelukkig kreeg ik verschillende telefoontjes of mails van locatiehouders die melden dat de uilen jongen hadden en waar ik in hemelsnaam bleef? Zo heb ik toch nog een deel broedgevallen kunnen opnemen in de telling. De regiomedewerkers konden mijn controleronde niet overnemen omdat ze zelf al te veel om handen hadden. Op 202 locaties was er een broedgeval, op 19 plaatsen was er een waarneming van een Kerkuil of verse sporen en op 250 locaties was er niets. Ik wil langs deze weg mijn medewerkers nog eens hartelijk bedanken voor hun inspanningen. Het is dankzij hen dat de Kerkuil het goed doet. Ze verdienen een pluim! Van de 156 broedgevallen in 2011 werden er 138 aangetroffen in een nestkast. Er waren slechts 18 vrije broedgevallen. Wat zou de Kerkuil doen zonder deze nestkasten? Op onveilige plaatsen gaan nestelen waarschijnlijk? Gelukkig kan een kerkuilpaar in Vlaams-Brabant terecht in een van de 514 nestkasten die speciaal voor hen geplaatst zijn! In 2012 werden 190 broedgevallen van de 202 aangetroffen in een nestkast: Aard van de locaties waar broedende Kerkuilen werden aangetroffen in 2011 Aard van de locaties waar broedende Kerkuilen werden aangetroffen in 2012 22 Resultaten 2011-2012 Vlaams-Brabant

Aantal vastgestelde nesten met het aantal jongen per nest in 2011 en 2012 94%! Een record voor Vlaanderen! De reden is dat er steeds meer vrije broedplaatsen verloren gaan door afsluiting of afbraak. Wat nestplaatskeuze betreft zijn boerderijen en schuren de koplopers met 102 broedgevallen. Allemaal in een nestkast! Bijna alle uilengaten zijn dichtgemaakt om verwilderde duiven te weren en ik denk ook dat de Steenmarter, die helemaal terug is in Vlaams-Brabant, ook een rol speelt in de nestplaatskeuze van de Kerkuil. Op de tweede plaats zijn nog steeds kerken in trek met 63 broedgevallen waarvan 60 in een nestkast. Woningen winnen ook aan populariteit. In 2011 waren er 10 broedgevallen, waarvan 9 in een nestkast. In 2012 waren er al 21 broedgevallen, waarvan 18 in een nestkast. Bijna een verdubbeling! Er hangen al 43 nestkasten in woningen. Mooi nestgemiddelde Het nestgemiddelde in 2011 was ook zeer goed, namelijk 3,22 pulli per nest. Er was maar één nest van zes jongen. Toevallig viel de eer mij te beurt deze vast te stellen en te ringen. In het totaal zijn er 406 pulli vastgesteld waarvan er 398 werden voorzien van een wetenschappelijke ring. Dat het ringwerk zijn nut bewijst, hebben we vorige strenge winter nog geconstateerd. De winterslachtoffers waren bijna allemaal jongen van het jaar ervoor, in de regio geboren, en die vertikten het om weg te trekken naar betere oorden. Van 159 nesten kon in 2012 het juiste aantal jongen vastgesteld worden. Er was geen enkel nest van zes jongen. Het nestgemiddelde is 3,32 wat normaal is voor onze provincie. Een nestgemiddelde rond de 3 kennen we nu al 30 jaar in Vlaams- Brabant! 543 pulli werden vastgesteld en 498 werden voorzien van een wetenschappelijke ring. foto: Philippe Smets Kerkuilkuiken ringen 23 Resultaten 2011-2012 Vlaams-Brabant

Resultaten 2011-2012 Provincie Limburg Peter Gabriëls Provinciaal afgevaardigde Terwijl 2011 nog een matig jaar was met minder dan 100 broedsels (95), was 2012 met 156 broedsels dan weer één van de beste jaren ooit in onze provincie. Broedsels 2011 In Limburg hebben de Kerkuilen met 95 broedgevallen het minder goed gedaan dan in 2010 (114). Ondanks het verdwijnen van de soort op vele locaties werd in 10 gebouwen voor het eerst een broedsel aangetroffen, waaronder een schuur die al 15 jaar geen enkel broedgeval had opgeleverd. In tegenstelling tot 2010 werd geen enkel 2de broedsel vastgesteld. De achteruitgang situeerde zich vooral in de Kempen terwijl in Haspengouw de populatie stabiel bleef. Enkele regio s werden echter niet of nauwelijks gecontroleerd zodat van elf broedlocaties, die in 2010 nog bezet waren, geen gegevens bekend raakten. Op 25 locaties waren Kerkuilen aanwezig maar daar was geen broedzekerheid. Op slechts één van de drie confoto: Wil Meinderts / BuitenBeeld Kerkuilkuikens 24 Resultaten 2011-2012 Limburg

Controleplaatsen en vastgestelde broedsels tijdens de periode 2003-2012 troleplaatsen was er een broedgeval. Het aantal gecontroleerde plaatsen schommelt sinds 2001 rond de 300 (2011 = 287). In de gemeente Riemst werd een kerkuilnestkast bezet door een koppel Torenvalken. Nadat de jongen waren uitgevlogen, is in die kast vrijwel onmiddellijk een Kerkuil beginnen te broeden. Dat koppel bracht er zes jongen groot. In een nestkast in de gemeente Hasselt werden meer dan vijftien verse muizen aangetroffen, maar de Kerkuil kwam echter niet tot broeden. Op één locatie in Maaseik zat een Kerkuil in de kast maar die werd later verstoord door een kolonie wespen in de inlooppijp. In het Domein van Bokrijk zijn er blijkbaar steeds voldoende muizen aanwezig om opnieuw terzelfdertijd twee broedsels voort te brengen op slechts driehonderd meter van elkaar. In onze provincie zijn 339 nestkasten operationeel waarvan er vorig jaar 268 van geïnspecteerd werden. 2012 In tegenstelling tot 2011 was het voorbije jaar dan weer één van de beste jaren ooit. Enkel 2007 en 2005 met respectievelijk 190 en 160 broedsels waren nog beter. In alle regio s was er een toename. Bijna op alle locaties, die in het verleden al eens succesvol waren, werden broedende Kerkuilen aangetroffen, wat typisch is voor topjaren. Op één van de twee controleplaatsen was er succes, wat toch wel uitzonderlijk is. Net zoals in 2011 werd in de gemeente Riemst een kerkuilnestkast gekraakt door Torenvalken maar deze keer op een andere locatie. Opnieuw werd deze nestkast, na het uitvliegen van de jonge Torenvalken, bezet door Kerkuilen en vlogen later twee jongen uit. In de omgeving van het natuurgebied de Maten waren in twee woningen, op ca. 300 meter van elkaar, broedende Kerkuilen aanwezig. Bij de krakers van nestkasten zijn het in toenemende mate de Kauwen die voor overlast zorgen en de broedruimte vaak vol met takken sjouwen. Broedlocaties 2011 Het merendeel van de controles gebeurt nog steeds in kerken (111), maar het aandeel van boerderijen en schuren (102) wordt steeds groter. Ter vergelijking: in 2001 werden nog 164 kerken bezocht tegenover slechts 73 boerderijen en schuren. Het aantal broedsels in kerken was vorig jaar sterk gedaald: van 55 in 2010 tot 43 in 2011. Daarentegen hadden boerderijen en schuren meer en meer succes: van 35 naar 38 broedsels. Nog nooit wer- 25 Resultaten 2011-2012 Limburg

Aard van de locaties waar broedende Kerkuilen werden aangetroffen in 2011 en 2012 Aantal vastgestelde nesten met het aantal jongen per nest tijdens de periode 2003-2012 den zo weinig (6) vrije broedsels gevonden. Het procentueel aandeel van broedende Kerkuilen in nestkasten is hiermee verder toegenomen tot 94%. De meeste medewerkers bezoeken vooral de locaties die uitgerust zijn met een nestkast. In tegenstelling tot andere jaren waren er ook geen meldingen van jonge Kerkuilen in een schoorsteen. 2012 Er werden terug meer dan 300 locaties gecontroleerd op de aanwezigheid van Kerkuilen. In elk type gebouw was een toename van het aantal broedsels merkbaar. Vrije broedsels waren er aanzienlijk meer dan in het matige jaar 2011 waardoor het procentueel aandeel van broedende Kerkuilen in nestkasten daalde tot 85%. Reproductie 2011 Het gemiddeld aantal nestjongen (3,5) was vrij goed en lag net boven het 23-jaar gemiddelde (3,4). Maar er waren slechts twee grote nesten met zes pulli. Nergens werd een 2de broedsel aangetroffen. 2012 Met een gemiddeld aantal nestjongen van 4,0 is dit een evenaring van het topjaar 2007. Er waren twaalf nesten met zes 26 Resultaten 2011-2012 Limburg

foto: Philippe Smets Jonge Kerkuil

pulli en zelfs twee nesten met zeven pulli (Lummen en Maasmechelen). In zeer goede jaren met vroeg broedende Kerkuilen worden ook veel 2de broedsels verwacht. Ofschoon niet overal een tweede bezoek werd gebracht, werden echter maar drie 2de broedsels aangetroffen. De gemiddelde legdatum was veel vroeger dan in normale jaren. Begin juni, wanneer de controles beginnen, stonden al heel wat jonge Kerkuilen op uitvliegen. Toestand per regio en gemeente 2011 Vooral in de Kempen was de afname opmerkelijk: vijftien broedsels minder of een afname met 34%. In Haspengouw daarentegen bleef de populatie stabiel op 56 broedsels, dubbel zoveel als in de Kempen. Hier werden wel meer locaties (152) onderzocht dan in de Kempen (100). In de vijf gemeenten van de Maasvallei ging het ook bergaf en werden slechts tien broedsels geteld, een afname met vier. In de Voerstreek was er opnieuw slechts één broedgeval en dit op twaalf bezochte locaties. In onze provincie werden in 36 van de 43 gemeenten één of meerdere locaties bezocht op de aanwezigheid van Kerkuilen. In vergelijking met 2010 was er in negentien gemeenten een afname, in acht een toename en in negen een statusquo. Voor Haspengouw is de gemeente Sint-Truiden het best vertegenwoordigd met 31 controleplaatsen. Daarvan waren er twaalf succesvol, een status-quo tegenover 2010. In Hasselt daarentegen, grotendeels gelegen in de Kempen, kregen de Kerkuilen rake klappen en halveerde het aantal broedsels van tien naar vijf en dit op 24 controleplaatsen. 2012 Elke regio tekende voor een toename, maar deze was het sterkst in de Kempen met meer dan een verdubbeling tegenover 2011. Maar met 59 broedsels in deze regio blijven we toch nog een heel eind onder het recordjaar 2007 (89). Haspengouw was goed voor 78 broedsels, een toename met 39%. Het record van het topjaar 2007 (83) kwam dicht in de buurt. Uit de Voerstreek kwam ook goed nieuws: na drie opeenvolgende jaren met slechts één broedsel werden terug vier bezette nesten gevonden op twaalf onderzochte locaties, allen uitgerust met een nestkast. In de vijf gemeenten van de Maasvallei werden drie broedsels extra geteld dan in 2011. De gemeente Maaseik is hier met zeven broedsels het best vertegenwoordigd. In 40 van de 44 gemeenten werden één of meerdere locaties bezocht. Enkel in Aantal vastgestelde broedsels per geografische streek in Limburg tijdens de periode 2003-2012 28 Resultaten 2011-2012 Limburg

Broed- en controlegegevens en aard van de broedplaatsen in Limburg tijdens de periode 1989-2012 de gemeenten Leopoldsburg, Meeuwen-Gruitrode, Zonhoven en Zutendaal is helemaal niets bekend over de verspreiding. In vergelijking met 2011 was in geen enkele gemeente een afname: in 26 gemeenten was er een toename, in tien een status-quo en in vier geen enkel broedgeval. De twee best onderzochte gemeenten in onze provincie zijn Hasselt (grotendeels zandgrond) en Sint-Truiden (leemstreek). Ze zijn vaak representatief voor de toestand van de Kerkuil in de andere gemeenten, wat ongetwijfeld verband houdt met de aantallen en soorten muizen. In Hasselt werden op 23 controleplaatsen twaalf broedsels geteld, wat nog flink onder het record van 2007 ligt (18). In Sint-Truiden daarentegen, was er op 33 controleplaatsen een nieuw record van 18 broedsels. duidelijk op dat broedplaatsen die meer dan 10 jaar bezet zijn (47) zich vooral situeren in kerken en kapellen. De oudste en meest succesvolle broedplaats bevindt zich echter in een boerderij in Nieuwenhoven, die sinds de telling in 1989 en op 1 jaar na, onafgebroken bezet is geweest en in totaal 83 pulli opleverde. foto: Han Bouwmeester / BuitenBeeld Oude broedplaatsen Sinds 1989 worden de broed- en controlegegevens per locatie en type gebouw verzameld. Momenteel zijn er nog 362 gebouwen die al dan niet jaarlijks bezocht worden. Daarentegen zijn er ook 279 gebouwen die niet meer bezocht worden omwille van diverse redenen. Hierbij zijn er 106 kerken en kapellen waarvan 43 met tenminste één broedgeval in het verleden. Het valt in onderstaande tabel Kerkuilkuiken

Resultaten 2011-2012 De Kerkuil in Vlaanderen Dat er bij de Kerkuil een duidelijk verband bestaat tussen de weersomstandigheden, het voedselaanbod en het broedsucces hoeft geen twijfel meer. Na een strenge winter verwacht je een crash van de muizenpopulaties en op zijn minst een povere start van het broedseizoen. Blijven de voedselomstandigheden ontoereikend, dan zal ook het broedsucces van dat seizoen mager uitvallen. Anderzijds weten we dat Kerkuilen opportunisten zijn en relatief snel kunnen inspelen op gunstige omstandigheden. In deze rubriek worden de broedresultaten van 2011 en 2012 voor heel Vlaanderen weergegeven. 30 Resultaten 2011-2012 Vlaanderen

foto: Chris van Rijswijk / BuitenBeeld Kerkuilen 31 Resultaten 2011-2012 Vlaanderen

Aantal controleplaatsen per provincie en in heel Vlaanderen in 2011 en 2012 Aard van de locaties per provincie waar broedende Kerkuilen werden aangetroffen in de periode 2011 en 2012 32 Resultaten 2011-2012 Vlaanderen

Geregistreerde broedgevallen van Kerkuil in Vlaanderen tijdens de periode 1981-2012 33 Resultaten 2011-2012 Vlaanderen

Provinciaal nieuws Uit de provincie West-Vlaanderen Kerkuilen in West-Vlaanderen De Kerkuil (Tyto alba) is een elegante uil die typisch is voor het kleinschalige boerenlandschap, rijk aan knotwilgrijen, houtwallen, ruige graslanden en akkerranden. Deze van oorsprong rotsbewoner heeft zich goed weten aan te passen aan de menselijke omgeving. De Kerkuil vond er onderdak in kerken, kastelen en schuren. In de onmiddellijke omgeving van zijn nestplaats jaagt hij op kleine prooien. Door zijn witte verschijning s nachts op kerkhoven werd hij vroeger vaak ook geassocieerd met geesten en mythes. Kerkuilen in nesten De kerkuil heeft in Vlaanderen een moeilijke periode doorgemaakt. Hij kwam zelfs een tijdlang op de Rode Lijst van bedreigde broedvogels terecht. Hoewel het de laatste jaren beter gaat, blijven volgende bedreigingen reëel: kerktorens en andere gebouwen worden vaak afgesloten om verwilderde duiven te weren. Door dorps- en stadsuitbreiding bevindt het voedsel van de Kerkuil zich ook steeds verder van de kerktoren; op het platteland kennen we een vergelijkbaar probleem. Klassieke boerenschuren worden meer en meer vervangen door geheel gesloten loodsen en het jachtgebied van de Kerkuil, met de noodzakelijke kleinschalige landschapselementen, dreigt te verdwijnen door ruilverkavelingen en modernere landbouwmethodes; het gebruik van verdelgingsmiddelen tegen knaagdieren is nefast voor de Kerkuil. Wanneer hij vergiftigde muizen eet, stapelt het gif zich op in zijn lichaam. Dit leidt tot onvruchtbaarheid of in het slechtste geval tot de dood; Kerkuilen jagen laag boven de grond en zijn voor al tijdens de jacht in wegbermen op die manier gemakkelijk het slachtoffer van het drukke verkeer. Kerkuilen in nestkasten Sinds 1979 voeren de vrijwilligers van de Kerkuilwerkgroep Vlaanderen, overal in Vlaanderen concrete actie en doen ze onderzoek naar de verspreiding en het leefgebied van de Kerkuil. In de provincie West-Vlaanderen is o.a. de Dag van de Natuur elk jaar een hoogdag voor de Kerkuil. Op verschillende kerktorens, boerenhoven en andere voor de Kerkuil interessante plekken worden dan nest- 34 Provinciaal nieuws West-Vlaanderen

foto: Hans Haghebaert kasten geplaatst of gecontroleerd op bewoning. De broedgevallen worden elk jaar nauwkeurig in kaart gebracht om de soort te monitoren. Omdat de Kerkuil voor West-Vlaanderen een symboolsoort is, ondersteunt de provincie de Kerkuilwerkgroep door de nestkasten die in West-Vlaanderen worden geplaatst te financieren en de vereniging bij te staan in de communicatie naar burgers, landbouwers en gemeentebesturen. Daarnaast neemt de provincie West-Vlaanderen samen met de regionale landschappen Houtland, IJzer & Polder en West-Vlaamse Heuvels initiatieven rond het kwalitatief (her)inrichten van het buitengebied die de Kerkuil ten goede komen. Kerkuilen beschermen Landbouwers en gemeenten kunnen hun steentje bijdragen in de bescherming van de Kerkuil door geschikte nestlocaties ter beschikking te stellen voor het plaatsen van een aan de soort aangepaste nestkast of door het aanplanten van kleine landschapselementen. Ook grasbufferstroken, akkerranden en ruigtes weg van de wegberm zijn ideaal als jachtterrein voor de Kerkuil. Het weren van knaagdierenvergif met Brodifacoum als actieve 35 Provinciaal nieuws West-Vlaanderen

foto: Han Bouwmeester / BuitenBeeld Kerkuil

stof biedt de Kerkuil en zijn nageslacht een meer zekere toekomst. Er bestaat vandaag immers een biologisch alternatief op basis van alfa cellulose dat onschadelijk is voor Kerkuilen. Trouwens, met een Kerkuil in de buurt heb je nog weinig te vrezen van kleine knaagdieren. Je kan ze dus maar beter beschermen. Meer info Meer informatie over hoe u de Kerkuil mee kan beschermen, kan u vinden in de folder die het provinciebestuur samen met de Kerkuilwerkgroep Vlaanderen opmaakte of op onze website onder de campagne Buitengewone soorten : www. west-vlaanderen.be/natuur. Wannes Meersmans Geduld is een lonende gave Elf jaar geleden plaatsten we een nestkast in de schuur van een nog actieve boerderij. De schuur waar stro wordt opgeslagen, ligt nogal dicht bij het erf, maar we konden de nestkast toch op een hoge en donkere plaats hangen. De omgeving is uitermate geschikt voor knaagdieren en uilen. Een kleinschalig zandstreeklandschap met een afwisseling van weiland, akkers, knotwilgenrijen en bosjes. Onze verwachtingen voor een broedgeval waren redelijk hoog gespannen. Zo ook onze jaarlijkse ontgoocheling. Telkens was er geen spoor van Kerkuilen in en rond de nestkast. Maar dit jaar we waren wat laat met de jaarlijkse controle belde de landbouwer mij op om te melden dat er waarschijnlijk uilenjongen in de nestkast zaten. Hij hoorde s avonds een blazend geluid dat zeker niet van zijn vrouw kwam. We gingen kijken en vonden drie mooie, jonge Kerkuilen in de nestkast. Iedereen was content. De boer, die graag beelden maakt in hout, heeft nu een beeld van een uil van een meter hoog gebeiteld en aan de ingang van zijn boerderij gezet. Als Rik wil, mag hij het gaan ringen Marc Pottier Nestkastkrakers In de 11 jaar dat we bezig zijn met het plaatsen en controleren van kerkuilennestkasten zijn we toch meerder keren krakers tegengekomen. Op twee locaties vonden we duidelijke sporen van een Steenmarter. Dit jaar troffen we twee jonge Steenuilen aan in een nestkast die in de nok van een geitenstal hangt. Vijf jaar terug vonden we vier jonge Torenvalken in een nestkast op een zolder. De nestkast was alleen te bereiken via een invliegpijp en we vreesden dat de valkjes moeilijk de weg naar buiten zouden vinden en ook geen noodzakelijke vliegoefeningen zouden kunnen maken. We hebben toen maar een torenvalkennestkast tegen de buitengevel geplaatst en de jonge Torenvalken die al goed in de pluimen zaten daarin geplaatst. En met succes. De oudervogels keken eerst wat vreemd, maar herkenden al vlug hun kroost. Ze werden met succes grootgebracht en vlogen allemaal uit. Nu broeden ze elk jaar terug in de nestkast. Verleden jaar heeft er een steenuilkoppel in de kerkuilennestkast gebroed. We hadden ook al Kauwen en Holenduiven in 37 Provinciaal nieuws West-Vlaanderen

onze nestkasten. Boer Charles plukt elk jaar de Holenduiven uit zijn nestkast om op te eten. Als ik hem zeg dat de Holenduif een beschermde soort is, prevelt hij: duiven zijn duiven en jonge duiven smaken lekker en het vlees is even zacht als nonnenbillen Marc Pottier Spoken in Kaster Het raadsel rond de kerk van Kaster, een klein dorpje waar bij het vallen van de avond het muisstil word. Plots veranderde iets vreemds rond het kerkplein, maar niemand wilde gaan kijken. Aangezien er zich ook een klein kerkhof aan de kerk bevindt, wist men niet wat er aan het gebeuren was. Allerlei geruchten deden de ronde, van eind mei tot eind juni. Men dacht eerst aan iemand die er zijn roes kwam uitslapen na een avondje stappen. Maar daar kwam geen eind aan. Iedere avond begon het opnieuw: gesnurk, geblaas, soms gekrijs. Men begon zelfs te denken aan de overledenen die van zich lieten horen Niemand nam het initiatief om eens te gaan kijken (boze geesten wie weet?). En het bleef maar duren telkens op de zelfde toon, weken aan een stuk. Het dorp begon zich vragen te stellen, ieder dag een ander hypothese. Iemand had zelfs een witte geest gezien. Dan pas kwam het geroddel goed op gang. Op 27 juni 2012 kwam onze ringer Martin langs om eens te luisteren op het kerkhof of er niets te bespeuren was aan de Kerkuilenpijp. Hij stelde zich op een rustig plaatsje op. Plots kwam een Kerkuil naar buiten gevlogen. Nogal speels ging hij boven op de invliegpijp zitten. Enkele minuutjes erna landde een tweede uil op het klein torentje van de kerk en waren ze naar elkaar aan het blazen. Het waren al grote jongen die zeker al een week eerder uitgevlogen waren. Een fantastische ervaring en met een opgelucht hart ging Martin naar huis. Aangezien wij de dag erna de sleutel van de kerk gingen vragen, stelden we vast dat er iemand nieuw aangesteld was. Die man was niet op de hoogte van het feit dat er een kerkuilennestkast was geplaatst en dit reeds tien jaar. 2012 was het eerste jaar dat er een broedsel was. Het hele dorp was opgelucht dat het aanslepende mysterie opgelost was. De Kerkuil is een vogel die erg tot de verbeelding spreekt, onthuld is door de mystiek van de nacht. Als een witte geest doorkliefd zijn verschijning de duisternis. Zijn angstaanjagend, nachtelijk gekrijs gaat door merg en been en een ontmoeting met een Kerkuil zal menigeen nog lange tijd in het geheugen geprint blijven. Zeker als deze ontmoeting plaatsvindt in het holst van de nacht. De witte borst en de goudbruine vleugels kenmerken deze nachtvogel in al zijn schoonheid. Een verhaal dat in schoonheid eindigt maar lang zal bij blijven. Marcel Bloeyaert Acht uilen met een verhaal In Middelkerke was de kerkuilenoogst 2011 ietwat mager maar het ene broedgeval in Leffinge zorgde wel voor acht 38 Provinciaal nieuws West-Vlaanderen

Kerkuilen mét een verhaal én een record! Bij mijn eerste controle op 10 juni 2011 werden we verrast door twee adulte vogels die snel het luchtruim kozen. In de nestkast vonden we vijf kleine, lichtjes sissende pulli. Er lag ook nog één ei bij. We gingen er snel vandoor want hier werd nog volop uitgebroed. Op 29 juni 2011 kwamen we terug. We waren voorbereid en konden één adulte vogel vangen bij het uitvliegen én ringen (L135001). Onze verbazing was groot, want van de vijf pulli was niets terug te vinden. Alleen drie witte eieren lagen in de nestkast. We zorgden ervoor dat mama uil terug op het nest kon en verdwenen opnieuw. Nu voor bijna twee maand. 23 augustus 2011: we konden opnieuw mama uil vangen maar toen we nieuwsgierig én vol verwachting de bak openden, stootten we op maar liefst 8 pulli! Bernard, onze trouwe ringer, stak iedere pullus een ring om de poot (L130412 tot L130419). De kleinste was nog naakt terwijl de oudste reeds zijn dons begon te verliezen. We waren verbaasd, maar toch fier. Vroeger hadden we in Leffinge reeds zeven pulli uit hetzelfde nest kunnen ringen, maar dit broedgeval en het was het enige in Leffinge was enig én eentje met een verhaal en tevens een record voor Vlaanderen! Of alle pulli met succes uitvlogen, is niet gekend. Hans Haghebaert foto: Hans Haghebaert 39 Provinciaal nieuws West-Vlaanderen

Provinciaal nieuws Uit de provincie Oost-Vlaanderen Johan Lefebvre Fingers crossed De Kerkuil heeft zijn stek in Hof Ter Eycken in Ninove, na 25 jaar van weggeweest te zijn, terug ingenomen. In 1990 klaagde de eigenaar over het feit dat de eerste nestcontroles aldaar uitgevoerd in 1986 de Kerkuil hadden verjaagd. Het feit dat het hof naast een drukke tweevaksbaan ligt en dwars door de jachtterreinen van de Kerkuil snijdt, zou een meer plausibele uitleg kunnen geweest zijn, maar uitsluitsel hierover hebben we niet. We kruisen alvast onze vingers naar volgend jaar toe voor deze locatie. Luchtacrobaten De Kauwen (Corvus monedula) zetten aan hun opmars in Oost-Vlaanderen verder. Onze nestkasten worden meer en meer ingenomen door deze zwarte onverlaten. Ook de nestkasten met afgeschuinde inlooppijp bieden geen weerstand meer tegen deze vogels. Zwart-wit contrast Dat zware schijnwerpers op kerktorens geen hinder hoeven te betekenen voor Kerkuilen wisten we al. Maar dat dit ook het gebruik van nestkasten kan bevorderen is nieuw. Een nestkast die in een kerktoren was geplaatst op basis van het mooie jachtgebied dat tegenover de vliegopening lag, bleef jaren onbezet. Totdat omwille van een zendmast de nestkast van plaats moest veranderen. De invliegopening kwam pal in de schijnwerpers te liggen. Wat niemand vermoedde, gebeurde: het was direct prijs met de verplaatste nestkast. De uil vond de invliegopening en zag dat het goed was. Achteraf gezien bleek dat de voormalige invliegopening in de schaduwzijde van de schijnwerpers lag. Zou de Kerkuil in de schaduwzijde nachtblind zijn of lichtblind door het aanvliegen in de schijnwerpers. Dit laatste heeft hij dan ook wanneer hij de nestkast verlaat. Dit laatste is niet hinderend. We weten ook dat de Kerkuil in het donker niet jaagt op het zicht maar op het gehoor. Nachtblindheid bij totale duisternis kan dus een invloed hebben bij het zoeken naar nestgelegenheid bij de Kerkuil. 40 Provinciaal nieuws Oost-Vlaanderen

foto: Jaap Schelvis / BuitenBeeld Hollands uilenbord

Een ander hulpmiddel om de toegang zichtbaar te maken, vinden we in Friesland. Daar zijn de Friese uleboarden een aanwijzer voor de Kerkuil om geschikte locaties aan te duiden. Dit zijn typisch Friese versieringen die de invliegopeningen sieren. Deze zijn opvallend witgekleurd en accentueren als het ware de pikzwarte invliegopening. Dus de invliegopening van een kast accentueren of in een verlichte omgeving plaatsen, kan helpen. In Israël zijn nestkasten voor Kerkuilen die in het open veld op palen worden geplaatst ook wit geschilderd en uiterst succesvol (ze staan daar op afstanden van 100 meter van elkaar). Deze witte nestkasten hebben ook hun voordeel overdag omdat ze de warmte niet opnemen. s Avonds weerkaatsen ze het maanlicht en schitteren ze als het ware als lantaarnpalen in de velden. foto: Hugo Willocx Kauwen 42 Provinciaal nieuws Oost-Vlaanderen

Provinciaal nieuws Uit de provincie Antwerpen Duitse broedvogels Hoewel ik actief ben in de regio Meerhout-Laakdal controleer ik ook nogal wat locaties in de ruime omgeving van Tessenderlo (Limburg). In de Schrikhoek te Schoot een deelgemeente kon ik op 20 juni 2011 een kerkuilvrouwtje controleren met vier kleine pulli in een nestkast in een stal. Deze was geringd met ringnummer Helgoland Germana N000813, uit Duitsland dus! Voor mij de eerste keer in al de jaren dat ik Kerkuilen ring. Deze Kerkuil bleek afkomstig uit Hamm, Westhusen (Arnsberg) op 212 kilometer van deze controleplaats in Vlaanderen. De vogel werd daar als pullus geringd op 9 juni 2010 en was dus net een jaar oud bij de controle. Ook in 2011 kon collega Ronny Huybrechts eveneens een broedend vrouwtje met Duitse ring controleren in Hoeleden (Vlaams-Brabant). Mogelijk is er dus in het najaar van 2010 en de voorbije winter een kleine influx geweest van oostelijke vogels. Hoger genoemd vrouwtje met ringnummer N000813 werd op 9 januari 2013 dood aangetroffen op de kerktoren van Vorst-Laakdal. Herman Berghmans (Regio Meerhout-Laakdal) Toeval of niet Sinds 1990 ben ik verantwoordelijk voor regio 10 in de provincie Antwerpen. Deze regio omvat de volledige gemeente Westerlo, gelegen in de Zuiderkempen. In de deelgemeente Tongerlo is een erg bekende abdij gevestigd. Aanvankelijk was hier op het schip van de abdijkerk een (vaak onbereikbaar) vrij broedgeval. Op 20 april 1996 hebben we er echter een nestkast met bochtige inlooppijp geplaatst om de Kauwen te weren. Dat is tot nog toe vrij aardig gelukt, zeker in de wetenschap dat in de toegangsdreef tot de abdij een grote kauwenkolonie huist in de lindebomen. foto: Ivo Cleiren

In al die jaren is het hen maar één keer gelukt zowel de pijp als de nestkast volledig vol te proppen met takjes. Vanaf 1996 is het dus mogelijk om de broedende vogels te controleren, als we maar geruisloos tot bij de nestkast sluipen en deze dan heel voorzichtig afsluiten. Om deze locatie te controleren, moet ik mij jaarlijks in de abdij aanmelden bij de portier die dan Mijnheer Kees Van Heijst, provisor van de abdij, verwittigt. Samen met hem bestijgen we dan de steile trappen naar de kerkzolder. Ondertussen is dit al een langjarige traditie die Pater Kees absoluut voor geen geld meer wil missen. Doch, bij mijn bezoek op 1 juni 2007 kon hij niet mee naar boven omdat hij in het gips lag als gevolg van een ongeval. Net op die dag kon ik het adulte vrouwtje controleren in de nestkast. Ze droeg een Nederlandse ring met de inscripties Arnhem 5.374.304. Later bleek dat deze vogel geringd werd in Oirschot, Noord- Brabant, als nestjong in een nest met drie pulli op 3 juni 2003. Nu mag het toeval zijn dat Kees Van Heijst ook afkomstig is uit Noord-Brabant, namelijk van de Wouwse Plantage. Zijn ontgoocheling was dan ook zeer groot dat hij net deze controle had moeten missen. Bij de controle in 2008 kon Kees niet snel genoeg boven zijn in de hoop deze vogel opnieuw te kunnen controleren maar dat lukte pas terug op 17 juni 2010. Ja hoor, hetzelfde vrouwtje samen met vier jongen. Hoe gelukkig en trots dit Kees maakte zie je overduidelijk op de foto waarin we dat moment hebben vastgelegd. In 2011 en 2012 zijn we er niet in geslaagd om deze Kerkuil opnieuw te foto: Ludo Oris De plaats waar de hoeve s ochtends nog stond

controleren. Sinds 2006 woont er nog een Kerkuil uit Oirschot in onze regio, namelijk Arnhem 5.383.756, afkomstig van dezelfde locatie, geringd in een nest met vier pulli op 12 augustus 2004. Deze Kerkuil hebben we in 2006 gecontroleerd te Eindhout en op 27 december 2011 te Oosterlo. Paul Laeveren (Regio Westerlo-Zuiderkempen) Onverschilligheid Het is 15 mei 2012. s Ochtends passeer ik toevallig een schuur waarin we ooit een nestkast hebben geplaatst en al jaren succesvol Kerkuilen ringen. De schuur paalt aan een leegstaande boerderij. Ik merkte op dat men de boerderij met zware machines aan het slopen was, de schuur was nog intact. Geen tijd om te stoppen en van mening dat de schuur wel zou blijven staan. Aangezien de zonen van de overleden eigenaars op de hoogte waren van de nestkast, reed ik door. Enkele uren later kwam ik er terug voorbij en zag ik dat ook de schuur was gesloopt. Ik stop en vraag aan de kraanman of er geen Kerkuilen in de nestkast zaten. Hij reageerde bevestigend maar kon geen verdere informatie geven. Hij verwees mij door naar een man die wat verderop aan het graven was. Het bleek een van de zonen te zijn. Aanvankelijk had die weinig zin om mij te woord te staan maar na wat aandringen en de mededeling dat het om beschermde vogels ging, toonde hij me de plaats aan waar zij jonge Kerkuilen hadden gedumpt. Onder wat takken lagen tussen het natte gras (het had net stevig geha-

geld en geregend) drie jonge Kerkuilen van drie à vier weken oud aan hun lot overgelaten De jongen waren kletsnat en bibberden van de kou. Iets verderop zag ik nog drie kerkuilkuikens liggen die al aan onderkoeling gestorven waren. De levende jongen nam ik mee om ze thuis in de warmte te plaatsen. foto: Carlo Verheyen Collega en vogelringer Piet opgetrommeld om ter plaatse mee te gaan bekijken of we eventueel een noodkast zouden kunnen plaatsen. Dat was niet mogelijk aangezien ook alle bomen op het terrein waren verwijderd en de laatste restanten van de gebouwen gesloopt. Bij nader onderzoek vlakbij de plek waar de nestkast lag, vonden we tussen het puin nog een dood jong, het oudste van dit nest. Dit was dus een broedsel met zeven jongen! Dezelfde dag heeft Piet de overlevende uiltjes overgebracht naar het Opvangcentrum voor Vogels en Wilde Dieren te Herenthout. Gelukkig hebben die het gehaald. Voor mij onbegrijpelijk hoe sommige mensen zo onverschillig kunnen omspringen met levende wezens! Ludo Oris (Regio Geel-Mol) Nestkastkraker In een oude veldschuur omgeven door niets anders dan weilanden en akkers hebben wij enkele jaren geleden een kerkuilnestkast geplaatst. Al drie jaar op rij ervaren wij dat het hangslot van de nestkast werd verwijderd en dat men dus de nestkast had opengebroken, met alle gevolgen van dien. De nestkast hadden we aanvankelijk tegen de buitenmuur bevestigd met de invliegopening naar binnen gericht. Mits wat stuntwerk op de hekken om de koeien aan vast te leggen, kon de snoodaard tot bij de nestkast geraken. We besloten daarom de nestkast te verhangen naar het midden van de stal, in het nokgebinte. Blijkt bij de controle van dit jaar dat onze nestkastkraker er al iets op gevonden heeft om toch nog aan de nestkast te kunnen, met behulp van een nadarhek dat hij als ladder heeft gebruikt. Boodschap aan deze lastpost, 46 Provinciaal nieuws Antwerpen

wees gewaarschuwd wij hebben drastische voorzorgsmaatregelen genomen, volgend jaar ben je er gloeiend bij! Carlo Verheyen (Regio Turnhout) Foutjes van de natuur Bij controle van een broedgeval met twee pulli op 16 juni 2012 te Geel bleek een van de jonge Kerkuilen een vergroeide bovensnavel te hebben, een kruisbek. De bovensnavel boog naar rechts af over de ondersnavel. Dit kuiken had een leeftijd tussen vier en vijf weken, woog 227 gram en de vleugel was 109 mm uitgegroeid. We besloten de vogel in zijn omgeving te laten aangezien hij het ondanks deze handicap blijkbaar goed deed. Bij een tweede controle woog de vogel nog 190 gram en was de vleugel tot 117 mm uitgegroeid. Hij was echter nog zeer alert en gezond ogend. Een week later bij de derde controle lag dit jong dood in de nestkast. Nog een opvallend detail, tijdens later onderzoek van het kadaver merken we op dat de bovensnavel nu links afbuigt over de ondersnavel, dus net andersom dan in levende toestand! Tot vandaag hebben we daar nog geen verklaring voor kunnen bedenken, we hebben wel een vermoeden. Op een andere locatie in Geel controleerden we op 1 augustus een nest met drie jongen. Onze verbazing was groot wanneer we de vleugelgroei van deze kuikens nakeken. Alle drie vertoonden ze een ernstige groeistoornis van de vleugelveren. Nog nooit eerder hebben we dit gezien. Positief is dat de drie jongen toch zijn uitgevlogen foto: Carlo Verheyen 47 Provinciaal nieuws Antwerpen

foto: Carlo Verheyen Vleugelrui bij kerkuilpullus en we ondertussen ook al een terugmelding hebben van een van deze vogels. Het is dan toch allemaal goed gekomen. Carlo Verheyen en Piet de Bont Boomuilen In 2011 heb ik een nestkast geplaatst in de oude eik achter in mijn tuin. Dat eerste jaar werd deze enkel maar door duiven bewoond. Dit jaar huist er echter een familie Kerkuilen in. Twee medewerkers van de Kerkuilwerkgroep Vlaanderen zijn de drie jongen komen ringen. Het was een plezier om alle avonden het schouwspel van jongen voederen en jongen die beginnende oefenvluchten maakten te kunnen waarnemen. Overdag sliepen de jongen steeds in de nestkast. De oude uilen roestten soms ook in een holte in de eik en ik vermoed dat de uitvliegende jongen daar ook wel gebruik van maakten. Ik ga dit najaar nog wat aanpassingen aanbrengen aan de nestkast om het de vogels nog comfortabeler te maken. 48 Provinciaal nieuws Antwerpen

Hopelijk blijven ze dan de volgende jaren trouw in deze nestkast wonen en kan ik nog lang van deze prachtige uilen genieten in mijn eigen tuin. Walter Nooyens (Regio Essen-Kalmthout) foto: Walter Nooyens Langste nestkast ooit Op 17 augustus 2012 kreeg ik van Marcel Peeters van het Opvangcentrum voor Vogels en Wilde Dieren te Brasschaat de melding dat er in Nieuwmoer een koppeltje Kerkuilen zou wonen in de dakgoot van een woning in de Jeroom Beckersstraat. Het dak en de dakgoot worden begin september vernieuwd. Het koppeltje moet dus elders een nieuwe nestplaats krijgen of zoeken. s Anderendaags ben ik ter plaatse de situatie gaan bekijken. De Kerkuil vloog door een smalle opening van ongeveer 9 cm aan de zijkant van de dakgoot naar binnen en had dan foto: Walter Nooyens 49 Provinciaal nieuws Antwerpen

foto: Chris van Rijswijk / BuitenBeeld Kerkuil

de holte over de volledige lengte van de dakgoot ter beschikking ofte 9 meter nestkast! De uitwerpselen tegen de gevel toonden dat goed aan. De eigenaars willen er alles aan doen om de Kerkuilen op hun terrein te houden en vroegen ons een oplossing te bedenken. Ondertussen staat er een nieuwe nestkast klaar die we in een nabijgelegen schuurtje zullen plaatsen. Hopelijk nemen de Kerkuilen daar genoegen mee, ze zijn immers een veel ruimer appartement gewoon! Indien ze naar de nestkast verhuizen, kunnen we dit koppeltje ook opvolgen. De eigenaars hebben in ieder geval hun akkoord al gegeven voor de jaarlijkse controles om de jongen te ringen. Wim De Bock (Regio Antwerpen-Noord) Kerkuilen van adel foto: Wim de Bock Waarom zetten jullie niet opnieuw Kerkuilen in de toren van het kasteel?, vroeg een bezoeker tijdens de voorbije Open Monumentendag. Den duc had die vroeger toch ook? Ik herinner me nog zeer goed dat er uilen nestelden in de rechtertoren van het kasteel, vertelt Adhemar Spiessens uit Hingene. Via een stellinggat vlogen ze naar binnen. Elk jaar werden de jongen geringd en één keer zijn ze zelfs tot in Duitsland gevlogen. Adhemar stond op de eerste rij als er op het kasteeldomein iets gebeurde. Tijdens de jaren 60 werkte hij samen met zijn broers foto: Wim de Bock 51 Provinciaal nieuws Antwerpen

en vader Raf regelmatig voor de hertog. In diens opdracht sloopten ze ook de paardenstallen, de oranjerie en de serres op het domein. De stenen werden schoongemaakt en verkocht. Achteraf gezien heb ik er veel spijt van dat ik heb meegeholpen aan de afbraak van al die gebouwen. Maar ja, hoe gaat dat als jonge gast? Ze zeggen u dat het weg moet en ge doet dat hè. Nauwelijks tien jaar na de bijgebouwen was ook de Kerkuil met uitsterven bedreigd. Net zoals andere roofvogels had hij erg te lijden onder de schaalvergroting in de landbouw, het rooien van knotbomen, hagen en houtkanten en vooral het overmatig gebruik van pesticiden. Zo ontstond er een tekort aan voedselrijke habitat voor de Kerkuil. Enkele strenge winters gaven net niet de genadeslag: in 1982 was Vlaanderen nog amper drieëntwintig broedlocaties rijk. Ondertussen is het tij gekeerd onder impuls van de Kerkuilwerkgroep. Die opereert onder de vleugels van Vogelbescherming Vlaanderen. Dankzij de vele nestkasten die werden geplaatst in schuren en op kerkzolders zijn er nu elk jaar ongeveer duizend geregistreerde broedgevallen. Rivierenland Erik De Keersmaecker is coördinator van de Kerkuilwerkgroep Vlaanderen voor het foto: Walter Nooyens 52 Provinciaal nieuws Antwerpen

foto: Hugo Willocx Kerkuil gebied tussen Schelde, Rupel en Nete. Samen met andere vrijwilligers van Natuurpunt Rupelstreek heeft hij de voorbije twintig jaar nestkasten geplaatst in ongeveer alle kerktorens, maar ook in boerenschuren en zelfs op zolders van woningen. Ondertussen hebben we in ons rivierenland terug een stabiele kerkuilenpopulatie van ongeveer dertig broedparen. Daardoor is de drang om nestkasten te plaatsen wat bekoeld en gaan we niet langer actief op zoek. Enkel op aanvraag en op geschikte locaties plaatsen we nog nieuwe kasten. Het kasteel voldeed blijkbaar aan de voorwaarden. Kerkuilen zijn echte muizenjagers en ze maken daarbij geen onderscheid tussen soorten. Bosranden en grasvelden die slechts enkele keren per jaar worden gemaaid, zijn uitstekende biotopen voor verschillende muizensoorten. De rechtertoren van het kasteel kijkt uit over zo n muizenparadijs. Bovendien zijn er in die toren nog stellinggaten aanwezig en vonden we er een zolderkamer die enkel met een ladder bereikbaar is. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat de uilen binnen vrij kunnen rondvliegen. 53 Provinciaal nieuws Antwerpen

Daarom hebben we de nestkast vlak achter een stellinggat geplaatst. Om te beletten dat de alomtegenwoordige Kauwen ze zouden kraken, hebben we langs de buitenzijde van het stellinggat een speciale invliegpijp gemonteerd. Budgettaire beperkingen Om bewoners te lokken, worden er in nieuwe nestkasten oude braakballen gelegd. Dat zijn samengeperste resten van prooien die in de vorm van een kleine bal door de uilen worden uitgebraakt. Erik De Keersmaecker: Het kan een hele tijd duren voordat een nestkast bewoond wordt, soms zelfs meerdere jaren. We kiezen ervoor om de vogels zelf hun weg naar de nestkast te laten vinden. Maar enkele maanden later was het al zover: er was een Kerkuil gesignaleerd op het kasteeldomein! Was hij gezwicht voor die riante, welriekende nestkast in de kasteeltoren? Nee, integendeel. Hij werd gespot in de nok van het schildersatelier, een vervallen gebouwtje in een uithoek van het park. Het atelier werd in 1875 door hertog Joseph d Ursel gebouwd voor zijn artistieke echtgenote Antonine de Mun. Er bestaan al enige tijd plannen om het gebouw in ere te herstellen, maar budgettaire beperkingen gooien voorlopig roet in het eten. foto: Philippe Smets Erik De Keersmaecker en zijn collega s plaatsten ondertussen wel een nestkast in het atelier: Zo kunnen de vogels er in optimale omstandigheden broeden. Waarschijnlijk vinden ze ook snel de weg naar de kasteeltoren. Wanneer de restauratie van het schildersatelier concreter wordt, kunnen we de nestkast daar probleemloos verwijderen, uiteraard buiten het broedseizoen van de Kerkuilen. En hopelijk zitten er dan binnenkort weer uilskuikens in het kasteel Koen De Vlieger-De Wilde Provinciale Stuurgroep Antwerpen Carlo Verheyen 014/85 04 06 carloverheyen@skynet.be Paul Laeveren 014/54 77 66 paul_laeveren@hotmail.com Ludo Oris 014/58 47 03 ludo.oris@pandora.be Joris Bosmans 015/24 90 26 joris_bosmans@hotmail.com Johan Versmissen 014/69 91 36 versmissen@pandora.be Ludo Smets 016/44 83 34 kerkuilwerkgroep@vogelbescherming.be 54 Provinciaal nieuws Antwerpen

Provinciaal nieuws Uit de provincie Vlaams-Brabant Koesterster 2011 Het Uilenproject Zoutleeuw, een gemeentelijk natuurproject van de Stad Zoutleeuw in samenwerking met de Kerkuilwerkgroep Vlaanderen, de Uilenwerkgroep Vlaams-Brabant en het Regionaal Landschap Zuid-Hageland, heeft een van de vijf Koestersterren 2011 van de Provincie Vlaams-Brabant gewonnen! De Koesterster bekroont inspirerende projecten ten voordele van de biodiversiteit (zie www.koesterburen.be). Niet minder dan 33 projecten stelden zich kandidaat en namen deel aan de Koestercarrousel. Een publieksjury bracht1.033 stemmen uit en stuurde per categorie drie projecten naar de volgende ronde. De vijf categorieën zijn: 1. Communicatie, sensibilisatie & educatie 2. Inventarisatie 3. Terreinactie 4. Nazorg & opvolging 5. Scholen Het Uilenproject Zoutleeuw werd genomineerd in niet minder dan 4 van de 5 categorieën en werd winnaar in de categorie inventarisatie! In dit project worden terreinacties, zoals het ophangen van nestkasten voor Kerkuil en Steenuil, gecombineerd met sensibilisatie, zoals een uilenavond voor kinderen. Deze bekroning is vooral een mooie erkenning voor onze Vlaams-Brabantse medewerkers en in het bijzonder voor onze Provinciale verantwoordelijke Philippe Smets, die zich al meer dan 20 jaar met hart en ziel inzet voor onze uilen. Proficiat! 55

Weer vs. Kerkuil 2011 Overzicht van de weersomstandigheden in 2012 Paul Laeveren Je kon er niet naast kijken, van zodra het jaar 2011 voorbij was, titelden kranten en televisie: warmste jaar ooit. 11,6 C was de hoogste, gemiddelde jaartemperatuur sinds 1833. Wat ons nog het meest verontrustte, was het gegeven dat geen enkel seizoen normaal was in 2011. De lente was eigenlijk zomer, de zomer was meer herfst, de herfst leek wel lente en de winter leek herfst. Herinner je je de kerstperiode van 2010 nog? Er lagen dikke pakken sneeuw tot meer dan 30 cm dik. Wat een immens verschil met de zeer zachte temperaturen van december 2011. Laat ons de seizoenen van 2011 nu eens van naderbij bekijken. Winter 2010 December 2010: dikke pakken sneeuw. Januari 2011: voor temperatuur, neerslag, zonneschijnduur en wind normale waarden. Februari: uitzonderlijk lage zonneschijnduur, andere waarden normaal. Conclusie: voor de winter 2010-2011 heeft men in totaal 27 sneeuwdagen geregistreerd. In een gemiddelde winter is dit slechts 12,9 dagen. De winter was abnormaal somber met amper 140 uren zonneschijn. Lente 2011 Maart: met 204 uren zon was maart uitzonderlijk mooi, wat maar eens om de honderd jaar voorkomt. Ook was deze maand uitzonderlijk droog, de andere waarden waren normaal. April: in de tweede maand van de lente werd een uitzonderlijk hoge, gemiddelde temperatuur opgemeten. Het was ook een maand waarin de zon bijna 240 uren heeft geschenen, met een hoeveelheid neerslag die de helft bedroeg van het gemiddelde. Mei: de laatste maand van de lente was nog beter dan de vorige met een zonneschijnduur van bijna 265 uren en een zeer laag cijfer op gebied van neerslag. Conclusie: de lente was in alle opzichten een prachtseizoen voor de Kerkuil, prachtig weer om te jagen, om te broeden en om jongen groot te brengen. Zomer 2011 Juni: de eerste maand van de zomer werd gekenmerkt door een zeer hoge waarde op gebied van gemiddelde windsnelheid, wat een nadeel is voor de Kerkuil als hij moet jagen. De waarden van zonneschijn, neerslag en temperatuur waren normaal. 56 Weer vs. Kerkuil 2011

Juli: de tweede maand werd een zeer lage, gemiddelde temperatuur gemeten. Met een uitzonderlijk lage waarde van zonneschijnduur. Wind en neerslag waren normaal. Augustus: de derde maand van de lente was barslecht met een abnormaal hoge hoeveelheid neerslag: 190 mm i.p.v. gemiddeld 79 mm, heel weinig zon. Wind en temperaturen waren normaal. Conclusie: de zomer van 2011 was voor de Kerkuil beslist niet goed, zeker omdat dit de maanden zijn waarin hij volop voedsel moet aanbrengen voor zijn jongen. Deze omstandigheden hebben er zeker toe bijgedragen dat er jongen gesneuveld zijn. Herfst 2011 September: de eerste maand van de herfst was in alle opzichten normaal. Oktober: de tweede maand werd gekenmerkt door uitzonderlijke hoge waarden voor zonneschijnduur. Temperaturen, neerslag en wind waren eerder normaal. November: met nog geen 9 mm neerslag t.o.v. 77 mm was november kurkdroog. De zon scheen volop en de temperaturen waren hoger dan het gemiddelde. De wind was normaal. Winter 2011 December: in de eerste maand van de winter speelde de wind ons parten. Kerkuilen kunnen dat missen als kiespijn. De temperaturen waren uitzonderlijk hoog en 26 dagen neerslag gaf ons 152 mm water. De zonneschijnduur was normaal. Conclusie: over het hele jaar speelden de hogere temperaturen zeker een rol. Strikt genomen was 2011 in alle opzichten abnormaal te noemen met een verschuiving van de seizoenen. Geen enkel seizoen was zoals het moest zijn. Het enige waarvan de Kerkuil heeft kunnen profiteren, was de lente. De andere seizoenen hebben hem parten gespeeld. Bron: KMI en Het Laatste Nieuws Kasteelhoeve Wange

Weer vs. Kerkuil 2012 Overzicht van de weersomstandigheden in 2012 Paul Laeveren Wanneer ik dit artikel schrijf over het jaar 2012 is 2013 al ver gevorderd. Zoals het er nu voor staat, zal het artikel voor de volgende editie van onze nieuwsbrief weer vol records staan. Het jaar 2012 is een van de betere jaren geweest voor de Kerkuil en het heeft met niets anders te maken dan met voedsel. Dit mag nu wel gezegd worden, het weer op zich heeft volgens mij geen impact op de broedresultaten maar wel het voedselaanbod. Ook nu weer logen de titels in de kranten er niet om. 2012 was het jaar met de meeste regen sinds 2002, namelijk 955 mm neerslag in heel het jaar (normaal 852). Het was het warmst op 19 augustus met 36,9 C, het koudst op 7 februari met een vriestemperatuur van 20,8 C onder nul. De koudegolf in februari was de langste sinds 1941, het was het 12 de natste jaar ooit. Ook de tendens van meer onweersdagen werd verbroken. In 2012 noteerden we 132 dagen met onweer. Winter: de winter was zacht, zowel december 2011 als januari 2012. In februari echter heerste een koudegolf die begon op 30 januari en eindigde op 12 februari. Voor februari werd een gemiddelde van 0,7 C opgemeten (normaal 3,7 C). Er werden 58 sneeuwdagen geregistreerd. Het aantal onweersdagen bereikte de kaap van 21 dagen, normaal 10. foto: Chris van Rijswijk / BuitenBeeld Lente: wat temperatuur betreft kunnen we de lente indelen als normaal met een dipje in april. Maart en mei maakten dit helemaal goed door een gemiddelde temperatuur van 10,5 C. De zonneschijnduur en neerslag waren lichtjes hoger dan normaal, de zon scheen 468 uur en de neerslag bedroeg 200 mm (normaal 187 mm). Zomer: de zomer kenmerkte zich in zijn geheel door normale waarden van de gemiddelde temperatuur, het neerslagtotaal, het aantal neerslagdagen en zonneschijnduur. In het land was het aantal onweersdagen uitzonderlijk hoog, namelijk 51 dagen tegen over 40 dagen normaal. Kerkuil

Herfst: de herfst was in alle opzichten als zeer normaal te beschouwen. Alleen het aantal onweersdagen bedroeg 30 dagen tegenover 18 normaal. December: de maand december was winderig en zeer zacht. Er waren 28 dagen met neerslag, 173 mm regen viel er in deze maand terwijl dat normaal slechts 81 mm is. De laatste decade van december was de warmste ooit gemeten in Ukkel sinds 1901! Er waren 10 onweersdagen, terwijl we er normaal slechts 3 dagen krijgen. Bron: KMI en Het Laatste Nieuws foto: Mark Schuurman / BuitenBeeld Kerkuil

Kerkuilpracticum Een workshop over kerkuilbescherming en -onderzoek Patrick Schuurmans In navolging van de twee vorige edities te Antwerpen en West-Vlaanderen, was op 20 april 2013 Limburg aan de beurt waar het Provant-Team in samenwerking met de Limburgse tak van de Kerkuilwerkgroep Vlaanderen een workshop organiseerde. Met de steun van Likona (Limburgse Koepel voor Natuurstudie) en Natuurpunt Neerpelt werd in het Natuur Educatief Centrum De Wulp aan het Hageven in het noorden van onze provincie een prachtige dag aangeboden, geheel gratis voor onze medewerkers. Uit de uitnodiging kon je al opmaken dat het wel eens een heel boeiende en leerrijke dag zou kunnen worden. Al bij aanvang van de inschrijvingen bleek meteen dat het wel goed zat want zowel de ervaren medewerkers en ringers als de beginnende sympathisanten wilden deze dag niet missen. Ze waren van mening hier heel wat te kunnen opsteken of er met hun specifieke vragen en bezorgdheden terecht te kunnen. Een dag waarnaar foto: Marc Vanbergen 60 Kerkuilpracticum

foto: Marc Aerts 35 ingeschreven deelnemers reikhalzend uitkeken. De term Practicum Workshop werd alle eer aangedaan want het was niet enkel een boeiende dag voor maar vooral door de leerrijke en leergierige inbreng van de deelnemers zelf. Na een korte inleiding over het opzet van de workshop gingen we onder het motto van vragen staat vrij van start en kreeg het programma grotendeels vorm rond de vragen en interesses van de deelnemers. Do s and don ts Dat de ervaren Provanters Ludo en Carlo op een aangename wijze de interactie levendig wisten te houden, kon je van de gezichten van de deelnemers aflezen. Met passie en gedrevenheid, waar nodig praktisch of visueel ondersteund, werden met de nodige aandacht rond ieders vraag optimaal informatie en ervaringen gedeeld. Op geen enkel moment leek de interesse te verslappen; er waren zoveel aspecten die belicht werden en vanuit meerdere invalshoeken toegelicht. De sterkte kwam dan ook vaak uit de gedeelde ervaringen van de medewerkers zelf: Van elkaar leren daar kwam het op aan. Het werd dan ook een rijk gevulde dag waar het mij te ver zou leiden om alle behandelde onderwerpen te vernoemen. Dus beperk ik me tot een resumé van de hoogtepunten. In de voormiddag werd op vraag van meerdere medewerkers de spits afgebeten rond alles wat te maken had met nestkasten en hoe deze veilig en oordeelkundig te plaatsen opdat de kans op broedsucces zou toenemen. De keuze van loca- 61 Kerkuilpracticum

foto: Marc Vanbergen tie, geschikte biotoop, enz. Alle do sand-don ts in verband hiermee werden toegelicht. Boeiende elementen die bij velen toch tot nadenken stemden en de gesprekken dusdanig levendig hielden. Bij een bord lekkere soep en een broodje gezond was er tijd om te verpozen, de contacten wat te verstevigen en met nieuwe medewerkers kennis te maken. Opmerkelijk hoe de positieve ingesteldheid een gemoedelijke sfeer creëerde waarbij iedereen zich goed voelde. Vóór de start van het middagprogramma werd onze provinciale coördinator Peter Gabriëls onverwacht in de bloemetjes gezet. Als blijk van dank voor zijn inzet voor de Limburgse tak van de Kerkuilwerkgroep kreeg hij, met de nodige lofbetuigingen van de voorzitter en een welgemeende proficiat van alle medewerkers, een mooie oorkonde overhandigd. Verkeersslachtoffers Dan kon voor de meesten een Hot Item van start worden gegaan met rui, leeftijd- en geslachtsbepaling bij de Kerkuil. Gezien het mooie weer, leende het terras van De Wulp er zich uitstekend toe om alle kadavers van Kerkuilen overzichtelijk tentoon te stellen en het practicum zijn vervolg te geven. Een zeer boeiende uiteenzetting waar vele vragen, vaststellingen en opmerkingen werden behandeld. Afgezien van het feit dat we met kadavers (voornamelijk verkeersslachtoffers) werkten, viel bij meerdere medewerkers toch vaak de mond van verbazing open bij de vele verschillen tussen de vogels onderling. Ludo en Carlo maakten op deskundige wijze iedereen wegwijs in de leeftijdsbepaling van Kerkuilen aan de hand van de ruicyclus. Geen gemakkelijke materie zo bleek, maar toch wel heel boeiend. Ook voor de ervaren medewerkers en ringers bleef wonderwel het mysterie toch enigszins staande als bleek dat zelfs tot vandaag bij onze, zeg maar Vlaamse Kerkuil die zo blijkt toch geen echte Tyto alba of Tyto guttata te zijn maar veeleer een mengvorm nog geen waterdichte methode voorhanden is voor een correcte geslachtsbepaling. Dieren onder de wielen Samenhangend met dit onderwerp werd tevens het wetenschappelijk onderzoek van de Kerkuilwerkgroep Vlaanderen in samenwerking met de Universiteit Antwerpen toegelicht. Terecht mogen we fier 62 Kerkuilpracticum

zijn op de enorme database aan gegevens die de Kerkuilwerkgroep reeds heeft opgebouwd. Dit zal naar de toekomst toe zijn nut ongetwijfeld bewijzen. Zo leerde ook het project Dieren onder de wielen van Vogelbescherming Vlaanderen, Natuurpunt en het LNE ons dat we een onschatbare hoeveelheid aan gegevens bezitten, ruim terug in de tijd, welke in hun onderzoek een duidelijke meerwaarde betekende. foto: Jan Rodts Kerkuilen Nog onder de indruk van deze sessie ging het vervolg binnen verder en werden voor afsluiting nog tal van onderwerpen behandeld. We hadden misschien nog wel uren kunnen doorgaan, want er waren nog zoveel onderwerpen of eventuele demonstraties te gaan. Voldoende redenen voor een vervolg, werd al door menig medewerker geopperd. Aan het eind was iedereen uitermate tevreden en bleken de hoge verwachtingen meer dan ingelost. Spontaan kwam van elke deelnemer een stevige handdruk en een persoonlijk dankjewel. Deze vorm van waardering raakt de organisatie en geeft dat gevoel van voldoening, die prikkeling waarvoor je het doet en die je sterkt om verder te gaan. foto: Marc Vanbergen

Braakballen pluizen Waarom braakballen pluizen nuttig en interessant is Aurel Vande Walle Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is, is een gekende uitdrukking. Met andere woorden, je kan een vogel o.a. herkennen aan zijn typische zang. Maar niet alleen aan zijn geluid herken je een vogel, het kan ook aan zijn dieet. Elke vogel eet immers wat hij het liefste lust en doet dat met de werktuigen waarmee hij is uitgerust. Of het nu gaat om een insectensnaveltje of een forser exemplaar om noten te kraken of een haaksnavel en een paar scherpe klauwen. Van dagroofvogels en uilen is algemeen geweten dat ze levende prooien (muizen, kleine vogels, e.d.) vangen en die ofwel in hun geheel naar binnen werken ofwel eerst in stukjes trekken en dan pas inslikken. Zo komt het dat bepaalde delen van de prooi botjes, stukjes pels, harde keverdekschilden, enz. die eigenlijk onverteerbaar zijn mee naar binnen gaan. Die delen worden in de maag samengeperst en komen er onder de vorm van een braakbal weer uit. Een nadere kijk op en de ontleding van zo n braakbal levert alvast interessante gegevens op. Maar niet enkel uilen en dagroofvogels produceren braakballen. Ook andere vogels, waarvan je het eigenlijk niet meteen zou verwachten, braken braakballen op. Reigers Het is goed om bij een bezoek aan een kolonie van Blauwe Reigers ook eens naar de grond te kijken in plaats van alleen maar omhoog naar de nesten. Deze vogel produceert zwarte braakballen ter grootte van een tennisbal. De zwarte kleur is afkomstig van het haar van de mollen die door de reigers behendig in weiland gevangen worden. Van visresten wordt niets teruggevonden, die worden allemaal verteerd. Visresten geven een witte kleur aan de erg vloeibare uitwerpselen die reigers naar buiten spuiten. IJsvogels Ook IJsvogels produceren braakballen. Deze bestaan uit visgraatjes en kunnen zo n drie centimeter lang en één centimeter dik zijn, met een nagenoeg witte kleur. Je zou zeggen dat zo n klein vogeltje toch flink wat last moet hebben van dit steeds terugkerende braken. De braakballen van ijsvogels worden overigens maar zelden gevonden omdat de vogel graag op een tak boven het water vertoeft en de braakbal dus vaak in het water verdwijnt. 64 Braakballen pluizen

foto: Jan Rodts Braakballen pluizen Merels en lijsters Zelfs lijsterachtigen produceren af en toe een braakbal. Deze bestaan uit droge grassprieten of kleine takjes. Ze worden vaak mee ingeslikt omdat zij aan de worm of slak blijven kleven. Als de vogels jongen te verzorgen hebben, zijn zij nogal haastig met foerageren en in die periode worden dan ook de meeste braakballen gevonden. Later in het jaar hebben ze meer tijd om te foerageren en maken ze hun voedsel beter schoon voor ze het inslikken. Braakballen pluizen De delen van prooien die in de vogelmaag niet verteerd worden, worden uitgebraakt. Om deze reden zullen er ongetwijfeld nog heel wat meer vogelsoorten zijn die af en toe braakballen produceren. Ook van kraaien en meeuwen zijn er waarnemingen dat die braakballen produceren. Een Vos braakt af en toe botten op die niet verteerd worden. In feite komt dit op hetzelfde neer als een braakbal bij vogels. Wie braakballen vindt, kan deze gerust meenemen naar huis om daar de inhoud te bekijken. Aan de hand speciale determinatietabellen (ook te vinden op het Internet) kan ieder botje van elke muizensoort op naam worden gebracht. Vooral de schedels worden gebruikt om de prooien te determineren. Want elke schedel heeft zijn eigen tandenformule en zo is te achterhalen om welke muizensoort 65 Braakballen pluizen

het precies gaat. Het meenemen van braakballen kan geen enkel kwaad omdat de functie hiervan in het ecosysteem quasi nihil is. Als ergens een braakbal gevonden wordt, is dat allereerst reeds een aanwijzing dat de vogel die deze braakbal produceerde daar effectief aanwezig was. Niet zelden wordt een roestplaats van uilen ontdekt door het vinden van een aantal braakballen. Ten tweede kun je veel over het menu van de vogel te weten komen door een braakbal uit te pluizen. De Steenuil maakt ronde, bruinachtige braakballen die bestaan uit chitineschildjes van kevers en lieveheersbeestjes. Vaak zit er ook zand en aarde in zijn braakballen. Dat slikt hij mee in bij het eten van regenwormen. Dankzij het zand kan je braakballen van de Steenuil gemakkelijk onderscheiden van die van de Torenvalk. Die produceert ook bruinachtige braakballen, maar eet geen regenwormen en daarom ontbreekt zand altijd in zijn braakballen. Spitsmuizen Braakballen van een Kerkuil herken je dan weer aan hun typische zwarte kleur. Dit komt omdat de Kerkuil één van de weinige vogels is die spitsmuizen eet en die hebben meestal een donkere pels. Naar verluidt zijn spitsmuizen niet echt te eten: een slechte geur en smaak zorgen ervoor dat de meeste predators deze kleine zoogdiertjes links laten liggen. Van sommige bevatten de speekselklieren bovendien een giftige substantie. Een reden te meer om ze te mijden. De prooien van de Kerkuil kan men in drie grote groepen indelen, d.w.z. dat het stapelvoedsel het leeuwendeel zeg maar uit deze Typisch voor spitsmuizen is de doorlopende rij tanden 66 Braakballen pluizen

foto: Rollin Verlinde / Vilda Bosspitsmuis groepen zal komen: woelmuizen (Rosse woelmuis, Ondergrondse Woelmuis, Aardmuis, Noordse Woelmuis, Veldmuis, Woelrat, ), echte of ware muizen (Huismuis, Bosmuis, Bruine Rat, Zwarte Rat, ). Bovenstaande groepen behoren tot de knaagdieren. Een derde groep wil ik hier wat nader toelichten. De spitsmuizen (Soricidae) vormen een grote familie van zoogdieren binnen de orde der insecteneters (insectivoren) en zijn dus géén knaagdieren, maar eerder verwant aan de mol. Spitsmuizen zijn eigenlijk in hoofdzaak felle roofdiertjes die zich met dierlijk materiaal voeden. De prooi wordt met de bek gegrepen. Bewegende prooidieren drukken zij met de voorpoten tegen de grond. Zij voeden zich voornamelijk met insecten en hun larven (o.a. emelten en meelwormen), verder ook met gelede wormen, spinnen, kleine slakjes, maar ook met kleine gewervelde dieren zoals muizen. Spitsmuizen zijn zeer vraatzuchtig en blijken erg gesteld te zijn op variatie in hun voedselpakket. Zij eten dagelijks ongeveer de helft van hun gewicht aan voedsel en kunnen niet lang honger verdragen. Krijgen ze niet voortdurend voedsel, dan sterven ze binnen een paar dagen. Van vrouwtjes met een kroost is geweten dat die tot twee maal hun eigen gewicht aan voedsel eten om hun eigen jongen te kunnen voeden. Voor deze kleine, zeer actieve zoogdiertjes geldt immers: hoe actiever ze zijn, hoe meer voedsel ze moeten verwerken om de nodige energie te kunnen opbrengen. Precies omdat ze zowel insecten als andere (schadelijke) ongewervelde 67 Braakballen pluizen

dieren verorberen in de tuin, zijn ze eigenlijk zeer nuttig voor de mens als bioecologische bescherming van planten en groenten. Daarom ook zijn ze wettelijk beschermd. De familie omvat bijna vijfhonderd verschillende soorten en is daarmee één van de grootste zoogdierfamilies. Het zijn kleine, muisachtige dieren met een spitse snuit en korte poten. De ogen zijn klein en weinig bruikbaar. Het gehoor en reukvermogen daarentegen zijn goed ontwikkeld. Spitsmuizen hebben korte haartjes, meestal bruinachtig of donkergrijs van kleur. Het grootste deel van de soorten leeft solitair en is zowel s nachts als overdag actief. Spitsmuizen behoren tot de kleinste zoogdieren ter wereld. Ze zijn slechts enkele centimeters lang en wegen slechts een paar gram. Het zijn vlugge en beweeglijke diertjes die zich springend en lopend kunnen verplaatsen (muizen bewegen zich vaak huppelend). Zij zwemmen goed en zijn voornamelijk s nachts actief. Ze brengen een heel zacht piepend, fluitend of tjilpend geluid voort. In het algemeen zijn de dieren te vinden in ruig, gedekt terrein: kreupelhout, struikgewas, bosranden en weilanden. foto: Luc Hoogenstein / BuitenBeeld Braakbal Kerkuil 68 Braakballen pluizen

foto: Peter Eekelder / BuitenBeeld Braakballen pluizen Rode lijst In België komen zeven soorten spitsmuizen voor en enkel de Moerasspitsmuis vinden we niet terug in Vlaanderen. We vinden haar echter wel in Wallonië omdat ze daar de meest noordelijke gebieden van haar areaal heeft. Elke soort is bovendien wettelijk beschermd, maar die bescherming heeft echter weinig effect, vermits te weinig wordt opgetreden tegen vernielingen in en aantastingen van de leefgebieden. Van alle in Vlaanderen voorkomende insecteneters zijn de spitsmuizen het sterkst achteruitgegaan. Deze negatieve trend komt tot uiting in vergelijkingen van oude en recente braakbalgegevens van de Kerkuil. Alleen de Huisspitsmuis scoort goed en lijkt zelfs te zijn toegenomen. De procentuele aandelen van Bosspitsmuis en Veldspitsmuis nemen af. De situatie van Dwergspitsmuis en Tweekleurige Bosspitsmuis is onduidelijk. Op de Rode lijst van zoogdieren in Vlaanderen staat de Waterspitsmuis als bedreigd aangeduid, terwijl de Veldspitsmuis de status zeldzaam meekreeg. Gelet op de voorkeur van de spitsmuissoorten voor kleinschalige landschappen, dient het behoud en herstel van kleine landschapselementen zeker de nodige aandacht te krijgen. 69 Braakballen pluizen

Opvangcentra voor Vogels en wilde Dieren Enkel Opvangcentra voor Vogels en Wilde Dieren die aangesloten zijn bij Vogelbescherming zijn bekwaam en uitgerust om een wild dier in nood met grote kans op redding op te nemen. De centra beschikken eveneens over de nodige officiële vergunningen om beschermde vogels en andere wilde dieren ter verzorging onder zich te houden. De centrumverantwoordelijke en de meewerkende dierenartsen belasten zich met de verzorging, de revalidatie en het opnieuw vrijlaten van noodlijdende wilde dieren en dit in de beste omstandigheden. Coördinatie: Vlaamse opvangcentra: Walburgstraat 37, 9100 Sint-Niklaas Tel. 03 296 26 80 Waalse opvangcentra: Veeweydestraat 43-45, 1070 Brussel Tel. 02 521 28 50 fax 02 527 09 89 Provincie West-Vlaanderen VOC Oostende Provinciaal Domein Raversijde Nieuwpoortsesteenweg 642 8400 Oostende Tel. 059 80 67 66 Katrien Werbrouck Provinciaal Domein Bulskampveld 8 8730 Beernem Tel. 050 79 09 59 Provincie Oost-Vlaanderen Nick De Meulemeester Liedermeersweg 14 9820 Merelbeke Tel. 09 230 46 46 Nancy Van Liefferinge Filip Berlengee Hoge Buizemont 211 9500 Geraardsbergen Gsm 0478 88 47 74 Gsm 0475 25 40 75 Eddy De Koning Kreek 52 9130 Kieldrecht Tel. 03 773 34 86 Gsm 0472 36 51 03 Provincie Vlaams-Brabant Marc Van de Voorde Boeksheide 51 1840 Malderen Tel. 052 33 64 10 Provincie Antwerpen Marcel Peeters Holleweg 43 2950 Kapellen Gsm 0473 48 48 97 Mieke De Wit Boeyendaal 74 2270 Herenthout Tel. 014 51 40 41 Provincie Limburg Rudi Oyen Strabroekweg 32 3550 Heusden-Zolder Tel. 011 43 70 89 Sil Janssen Industrieweg Zuid 2051 3660 Opglabbeek Tel. 089 85 49 06 70 Opvangcentra voor Vogels en Wilde Dieren

foto: Jan Rodts Foto cover Chris van Rijswijk / BuitenBeeld Redactiecomité Peter Gabriëls, Paul Laeveren, Johan Lefebvre, Jan Rodts, Ludo Smets, Philippe Smets, Aurel Vande Walle, Carlo Verheyen. Hoofdredactie Johan Lefebvre Eindredactie Jan Rodts Opmaak www.prospector.be Oplage 2.500 exemplaren Druk Druk in de Weer, Eekhoutdriesstraat 67 te 9041 Gent (Oostakker) Uitvoering met de steun van de Vlaamse overheid en de 10.705 gezinnen/leden van Vogelbescherming Vlaanderen vzw Inhoud de redactie kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de inhoud van bijdragen van derden Milieu dit tijdschrift is gedrukt met volledig plantaardige inkt op 100% gerecycleerd papier, voor een minimale belasting van het leefmilieu Werkten mee aan dit nummer Herman Berghmans, Marcel Bloeyaert, Han Bouwmeester, Wim De Bock, Piet de Bont, Peter Eekelder, Koen De Vlieger-De Wilde, Hans Haghebaert, Luc Hoogenstein, Peter Gabriëls, Paul Laeveren, Johan Lefebvre, Wannes Meersman, Wil Meinderts, Walter Nooyens, Ludo Oris, Marc Pottier, Jan Rodts, Patrick Schuurmans, Ludo Smets, Philippe Smets, Aurel Vande Walle, Carlo Verheyen, Chris van Rijswijk, Jaap Schelvis, Peter van der Wijst, Rollin Verlinde, Hugo Willocx.

Combilid van Vogelbescherming Vlaanderen en de Kerkuilwerkgroep? Wordt nu lid van zowel de Kerkuilwerkgroep Vlaanderen als Vogelbescherming Vlaanderen en ontvang vier maal per jaar het populairwetenschappelijk tijdschrift Mens & Vogel, elk jaar een brochure met daarin de broedresultaten van de Kerkuil van de voorbije twee jaar en om de twee jaar de nieuwsbrief van de Kerkuilwerkgroep Vlaanderen Kerkuilnieuws. Bovendien heb je als lid recht op 10% korting op alle artikelen uit de Groene Winkel van Vogelbescherming Vlaanderen. Schrijf vandaag nog minstens 24 euro over op rekeningnummer met IBAN: BE61001409877317 en BIC: GEBABEBB van Vogelbescherming Vlaanderen, Walburgstraat 37, 9100 Sint-Niklaas met als mededeling STEUNEND LID + KWG. Bovendien ontvang je als welkomstgeschenk de handige zakgids Vogels kijken.