KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne Twee bosmuizen in 1 val foto Karel Adriaanse verslag 50 Muizenonderzoek De Ommeloop De Kleine Beer Zuid-Hollands Landschap november 2011 Jan Alewijn Dijkhuizen foto s Kees Rosmolen en Karel Adriaanse
Inleiding Op verzoek van Hans Visser, regiohoofd van het Zuid-Hollands Landschap Regio Eilanden, heeft de KNNV zoogdierenwerkgroep van de KNNV afdeling Voorne een muizenonderzoek gedaan in twee gebieden te weten, de Ommeloop, een klein gebied in de polder tussen Brielle en Oostvoorne, en de Kleine Beer, een restant van het voormalig natuurgebied de Beer. Werkwijze Er is voor dit onderzoek gebruik gemaakt van 60 longworth vallen, dit zijn inloopvallen waarmee muizen levend gevangen worden en na weer vrijgelaten kunnen worden. De vallen zijn op dinsdag 15 november door Peter Rooij en ondergetekende uitgezet gevuld met hooi en voer, zodanig dat de muizen vrij in en uit konden lopen. Deze gewenningsperiode heet prebaiten. Vrijdagochtend 18 november zijn de vallen op scherp gezet waarna vier s hebben plaatsgevonden. De s zijn uitgevoerd door: Kees Rosmolen, Harry Pomp, Martijn, Simone en Karel Adriaanse, Hans Visser en ondergetekende. De s vonden plaats op vrijdagavond 18 november om 21.00 uur, op zaterdag 19 november om 09.00 en 21.00 uur en op zondagmorgen 20 november om 09.00 uur. Op zondag werden de vallen weer uit het veld verwijderd en schoongemaakt. Deze keer heeft Karel de schoonmaakklus op zich genomen, mijn dank daarvoor! Gebiedsbeschrijving De Ommeloop Het terrein Ommeloop is ongeveer 1 ha groot. Het is een klein maar zeer bijzonder natuurgebied omdat het zijn water krijgt door zoute kwel. Moeraszoutgras en melkkruid zijn typische soorten die hier van houden. Het gebied wordt begraasd met schapen en bestaat voor een deel uit plasdras met overjarig riet. Het natuurgebied is te overzien vanaf de Katteweg en de Sleepseweg. De vallen stonden opgesteld in de rietgebieden in de noord oosthoek van het gebied.
De Kleine Beer Het terrein Kleine Beer is ongeveer 11 ha groot en bevindt zich aan de noordoever van de Brielse Maas. Het vogelreservaat De Beer was voor de aanleg van de Europoort een vogelreservaat van 900 hectare. De resterende 11 hectare met moeras en hooilanden begroeid met riet, wilg, vlier en berk wordt gekoesterd. Bijzonder planten als parnassia, addertong en moeraswespenorchis kunnen zich hier handhaven. Het natuurgebied is te overzien vanaf het fietspad langs de N218 ter hoogte van de Brielse Maasdam. Resultaten Ommeloop Er werden 25 vallen geplaatst in een u vorm. Opvallend is dat er geen enkele muis werd gevangen. Er werd ook geen spoor van vraat gevonden. We hebben geen idee wat de oorzaak hiervan is. In 2006 is hetzelfde gebied ook al eens onderzocht, toen werden er 14 bosspitsmuizen, 3 veldmuizen, 1 bosmuis en 1 huismuis gevangen. 1 2 3 4 Ommeloop 2011 rij 1 begin: 069420-438229 rij 1 hoek: 069464-438268 rij 1 hoek: 069500-438247 rij 1 eind: 069416-438151 totaal 25 vallen niets niets niets niets
Resultaten Kleine Beer Aan de westrand van de Kleine Beer, onderaan de Brielse Maasdam werden 15 vallen neergezet. Deze rij 2 stond in overjarig riet, een meter van het gemaaide dijktalud af. Dichtbij de hoofdingang aan de noordzijde van het gebied zijn 10 vallen neergezet onder struiken en bomen, dit is rij 3. Aan de zuidzijde, op de oever van het Brielse Meer zijn de overige 10 vallen in het riet geplaatst. Dit is rij 4 op de kaart. Kleine Beer 2011 1 2 3 4 rij 2 begin: 066898-438950 BM 10 BM 11 BM 9 BM 14 rij 2 eind: 066942-439053 DM 1 DM 1 DM 1 totaal 15 vallen RWM 2 RWM 3 rij 3 begin: 067119-439184 BM 6 BM 7 BM 6 BM 7 rij 3 eind: 067121-439197 RWM 3 RWM 1 RWM 4 RWM 1 totaal 10 vallen rij 4 begin: 067228-438894 BM 4 BM 6 BM 5 BM 4 rij 4 eind: 067194-438895 DM 1 DM 1 totaal 10 vallen RWM 2 RWM 1 RWM 2 RWM 1 totaal vangsten per 29 27 30 28 Het meest opvallend is wel dat in de Kleine Beer van de 35 vallen steeds meer dan driekwart bezet was. Dat hadden er zelfs nog meer kunnen zijn als uit sommige vallen de muizen niet waren ontsnapt. Dit staat in schril contrast met de vangsten in het gebied Ommeloop. Het lag dus niet aan het weer of het voer.. De rosse woelmuis Qua soorten is vooral de verspreiding van de rosse woelmuis opmerkelijk. De eerste rosse woelmuis die door de zoogdierenwerkgroep op Voorne werd gevangen was in maart 2005. Op de digitale zoogdieratlas staan al rosse woelmuizen vanaf 1995 maar deze meldingen zijn niet bij de provinciale zoogdierenwerkgroep bekend. Hoe dan ook is duidelijk dat de rosse woelmuis sinds de jaren 95/2000 een enorme uitbreiding heeft gekend. Zelfs in een braakbal aan de Bernisse onder Zuidland is een rosse woelmuis gevonden.
Hieronder staan twee verspreidingskaartjes van de rosse woelmuis voor en na 1994. De drie gele vlakken zijn de rosse woelmuis waarnemingen van dit onderzoek, deze zijn anders van kleur omdat ze nog niet gevalideerd zijn. Een aantal van de waarnemingen uit de polder komen rond de forten vandaan of uit braakballen van kerkuilen. Het is leuk om de verspreiding van dit dier te volgen. Of het invloed heeft op het voorkomen van andere woelmuissoorten is onbekend. Rosse woelmuizen houden toch iets van meer droge ondergrond langs randen van hogere begroeiing dan bijvoorbeeld veldmuis of noordse woelmuis. De bosmuis In 1991 (Mostert et al) en 2002 (Achterkamp et al) is het gebied de Kleine Beer ook al onderzocht, de vallen stonden weliswaar niet op precies dezelfde locatie maar ook toen werden er behoorlijk wat muizen gevangen. Beide keren kwam de bosmuis veelvuldig voor, net als tijdens dit onderzoek. Tijdens de laatste werden er zelfs twee bosmuizen in 1 val ontdekt (zie voorpagina van dit verslag) De bosmuis komt in de Kleine Beer in alle biotopen voor, het zijn allemaal ook maar kleine oppervlakten. Voor de bosmuis als alleseter is deze variatie ideaal. De dwergmuis De dwergmuis is een echte rietbewoner en werd dan ook alleen in rij 2 en 4 gevangen. Deze soort werd ook in beide eerdere onderzoeken in de Kleine Beer in kleine hoeveelheden gevangen. Voor de fotografen onder de zoogdierenwerkgroep is de dwergmuis de slagroom op de toch al lekkere taart. De staart van de dwergmuis is net zo belangrijk voor de voortbeweging als de vier poten.
De dwergmuis: Vergelijking met eerder onderzoek De Kleine Beer is in 1991 onderzocht door de provinciale zoogdierenwerkgroep, in het verslag (Mostert et al) wordt melding gemaakt van: bosspitsmuis 23 dwergspitsmuis 2 veldmuis 12 bosmuis 21 dwergmuis 2 In 2002 deed de NJN onderzoek in de Kleine Beer en in dat verslag (Achterkamp et al) wordt alleen melding gemaakt van: bosspitsmuis bosmuis dwergmuis Opvallend is dat er tijdens het huidige onderzoek geen spitsmuizen zijn gevangen en ook geen veldmuizen. Daar staat de vangst van de rosse woelmuizen tegenover. Waarom er geen spitsmuizen zijn gevangen is net zo raadselachtig als waarom er op de Ommeloop helemaal niets is gevangen. We kunnen niet anders dan concluderen dat vallen onderzoek een momentopname is. Het niet vangen van een soort sluit niet uit dat deze er toch is, pas als je een soort wel vangt weet je zeker dat hij er voorkomt! met dank aan de medeleden van de zoogdierenwerkgroep, Jan Alewijn Dijkhuizen coördinator KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne Rockanje 1-12-2011 janalewijndijkhuizen@kpnmail.nl