Regeling bijhouden vakbekwaamheid EPA-adviseur-/opnemer V1.7

Vergelijkbare documenten
Besluit CB Vaststellingsbesluit BRL AB Het CCvD heeft kennis genomen van het Bijzondere Deel BRL AB van 16 juni 2016.

KvINL Accreditatiereglement voor de Centrale Opleidings- en Examencommissie (COEC)

Borgen Kwaliteit van opleidingen & examinering

Reglement Permanente Educatie NRVT

BRL 9500 Deel

Gemeten kwaliteit EPA BRL9500 door Certificerende Instellingen

KBI Accreditatiereglement voor de Centrale Opleidings- en Examencommissie

Examenreglement EPA-opnemer en EPA-adviseur (woningen)

Examinering volgens Persoonscertificatie. Nikta Certificatie heeft diverse Certificatieregelingen,

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

Hoofdstuk 1 Algemene en begripsbepalingen 03

MiFID II- kennis en bekwaamheid. Veelgestelde vragen m.b.t. de ESMA- richtsnoeren kennis en bekwaamheid

1. Voor welke deelregelingen wilt u zich certificeren?

Artikel 5. Vrijwillig register a) Registratie in het register is op basis van vrijwilligheid. b) Als de aanvrager aan alle voorwaarden voldoet wordt h

De corporatiedag 2017

CONCEPT KETENREGISSEUR VERSIE 1.0 d.d

1 Inleiding Examencommissie Toelating Toelatingseisen Vrijstellingen De inrichting van toetsen...

Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Ollongren,

BRL 9500 Deel

Besluitenlijst CCvD-bijeenkomst , schriftelijk vastgesteld d.d

FedEC Certificaat Kwaliteits Borging EPA-U

Reglement. CIBV Register Vakbekwaamheid. Versie 1.0

Toelichtende notitie bij de ter kritiek gepubliceerde BRL9500, BRL9501 en ISSO-publicaties 75.1 en 82.1.

Reglement Permanente Educatie

Veelgestelde vragen BRL9500

Centraal Kwaliteitsregister NGS

Examenreglement EPA-opnemer en EPA-adviseur (Woningen)

AANVRAAG ACCREDITATIE OPFRISAANBOD

Examenreglement Examens Betonkernactivering

BRL 9500 Deel

BRL 9500 Deel 06 concept

Certificatieschema. Examinatorcertificatie Start Veilig. Opgesteld door Goedkeuring en Actuele versie. Document. Pagina code

Directie Financiële Markten. 26 mei 2008 FM M Stcrt. nr Erkenningsregeling permanente educatie Wft. De Minister van Financiën,

Visie op licentiebeleid

Verordening inzake het examen Nederlands recht en het examen gedrags- en beroepsregels Zoals vastgesteld in de bijeenkomst van de Ledenvergadering op

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL

Kwaliteitssysteem datamanagement. Meetbaar Beter

AANVRAAG ACCREDITATIE OPLEIDINGEN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie

Schema s en schemabeheerders

AANVRAAG ACCREDITATIE OPLEIDING

Formulier Erkenningsaanvraag

Vragen en antwoorden toezichtondersteunende private kwaliteitssystemen Versiedatum: 13 september 2016

Examenreglement. Examens Bodemenergie

Raad voor Accreditatie (RvA) Specifiek Accreditatie- Protocol (SAP) voor Productcertificatie BRL 9500 Energieprestatieadvisering

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

Certificatieschema. Personeelscertificatie Start Veilig. Opgesteld door Goedkeuring en Actuele versie. Document. Pagina code

Besluit Herregistratie specialisten 15 Meest gestelde vragen door medisch specialisten

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

Het Titelregistratiesysteem van de

NGS LICENTIEBELEID vanaf 1 januari Licentiebeleid wellness- en sportmasseurs

Energielabels Inhoudelijke gevolgen van de overgang naar de nieuwe BRL 9500, d.d

Dit reglement is een extract uit de Onderwijs- en Examenregeling van NOVI Hogeschool.

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL

Kwaliteitssysteem datamanagement. Meetbaar Beter

BDT Certificatie reglement

KvINL. Centraal College van Deskundigen. Huishoudelijk Reglement CCvD

EXAMENREGLEMENT LEERGANG COMPLIANCE OFFICER LEERGANG COMPLIANCE PROFESSIONAL LEERGANG COMPLIANCE OFFICER IN DE ZORG

Kwaliteitsborging in de vernieuwde erkenningsregelingen Fred Vos UNETO-VNI Marco Hofman ISSO

TSJ 23 versie 8 juni 2011

BESLUIT ERKENNINGSVOORWAARDEN CONTROLE-INSTANTIES VERORDENINGEN HYGIËNEMAATREGELEN (PPE) 2011

Uitvoeringsregeling Vrijstellingen Brandweeronderwijs

Toelichting. Accreditatieschema AS SIKB 6700 Inspectie bodembeschermende voorzieningen, onderliggende protocollen en examenreglement

CONVENANT. De directeur Gezond en Veilig Werken van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, R. Gans hierna te noemen: SZW

VMBO Maastricht, VMBO Maastricht

Kwaliteitsborging cursusmateriaal

Overzicht besluiten CCvD 2012 en eerdere jaren Besluiten CCvD 2012 Besluit CB (schriftelijke besluitvorming) Besluit CB

Onderwerp: Tijdelijke regeling Registratie van KNA Materiaalspecialisten zonder Ma diploma

Reglement RegistratieCommissie GAGS

Reglement Registerreglement v2 Fire Safety Security 1.0.docx september 2017

TSJ 23 versie december 2014 vastgesteld in het CCvD dd en in het bestuur dd

In dit informatieblad geven we je meer informatie. Powered by:

Reglement. CIBV Register Vakbekwaamheid. Versie 2.0

Werkwijze Stichting Huisarts en Kwaliteit

Examenreglement Examens Ventilatie Woningen

Certificatie reglement VIN

Bijlage 6 Huishoudelijk Reglement Accreditatiecommissie

Examenreglement. Postacademische (G)GZ-opleiding tot psychotherapeut

UITVOERINGSREGELS KYNOLOGISCHE OPLEIDINGEN

Accreditatie procedure

Reglement voor de Permanente Educatie van in het LRGD ingeschreven deskundigen 7 december 2015

U I T S P R A A K

MiFID II - kennis en bekwaamheid

Nederlandse Mededingingsautoriteit

REGLEMENT Centraal Kwaliteitsregister Dierenartsen (CKRD)

Informatiebrochure Energieprestatiecertificaat voor woningen

Inleiding In het certificatieschema van VastgoedCert is in paragraaf 8.5 een hardheidsclausule opgenomen. Deze luidt als volgt:

1. Algemene regeling... 2

Besluit erkennen onderwijsinstellingen. permanente educatie registeraccountants. Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants

Besluitenlijsten CCvD Besluitenlijst CCvD-bijeenkomst

Artikel 1 Algemeen pag. 3. Artikel 2 Aanvraag van Instellingsaccreditatie pag. 3. Artikel 3 Voorwaarden aan instellingen pag. 3

Reglement Permanente Educatie (PE) Leden Actuaris AG en Leden Actuarieel Analist AG. Geldend vanaf 1 januari 2013

Certificering voor Energieprestatieadvisering. conform BRL9500 voor woningen en utiliteitsgebouwen

Raad voor Accreditatie (RvA) Beleidsregel Evaluatie van conformiteitsbeoordelingsschema s

TSJ 23 versie september 2016 vastgesteld in het CCvD d.d en in het bestuur d.d

Energielabel Utiliteitsgebouwen per

STICHTING AUTORITEIT FINANCIËLE MARKTEN, hierna AFM, Gevestigd te Amsterdam, STICHTING DSI, hierna: DSI, Gevestigd te Amsterdam

Beroepsnorm Deskundigheidsbevordering verpleegkundigen & verzorgenden

KvINL. Wijzigingsblad d.d. 1 augustus 2015 bij BRL 9500, deel 00 ENERGIEPRESTATIEADVISERING, ALGEMEEN DEEL

Transcriptie:

Regeling bijhouden vakbekwaamheid EPA-adviseur-/opnemer 31-10-2017 V1.7 Inleiding De Examencommissie EPA ressorteert onder de COEC van KvINL. De COEC heeft een richtlijn ontwikkeld voor het bijhouden van vakmanschap. Het ontwikkelen van een richtlijn sluit aan bij de wens van de Examencommissie EPA dat EPA-adviseurs/-opnemers, die met goed gevolg het examen hebben afgelegd, actief de ontwikkelingen rond de Energielabels/Energie-Indexrapportages volgen en op de hoogte blijven van de laatste inzichten m.b.t. de wet- en regelgeving, werkwijze bij opname, interpretatie en verwerking van de resultaten en van kwaliteitsbewaking. De noodzaak voor het bijhouden van de vakbekwaamheid is temeer essentieel, omdat in de praktijk nog steeds met regelmaat blijkt dat EPA-adviseurs/-opnemers fouten maken. Voor het draagvlak van de Energielabels en Energie-indexrapportages is cruciaal dat de afnemer kan vertrouwen op de deskundigheid van de EPA-adviseur/-opnemer. De geldigheid van de vakbekwaamheid van 5 jaar is langer dan de snelheid waarmee veranderingen zich rond het Energielabel en Energierapportage afspelen. In de discussie of er prioriteit moet worden gegeven aan het opnieuw examen doen na die 5 jaar of dat gekozen moet worden om na het examen stelselmatig en structureel aan de vakbekwaamheid te werken, heeft de Examencommissie gekozen voor het laatste. De tijd dringt echter, omdat bij de invoering van het Nader Voorschrift besloten is dat EPA-adviseurs/-opnemers die voor 1 januari 2015 het Cito EPA-examen met goed gevolg hebben afgelegd nog 5 jaar zonder tussentijds examen hun werkzaamheden mogen uitvoeren. De Examencommissie vindt het echter ongewenst dat deze EPA-adviseurs/-opnemers in de periode 2015-2020 zonder opfriscursussen hun werk blijven doen. Deze COEC-richtlijn is voorgelegd aan de Examencommissie met de vraag om zelf invulling te geven aan de richtlijn en gemotiveerd aan te geven waar en waarom afgeweken wordt van de richtlijn. Naar aanleiding van de eerste bespreking van de richtlijn in de Examencommissie EPA hebben de opleidingsinstituten gezamenlijk een voorstel neergelegd. Bij de bespreking van dit voorstel is gebleken dat de overige leden van de Examencommissie het voorstel op een aantal punten als onvoldoende borging van de vakbekwaamheid beschouwden. Naar aanleiding van de discussie is aan de voorzitter en de secretaris gevraagd om op korte termijn met een voorstel te komen, waar zowel het plan van de opleidingsinstituten als de COEC-richtlijn de basis voor zijn. Op 31 mei 2017 is er overleg geweest met de afvaardiging van opleidingsinstituten, de voorzitter en de secretaris. Tijdens dit overleg is de invulling van de COEC-richtlijn besproken. Deze invulling is in de vergadering van 13 juni 2017 door de EPA-Examencommissie vastgesteld. In het vervolg wordt er over de regeling bijhouden vakbekwaamheid EPA-adviseur/-opnemer gesproken. Uitgangspunten De Examencommissie heeft naar aanleiding van de discussie de volgende uitspraken gedaan: 1. De Examencommissie kiest op dit moment voor een systeem van opfriscursussen. Gelet op de herziening van de NEN 7120 in het kader van de EPBD en de te verwachten wijzigingen bij nieuwe bepalingsmethode (NTA 8088), kan later (over een paar jaar, waarschijnlijk 2021) alsnog besloten worden tot een verplicht nieuw examen. 2. De Examencommissie kiest ervoor dat de aangeboden opfriscursussen worden beoordeeld en dat de opleidingsinstituten geaccrediteerd moeten zijn. 3. De Examencommissie beoordeelt (of laat beoordelen) de inhoud van de opfriscursussen aan de hand van de door de Examencommissie vastgestelde onderdelen. Bij deze start van de opfriscursussen kiest de Examencommissie voor een verplicht format m.b.t. de inhoud

waaraan getoetst wordt. Later kan een breder aanbod mogelijk zijn. Een andere organisatie beoordeelt de overige aspecten (accreditatie van opleidingen en opleidingsinstituut). De opfriscursus duurt een dag en wordt afgesloten met een evaluatie. Onderdeel van de evaluatie is een beperkte toets. In deze beperkte toets worden vragen gesteld over onderwerpen die tijdens de opfriscursus aanbod zijn gekomen. De Examencommissie geeft het CCvD als advies dat iedere EPA-adviseur/-opnemer minimaal éénmaal per jaar een opfriscursus volgt (van een volledige dag). De Examencommissie keurt de opfriscursus goed als het opleidingsinstituut is geaccrediteerd en als de inhoud van de opfriscursus voldoet aan de eisen die gesteld zijn door de Examencommissie EPA. 4. Geregistreerd moet worden door het opleidingsinstituut wie opfriscursussen heeft gevolgd. Het systeem van registratie maakt onderdeel uit van de accreditering. Dit moet gekoppeld kunnen worden, c.q. gekoppeld zijn aan het QBISnl-systeem met de EPA-adviseurs/ -opnemers. 5. Belangrijk voor het hele systeem is dat het transparant is, toegankelijk en dat verantwoording wordt afgelegd. D.w.z. geen wij van WC-eend of een blackbox. 6. Zo beperkt mogelijke belasting in administratie en kosten, zonder dat aan bovengenoemde uitgangspunten concessies worden gedaan. Proces/stappenplan Stap 1: Jaarlijks stelt de Examencommissie vast welke fouten veelvuldig worden gemaakt, welke wijzigingen er zijn in wet- en regelgeving en welke nieuwe innovatieve technieken er op de markt komen, die van invloed zijn op de werkzaamheden van de EPA-adviseur/-opnemer. Voor de nieuwe innovatieve technieken gebruikt de Examencommissie de input van ISSO en BCRG. Eveneens maakt de Examencommissie gebruik van de rapportage van de CI s. Stap 2: De opleidingsinstituten formuleren hun opfrisaanbod op basis van het format, dat gebaseerd is op de wijzigingen in wet- en regelgeving, de lijst met veel gemaakte fouten, het interpretatiedocument en deze innovatieve technieken. De opfriscursus moet worden gegeven door gekwalificeerde docenten. De docenten moeten voldoen aan de criteria in bijlage 2. Stap 3: De geaccrediteerde opleidingsinstituten melden hun aanbod bij de Examencommissie. Bij de aanmelding moet alle informatie zijn verstrekt om de opfriscursus te kunnen beoordelen. Stap 4: De Examencommissie beoordeelt (of laat beoordelen) het opfrisaanbod inhoudelijk en geeft aan of de opfriscursus voldoet. Als een opfriscursus voldoet is er, in combinatie met accreditatie van het opleidingsinstituut, sprake van een geaccrediteerde opfriscursus. De geaccrediteerde opfriscursussen worden gepubliceerd bij QBISnl. Op de websites van Cito, ISSO en KvINL wordt een link naar de site van QBISnl opgenomen.

Voor het beoordelen van de opfriscursus worden de volgende criteria gehanteerd: Inhoud Eindtermen Gebruikt materiaal/naslagwerk Duur van de opfriscursus bedraagt minimaal een dag Maximale groepsgrootte bedraagt 15 personen Evaluatie van de opfriscursus en beperkte toets gemaakt door deelnemers. De Examencommissie ontwikkelt hiervoor een uniforme vragenlijst. Uit deze uniforme vragenlijst kiest het opleidingsinstituut 5 vragen. De Examencommissie wijst een of meer deskundige(n) aan die het materiaal voor de opfriscursus kan/kunnen beoordelen. Dit is alleen van toepassing als het specifiek opleidingsinstituut-eigen materiaal betreft. De deskundige(n) die beoordeeld/beoordelen mag/mogen geen binding hebben met een opleidingsinstituut. Stap 5: Het opleidingsinstituut houdt bij welke adviseur een opfriscursus heeft gevolgd en wie heeft voldaan aan de door de Examencommissie gestelde eisen. Het opleidingsinstituut meldt de resultaten aan QBISnl. Het opleidingsinstituut staat in voor de juistheid van deze gegevens. Overgangsregeling In de richtlijn van de COEC wordt gesproken over 50 punten te behalen over 5 jaar, d.w.z. (gemiddeld) 10 per jaar. De Examencommissie kiest ervoor om jaarlijks een geaccrediteerde opfriscursus verplicht te stellen aan de EPA-adviseurs/-opnemers. Voor het komende jaar is als regeling gekozen dat elke EPA-adviseur/-opnemer voor 1 januari 2019 een geaccrediteerde opfriscursus heeft gevolgd en voor de toets die onderdeel is van de evaluatie een voldoende scoort. De Examencommissie geeft hiervoor de cesuur. Sancties Indien een EPA-adviseur/-opnemer niet binnen de gestelde termijn een geaccrediteerde opfriscursus heeft gevolgd en heeft voldaan aan de gestelde eisen, dan moet de EPA-adviseur/-opnemer binnen 2 maanden opnieuw de bij de evaluatie behorende toets over doen en hiervoor een voldoende scoren. De herkansingstoets mag ook aansluitend na de 1 e toets plaatsvinden. Deze toets dient andere vragen te bevatten uit de uniforme vragenlijst dan de 1 e toets. Als de EPA-adviseur/- opnemer opnieuw een onvoldoende scoort mag hij/zij geen opnames meer doen van woningen/ gebouwen of Energielabel/Energie-Indexrapportage afmelden, totdat hij/zij alsnog aan de gestelde eisen voldoet.

Overzicht Afwijkende bepalingen door Examencommissie vastgesteld Accreditatie van opfrisaanbod De Examencommissie (of deskundige(n) die in opdracht van de Zijn er specifieke aanvullende Examencommissie werkt) beoordeelt jaarlijks of het materiaal ten behoeve eisen gesteld op het van de opfriscursus voldoet aan het format gesteld door de accreditatieprotocol voor Examencommissie. De Examencommissie stelt jaarlijks een lijst op van veel opfrisaanbod? gemaakte fouten die tijdens een opfriscursus minimaal behandeld moeten worden. Hiernaast wordt jaarlijks een document opgesteld met wijzigingen in de wet- en regelgeving, overzicht van innovatieve technieken en overzicht geconstateerde tekortkomingen/opmerkingen vanuit de CI. De instituten die de opfriscursus verzorgen bieden hun materiaal ter beoordeling aan. Materialen worden vertrouwelijk behandeld. Materialen worden beheert door het betreffende opleidingsinstituut. De opfriscursus mag alleen door een vakbekwame docent (in het bezit van het betreffende EPA-bewijs van vakbekwaamheid) worden verzorgt. Een opfriscursus wordt afgesloten met een evaluatie door de deelnemers en de bij de evaluatie behorende toets, zodat kan worden nagegaan of de deelnemers de stof van de opfriscursus voldoende heeft begrepen. De Examencommissie zal hier een uniforme vragenlijst voor ontwikkelen. Alleen degene die de cursus hebben gevolgd en een voldoende voor de toets scoren worden vermeld in het register. Degenen die geen voldoende scoren dienen nogmaals een toets behorend bij de evaluatie te maken. De herkansingstoets bevat andere vragen uit de uniforme vragen dan de eerder gemaakte toets.. Evaluatie van de deelnemers en de toets en resultaten van de toets worden gerapporteerd aan de Examencommissie. Eisen gesteld aan de opleidingsinstituten worden in bijlage 1 gegeven. Overige eisen gesteld aan de docent worden gegeven in bijlage 2. Geldigheidsduur vakbekwaamheid Opfrisaanbod Is er sprake van andere vormen van opfrisaanbod? Worden er specifieke eisen gesteld aan deze vormen van opfrisaanbod? Studiepunten Wordt er een andere mate van toekenning van studiepunten aangehouden voor vormen van opfrisaanbod. Overige specifieke bepalingen Bij de invoering van de nieuwe bepalingsmethode, (naar verwachting in 2021) zal opnieuw worden overwogen om iedere EPA-adviseur/-opnemer opnieuw examen te laten doen. Dit kan aan de orde zijn als de methodiek ingrijpend wordt veranderd door de invoering van een nieuwe bepalingsmethode rond 2021, die naar verwachting gebaseerd is op de nieuwe EPBD-normen(2017). In dat geval moeten alle adviseurs aantonen dat zij de aangepaste opnamemethodiek voldoende beheersen en wordt het bestand met EPA-adviseurs opgeschoond. Nee, alleen goed beoordeelde opfriscursussen zijn toegestaan. Niet goedgekeurde opfriscursussen worden niet geaccepteerd. Goed beoordeelde geaccrediteerde opfriscursussen worden gepubliceerd op de website van QBISnl. Op de website van CITO, ISSO en KvINL wordt een link opgenomen naar de website van QBISnl. Voor 1 januari 2019 dient iedere EPA-adviseur/-opnemer een geaccrediteerde opfriscursus te hebben gevolgd en voor de uniforme vragenlijs een voldoende te hebben gescoord. Hierna dient men jaarlijks een geaccrediteerde opfriscursus te volgen. n.v.t.

Bijlage 1 Eisen opleidingsinstituten Eisen gesteld aan de opleidingsinstituten Het opleidingsinstituut dient geaccrediteerd te zijn door een door de Examencommissie geaccepteerde organisatie. De opleiders zijn verplicht voor of tijdens de opfriscursus de identiteit van de deelnemers te controleren en te registreren. Deelnemers zijn verplicht om bij de opfriscursus een geldend identiteitsbewijs bij zich te hebben. Eveneens dienen zij het door QBISnl beschikbaar gestelde pasje waarop hun vakbekwaamheid staat vermeld mee te nemen. Het opleidingsinstituut dient binnen 7 dagen na de opfriscursus aan QBISnl een overzicht te verstrekken met daarin aangegeven de EPA-adviseurs/- opnemers die de opfriscursus hebben gevolgd en of zij een voldoende hebben gescoord voor de toets. In het aan QBISnl verstrekte overzicht dient naast de naam van de EPA-adviseur/-opnemer ook het nummer te zijn aangegeven dat vermeld staat op het QBISnl-pasje of op het bewijs van vakbekwaamheid van CITO.

Bijlage 2 Eisen te stellen aan de opleiders/opfriscursus Onderdeel Voorstel Examencie Informatie/ voorlichting Inhoud Frequentie Kennisborging Docent Klanttevredenheid Nazorg Opleidingsmateriaal Software KvINL/ISSO informeert de EPA-adviseurs en -opnemers over de ontwikkelingen bij wijzigingen in bijvoorbeeld interpretatiedocument en weten regelgeving. Het schrijven hiervan wordt ook aan de opleidingsinstituten gestuurd. Het opleidingsinstituut informeert de deelnemer vooraf over de nut en noodzaak van de opfriscursussen en geeft aan voor wie de opfriscursus toegankelijk is. De lesstof van de opfriscursus bevat minimaal de elementen die genoemd worden in de lijst met veel gemaakte fouten/wijzigingen in wet- en regelgeving en innovatieve technieken van de Examencommissie. De uitleg ter voorkoming van deze fouten in de praktijk is goed in de lesstof verwoord. De opfriscursus wordt minimaal 2 x per jaar aangeboden. Het opleidingsinstituut zorgt ervoor dat zij op de hoogte is van de meest actuele zaken, wijzigingen van normen, op de hoogte van de geldende wet- en regelgeving en innovatieve technieken. O.a. door deelname aan de harmonisatiebijeenkomsten die ISSO/KvINL/RVO/BZK 1 à 2 x / jaar organiseren t.b.v.de docenten van de opleidingsinstituten. Hiertoe zullen KvINL en ISSO het initiatief nemen en trachten BZK en RvO hierbij te betrekken. Is op de hoogte van de meest actuele zaken, wijzigingen van normen en gerelateerde wet- en regelgeving. Is in het bezit van het bewijs van vakbekwaamheid van het betreffende EPA-examen of heeft van de Examencommissie vrijstelling gekregen om toch opfriscursussen te verzorgen. Heeft minimaal 4 jaar werkervaring in het werkveld van het opnemen van woningen en/of utiliteitsgebouwen en opstellen van Energielabels en Energie-Index rapportages. Kennis van geattesteerde software conform BRL 9501. Beschikt over goede didactische vaardigheden en kan goed de lesstof overbrengen en doorspekken met praktijkvoorbeelden, dit blijkt uit de evaluatie onder de deelnemers (praktijkrelevantie). Iedere opleiding dient te worden geëvalueerd. Resultaten enquête/evaluatie worden gedeeld met de Examencommissie EPA Het opleidingsinstituut hanteert voor het inhoudelijke deel de door de Examencommissie opgestelde vragenlijst. KvINL/ISSO informeert de EPA-adviseurs en -opnemers over de ontwikkelingen bij wijzigingen in bijvoorbeeld interpretatiedocument en weten regelgeving. Het schrijven hiervan wordt ook aan de opleidingsinstituten gestuurd, zij gebruiken dit om hun voormalig deelnemers over mogelijke opfriscursussen te informeren. Het opleidingsinstituut is eigenaar van het opleidingsmateriaal. De Examencommissie of de gedelegeerde deskundige(n) behandelt/behandelen het opleidingsmateriaal vertrouwelijk. Het opleidingsinstituut werkt met geattesteerde software conform de BRL 9501.