Gebr. Naam: Ken Witbreuk Klas: 3G3 Titel: Gebr. Auteur: Ted van Lieshout Eerste jaar uitgave: 1996 Uitgever: Van Goor Aantal pagina s: 118 Druk: 1 ste druk
Auteur: Ted van Lieshout Ted van Lieshout is geboren op 21 december 1955 in Eindhoven. Ted leefde in een gezin van twaalf kinderen. Op zijn negentiende ging hij studeren aan de kunstacademie in Amsterdam. Vijf jaar later kreeg hij zijn diploma en ging aan het werk als illustrator en grafisch ontwerper. Zijn illustraties verschenen in boeken, kranten en tijdschriften. In 1984 begon hij met het schrijven van gedichten. 2 jaar later verscheen zijn eerste boek. Inmiddels heeft Ted van Lieshout al vele boeken geschreven. Waaronder Gebr. https://nl.wikipedia.org/wiki/ted_van_lieshout
Over het boek A. Aan de voorkant van het boek staan de gebroeders Lukas en Marius. Ook wel Luuk en Maus genoemd. Het gaat het hele boek over hun en hoe ze samen alles beleven. B. Lukas: Ook wel Luuk genoemd is in het boek 16 jaar oud. Luuk voelt zich anders dan andere jongens, omdat hij op jongens valt en niet op meisje. Luuk durft zelf niet aan zijn ouder te vertellen dat hij op jongens valt. Lukas is een vrolijke jongen en gaat veel om met zijn broertje. Hij durft niet aan zijn ouder te vertellen dat hij op jongens valt. Hij heeft het erg moeilijk. Marius: Ook wel Maus genoemd is het kleine broertje van Luuk. Hij overlijdt als hij 14 jaar oud is. Luuk heeft het erg moeilijk met de dood van zijn broertje. Hij schrijft daarom op de lege plekken in het dagboek van Maus dingen op. Zo komt Luuk te weten dat zijn broertje ook op jongens viel. Maus was net als zijn broer een vrolijke jongen en probeerde er alles aan te doen om niet dood te gaan. Hij durfde net als zijn broer niet te vertellen dat hij op jongens viel. C. Het verhaal speelt zich af in Eindhoven. Het meeste zijn ze in hun eigen kamers en in hun huis. Ook hebben ze het soms over Carnaval en de Zigeuners waar ze vorig jaar naartoe zijn gegaan. D. In het boek gaat het over de dingen die Luuk mee maakt en voelt. Hij leest bijvoorbeeld ook in het dagboek. Doordat Luuk het dagboek leest kom je ook meer te weten over Maus. Maus blijkt ook op jongens te vallen. Hierdoor voelt Luuk zich ook beter. Op de dag dat Maus eigenlijk jarig geweest zou zijn verbrand zijn moeder alle spullen van Maus. Luuk wil het dagboek erop gooien, maar haar moeder houdt haar tegen en wil het dagboek van Maus bewaren. Die avond verteld Luuk ook tegens zijn ouder dat hij op jongens valt. E. Het boek heeft een gesloten einde, want aan het einde van het boek vinden Luuk en Maus elkaar terug. Luuk leest het einde van het dagboek en ziet de Maus het echt op had en niet verder kon. Luuk is door het lezen van het dagboek weer opgeknapt en zijn vader en moeder weten nu dat hij op jongens valt. Hij is niet meer zo ontzeker over zichzelf door het lezen van het dagboek van Maus.
Een ander einde aan het verhaal Ik ga vanaf het stuk schrijven dat Maus bijna dood gaat. Een half jaar na zijn dood krijgen de ouders en Luuk te horen dat Maus de ziekte van Wilson had. Ik gat er aan ander eind aan geven doordat ze eerder weten dat Maus de ziekte van Wilson heeft. Luuk en Maus vallen allebei op jongens en ik wil graag laten zien hoe ze daarmee met elkaar omgaan. Maus gaat erg hard achteruit. Zijn vingers beginnen te trillen en later zelfs zijn handen. Als Maus herinneringen begint te vergeten gaat het erg hard met Maus. Hij gaat telkens maar achteruit. Zijn ouders en Luuk zijn langzamerhand als afscheid van Maus aan het nemen. Terwijl de dokters nog volop aan het onderzoeken zijn wat het zou kunnen zijn. Op een dag komen de dokters binnen. Luuk hoopt dat ze goed nieuws hebben. En dat hebben de dokters. Ze zijn er achter gekomen want voorn ziekte Maus heeft. Het is de ziekte van Wilson. Maus zelf krijgt er niet veel van mee ziet Luuk. De dokters proberen nu een medicijn te vinden tegen Wilson. Luuk fluistert zachtjes in het oor van Maus: het komt goed. Als Maus de volgende dag het medicijn krijgt van de dokters begint Maus steeds beetje voor beetje op te knappen. De dokters hadden al wel gezegd dat Maus nooit helemaal de oude weer zou worden. En dat de trillen de vingers en handen zouden blijven trillen. Als Maus weer naar huis heen mag krijgt hij een rolstoel, omdat hij niet goed meer kan lopen. Luuk is erg blij dat Maus weer terug is en helpt hem iedere dag weer met het lopen. Ze oefenen allemaal dingen in de tuin. Als ze op een dag in de tuin zitten verteld Luuk aan Maus dat hij op jongens valt. Maus is verbaasd en blij, want hij verteld dat hij ook op jongens valt. Samen vertellen ze het aan hun ouders, want ze vinden het allebei best moeilijk om het alleen te vertellen dus zijn ze erg blij dat ze het van elkaar weten. Als ze het aan de ouders het gaan vertellen vinden de ouders het helemaal niet erg. Ze vinden het zelfs heel speciaal dat allebei de zonen op mannen vallen. De jongens reageren allebei dol gelukkig. Vlak naar het vertellen dat ze op mannen vallen krijgen ze een bericht van het ziekenhuis. Ze denken natuurlijk dat het over Maus gaat, maar dat gaat het niet. Het gaat over Luuk. De ziekte die Maus heeft is erfelijk dus kan Luuk het ook hebben. Als Luuk zich laat testen of hij Wilson heeft krijgt hij een week later de uitslag. Er is gelukkig niks aan de hand met Luuk. Maus is erg blij met het nieuws. Om het te vieren gaan Luuk en Maus samen een stukje lopen op het strand, want Maus kan steeds een stukje verder lopen. Als ze op het strand zijn kijken ze natuurlijk of er nog leuke jongens op het strand te vinden zijn. Ze mogen er achter
dat ze allebei wel op verschillende types jongens vallen. De ouders van Luuk en Maus kijken toe op het strand en zien hoe Luuk en Maus aan het genieten zijn. En drinken gezellig met zijn tweeën wat drinken. Als Luuk en Maus op het terras komen vertellen ze over de leuke jongens die ze gezien hebben. Ze krijgen nog bijna ruzie over wie nou de mooiste jongen gezien heeft. Als ze op het terras zitten vertellen de ouders dat ze in de zomervakantie naar Ibiza gaan, omdat de jongens een zeer moeilijke tijd hebben gehad. De jongens zijn dolblij en kunnen hun geluk niet opbrengen.