BASISOPLEIDING BEDRIJFSHULPVERLENING Spoedeisende Eerste Hulp

Vergelijkbare documenten
Basale reanimatie. Versie aug / 51

LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad

Stoornissen in het bewustzijn. AG eerste hulp opleidingen Best

Basale reanimatie LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad WELKOM LEERDOELEN. Aan het einde van deze cursus kunt u demonstreren:

Basale reanimatie LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad WELKOM

Basale reanimatie inclusief de Automatische Externe Defibrillator

Doel van deze presentatie: het op peil houden van kennis en vaardigheden met betrekking tot de reanimatie en als voorbereiding op een competentietest.

AG eerste hulp opleidingen Best

LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad

LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad

Reanimatie bij Kinderen. David Van Grembergen Urgentie arts AZ Sint-Lucas Gent

Antwoorden 2014 EHBO-K. Ascendens Opleidingen Theorievragen EHBO-K 2014 versie 006 Pagina 1 van 5. Theorievragen versie 006

Wat is een acute hartritme stoornis?

LET OP!!! 2011 Nederlandse Reanimatie Raad

CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING. CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie

LET OP!!! 2011 Nederlandse Reanimatie Raad

Europese Reanimatieraad. Basale reanimatie en het gebruik van de Automatische Externe Defibrillatior

Aed met z'n twee

Basale reanimatie van kinderen door niet-zorgprofessionals

1. WANNEER ELKE SECONDE TELT

CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING. CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie

Automatische Externe Defibrillatie Opleiding Hulpverlener. Europese Reanimatieraad

"EHBO" is een uitgave van CLB Externe preventie Industrieterrein Kolmen Alken Tel :

1. Zorg voor je eigen veiligheid, die van het slachtoffer en van de omstaanders

Leeftijd Omstaanders Materiaal

LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad

Basale reanimatie van kinderen door anderen dan gespecialiseerde zorgprofessionals

2014 EHBO-K. Theorievragen versie 006. Ascendens Opleidingen Theorievragen EHBO-K 2014 versie 006 Pagina 1 van 7

Basale reanimatie van volwassenen

Basale reanimatie van baby s en kinderen inclusief de AED

Basale reanimatie van volwassenen

BASALE REANIMATIE VAN VOLWASSENEN

Aan het eind van de cursus bent u in staat om: Basale reanimatie van volwassenen

Het bieden van hulp bij een ademhalingsof hartstilstand

LET OP!!! 2011 Nederlandse Reanimatie Raad

Examen bedrijfshulpverlener Eerste Hulp

Opleiding Reanimatie + AED bediener

Stoornissen in het bewustzijn

Cardiopulmonale Reanimatie. Automatische Externe Defibrillator

KVK AVELGEM REANIMATIE en AED Sportmedische begeleiding KVK Avelgem. Pascal D Haene

ABCDE methodiek Biedt een vaste volgorde van het benaderen van het slachtoffer

Het reanimatie protocol

Basale reanimatie van baby s en kinderen inclusief de AED. Voor een toekomst in de zorg!

TRIVIANT BLAUW (uitprinten op blauw papier) Stoornissen in het bewustzijn, de ademhaling en de bloedsomloop

Basale reanimatie van kinderen door anderen dan gespecialiseerde zorgprofessionals 29. Atgoritme basale reanimatie van kinderen door PBLS Leek

CPR CARDIOPULMONAIRE RESUSCITATIE

15u25-16u25 Nieuwe evoluties met betrekking tot reanimatie. Wim De Buyser, zorgexpert BLS/ALS

KBC-Preventie. Ongevallen thuis. we hebben het voor u

Reanimatie Stabiele zijligging Toedienen zuurstof

Naslagwerk BLS & PBLS

BLS Cursus Hulpverlener. Basisreanimatie. met het gebruik van een Automatische Externe Defibrillator

Zorg voor de veiligheid van het slachtoffer

BASALE REANIMATIE VAN VOLWASSENEN

Basale reanimatie van volwassenen

Initiatie REANIMATIE

Wat is EHBO? HET VOORAL NIET ERGER MAKEN

Inkijkexemplaar. Inhoud

Het lichaam maakt teveel warmte aan of raakt te weinig warmte kwijt.

Spoedeisende Eerste Hulp

BASISOPLEIDING BEDRIJFSHULPVERLENING Niet spoedeisende Eerste Hulp

Basisreanimatie & Automatische Externe Defibrillatie

AG eerste hulp opleidingen 47 vragen met antwoorden.

Procedure Calamiteiten tijdens Kerkdiensten Nederlandse Hervormde Kerk Stolwijk

Even voorstellen.. Vraag. Vraag. Antwoord Welkom op het 12 e Reanimatie Congres

kraamafdeling informatiebrochure Observatie, stimulatie en babyreanimatie n*-dienst

Toets Ziekteleer Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen

EHBébé. Ongevallengids voor kinderen tussen 0 en 3 jaar

Primaire vitale functies Functie Aktie Reaktie Aktie Overig

H o c k e y E H B O. Woensdag 30 november MHC Goirle. Door Paul van den Broek

ORANJE KRUIS JEUGDBOEKJE

CPR VOOR DE BEVOLKING met de nieuwe richtlijnen. Danny Martens

EHBébé ONGEVALLENGIDS VOOR KINDEREN TUSSEN 0 EN 3 JAAR

Basale reanimatie van kinderen

Basale reanima+e van volwassenen

HANDLEIDING EHBO JO KST ELEN

INKIJKEXEMPLAAR. 1. Goede zorgen. De principes van eerste hulp

Toetsstation. Reanimatie zonder hulpmiddelen

Start / Introductie HARTELIJK WELKOM

7 Epilepsie. 1 Inleiding. In dit thema komen aan de orde: 2 Wat is epilepsie? 3 Leven met epilepsie. 4 Epilepsie-aanvallen. SAW DC 7 Epilepsie

Inkijkexemplaar. Inhoud. Ongeval Flauwte Huidwonde Brandwonde Bloedneus Bloeding Oefening. Om te onthouden!

Gedrags- & Veiligheidsprotocol Loopsport Specifiek

E.H.B.O. bij motorongevallen

OEFENVRAGEN BHV. 1. Met welke methode beademt u een slachtoffer onder normale omstandigheden? A. De dokter Phil methode. B.

MODULE 3 Levensreddende handelingen

Eerste Hulp bij stem bandlozen N S v G

Gedrags- & Veiligheidsprotocol

CLICK 2017 voorbereiding

KINDERGENEESKUNDE. Koortsstuipen KINDEREN

WSV De Kogge. Contr Escarpe BB Tholen T (0) M (0) INFOKAART 1E HULP WAT TE DOEN BIJ:

Matthijs Samyn Instructor BLS & AED Dienst 100 Brw Roeselare Verpleegkundige spoedgevallen Sint Jozefskliniek Izegem Docent EHBO

EHBébé. Ongevallengids voor kinderen tussen 0 en 3 jaar

Programma training: Klant: PI-411: Opleiding Eerste hulp Oranje Kruis. Diverse

Het toepassen van algemene regels voor het verlenen van eerste hulp in onvoorziene situaties

Behandeling van wonden en letsels

Inkijkexemplaar. Inhoud. 1 Ongeval 3. 2 Flauwte Huidwonde Brandwonde Bloedneus Bloeding 36

Hersenschudding Volwassenen en kinderen > 6 jaar. Afdeling Spoedeisende Hulp

Basisreanimatie volwassenen. CPR-werkgroep Heilig Hart Ziekenhuis Mol

Examenseries Diploma Eerste Hulp. van. Het Oranje Kruis

Transcriptie:

INHOUDSOPGAVE 2 SPOEDEISENDE EERSTE HULP... - 2-2.1 Verplaatsen van een slachtoffer... - 2-2.2 Benaderen en beoordelen van een slachtoffer... - 3 - Slachtoffer van buik naar rug draaien... - 3 - Stabiele zijligging... - 4 - Vanuit stabiele zijligging naar rugligging... - 4-2.3 Reanimeren... - 5 - Volgorde van handelen reanimatie... - 5 - Reanimatie handelingen... - 6 - Volgorde van handelen reanimatie met AED... - 7 - Hulpmiddelen bij reanimatie en gebruik AED... - 9 - Reanimatie, enkele aandachtspunten... - 9-2.4 Verslikking en verstikking...- 11 - Het slachtoffer heeft zich verslikt, maar hoest nog...- 11 - Het slachtoffer heeft zich verslikt en heeft geen effectieve hoest...- 11 - Wat doe je als een zuigeling zich ernstig verslikt heeft?...- 11-2.5 Ernstige bloeding... - 13-2.6 Shock... - 14-2.7 Ernstige hartklachten...- 14-2.8 Beroerte... - 15-2.9 Epilepsie... - 16 - Grote epileptische aanval...- 16 - Kleine epileptische aanval...- 16-2.10 Suikerziekte... - 17 - Te hoog bloedsuikergehalte...- 17 - Te laag bloedsuikergehalte...- 17-2.11 Schedel- en hersenletsel...- 17 - - 1 -

2 SPOEDEISENDE EERSTE HULP 2.1 Verplaatsen van een slachtoffer Verplaats een slachtoffer alléén als het absoluut noodzakelijk is vanwege gevaar. Verplaatsen kan het letsel van het slachtoffer namelijk verergeren. Verplaats het slachtoffer uit een gevaarlijke situatie door het slachtoffer te ondersteunen bij hinkelen of met de Rautekgreep als lopen of hinkelen niet mogelijk is. Verplaatsen door dragen of hinkelen Rautekgreep 1 2 3 4 5-2 -

2.2 Benaderen en beoordelen van een slachtoffer Als u bij een slachtoffer aankomt, moet zo snel mogelijk duidelijk worden of er sprake is van een levensbedreigende situatie. Benader het slachtoffer in principe aan de kant van het gezicht. Dit om te voorkomen dat het slachtoffer het hoofd beweegt. Vervolgens gaat u als volg te werk: a. controleer het bewustzijn door het slachtoffer luid en duidelijk aan te roepen en met uw beide handen de schouders van het slachtoffer voorzichtig te schudden; indien het slachtoffer niet reageert, laat u direct het alarmnummer 112 bellen. Bij voorkeur belt u zelf en zet u de telefoon op de luidsprekerstand. Zo hebt u uw handen vrij en kunt u instructies uitvoeren die u krijgt van de centralist van de meldkamer; b. controleer vervolgens de ademhaling van het slachtoffer. Plaats uw hand op het voorhoofd van het slachtoffer. Plaats twéé vingers van uw andere hand onder de kin van het slachtoffer. Kantel het hoofd van het slachtoffer voorzichtig een beetje achterover. Ga zo zitten dat uw eigen wang en oor vlak boven de Kinlift methode mond en neus van het slachtoffer komen. Kijk nu, gedurende 10 seconden, of de borstkas en bovenbuik van het slachtoffer rustig en regelmatig op en neer bewegen. Luister of u ademgeluiden hoort. Voel met uw wang of er een luchtstroom is. Indien er een goede ademhaling aanwezig is, legt u het slachtoffer in de stabiele zijligging. Is de ademhaling echter afwezig, niet normaal of u twijfelt, start dan met reanimatie. Slachtoffer van buik naar rug draaien 1 2 3 4-3 -

Stabiele zijligging Vanuit stabiele zijligging naar rugligging Als het slachtoffer in de stabiele zijligging ligt, controleert u regelmatig de ademhaling. Als u twijfelt of deze nog aanwezig is, draait u het slachtoffer terug op de rug en controleert u de ademhaling met de Kinlift methode. Als het slachtoffer een goede ademhaling heeft, legt u het slachtoffer op zijn andere zijde, in de stabiele zijligging. Is de ademhaling echter afwezig, niet normaal of u twijfelt, start dan met reanimatie. - 4 -

2.3 Reanimeren Het is belangrijk dat u snel herkent dat het slachtoffer gereanimeerd moet worden. Meestal doet de situatie zich heel onverwacht voor en zorgt dan voor een heftige schrikreactie waardoor u niet direct weet wat u moet doen. Volg dus ALTIJD de stappen a en b uit hoofdstuk 2.2 Door reanimeren en de automatische externe defibrillator (AED) toe te passen heeft het slachtoffer een kans om een circulatiestilstand te overleven. Volgorde van handelen reanimatie Slachtoffer heeft een bewustzijnsstoornis Instructies Bel of laat 112 bellen Telefoon op luidsprekerstand Laat een AED halen Indien u alleen bent en er is een AED in de directe omgeving, haal deze dan eerst. Open de luchtweg en controleer de ademhaling Ademhaling niet normaal of bij twijfel. Reanimatie 30 borstkompressies 2 beademingen - 5 -

Reanimatie handelingen Zorg dat het slachtoffer op een harde ondergrond ligt. Zet uw handen midden op de borstkas. Strek uw ellebogen en breng uw schouders recht boven uw handen. Druk het borstbeen loodrecht 5 tot 6 centimeter in. Laat het borstbeen volledig terugveren. Geef borstcompressies in een tempo van 100 tot 120 keer per minuut. Geef na 30 borstcompressies direct 2 beademingen. Maak de luchtweg vrij: kantel het hoofd en til de kin op. Knijp de neus dicht. Geef 2 beademingen binnen 10 seconden. Blijf 30 borstcompressie en 2 beademingen geven. - 6 -

Volgorde van handelen reanimatie met AED Reanimatie 30 borstkompressies 2 beademingen AED wordt aangesloten en beoordeelt het hartritme Geen schok geadviseerd Wel schok geadviseerd AED geeft geen schok AED geeft één schok Hervat onmiddellijk de reanimatie Hervat onmiddellijk de reanimatie Slachtoffer vertoont geen tekenen van leven Slachtoffer vertoont tekenen van leven Volg instructies AED, deze controleert het ritme om de 2 minuten Controleer de vitale functies en stel deze veilig (Laat elektrodes zitten) - 7 -

Maak de borstkas bloot. Indien de borstkas vochtig of nat is, droog deze dan eerst. Indien veel haar op de borstkas, scheer dan eerst de plaatsen waar de elektroden komen te zitten. Zet de AED aan. Plak vervolgens de elektroden op de juiste plaatsen. De AED gaat nu analyseren en geeft vervolgens opdrachten. GEEN SCHOK > ga door met reanimeren. Elke twee minuten zal de AED het hart analyseren. WEL SCHOK > Geef een schok en start met reanimeren. U kunt nu twee reacties krijgen van het slachtoffer, namelijk: o slachtoffer geeft GEEN REACTIE > ga dan door met reanimeren en volg de instructies van de AED. o slachtoffer geeft WEL REACTIE > controleer de vitale functies en stel deze veilig. Laat de elektroden zitten. - 8 -

Hulpmiddelen bij reanimatie en gebruik AED In een aantal situaties moet u iets extra s doen voordat u de elektroden bevestigt, maar alléén als het echt nodig is. Voorkom onnodig tijdverlies, maar realiseer u dat de elektroden maar EEN KEER geplakt kunnen worden! Hulpmiddelen bij beademen Kiss of life Beademingsmasker Vochtige borstkas Indien de borstkas vochtig is plakken de elektroden niet goed op de huid. Maak dan eerst de borstkas droog. Accessoires AED Fors behaarde borstkas Indien het slachtoffer een erg behaarde borstkas heeft, zorgt dit voor een minder goed contact tussen elektroden en de huid. U dient dan de plaatsen waar de elektroden komen te scheren. Pacemaker en inwendige defibrillator (ICD) Deze zijn soms herkenbaar als een bult onder de huid. Als u deze herkent en deze bevindt zich op de plaats waar de elektrode hoort te komen, plak de elektrode dan net naast of onder het apparaat. Reanimatie, enkele aandachtspunten 1. Agonale ademhaling (gaspen) In de eerste minuten bij een circulatiestilstand is het mogelijk dat het slachtoffer onregelmatig ademt en/of luid naar lucht hapt waarbij u geen adembeweging waarneemt van de borstkas. Dit heet agonale ademhaling of gaspen. Verwar dit niet met een normale ademhaling. Start met de reanimatie, ook als u twijfelt. 2. Trekkingen In de eerste minuten kan het slachtoffer trekkingen vertonen die lijken op een epileptische aanval. Tenzij het slachtoffer bekend is met epilepsie, moet u meteen starten met reanimeren bij geen of twijfelachtige ademhaling. Alleen als het slachtoffer snel weer bij bewustzijn komt en gaat reageren, weet u dat er geen circulatiestilstand is. 3. Als het beademen niet lukt Als u bij de eerste beademing van de 2 beademingen de borstkas niet omhoog ziet gaan. - Kijk dan in de mond of er een voorwerp inzit dat u makkelijk weg kunt halen. Verwijder dit voorwerp dan. - Probeer het hoofd iets verder achterover te kantelen en de kin iets meer omhoog te tillen. - 9 -

Als bij de tweede beademing de borstkas nog steeds niet omhoog gaat, gaat u door met borstcompressies. Mogelijk gaat het na 30 borstcompressies wel goed. Verlies geen extra tijd door extra beademingspogingen. 4. Reanimatie met twee hulpverleners Als er meerdere getrainde hulpverleners aanwezig zijn, kun je het beste afwisselen tijdens de reanimatie. Het geven van hartmassages is immers vermoeiend. Vaak gaat de kwaliteit van de hartmassages al na enkele minuten achteruit. De hulpverlener merkt dit niet altijd. Om de kwaliteit van de hartmassages hoog te houden, los je elkaar iedere 2 minuten af. Zorg ervoor dat je zo weinig mogelijk tijd verliest met het wisselen. 5. Borstcompressies zonder beademen Bij de beademing wordt het circulerende bloed van voldoende zuurstof voorzien. Belangrijk hierbij is dat de luchtweg vrij is. Veel mensen geven toe dat ze niet graag mond-op-mondbeademing geven. Het is altijd beter om enkel hartmassages te geven, dan helemaal niets te doen. Zelfs als je reanimeert zonder te beademen, zullen de overlevingskansen van het slachtoffer stijgen. Als je geen beademingen kan of wil geven, geef dan continu hartmassages. 6. Beginnen met reanimeren of stoppen In principe begint u met reanimatie als u een niet normale ademhaling vaststelt. U hoeft niet te beginnen als: - er gevaar is voor uw leven; - het slachtoffer een niet-reanimatieverklaring heeft. U mag stoppen met reanimeren als: - het slachtoffer tekenen van leven vertoont; - u er niet binnen 20 minuten in slaagt om in contact te komen met de 112 centrale; - u door vermoeidheid niet meer kunt reanimeren; - een ander de reanimatie over neemt; - een ambulance verpleegkundige zegt dat u mag stoppen; - het slachtoffer een niet-reanimatieverklaring heeft. - 10 -

2.4 Verslikking en verstikking Verslikking kan ontstaan als bijvoorbeeld een stukje fruit, een snoepje of een ander voorwerp in de luchtpijp schiet. De luchtweg is dan gedeeltelijk of helemaal afgesloten. Het slachtoffer heeft zich verslikt, maar hoest nog In dit geval is de luchtweg gedeeltelijk afgesloten. Het slachtoffer is angstig en heeft het benauwd. Deze gedeeltelijke afsluiting wordt meestal opgeheven door het hoesten. Als hulpverlener dient u het volgende te doen: - moedig het slachtoffer aan om te hoesten, maar doe verder niets; - roep om hulp of haal hulp, terwijl u het slachtoffer in de gaten houdt. In de meeste gevallen lost het probleem zich door het hoesten van het slachtoffer vanzelf op. In sommige gevallen wordt het erger en zal de luchtweg geheel afgesloten worden. Het slachtoffer heeft zich verslikt en heeft geen effectieve hoest In dit geval is de luchtweg geheel afgesloten. Het slachtoffer is angstig, grijpt naar zijn keel en gaat vaak lopen. Als hulpverlener ziet u een slachtoffer dat niet meer kan praten, ademen of hoesten. Uiteindelijk zal het slachtoffer bewusteloos geraken. Als hulpverlener dient u het volgende te doen: - laat 112 bellen of bel zelf 112 en zet uw telefoon op luidsprekerstand; - geef vijf rug-slagen, indien geen effect; - geef maximaal 5 buikstoten. Is het voorwerp niet losgekomen, wissel vijf rugslagen af met vijf buikstoten. Indien het voorwerp nog niet loskomt en het slachtoffer verliest het bewustzijn, start dan met borstcompressies en beademen. Door spierontspanning is het mogelijk dat u toch lucht in de longen kunt blazen. Wat doe je als een zuigeling zich ernstig verslikt heeft? - Laat 112 bellen, als u zelf belt zet dan uw telefoon op luidsprekerstand. Hierdoor kunt u de instructies van de centralist uitvoeren zonder dat u last heeft van uw telefoon. - Handel vervolgens zoals op onderstaande foto s. 1 - Leg het kind met zijn buik op uw onderarm. - Ondersteun het hoofd en zorg daarbij dat de mond vrij is. - Geef met de hiel van de hand maximaal vijf slagen tussen de schouderbladen. - 11 -

Indien onvoldoende 2 - Leg nu een hand of arm op het achterhoofd/rug van het kind. - Draai het kind om. - Geef in 5 seconden met twee vingers, vijf borstcompressies. - Is het voorwerp niet losgekomen, wissel vijf rugslagen af met vijf buikstoten. 3-12 -

2.5 Ernstige bloeding Bij hevig bloedverlies geef je direct druk op de wond. Gebruik hiervoor steriel of schoon materiaal en laat het bij voorkeur door het slachtoffer zelf doen. Leg hierna een wonddrukverband aan. - Dek de wond af met een snelverband. Zorg dat al de vier zijden van het gaas afgedekt zijn met de zwachtel. - Pak nu een stevige zwachtel. - De eerste slag maakt u onder de wond. - De volgende slagen overlappen elkaar voor driekwart en gaan richting romp. - Leg deze slagen stevig aan. - De laatste slag zit ruim boven de wond. - Leg de zwachtel vast met kleefpleister. - 13 -

2.6 Shock Veel bloedverlies kan leiden tot een shock. Dit is een levensbedreigende toestand, waarbij de bloeddruk van het slachtoffer te laag is. De lichaamscellen krijgen dan te weinig zuurstof en lopen daardoor schade op. De belangrijkste oorzaken van shock zijn: - slecht functioneren van het hart; - groot bloedverlies; - overgevoeligheid; - ernstige infecties; - ernstige diarree, braken en koorts; - vochtverlies bij ernstige brandwonden; - extreem vochtverlies bij sport. Een slachtoffer in shock ziet er slecht uit en maakt een zieke indruk. Hij heeft een bleke/grauwe/vale gelaatskleur en bleke nagelbedden. Het slachtoffer voelt zich ellendig en slap. Hij heeft het koud, voelt koud en klam aan en kan dorst hebben. Eerste hulp - Laat 112 bellen. Belt u zelf, zet de telefoon dan op luidsprekerstand. - Breng het slachtoffer in die houding waarin hij zich het prettigst voelt. 2.7 Ernstige hartklachten Bij een hartinfarct is er plotseling een probleem in de doorbloeding van de hartbloedvaten (kransslagaderen). Dit kan komen door ernstige vernauwing of een stolsel dat vast gaat zitten in een hartbloedvat. Hierdoor krijgt de hartspier onvoldoende zuurstof wat kan leiden tot hartspierverlies. Het slachtoffer heeft een drukkend, knijpend of benauwd gevoel in de borst. Hij kan ook pijn midden op de borst hebben. De pijn kan uitstralen naar de kaak en/of armen. Het slachtoffer kan kortademig zijn, transpireren, bleek zien, duizelig of misselijk zijn. Hij is mogelijk angstig. Het pijnlijke of benauwde gevoel houdt langer dan enkele minuten aan. Eerste hulp - Bel 112 en zet de telefoon op luidsprekerstand. - Laat het slachtoffer zo min mogelijk bewegen. - Leg het slachtoffer in die houding waarbij hij zich het prettigst voelt. Bij ouderen en bij vrouwen kan een hartinfarct zonder genoemde klachten optreden. Het slachtoffer kan dan onverwacht pijnklachten krijgen in de bovenbuik en/of hoog in de rug. - 14 -

2.8 Beroerte Bij een beroerte werken de hersenen net meer goed. Dit komt doordat een bloedprop een hersenslagader afsluit (herseninfarct) of doordat een bloedvat gesprongen is (hersenbloeding), waardoor de hersenen onder druk komen te staan. Een slachtoffer met een hersenbloeding komt verward over; je kan hem mogelijk moeilijk verstaan of plotseling begrijpt hij niet meer wat je zegt. Ook kan het slachtoffer moeite hebben om de juiste woorden te vinden. Hierdoor kan het slachtoffer in paniek raken. Daarnaast kan hij moeite hebben om goed te zien met één of beide ogen. Het slachtoffer heeft mogelijk plots een scheef gezicht. Wanneer hij zijn tanden laat zien, zie je duidelijk dat een mondhoek hangt. Het slachtoffer kan mogelijk niet beide armen tegelijkertijd omhooghouden, één arm zakt steeds weg of komt nauwelijks omhoog. Ook kan hij zwakte hebben in één been waardoor hij moeilijk of niet meer kan staan. Mogelijk heeft het slachtoffer ook hoofdpijn, is hij duizelig of heeft hij last van evenwichtsstoornissen. Het slachtoffer kan ten slotte bewusteloos raken. Eerste Hulp - Bel 112 bij een beroerte of als u een beroerte vermoedt. - Is het slachtoffer bewusteloos, leg hem dan in de stabiele zijligging. - Indien het beeld niet duidelijk is, maar u vermoedt een beroerte, doe dan de mond, spraak, arm test. Mond, spraak, arm test Mond Vraag het slachtoffer om de tanden te laten zien, Face Spraak Laat hem een zin spreken. Vraag omstanders of hij anders is gaan praten. Arm Vraag het slachtoffer om zijn ogen te sluiten. Vraag Daarna om de armen te strekken met de binnenkant naar boven. Een arm en/of been kan ook geheel verlamd zijn. Res cazp! Spee Arm - 15 -

2.9 Epilepsie Epilepsie is een hersenaandoening die zich uit in grote of kleine aanvallen. Grote epileptische aanval Het slachtoffer raakt plots bewusteloos. Meestal treedt een verkramping van alle spieren op. Deze verkramping gaat dan vaak over in schokkende, ongecontroleerde bewegingen van armen, benen en hoofd. Het slachtoffer kan zijn urine en ontlasting laten lopen. Bij een zeer zware aanval krijgt het slachtoffer een blauwe kleur omdat de ademhaling gestoord raakt. Eerste Hulp tijdens de aanval. - Bel 112 en volg de instructies van de centralist. - Bescherm het slachtoffer. Haal alles uit zijn buurt waaraan hij zich kan verwonden. - Bescherm het hoofd door er iets onder te leggen. - Maak knellende kleding los. - Houdt schokkende bewegingen niet tegen. - Stop niets tussen de tanden. Eerste hulp na de aanval. - Leg het slachtoffer in de stabiele zijligging indien hij (nog) bewusteloos is. - Indien het slachtoffer niet bewusteloos is, help hem dan met het aannemen van de houding die voor hem het prettigst is. - Controleer op verwondingen. - Bescherm het slachtoffer tegen onderkoeling. Kleine epileptische aanval Er bestaan vele soorten van kleine epileptische aanvallen, van een korte bewustzijnsdaling tot ongecontroleerde bewegingen aan arm(en) en/of benen. Ook is het mogelijk dat het slachtoffer vreemde geluiden hoort of plotseling angst krijgt. Eerste hulp - Blijf bij het slachtoffer. - Blijf kalm en praat rustig. - Probeer ongecontroleerde bewegingen niet tegen te houden. - Bel de huisarts indien het slachtoffer niet binnen enkele minuten helder reageert. - Adviseer het slachtoffer contact op te nemen met zijn huisarts indien dit een eerste aanval is. - 16 -

2.10 Suikerziekte Te hoog bloedsuikergehalte In de eerste hulpverlening komen we personen met een te hoog bloedsuikergehalte bijna nooit tegen. De klachten bestaan al geruime tijd en zijn vaak vaag. Doordat deze klachten niet weg gaan, neemt hij uiteindelijk contact op met zijn huisarts. Deze stelt dan de diagnose van een te hoog bloedsuikergehalte. Te laag bloedsuikergehalte Een te laag bloedsuikergehalte (hypo) komen we In de eerste hulpverlening vaker tegen. Meestal Betreft het dan personen die te veel inspanning hebben geleverd, te weinig hebben gegeten zonder daarbij de insuline aan te passen. Eerste hulp - Indien het slachtoffer bewusteloos is, belt u 112. - Indien u zeker weet dat het slachtoffer suikerziekte heeft, geef dan: - Als eerste druivensuiker / limonade - Hierna een boterham / vla Indien het slachtoffer wat minder alert is, mag u proberen om wat honing of stroop in de wangzak van het slachtoffer te smeren. 2.11 Schedel- en hersenletsel Iemand heeft een ongeval gehad, zijn hoofd gestoten of is ongelukkig gevallen. Het slachtoffer is suf of verward. Hij is mogelijk kort bewusteloos geweest. Ook heeft het slachtoffer last van hoofdpijn en/of duizeligheid. Hij reageert traag en onthoudt dingen moeilijk. Hij vraagt bijvoorbeeld steeds wat er is gebeurd. Het slachtoffer kan klagen over vermoeidheid, dubbelzien en oorsuizen. Daarnaast kan hij misselijk zijn en braken. Hij kan ook snel boos worden. Het slachtoffer kan een epileptische aanval krijgen. Soms krijgt het slachtoffer pas klachten enkele uren na het ongeval. Hij kan zich het ongeval ineens niet (goed) herinneren. Ook heeft het slachtoffer moeite met de concentratie en kan niet goed tegen fel licht of harde geluiden. Eerste hulp - Bel altijd 112 bij een ernstig ongeval. - Bel 112 wanneer het slachtoffer (ook na enige tijd) na een ongeval hevige hoofdpijn heeft of de hoofdpijn erger wordt. - Zorg dat het slachtoffer zich niet beweegt. Hij kan naast schedelhersenletsel ook een wervelletsel hebben. - Bel de huisarts bij licht traumatisch hersenletsel. - 17 -