Voorbereiding schets 5. Schriftgedeelte Handelingen 27. Thema Gods werk gaat door, Paulus móet naar Rome! Exegese We behandelen Handelingen 27.



Vergelijkbare documenten
Voorbereiding 17.6: Schipbreuk en redding. Schriftgedeelte Handelingen 27 en 28:1-10. Thema Schipbreuk en redding. Exegese Handelingen 27 en 28:1-10

DE ZENDINGSREIZEN VAN PAULUS

DE ZENDINGSREIZEN VAN PAULUS

Gebed om te gedenken. Gebed van lofprijzing. Gebed na Hemelvaart. Gebed op de levenszee

18. Evangelist in eigen land 19. Onder Jezus zegen Een bereide plaats 20. Water 21. Een gebed om de Heilige Geest Doorwaai mijn hof 22.

Paulus kon een aantal jaren niet in het openbaar prediken. Nu ging hij naar de hoofdstad van het Romeinse rijk, zodat hij daar kon prediken.

Liturgie 15 januari 2017 Ds J.J. ten Brinke

DE ZENDINGSREIZEN VAN PAULUS

Bijbel voor Kinderen presenteert DE ZENDINGSREIZEN VAN PAULUS

[Uitzending 353: Handelingen 26:29 t/m 27:13]

PETRUS EN DE KRACHT VAN HET GEBED

Niet bang zijn! God maakt je sterk!

HET ONTSTAAN VAN DE EERSTE GEMEENTE

HC zd. 42 nr. 31. dia 1

Handelingen Handelingen 27 : 1-13 Macedonië Achaje Asia

Welkom in de kerkschoolgezinsdienst van zondag 16 februari Organist Cornelis Jacobi

DE ZENDINGSREIZEN VAN PAULUS

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8

Zondag 16 februari Protestantse Gemeente Biddinghuizen THEMA: Ho, stop, help!

Jezus geeft zijn leven voor de mensen

Exodus 17,1-7 - Water uit de rots voor mensen met een kort lontje

Sint Maarten spel Klas 1

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

1 Tessalonicenzen 1. Begin van de brief

Apostolische rondzendbrief

HET ONTSTAAN VAN DE EERSTE GEMEENTE

Antwoorden 18.1: De wonderbare visvangst

HANDELINGEN LES 16 GOD HOUDT ZIJN BELOFTE IN HET BESCHERMEN VAN PAULUS KERN VAN DE LES DOELSTELLINGEN VAN DE LES MEMORIEVERS TOEPASSINGEN

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Onze Vader. Amen.

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

Er vaart een boot op het grote meer

wat is passend? naar aanleiding van Paulus brief aan de Kolossenzen wil ik dat uitwerken voor 4 categorieën vier kringen

Schriftgedeelte 1 Koningen 17:1-24; 18: Thema Elia laat het volk kiezen

Paasviering 2016 ds Jonkersschool. Pasen, het verhaal van Jezus leven, sterven en opstaan. Het leven, sterker dan de dood.

Noach bouwt een ark Genesis 6-8

GODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen

Geef. nooit op! Gods beloften voor jou MIRANDA TOLLENAAR

Zondag 11 januari - een verhaal om moed te houden

Jezus maakt mensen gelukkig

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

Rotsvast vertrouwen. De voorganger is ds. M.P.D. Barth.

Geloof tegenover gevoelens


Gebeden voor jongeren

Goede moed hebben midden in de storm

Handelingen 9 en 20. 'Blijf praten.' de power text op een steen om jou er aan te herinneren hoe zwaar Paulus het had.

De Bijbel open (31-08)

In het draaiboek kun je schrijven wie wat elke dag doet. Lees van tevoren goed de tiplijst door die je helemaal aan het eind kunt vinden!

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 12 t/m 14

Kom erbij Tekst: Ron Schröder & Marianne Busser Muziek: Marcel & Lydia Zimmer 2013 Celmar Music / Schröder & Busser

handleiding 18.2 DE PREEK

Liturgische suggesties bij Dichterbij dan je denkt

Voorbereiding 17.2: Paulus en Barnabas naar Lystre en Derbe. Schriftgedeelte Handelingen 14:5-22. Thema Paulus en Barnabas naar Lystre en Derbe

Maria, de moeder van Jezus

H. Geest. Sint Niklaas 05/10/14

Goede buren. Startzondag 13 september 2015 m.m.v. Jeugdkoor Joy uit Streefkerk o.l.v. Vincent van Dam

Toon mijn liefde, aan de ander dien de ander, zo heb Ik ook jou liefgehad. Heb elkaar lief, wat er ook gebeurt, de ander, zo heb ik ook jou

We zingen: Ps. 42 : 1; Ps. 23 : 3 We lezen: Mattheus 26 : We bespreken: zondag 28 H.C., vr. en antw. 76 en 77.

OPDRACHT: Lees de vier tekstgedeelten en beantwoord de 4 bijbehorende vragen. Luk 15:11-32 Joh 3:14-17, Joh 15:9-17 Matt 5:43-48, Joh 13:33-35

Bijbel voor Kinderen. presenteert JONA EN DE GROTE VIS

Gemeente van onze Heer Jezus Christus

Samen zingen. Zwaai, zwaai, zwaai, met jonge groene takken. Zing, nu nader komt op een ezel nooit bereden Hij die doet wat moet gedaan.

Boek1. Les 1. Dit is het verhaal van Maria. Dit is het verhaal van de engel. Dit is het verhaal van Jezus.

In 1618 vaart Jan Janse met zijn schip in de buurt van de Canarische Eilanden als het plotseling hard begint te waaien. Hij stuurt als de bliksem

Familie naar Psalm 133 Tekst & muziek: Marcel Zimmer 2012 Celmar Music

Liederen voor zondag 5 oktober 2014

Wie kwaad smeden, komen zij niet op een dwaalweg? Wie goed doen, oogsten zij geen liefde en trouw?

GELOOFSVRAGEN EN LEVENSVRAGEN

Levend Water groep 7 2 Bijbelrooster

Preek 8 de opstanding

Noveen tot de H. Teresia van het kindje Jezus III

- GK psalm 25: 2. 4 (HEER, wijs mij toch zelf de wegen) - GK gezang 22 = LB 119a (Uw Woord omvat mijn leven)

Het wonder van het kruis. De omwisseling aan het kruis

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15

Nieuwsbrief. Schooljaar nr. 12, 8 t/m 21 feb Themaweek. Babynieuws

Het onze Vader. Naam:

Philadelphiadienst Zondag 8 november 2015 Dorpskerk Bodegraven Aanvang: uur

De Bijbel open (30-11)

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz

Beste vrienden, ik mag jullie vandaag vertellen over de laatste week van het leven van Jezus.

Heilig Jaar van Barmhartigheid


Hartelijk welkom in de kerk! Thema 3 Genade, fundament om op te leven

Manteldienst. op 11 oktober Voorganger : ds. Klaas Wigboldus Ouderling: Wim Keijzer Diaken: Janna Plugge Organiste: Netty Blansjaar

Opwekking 346: Opwekking 167:

Kinderliedboekje Inhoudsopgave

Tekst: Lucas 24: Thema: Grote vreugde Hemelvaartsdag

Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou.

Oasemoment "De Heer is mijn herder" Parochie Sint-Willibrord - woensdag 22 mei 2013

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

Paasviering Vandaag sluiten we het project Schatzoekers af en vieren we het feest van de opstanding.

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. M.J. Schuurman (Oldebroek)

Alpha Cursus IGGDS DE HOEKSTEN Woensdag 22 april 2015 Restaurant Algorfa Bijeenkomst 12 Waarom en hoe zou ik het anderen vertellen?

Gehele lied 2x zingen 1. We zijn hier bij elkaar om de Koning te ontmoeten. We zijn hier bij elkaar om te eren onze Heer.

Is Jezus de Enige Weg? Is het christendom de enig ware religie?

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Transcriptie:

Voorbereiding schets 5 Schriftgedeelte Handelingen 27 Thema Gods werk gaat door, Paulus móet naar Rome! Exegese We behandelen Handelingen 27. Het schip dat Paulus naar Rome moet brengen is in een zware storm terechtgekomen. Al veertien dagen lang is het schip praktisch onbestuurbaar, maar Paulus heeft de opvarenden mogen bemoedigen door te zeggen dat een engel hem in een visioen heeft verteld dat iedereen deze storm zal overleven. 's Nachts merken de mannen dat ze land naderen, en ze werpen daarom de ankers uit tot het dag wordt. Vers 1-2 Paulus heeft zich op de keizer beroepen, en moet daarom naar de stad waar de keizer zetelt: Rome. 'Keizerlijke bende' was de naam van een Romeins legioen dat in Judea en Syrië gestationeerd was. Het bestond voornamelijk uit niet-romeinse soldaten. Onder de beste omstandigheden kon de tocht van Cesarea naar Rome in vijf weken worden afgelegd. Maar in de praktijk moesten reizigers een vrachtschip opzoeken waarop ze als betalende passagier konden meereizen. Het reisgezelschap komt zo op een vrachtschip terecht dat een hele route langs de kust van het huidige Turkije gaat afleggen. Paulus wordt op de reis vergezeld door enkele metgezellen, één van hen is Aristarchus. Vers 3 De hoofdman is Paulus goedgezind. Hij vertrouwt deze gevangene zo, dat Paulus tijdens een tussenstop in Sidon enkele vrienden op de wal mag opzoeken. Een gevangene heeft het niet breed, dus deze vrienden voorzien Paulus van wat levensonderhoud. Vers 4-6 Het schip vaart onder Cyprus door, om zo beschermd te worden tegen de wind. Dan koerst het schip naar Myra, een stad aan de zuidkust van Turkije. Daar ligt een ander schip dat graan uit Egypte naar Rome moet brengen. Gevangenen en bewakers stappen daarom op dit schip over. Vers 7-8 Doordat de wind tegen zit, gaat het schip maar langzaam vooruit. Daarom wordt in Knidus, nog steeds de zuidkust van Turkije, besloten om onder Kreta door te varen zodat het schip, net als bij Cyprus, minder last heeft van de wind. Met veel moeite wordt zo de havenplaats 'Schonehavens', aan de zuidkust van Kreta, bereikt. Vers 9-10 Dan neemt Paulus het woord. Dat hij als gevangene dat zomaar kan doen, benadrukt de bijzondere positie die hij bij de hoofdman heeft. Paulus heeft zelf al veel gereisd, en

kent de gevaren van de zee. 'De vasten' horend bij de Grote Verzoendag, zijn voorbij. Dat betekent dat het begin oktober is. Vanaf dit moment tot het voorjaar is het levensgevaarlijk met een schip de zee op te gaan. Vers 11-13 Maar de schipper denkt daar anders over. Schonehavens is als haven niet geschikt om te overwinteren. Vermoedelijk biedt de haven te weinig bescherming tegen winterse stormen. De haven aan de westkant van Kreta, Fenix, is beter geschikt. Als er een zachte zuidenwind opsteekt, zien de mannen dat als een goed teken. De hoofdman vertrouwt op de schipper, en dus vaart het schip verder. Vers 14-17 Maar dan stekt de eerste herfststorm op. De storm Euroklydon, wat letterlijk 'noordwester' betekent, maakt het schip onbestuurbaar. Het schip wordt voorbij Klauda, een klein eilandje onder Kreta, gedreven. Daar dreigt een volgend gevaar. Het schip wordt zuidwestwaarts gedreven, en de zeelui zijn bang dat ze in Sirtis terechtkomen. Dat is een gebied vol zandbanken en ondiepten boven de kust van Afrika. Men strijkt daarom het zeil, waardoor het schip nog minder bestuurbaar wordt. Vers 18-20 Daarnaast moet het schip ook lichter gemaakt worden. Zoveel mogelijk lading en gereedschap moeten daarom overboord. 'Met onze eigen handen' staat er, dus iedereen helpt mee. Dagenlang is de lucht zo donker dat geen zon of ster wordt gezien. Vers 21-26 Als gevolg van de storm hebben de opvarenden weinig zin en tijd om te eten. Maar dan gaat Paulus spreken. Hij herinnert de mannen aan zijn advies om niet af te varen. Zo onderstreept hij de betrouwbaarheid van zijn woorden, ook van de woorden die hij nu gaat zeggen. Hij kan de mannen opwekken om moed te houden. Dat zijn geen loze woorden, want Paulus weet dat ze het allemaal zullen overleven. Een engel van God heeft hem dat 's nachts verzekerd. Die zekerheid ligt in het feit dat God heeft gezegd dat Paulus voor de keizer moet getuigen. En omdat Paulus daarom gered moet worden, zullen ze allemaal gered worden. En Paulus kan die belofte ook nog heel concreet invullen: het schip zal vergaan, maar de opvarenden zullen veilig op een eiland aanspoelen. Vers 27-29 Veertien dagen zwalkt het schip rond op de Adriatische zee. Met de Adriatische zee wordt ook het stuk Middellandse zee tussen Griekenland en Italië bedoeld. Plotseling krijgen de zeelui het idee dat ze land naderen. Misschien horen ze de branding, of zien ze vogels. Ze reageren meteen en gaan de diepte peilen. De zee blijkt snel ondieper te worden, dus er lijkt inderdaad land in zicht. Maar dat betekent tegelijk ook gevaar: in het donker zie je niets, dus het schip kan zomaar op de rotsen lopen. Daarom gooien ze de ankers uit en wachten tot het dag wordt. Vers 30-32 De zeelui, of een aantal van hen, zien hun kans. Zo dicht bij land kunnen ze een poging wagen om de reddingsboot te gebruiken. In de reddingsboot is toch niet genoeg ruimte voor iedereen, dus ze moeten nu hun kans nemen. Ze proberen de indruk te wekken dat ze met behulp van de reddingsboot de ankers aan de voorkant uit willen gooien. Maar Paulus doorziet de

list, en waarschuwt de hoofdman en zijn soldaten. Dit is niet de bedoeling! De Heere heeft beloofd dat ze allemaal gered zullen worden. Door hun actie geven de zeelui aan dat ze Paulus' woorden blijkbaar niet vertrouwen. Ze willen zichzelf maar gaan redden. Maar ze moeten leren wachten op de redding van de Heere. En daarom laat Paulus de touwen van de reddingsboot doorsnijden, zodat het bootje weg dobbert. Ook de zeelui zullen door de Heere gered worden, maar dan wel samen met alle andere opvarenden! Vers 33-34 Zo breekt de veertiende dag aan. Door de angst en de spanning hebben de opvarenden lange tijd niet gegeten. Misschien zijn de mannen zo wanhopig geworden over de afloop, dat ze geen zin meer hebben om nog te eten. Maar Paulus spreekt ze opnieuw moed in. Geen haar zal hun van het hoofd vallen. Iedereen zal dus behouden worden, hier ongehavend uitkomen. Maar voor hun redding zullen ze straks wel inspanning moeten leveren. Daarom spoort Paulus ze aan om te eten. Vers 35-38 Zelf geeft Paulus het goede voorbeeld. Hij spreekt publiekelijk een gebed uit. Ook de anderen vatten moed en gaan eten. Omdat ze zo dicht bij het land zijn, moet er zoveel mogelijk ballast uit het schip, zodat het schip hoger komt te liggen. Nu alle opvarenden genoeg gegeten hebben, kan al het verdere voedsel overboord. Ze zullen immers snel aan land komen! Vers 39-44 Bij daglicht zien de zeelieden aan de kust een baai, waar ze het schip naar toe proberen te loodsen. Ze snijden de ankertouwen door, en laten de ankers achter in de zee (zie de kanttekeningen). De ankers hebben ze toch niet meer nodig. Maar de poging om het schip de baai in te loodsen mislukt. Het schip strandt op een soort zandbank voor de kust en breekt in tweeën. Omdat een Romeins soldaat met zijn leven verantwoordelijk is voor zijn gevangenen, willen de soldaten alle gevangen voor de zekerheid maar doden. Maar dat betekent dat ook Paulus gedood moet worden, en dat wil de hoofdman niet. De hoofdman was Paulus eerder al vriendelijk gezind, en die vriendelijke houding is door alle gebeurtenissen in de storm alleen maar versterkt. Misschien heeft de hoofdman iets gemerkt van de goddelijke bescherming die Paulus van de Heere ontvangt. Hoe dan ook, de hoofdman verhindert de plannen van zijn soldaten. Iedereen mag proberen zijn leven te redden. Zwemmend, of drijvend op het wrakhout, weten uiteindelijk alle opvarenden het land veilig te bereiken. De Heere heeft Zijn belofte aan Paulus waargemaakt! Geloofsleer H.C. 10, vraag 27. De voorzienigheid Gods Leestips Uw Koninkrijk kome - L. Snoek. Bijbelverklaring van Matthew Henry, deel 2

Gebedspunten Dank voor Gods Woord De voortgang van het zendingswerk De omstandigheden van Paulus en zijn medereizigers waren angstig, kinderen kunnen zich ook in allerlei moeilijke omstandigheden bevinden (bekend of onbekend), bid om geloof en vertrouwen. Psalm- en liedlijst Maak een keuze uit de volgende psalmen en liederen: Psalmen 91:1 en 5 Hij, die op Gods bescherming wacht 93:1 en 3 De Heer regeert; 107:12-16 Zij, die de zee bevaren 116:1-5 God heb ik lief Liederen MDK Heer, wat wilt Gij dat ik doe? MDK k Stel mijn vertrouwen ZB Als g in nood gezeten ZB Blijf bij mij Heer ZB Stilte over alle landen ZB U bent mijn schuilplaats Heer UAM Wat de toekomst brengen moge Verwerken = leren 1 Petrus 3 : 15 Heiligt God de Heere in uw harten, en zijt altijd bereid tot verantwoording aan een iegelijk die u rekenschap afeist van de hoop die in u is, met zachtmoedigheid en vreze. Zeg de tekst in eigen woorden. Wat betekent heiligt God? (geef Hem lof en eer) Wie kan je rekenschap vragen? Welke hoop zou hier bedoeld worden? Repeteer de tekst met elkaar. Introductie op de vertelling Bespreek met de kinderen wat er aan deze zeereis vooraf ging. Paulus gaat naar Jeruzalem om daar het Pinksterfeest te vieren. Hij wordt er van beschuldigd dat hij Grieken (heidenen) in de tempel heeft gebracht. Daarom wordt hij gevangen genomen. Men geselt hem niet, omdat hij een Romein is. Paulus wordt naar Caesaréa gebracht. Daar moet hij voor stadhouder Felix verschijnen. De stadhouder stelt vast dat hij onschuldig is, maar

stadhouder Felix is bang voor de Joden en daarom laat hij Paulus gevangen houden. Als Paulus nog gevangen zit, komt er een nieuwe stadhouder: Festus. Paulus beroept zich op de keizer, omdat hij geen eerlijk proces kan krijgen als de stadhouder de Joden te vriend wil houden. Paulus moet naar Rome om door de keizer verhoord te worden en hem het Evangelie te brengen.