LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS. Klacht inadequaat reageren en negeren van pestgedrag en niet beschermen leerling

Vergelijkbare documenten
Het bestuur van de Vereniging voor Christelijk Basisonderwijs te *** (verder ook te noemen: het bestuur of het bevoegd gezag),

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS. Pesten op school en onheuse bejegening door leerkracht. Klacht ongegrond

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

het bestuur van Stichting x te P, (hierna te noemen: verweerster), inzake de klacht van mevrouw K (hierna te noemen: klaagster) moeder van L.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/100

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Klacht betreffende een volgens de vader onjuist schoolkeuzeadvies

Landelijke Klachtencommissie Onderwijs De school heeft adequaat opgetreden tegen het pesten van een leerling. ADVIES

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

Klacht over onveilige schoolomgeving ongegrond. ADVIES. inzake de klacht van: de heer en mevrouw A te B, ouders van C en D, klagers.

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 11-6

SAMENVATTING /106161/ Klachten over pedagogisch handelen leerkracht en interne klachtafhandeling; PO

ADVIES. 2. Klaagster klaagt erover dat de school informatie over de kwestie zonder toestemming heeft gedeeld met derden.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

ADVIES. inzake de klacht van: mevrouw [klaagster] te [woonplaats], moeder van [de leerling], tegen

Klacht over te zwaar en dubbel straffen van een leerling en over niet nakomen van afspraken. ADVIES

ADVIES. mevrouw A te B, moeder van C en D, voormalige leerlingen van de E te F, klaagster

ADVIES. de heer A en mevrouw B te K, ouders van C, leerling op school D te K, klagers

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

De Landelijke Klachtencommissie voor het Christelijk Onderwijs (verder: de Commissie) heeft op

Uitspraaknr De klacht. De feiten. De visie van partijen

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A te B, vader van C, leerling op de D-school, klager. tegen

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

ADVIES. mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond.

ADVIES. de heer en mevrouw A, ouders van B en C, voormalige leerlingen op D te E, klagers

Advies aan: Het bestuur van Stichting X, Stichting voor Speciaal Onderwijs (verder: het bevoegd gezag),

Klacht over discriminatie leerling. Er zijn geen feiten aangevoerd die discriminatie doen vermoeden. ADVIES

Klacht betreffende pestgedrag, intimidatie door de leerkracht en schorsing

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Klacht over pedagogische handelwijze leerkracht en afhandeling van de klacht daarover; PO

ADVIES. inzake de klacht van: mevrouw A te B, moeder van C, klaagster. tegen. mevrouw D, directeur van obs E te F, verweerster

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, wonende te B, vader van C, klager. tegen. D College, locatie E, te B, verweerster

Klacht over onveilige schoolomgeving. School heeft onvoldoende gedaan om herhaling van geweld jegens leerling te voorkomen.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/133

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

De Commissie heeft het bevoegd gezag en de directeur van SBO *** gevraagd te reageren op het gestelde in de klachtbrief.

SAMENVATTING Klacht over pedagogische benadering en zorg voor veilige onderwijsomgeving; PO

ADVIES. basisschool F te B, vertegenwoordigd door mevrouw C, directeur, verweerster

SAMENVATTING. de heer A en mevrouw B te C, ouders van D en E, voormalig leerlingen van de openbare basisschool F te C, klagers

Protocol Omgaan met pesten

Juni Inhoudsopgave

De Commissie heeft het bevoegd gezag en de directeur van de school gevraagd te reageren op het gestelde in de klachtbrief.

Klacht over pesten en onveilige schoolomgeving deels gegrond. ADVIES

SAMENVATTING AD V I E S

De beoordeling van een werkstuk van een leerling is niet onjuist gebleken. ADVIES

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

SAMENVATTING Klacht over veiligheid, overplaatsing, coaching, informeren leerplicht; PO

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE KATHOLIEK ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/145. Advies aan: het bestuur van de Stichting x te P1 (verder: het bevoegd gezag),

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 09-11

ADVIES. de heer [klager] en mevrouw [klaagster] te [woonplaats], ouders van [de leerling], klagers

Klagers klagen erover dat de directeur onvoldoende heeft uitgezocht of en welke begeleiding hun zoon nodig had bij zijn dyslexie.

ADVIES. inzake de klacht van: [klaagster], [woonplaats], ouder van [de leerling], tegen

de heer A en mevrouw B te C, ouders van D, voormalig leerling van E te C, klagers

School hoefde moeder niet te informeren over ontvangst en inhoud brief van ex-echtgenoot. ADVIES

Pestprotocol BS de Kersenboom

16.107T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft.

Er is geen slachtoffer en dader; beide partijen zijn even sterk. Plagen kan de sociale weerstand van kinderen vergroten. Vaak speelt humor een rol.

SAMENVATTING. inzake de klacht van: mevrouw A te D, moeder van B, oud-leerling van basisschool C te D, klaagster gemachtigde: mevrouw mr. E.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS. Klacht begeleiding leerling met PDD-NOS, verzuim, ziekenhuisschool, schoolangst

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 10-15

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak

Ds. J. Polyanderschool en Ds. J. Bogermanschool te Dordrecht

mevrouw A en de heer B, ouders van C, voormalig leerling van de openbare basisschool D te E, klagers

Pestprotocol De Triangel. Pestprotocol. Versiedatum: oktober Status: versie 1 vastgesteld

klacht over afhandeling incident en melding veilig thuis door de adjunct-directeur gegrond omdat zij onzorgvuldig heeft gehandeld.

Klacht over informatieverstrekking gescheiden ouder zonder ouderlijk gezag, en over weigering rechtstreeks met hem te communiceren.

UITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: mevrouw mr. N.R.H.

Klacht over afnemen NIO-test. School hoefde tweede NIO-test niet mee te nemen omdat de uitslag daarvan niet betrouwbaar is.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

REGELING KLACHTENCOMMISSIE ONGEWENST GEDRAG OMGEVINGSDIENST GRONINGEN

de heer en mevrouw A, ouders van B, voormalig leerling van C, klagers tegen

Pestprotocol De Tovercirkel

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 12-11

DO'S EN DON'TS VOOR OUDERS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE KATHOLIEK ONDERWIJS

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 09-09

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] klaagster,

ADVIES. inzake de klacht van: [klagers] te [woonplaats], ouders van [leerling], klagers. tegen

PESTPROTOCOL CBS De Borgh

Pestprotocol van basisschool de Bolderik

Pestprotocol CBS De Saenparel

Het bevoegd gezag van de VCOG wordt vertegenwoordigd door de directeur-bestuurder, dhr. E. Vredeveld.

Dit PESTPROTOCOL heeft als doel:

Transcriptie:

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS ADVIES 2013-139 4 april 2013 Klacht inadequaat reageren en negeren van pestgedrag en niet beschermen leerling Leerkracht reageert inadequaat naar klaagster, negeert pestgedrag, beschermd leerling niet. De Commissie oordeelt dat de leerkrachten de klachten van leerling en klaagster serieus genomen hebben en, overeenkomstig het pestprotocol, hebben onderzocht. De Commissie heeft niet kunnen vaststellen dat het gedrag van leerkracht jegens leerling onbehoorlijk of onverantwoord is geweest. De Commissie acht de klacht ongegrond. 1. Verloop van de klachtenprocedure 1.1. Klagers hebben bij brief met bijlagen van 17 juli 2012 hun klacht voorgelegd aan de Landelijke Klachtencommissie Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs en BVE (verder te noemen: de Commissie). 1.2. De Commissie heeft aangeklaagde gevraagd te reageren op het gestelde in de klachtbrief. 1.3. Het bestuur heeft bij brief met bijlagen van 7 september 2012 van de heer G., directeur/bestuurder, aangegeven dat het bestuur de modelklachtenregeling van de Besturenraad hanteert en heeft in deze brief ook een inhoudelijke reactie op de klacht gegeven. De directeur van de school, de heer S., en mevrouw H. hebben bij door hen ondertekende brief met bijlagen, waaronder een relaas van persoonlijke bevindingen van mevrouw H., van 7 september 2012 een inhoudelijke reactie op de klacht gegeven. 1.4. Op 9 oktober 2012 heeft de Commissie een hoorzitting gehouden te Leeuwarden, alwaar zijn verschenen: - klagers en hun dochter B.; - namens aangeklaagde voormelde heren G. en S. en mevrouw H., alsmede mevrouw J. leerkracht groep 7/8, en de heer L.. 1.5. De behandeling van de zaak is aangehouden om partijen in de gelegenheid te stellen te onderzoeken of zij met elkaar, met het belang van B. voor ogen, in een gesprek (met behulp van mediation) tot een oplossing van de klacht zouden kunnen komen. 1.6. De Commissie heeft vervolgens kennisgenomen van de e-mailberichten van klaagster van 18 en 20 december 2012, de brief van de heer G. van 25 januari 2013 met in de bijlage de rapportage van het onderzoek naar de mogelijkheden van mediation en het e-mailbericht van 1 februari 2013 van klaagster in reactie daarop. Uit de laatste twee berichtgevingen blijkt dat partijen er niet in geslaagd zijn de klacht onderling (door middel van mediation) op te lossen. 1

1.7. Klagers en het bestuur hebben het secretariaat desgevraagd, bij e-mailberichten van respectievelijk 20 maart 2013 en 27 februari 2013, aangegeven dat de klacht wat hen betreft zonder nadere hoorzitting door de Commissie kon worden afgedaan. 1.8. De klacht betreft het in de ogen van klagers pedagogisch onverantwoord handelen van mevrouw H. jegens hun dochter B., het inadequaat reageren naar klagers toe en het negeren van pestgedrag en het beschermen van de betrokken leerlingen. 2. Overwegingen van de Commissie De Commissie overweegt op grond van de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gekomen als volgt. Ten aanzien van de feiten De dochters van klagers zijn leerling (geweest) van de school te I.. De oudste dochter, B., was in het schooljaar 2011/2012 leerling van groep 8 in de combinatiegroep 7/8, waarvan mevrouw H. en mevrouw J. samen leerkracht waren. Mevrouw H. werkte drie dagen per week. B. was gedurende de basisschooltijd vaak ziek (oorontsteking, verminderde weerstand). Zij heeft groep 4 gedoubleerd vanwege sociaal emotionele redenen. Volgens klagers staat B. niet vooraan om haar mening te verkondigen, maar is zij voldoende weerbaar. De school beschrijft B. als perfectionistisch en prestatiegericht met een sterke behoefte aan bevestiging en waardering. In groep 7 moest ze erg huilen, toen ze bij de CITO toets van een A naar een B ging. In groep 8 gaf ze regelmatig aan dat ze erg opzag tegen de overgang naar het Voortgezet Onderwijs. Klagers stellen dat B. tot en met groep 6 met plezier naar school ging, maar vanaf groep 7 regelmatig huilend van school thuis kwam, vooral op dagen dat mevrouw H. les gaf. Het werktempo van B. lag te laag. Volgens klagers kwam dat, doordat ze Pfeiffer kreeg en een kaakontsteking, maar ook doordat ze faalangstig is. Zij voelde zich tekortschieten in de lessen van mevrouw H.. Als klagers tegen B. zeggen dat ze daar tijdens een vijftienminutengesprek met mevrouw H. over hebben gesproken, is B.s angstige reactie: je weet niet wat je mij aandoet. Mevrouw H. spreekt er met B. over en probeert er samen met haar achter te komen waar haar angst voor mevrouw H. vandaan komt. B. kan niet aangeven waar het precies in zit. Ze spreken dan met elkaar af dat ze het in de volgende weken samen zullen proberen uit te vinden. Volgens klagers heeft mevrouw H. in dit gesprek tegenover B. gesuggereerd dat het probleem in de thuissituatie zou liggen en vooral bij haar moeder. Mevrouw H. en mevrouw J. observeren B. in de volgende periode extra. Na dit gesprek gaat het, zo zeggen klagers tegen mevrouw H., beter met B.. Op school vinden ze ook dat B. een ontspannen indruk maakt. De leerkrachten van groep 7 en 8 adviseren klagers om B. te laten deelnemen aan een weerbaarheidstraining. Dat vinden klagers niet nodig. 2

In het vroege voorjaar van 2012 ontstaat er zorg over de gezondheid van B.. Klaagster geeft in een gesprek op 23 april 2012 met de schoolverpleegkundige en mevrouw H. aan dat dit volgens hen veroorzaakt wordt door pesten in de klas, vooral door twee met name genoemde meisjes. Een andere reden is, volgens klagers, dat B. zich, sinds het voedingsproject, dat in februari 2012 van start is gegaan, extreem is gaan inspannen om met voldoende bewegen en gezond eten het respect van mevrouw H. te verdienen. Mevrouw H. en J. zeggen dat in de oudergesprekken van 2011 en 2012 door geen enkele ouder problemen op het gebied van pesten zijn genoemd, maar dat klaagster in de gesprekken van maart en april 2012 wel heeft aangegeven dat B. zich door twee leerlingen uit haar groep buitengesloten voelt. Volgens klaagster was de reactie van mevrouw H. hierop dat pesten in deze groep helemaal niet aan de orde was en, mocht dat wel zo zijn, dat zij er dan in samenwerking met de GGD bovenop zou zitten. Klaagster is niet naar de gesprekken met de GGD verpleegkundige gegaan. In groep 7 was zij verhinderd en toen wist zij nog niet van het probleem van B.. In groep 8 ging ze niet, omdat B. toen al onder controle van de huisarts was. Deze raadde af om naar dit gesprek te gaan, omdat daar alleen maar zou worden gemeten en gewogen, terwijl het voor B. beter was niet te veel de aandacht op haar gewicht te vestigen. Op 8 mei 2012 is B. opgenomen in het ziekenhuis te T. met ernstig ondergewicht. Zij lijdt aan een eetstoornis en verblijft 6,5 week in het ziekenhuis. In het ziekenhuis vertelt B. hoe erg zij gepest is op school en dat zij regelmatig door jongens is aangeraakt op haar borsten en in haar kruis. B. zegt dat zij wel tegen mevrouw H. heeft gezegd dat zij werd aangeraakt op plekken waar zij het niet fijn vindt, maar dat mevrouw H. toen reageerde met: dat hoort er nu eenmaal bij, als je groter wordt en daar moet je maar aan wennen. Mevrouw H. ontkent stellig zo iets dergelijks gezegd te hebben. Zij heeft, zegt zij, juist in het kader van een twaalf weken durend project over seksualiteit in de klas gezegd dat je nooit dingen tegen je wil moet doen en duidelijk moet aangeven wat je wel en niet wilt. Zij bespreekt van tevoren met de ouders dat zij met dit project aan de slag gaat, omdat dit soms iets losmaakt bij de kinderen, zodat de ouders daarop bedacht zijn. B., noch haar ouders, hebben in dat verband bij één van de leerkrachten gemeld dat zij zich niet veilig voelde. B. heeft tijdens de hoorzitting verklaard dat zij, achteraf bezien, beter had moeten aangeven dat er sprake was van pesten. Zij wilde dit niet doen, omdat ze bang was dat de betrokken meisjes er dan op zouden worden aangesproken en dat het daarna nog erger zou worden. Volgens klaagster is mevrouw H. zonder toestemming van klagers naar de kinderafdeling van het ziekenhuis gegaan om B. te bezoeken en is zij daar door het personeel van de afdeling tegen gehouden. Mevrouw H. heeft hierover gezegd dat zij zelf voor controle naar het ziekenhuis moest en dat zij toen een kaart van de klas heeft willen afgegeven bij B.. Zij mocht niet bij B.. Daar had ze alle begrip voor. Ze heeft de kaart afgegeven bij de balie van de kinderafdeling. Beide leerkrachten spreken met de leerlingen in de klas over de ziekte van B. en de suggestie dat dit een gevolg zou zijn van pestgedrag. Zij benadrukken tegenover de kinderen dat zij het pestgedrag niet herkennen. B. ligt goed in de groep, zij wordt door 8 van de 14 kinderen in hun groepje gekozen. Er werd wel eens jennerig gesproken zijn over de verkering van B. met M.. Volgens M. hadden ze alleen vriendschap en vonden ze het gezeur over verkering allebei vervelend. 3

Op 15 mei 2012 bespreekt klaagster het in haar ogen ontoelaatbare gedrag van mevrouw H. met de heer S. en de heer G.. Het bestuur verzoekt mevrouw U., psycholoog en specialist op het gebied van groepsvorming, pesten, gedrag en interventies, onderzoek te doen in groep 7/8. Zij rapporteert in haar onderzoek niet te hebben kunnen vaststellen dat sprake is geweest van aanraken in het kruis en borsten. B. heeft na haar ontslag uit het ziekenhuis de uitvoering van de musical en de laatste schooldag meegemaakt en zo afscheid kunnen nemen van de school, de leerkrachten en haar medeleerlingen. Zij gaat inmiddels met plezier naar de middelbare school. Het gaat nu goed met haar. Beoordeling Uit de schaarse aan de Commissie voorgelegde, elkaar op onderdelen tegensprekende, verklaringen van partijen, begrijpt de Commissie dat B. en haar moeder beide in de tweede helft van groep 8 aan de leerkrachten van groep 8 hebben gemeld dat B. zich door bepaalde meisjes buitengesloten en gepest voelde. B. is aarzelend geweest hierover met haar moeder en op school te spreken, omdat ze bang was dat de situatie daardoor alleen maar zou verergeren. De Commissie heeft uit de stukken en het gesprek met B. ter gelegenheid van de hoorzitting het beeld gekregen van een kwetsbaar meisje dat (te) veel van zichzelf eist vanuit een grote behoefte om het goed te doen. Haar perfectionisme had gevolgen voor haar werktempo, maar haar schoolprestaties waren kennelijk voldoende, in ieder geval lag daarin geen aanleiding om haar in het zorgteam te bespreken. Voorts is het beeld ontstaan dat B. klem is komen te zitten in het conflict tussen de ouders en de school, in die zin dat de waarheid over het pesten en de reactie daarop van mevrouw H. boven tafel moest komen om als bewijs te dienen voor enerzijds de beschuldigingen van de ouders, anderzijds voor het verweer daartegen van mevrouw H. en de school. Deze klempositie kan niet anders dan een schadelijke invloed hebben gehad op een meisje als B., die zich daarin voor een situatie geplaatst zag waarin zij het nooit voor alle partijen goed kon doen. De commissie acht het vanuit dit perspectief zeer betreurenswaardig dat alle volwassenen die een rol spelen in deze kwestie er niet in zijn geslaagd gezamenlijk ten behoeve van het welzijn van een kwetsbaar kind als B. tot een oplossing te komen, waarin er voor haar ruimte zou zijn geweest om met een all-over goed gevoel deze nare periode af te sluiten. Omdat de commissie dientengevolge toch genoodzaakt is een oordeel af te geven wordt het volgende overwogen. Hoewel het gedrag van elkaar onderling aantrekken en afstoten past in het groepsproces van prepuberale leerlingen van groep 8, hebben de leerkrachten de klachten van B. en haar moeder over dergelijk gedrag serieus genomen en, overeenkomstig het pestprotocol, onderzocht. Mevrouw H. heeft bovendien een Twitter account aangemaakt in een poging de onderlinge conversatie via internet na te gaan. De klacht over het ongewenst aanraken op intieme plekken gedrag, waarvan ook een jonger zusje in een lagere groep melding maakte is in de klas besproken in het kader van het project 4

over seksualiteit. De leerkrachten, en ook een later door de school ingezette specialist op dat gebied, hebben overigens geen ongepast of pestgedrag kunnen vaststellen. In het voorjaar van 2012 groeide ook op school de zorg om de lichamelijke toestand van B.. Op school wist men dat hierover contact was met de huisarts. De ziekenhuisopname op 8 mei 2012 en de alarmerende gezondheidstoestand van B. op dat moment was een schok voor alle direct bij B. betrokkenen. Mevrouw H. heeft er, met toestemming van klaagster, in de klas met de leerlingen over gesproken. Zij hebben toen afgesproken B. regelmatig ansichtkaarten te sturen. Het ziekenhuispersoneel heeft duidelijk aangegeven dat een confrontatie met mevrouw H. - en zo met de schoolwereld, waarvoor B. steeds zo zeer haar best heeft willen doen, dat ze teveel van zichzelf geëist heeft - bij het persoonlijk afgeven van de eerste ansichtkaart niet gewenst was. Mevrouw H. heeft daar begrip voor getoond en de kaart achtergelaten bij de balie van de afdeling. Misschien was het achteraf bekeken ook niet heel handig om dit zo te willen doen. Op deze wijze kwam zij dichterbij dan wanneer de kaart gewoon per post was bezorgd. De commissie ziet er echter helemaal geen kwade bedoelingen in. De Commissie heeft uit het hiervoor vermelde niet kunnen vaststellen dat het gedrag van mevrouw H. jegens B. onbehoorlijk is geweest of dat sprake is geweest van, zoals het klagers het in hun klachtbrief hebben verwoord, pedagogisch onverantwoord handelen van mevrouw H. jegens hun dochter B., inadequaat reageren naar klagers toe en negeren van pestgedrag en beschermen van de betrokken leerlingen. De Commissie acht de klacht derhalve ongegrond. 3. Het oordeel van de Commissie De Commissie verklaart de klacht ongegrond. 4. Advies aan het bevoegd gezag De Commissie ziet geen aanleiding tot het geven van een advies. Aldus gegeven op 4 april 2013 door mr. F.J. Agema, voorzitter, mr. D.J. Klijn en drs. G. Moes- ten Brug, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Mulder-Das, secretaris. 5