Inspectierapport BSO Halle (BSO) Dorpsstraat 84 7025 AG Halle Registratienummer 356815936 Toezichthouder: GGD Noord- en Oost-Gelderland In opdracht van gemeente: Bronckhorst Datum inspectie: 25-09-2017 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 10-10-2017
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Op 25 september 2017 is Buitenschoolse Opvang (BSO) Halle van kinderopvangorganisatie Juut & Co in opdracht van de gemeente Bronckhorst bezocht voor een jaarlijks onderzoek op basis van risico-gestuurd toezicht. Het onderzoek heeft zich met name gericht op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. De volgende voorwaarden zijn onderzocht: Pedagogische praktijk Verklaringen Omtrent Gedrag en diploma s Groepsgrootte Beroepskracht-kind-ratio Beschouwing Buitenschoolse Opvang (BSO) Halle is gevestigd in de basisschool aan de Dorpsstraat in Halle. De BSO maakt gebruik van een eigen groepsruimte. Er is een vaste beroepskracht en een vaste invalkracht werkzaam op de locatie. In de ochtend maakt de peuteropvang gebruik van dezelfde ruimte. Inspectiegeschiedenis 9 oktober 2014, jaarlijks onderzoek, tekortkoming binnenruimte 19 januari 2015, nader onderzoek naar passende inrichting binnenruimte 8 december 2015, jaarlijks onderzoek: locatie voldoet aan de voorwaarden 10 november 2016, jaarlijks onderzoek; locatie voldoet aan de voorwaarden. Bevindingen op hoofdlijnen De locatie voldoet aan de getoetste voorwaarden. Nadere toelichting is te lezen in dit rapport. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende pedagogische basisdoelen geobserveerd en beoordeeld: waarborging emotionele veiligheid; ontwikkeling van persoonlijke competentie; ontwikkeling van sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is een observatie uitgevoerd. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 4-12 jaar. Pedagogische praktijk Tijdens de praktijkobservatie die is uitgevoerd op 25 september 2017 zijn de kinderen vrij aan het spelen. Een drietal kinderen is aan tafel aan het kleuren en rest van de kinderen is of buiten aan het spelen met een bal of aan het chillen en zijn dan binnen en dan weer buiten. De beroepskracht biedt de kinderen veel ruimte en pendelt van binnen naar buiten. Er zijn 10 kinderen en een beroepskracht aanwezig. Het volgende is onder andere geobserveerd ten aanzien van de pedagogische basisdoelen (waarbij de schuingedrukte tekst uit het veldinstrument is overgenomen en de tekst daarna een uitwerking daarvan is in zoals deze is geobserveerd in de praktijk): Zorgdragen voor het waarborgen van emotionele veiligheid De beroepskrachten communiceren met de kinderen De beroepskracht voert met verschillende korte gesprekjes. Deze gesprekjes gaan over een oma die gevallen is en in het ziekenhuis is opgenomen tot een vader die net met het vliegtuig terug is gekomen; de beroepskracht doet dit op een enthousiaste en persoonlijke manier. De beroepskracht heeft gesprekjes met de kinderen waarbij beiden bijdragen aan de voortgang en inhoud van het gesprek. Zo wordt een gevonden sprinkhaan door verschillende kinderen besproken en vastgehouden. De beroepskracht betrekt meerdere kinderen in het gesprek. De kinderen vragen de beroepskracht om hulp wanneer ze dit nodig hebben. Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep Er is een aangename sfeer in de groep. De meeste kinderen tonen in hun gedrag dat ze zich op hun gemak voelen. De kinderen zijn betrokken bij hun spel en zoeken elkaar op. De kinderen hebben allemaal een speel- en of leeftijdsgenootje. Zorgdragen voor de ontwikkeling van persoonlijke competenties De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van kinderen Kinderen kunnen voor activiteiten kiezen die passen bij hun eigen interesse en energieniveau. Veelal kiezen de kinderen voor hun eigen activiteiten en samenspel met andere kinderen. Autonomie De kinderen krijgen passende uitleg en aanwijzingen en correcties. Zo wordt een kind gevraagd de viltstiften midden op tafel te leggen zodat iedereen er bij kan. Bij kleine conflictjes bespreekt de beroepskracht de situatie en creëert duidelijkheid. Veelal kunnen kinderen zonder interventie verder samenspelen. 4 van 10
Zelfredzaamheid De kinderen krijgen veel ruimte voor zelfsturing. De beroepskracht houdt op afstand situaties en kinderen in de gaten. Zo is er veel keuze vrijheid. Kinderen kunnen daarnaast ieder moment drinken pakken. Er staan een kan met drinken op tafel en daar kan iedereen van pakken zonder te vragen. Wederkerigheid De beroepskracht en de kinderen waarderen elkaars aanwezigheid. Ze praten en luisteren naar elkaar en delen ervaringen. Kinderen spreken hun waardering uit naar de beroepskracht, onder meer vanwege haar keuze voor gezond eten. Zorgdragen voor de ontwikkeling van sociale competenties De kinderen zijn deel van de groep De beroepskracht bespreekt tijdens het samen spelen met de kinderen dat iedereen zijn of haar eigen keuze mag maken en dat de één niet voor de ander mag bepalen. Samen spelen wordt gestimuleerd doordat kinderen helderheid krijgen over hun handelen. Deel van het geheel De beroepskracht draagt uit dat iedereen er toe doet en hen accepteert zoals ze zijn. Ze leert kinderen om elkaar te accepteren. De beroepskracht maakt grapjes, is behulpzaam en heeft aandacht en zorg voor alle kinderen. Kinderen worden aangesproken op hun medeverantwoordelijkheid voor een positieve sfeer en omgang met elkaar. Zorgdragen voor de overdracht van normen en waarden Beroepskrachten vervullen een voorbeeldfunctie in spreken en handelen. De beroepskracht is zich bewust van haar professionele voorbeeldrol. Zij gedraagt zich volgens de waarden en normen in het pedagogisch beleid. Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast De beroepskrachten begeleiden kinderen actief bij het leren kennen en omgaan met de afspraken in de groep. Zij leggen uit wat er van het kind verwacht wordt. Zij geven aan welk gedrag bij welke situatie hoort in termen van wat er wél mag bijvoorbeeld: "niet met de voetbal binnen spelen." tijdens het voetballen, moet je de bal laag houden anders raak je iemand misschien in het gezicht of vliegt deze over het hek. kinderen worden gewezen op hun taalgebruik. Conclusie: De 4 basisdoelen m.b.t. de pedagogische praktijk worden gewaarborgd. Gebruikte bronnen: Interview (beroepskracht) Observaties 5 van 10
Personeel en groepen Dit domein belicht de onderzoeksbevindingen over het domein "Personeel en groepen". Er worden eisen gesteld aan het personeel, in dit domein wordt toegelicht of aan de eisen hieromtrent wordt voldaan. Tevens worden er eisen gesteld aan hoe de houder met de opvang in groepen dient om te gaan. De bevindingen over deze voorwaarden worden beschreven en beoordeeld. Verklaring omtrent het gedrag De beroepskracht die op 25 september aanwezig is, is in het bezit van een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) die voldoet aan de voorwaarden. Passende beroepskwalificatie De beroepskracht beschikt over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Er is één basisgroep waarin maximaal 20 kinderen worden opgevangen. Beroepskracht-kindratio Tijdens de observatie zijn er 10 kinderen aanwezig waarvoor één beroepskracht is ingezet. Er wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio (BKR) Gebruikte bronnen: Interview (beroepskracht) Observaties Diploma beroepskracht Verklaringen omtrent het gedrag Plaatsingslijsten Presentielijsten Personeelsrooster 6 van 10
Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het vastgestelde pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen De opvang vindt plaats in basisgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en 7 van 10
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : BSO Halle Website : http://www.juutenco.nl Aantal kindplaatsen : 20 Gegevens houder Naam houder : Juut & Co Adres houder : Nijverheidsweg 7 Postcode en plaats : 7071 CH Ulft Website : www.juutenco.nl KvK nummer : 09189727 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Noord- en Oost-Gelderland Adres : Postbus 3 Postcode en plaats : 7200 AA Zutphen Telefoonnummer : 088-4433000 Onderzoek uitgevoerd door : J. Huberts Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Bronckhorst Adres : Postbus 200 Postcode en plaats : 7255 ZJ HENGELO GLD Planning Datum inspectie : 25-09-2017 Opstellen concept inspectierapport : 02-10-2017 Zienswijze houder : 09-10-2017 Vaststelling inspectierapport : 10-10-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 11-10-2017 Verzenden inspectierapport naar : 11-10-2017 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 16-10-2017 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Wij zijn erg blij met dit mooie rapport en zijn zeker blij met de pedagogische praktijk op de groep. Dat de kinderen met veel plezier bij ons komen, vinden wij erg belangrijk en dat wordt met dit rapport onderstreept. Met vriendelijke groeten, Mariël te Brake Kinderopvang Juut & Co 10 van 10