Opheffen vernauwing blaashals

Vergelijkbare documenten
Verwijderen van één of meerdere blaasstenen

Opheffen van een vernauwing in de plasbuis. Urethrotomie volgens Sachse of Otis

Verwijderen van een gedeelte van de prostaat via de plasbuis. Transurethrale Resectie van de Prostaat (TURP)

Operatief verwijderen van lymfeklieren in het kleine bekken. Pelviene lymfeklierdissectie

Hryntschak of Millin. Operatie vergrote prostaat

Urologie Opheffen van vernauwingen in de plasbuis (Sachse / Otis urethratomie)

TURblaashals, meatotomie en dilatatie. Afdeling Urologie

(Sachse / Otis urethrotomie) Afdeling Urologie

Opheffen van een vernauwing in de plasbuis

Het opheffen van vernauwingen in de plasbuis

Opheffen van vernauwing in de plasbuis (Sachse / Otis urethrotomie)

Verwijderen van nierstenen via een kijkoperatie. Percutane nefrolitholapaxie (PNL)

Gedeeltelijk verwijderen van een niertumor met robotchirurgie

Verwijderen van een nier via een kijkoperatie. Laparoscopische nefrectomie

Verwijderen van nierstenen via een kijkoperatie. Percutane nefrolitholapaxie (PNL)

Verwijderen van de prostaat TUR prostaat Urologie

Afdeling: Urologie. Onderwerp: Opheffen vernauwg plasbuis Sachse / Otis urethratomie

Behandeling van stressincontinentie TOT

Verwijderen van stenen in de urineleider via de plasbuis. Ureterorenoscopie (URS)

Afdeling: Urologie. Onderwerp: Verwijderen van de prostaat / Millin

Operatie bij vernauwing van de plasbuis

Verwijderen van stenen in de urineleider via de plasbuis. Ureterorenoscopie (URS)

Behandeling van een overactieve blaas met Botox

Verwijderen van een gedeelte van de prostaat via de plasbuis

Operatie bij vernauwing plasbuis

Opheffen van een vernauwing in de plasbuis

Verwijderen van prostaatweefsel via de urinebuis (TURP)

Prostaatoperatie (TURP)

De prostaatoperatie (TURP)

Operatief verwijderen van lymfeklieren in het kleine bekken. Pelviene lymfeklierdissectie

Millin prostaatoperatie

Verwijderen van prostaat weefsel via de buik (Millin)

Verwijderen van prostaatweefsel via de urinebuis (TURP)

Verwijderen van een tumor uit de blaas volgens de TUR-methode Transurethrale resectie

Prostaatoperatie-TURP

Urologie Verwijderen van een gedeelte van de prostaat via open operatie

Verwijderen van een tumor uit de blaas volgens de TUR-methode Transurethrale resectie

Prostaatoperatie via de buik

Tur-prostaat of blaashalsincisie

Opheffen vernauwing plasbuis (Procedure Sachse of Otis)

Laserbehandeling bij prostaatklachten Green Light Laser

Uretero-reno-scopie (URS)

Overactieve blaas behandeling (Botuline-toxine injecties) Maatschap Urologie IJsselland Ziekenhuis

Green Light Laser Laserbehandeling bij prostaatklachten

Verwijderen van de lymfeklieren van de prostaat Pelviene lymfeklierdissectie

Behandeling van een overactieve blaas met Botoxinjecties

Urethrotomie volgens Sachse of Otis

Prostaatoperatie via de buik

Operatie aan de plasbuis

Vernauwing van de plasbuis Sachse of Otis operatie

Hersteloperatie na sterilisatie van de man. Vaso-vasostomie

Operatie aan de plasbuis

Opheffen van vernauwing van het nierbekken naar de urineleider via een kijkoperatie. Laparoscopische pyelumplastiek

TUR-prostaat of blaashalsincisie

Pyelumplastiek via een open operatie

Urologie Het verwijderen van een tumor uit de blaas

Botoxinjecties bij blaasproblemen

Inleiding De operatie Voorbereiding De operatie Na de operatie Bloedverdunners... 4

Inleiding. De prostaat. klinisch. polikliniek urologie = route 12 polikliniek anesthesie = route 07

Behandeling met botulinetoxine bij overactieve blaas

Een operatie voor het opheffen van een vernauwing van de urineleider Pyelumplastiek

Verwijderen van een blaassteen

Behandeling van overactieve blaas met botox

Operatief opheffen kromstand van de penis. Ziekte van Peyronie

Transurethrale resectie van een

Penisprothese. Algemene voordelen van een penisprothese. Algemene nadelen van een penisprotheses

GreenLight-laserbehandeling

Behandeling van een overactieve blaas met botoxinjecties (op de operatiekamer)

Verwijderen van nierstenen via een kijkoperatie

Lymfeklieren verwijderen in het bekken

Het verwijderen van een nier

De ziekte van Peyronie

Kromstand van de penis Voorbereiding Medicijnen Preoperatief spreekuur Nuchter zijn De opname

Urologie. Dubbel-J katheter.

Behandeling van overactieve blaas met botox

Operatieve ingreep in de blaas

Verwijderen van een deel van de prostaatinhoud via de plasbuis (TURP)

Pyelumplastiek via een open operatie

Vernauwing van de opening van de plasbuis

PATIËNTEN INFORMATIE. Nesbitt. (aandoening van Peyronie)

Maatschap Urologie. Inbrengen van een dubbel J katheter

Poliklinische operatie plastische chirurgie. Voorbereiding en nazorg bij poliklinische operaties onder plaatselijke verdoving

Urologie Verwijderen van een gedeelte van de prostaat via de plasbuis

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Informatie over de TUR prostaat

Operatie bij een prostaatvergroting. TUR-Prostaat

Open prostaatoperatie. voor goedaardige prostaatvergroting

Prostaatkanker: verwijdering van de lymfeklieren in het bekken

Verwijderen van lymfklieren in het bekken via een kijkoperatie

Penoplicatie. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Pyelumplastiek Radboud universitair medisch centrum

Nierbekkenplastiek. Kijkoperatie

Verwijderen van de prostaat Buikoperatie volgens Hryntschak

Een poliep in de blaas moet altijd worden verwijderd. De poliep kan groter worden, bloedingen veroorzaken en doorgroeien in de spierwand.

Dubbel J-katheter (JJ-katheter)

H Ureterorenoscopie (URS) Kijkoperatie van de urineleiders en het nierbekken bij stenen of tumoren

Inleiding. Een penoplicatie. Pré-operatieve screening

Verwijderen van een blaastumor via de urinebuis

Urologie Verwijdering van een nier via open operatie / open (radicale) nefrectomie

Verwijderen van een bijnier via een kijkoperatie. Laparoscopische adrenalectomie

Ook heeft u een gesprek met de anesthesioloog. De anesthesioloog beoordeelt of u de operatie lichamelijk aankunt.

Transcriptie:

Opheffen vernauwing blaashals

Inhoudsopgave De blaashals incisie... 3 Voorbereiding operatie... 3 Wat neemt u mee voor de operatie?... 4 Opname verpleegafdeling B44... 4 De operatiedag... 4 Operatie... 4 Kort na de operatie... 5 De eerste dag na de operatie... 6 Controle... 6 Mogelijke complicaties... 6 Wat kunt u thuis verwachten?... 7 Eerder contact opnemen dan de controleafspraak... 7 Vragen... 7 Bericht van verhindering... 7 Extra informatie... 8 Blaashals... 8 Symptomen van blaashalsvernauwing... 8 Oorzaken... 9 Adres en telefoonnummer... 10 2

Tijdens uw bezoek aan de polikliniek urologie heeft onderzoek aangetoond dat u een vernauwing van de blaasuitgang (blaashals) heeft. In overleg met uw behandelende (assistent) uroloog heeft u besproken dat u geopereerd zal worden, waarbij de vernauwing wordt opgeheven. In deze folder kunt u thuis alles nog eens rustig doorlezen. We hebben geprobeerd voor u alle belangrijke informatie zo goed mogelijk op een rijtje te zetten. Het is niet de bedoeling dat deze folder de persoonlijke gesprekken met uw (assistent) uroloog vervangt. Met problemen of vragen, ook naar aanleiding van deze folder, kunt u altijd bij hem/haar terecht of een afspraak maken bij een van de verpleegkundigen. De blaashals incisie U heeft last van een vernauwing van de blaashals. De operatie die nodig is om dit te verhelpen heet blaashalsincisie. Incisie betekent dat er een snede wordt gemaakt in de blaashals. De uroloog voert de operatie uit via de plasbuis, de natuurlijke weg dus via de penis. De ingreep is een echte operatie, maar u heeft geen zichtbare wond. Voorbereiding operatie De operatie vindt onder volledige narcose (algehele anesthesie) en/of ruggenprik (regionale anesthesie) plaats. Hierover kunt u meer lezen in de CWZ folder Verdoving (anesthesie) bij volwassenen. Voor de operatie en de anesthesie zijn meestal enige voorbereidingen noodzakelijk, dit wordt ook wel preoperatieve voorbereiding genoemd. Hiervoor bezoekt u het spreekuur van de anesthesioloog heeft u aansluitend een afspraak voor een verpleegkundig intakegesprek. De verpleegkundige geeft u aanvullende informatie over de opname en operatie. Zij doet het opnamegesprek en plant in overleg met u de operatiedatum en de controle-afspraak na de operatie. U wordt voor deze ingreep 1 tot 2 dagen opgenomen. Dat is mede afhankelijk van het directe herstel van de operatie. In de brochure Opname in het CWZ kunt u algemene informatie over de opname lezen. Meldt aan uw behandelend arts als u bloed verdunnende medicijnen gebruikt of onder controle bent van de trombosedienst. In overleg met uw arts stopt u eventueel voor de ingreep met bloed verdunnende medicijnen (bijvoorbeeld Sintrom, Marcoumar, acetylsalicylzuur). Uw behandelend arts vertelt u hoe lang u van tevoren met het innemen moet stoppen en wanneer u weer kunt beginnen met de medicijnen. Als u bekend bent bij de trombosedienst, neem uw doseerkaart altijd mee naar het ziekenhuis. 3

Wat neemt u mee voor de operatie? Uw centrale registratiekaart. Heeft u geen centrale registratiekaart of kloppen de gegevens niet meer? Ga dan langs bij de registratie bij de hoofdingang. U heeft hiervoor het bewijs van inschrijving van uw zorgverzekering en een officieel identificatiebewijs nodig Actueel medicijnenoverzicht. Deze kunt u opvragen bij uw apotheek Een geldig legitimatiebewijs. Nachtkleding, ondergoed, toiletartikelen. Neem geen waardevolle bezittingen mee, zoals sieraden en waardevolle papieren. Het ziekenhuis draagt geen verantwoordelijkheid voor vermissing of diefstal van uw persoonlijke bezittingen. Opname verpleegafdeling B44 Als u op de dag van de operatie wordt opgenomen, blijft u nuchter volgens de afspraken met de anesthesioloog en de verpleegkundige en bent u eventueel gestopt met (bloed verdunnende) medicijnen. Zie voor informatie folder Verdoving (anesthesie) bij volwassenen. U meldt zich op het afgesproken tijdstip op de verpleegafdeling urologie (B44). U start met antibiotica om de kans op een infectie te verkleinen. De operatiedag Voor de operatie krijgt u de voorbereidende medicijnen voor de anesthesie (premedicatie). Wanneer u een gebitsprothese en/of contactlenzen draagt moet u deze uitdoen. Ook mag u tijdens de operatie geen sieraden of piercings dragen. Tijdens de operatie heeft u een operatiejasje aan en twee polsbandjes met uw naam en geboortedatum om. Een verpleegkundige rijdt u met uw bed naar de voorbereidingsruimte van de operatieafdeling. Daar krijgt u een infuus. U gaat daarna naar de operatiekamer. Operatie De ingreep vindt plaats in de operatiekamer. Daar schuift u over op de operatietafel. Tijdens de operatie moeten uw benen in beensteunen liggen. Voordat de anesthesioloog u de narcosemiddelen via het infuus toedient of u de ruggenprik geeft, wordt eerst de bewakingsapparatuur aangesloten. Vooraf aan de operatie wordt door het hele operatieteam het Time out moment genomen. Dit is moment waarop het hele operatieteam stil staat bij uw operatie. Onder andere uw naam, geboortedatum, welke operatie, welke vorm van verdoving en de operatiebenodigdheden worden gecontroleerd. Er worden u vragen gesteld die u misschien al eerder beantwoord heeft, bijvoorbeeld: wie bent u, wat is uw geboortedatum, welke 4

operatie krijgt u en aan welk lichaamsdeel u wordt geopereerd. Dit wordt gedaan om uw veiligheid te waarborgen. U ligt tijdens de operatie met uw benen opgetrokken in beensteunen. Na het toedienen van de narcosemiddelen of ruggenprik brengt de uroloog een kijkinstrument in de plasbuis. Dit is een hol buisje waardoor instrumenten kunnen worden ingebracht. Tijdens de ingreep bekijkt de uroloog uw blaas. Dan maakt hij 1 of 2 sneetjes in de blaashals waardoor deze wijder wordt (zie afbeelding). Met een metalen haakje dat de uroloog van buitenaf bedient, wordt de snede gemaakt en de wond dicht gebrand. Tenslotte wordt een blaaskatheter geplaatst tegen een eventuele nabloeding. Via deze katheter kan de urine uit de blaas afvloeien naar de aangesloten urineopvangsysteem. De katheter is nodig om de operatiewond rust te geven en eventueel bloedstolsels weg te spoelen. Kort na de operatie Voordat u naar de afdeling gaat verblijft u nog enige tijd op de uitslaapkamer (verkoeverkamer). Als u goed wakker bent (na narcose) of het gevoel in de benen terug begint te komen (na ruggenprik), gaat u in principe terug naar de verpleegafdeling B44. Daar controleert de verpleegkundige regelmatig uw bloeddruk, hartritme en urineproductie. Pijn Na de operatie krijgt u volgens een vast protocol pijnstillers. Het kan zijn dat u toch pijn blijft houden. U kunt dit aangeven bij de verpleegkundige. Zie hiervoor ook de Pijnmeting in de folder Verdoving (anesthesie) bij volwassenen. 5

Blaaskatheter Direct na de operatie heeft u een katheter in de blaas. Dit is een slangetje via de plasbuis dat ervoor zorgt dat de urine uit de blaas kan lopen. U hoeft dan niet zelf te plassen. De katheter kan de blaaswand irriteren en dat kan u het gevoel geven dat u moet plassen en/of kan pijnklachten geven aan de top van de penis (eikel). Dit wordt blaaskramp genoemd. Als u deze klacht ervaart, moet u dit met uw verpleegkundige bespreken. Zij kan u hier medicijnen voor geven. Blaaskramp Blaaskramp (pijnlijk onderbuikgevoel met drang tot plassen) kan ook ontstaan als de urine niet of niet goed kan weglopen via de katheter. De blaas raakt dan te vol. Dit kan ontstaan doordat er een bloedstolsel in de katheter zit waardoor deze verstopt raakt. Door de katheter en de blaas te spoelen wordt de katheter weer doorgankelijk. Dit doet de verpleegkundige. Urine Na de operatie kan er wat bloed bij de urine zitten. Dit is onschuldig en neemt langzaam af. Infuus U heeft een infuus in uw hand of arm. Omdat u tijdens en vaak ook na de operatie nog bloed verliest, is het belangrijk om dit vochtverlies aan te vullen door middel van het infuus. Eten en drinken U mag kort na de operatie weer beginnen met eten en drinken. De eerste dag na de operatie Meestal wordt de eerste dag na de operatie de katheter verwijderd als de kleur van de urine helder is. Normaal is dat binnen 24 uur. Na het verwijderen van de katheter kan het plassen gevoelig zijn en zult u ook wat vaker moeten plassen. Ook kan er nog wat bloed met de urine meekomen. Dit kan tot in de eerste dagen na de operatie nog voorkomen. U hoeft zich hier geen zorgen over te maken. Het is aan te raden goed te drinken (minstens 2 liter per dag). Door voldoende te drinken spoelt u de blaas op een natuurlijke manier. U kunt met ontslag als het plassen weer goed op gang is gekomen. Het ontslag is meestal 1 tot 2 dagen na de operatie. U krijgt een afspraak voor controle mee bij de uroloog. Controle Er is voor u een controleafspraak gemaakt bij de (assistent) uroloog, 8 weken na uw operatie. Mogelijke complicaties Bij elke ingreep, hoe klein ook, kunnen er problemen optreden. Deze complicaties kunnen bestaan uit een infectie of een nabloeding. 6

Wat kunt u thuis verwachten? De meeste patiënten ervaren na de ingreep een zeer snelle vermindering van de klachten en een verbetering van de urinestroom. Na een blaashalsincisie operatie bestaat de kans dat het sperma bij een zaadlozing niet meer naar buiten stroomt. Het zaadvocht neemt 'de weg van de minste weerstand' en dat is na de deze operatie in de richting van de blaas in plaats van naar buiten (retrograde ejaculatie). Het sperma wordt later ongemerkt uit geplast. We spreken dan van een droog klaarkomen. Dit betekent dat u waarschijnlijk geen kinderen meer kunt verwekken via de natuurlijke weg. Mocht u een kinderwens hebben, bespreek dit dan vóór de ingreep met uw uroloog. Het gevoel tijdens het klaarkomen verandert niet of nauwelijks. Na een blaashalsincisie operatie bestaat de kans dat de vernauwing in de plasbuis zal terugkeren. Het is vaak moeilijk te voorspellen binnen welke termijn zich dit zou kunnen voordoen. Als een gevolg van de operatie zal er namelijk weer littekenweefsel ontstaan in de plasbuis. Dit littekenweefsel kan voor een nieuwe vernauwing zorgen. Soms blijven deze vernauwingen terugkeren. Mocht dit bij u het geval zijn zal uw uroloog met u een behandelstrategie bespreken. Eerder contact opnemen dan de controleafspraak Neemt u tot de eerste poliklinische controle na ontslag uit het ziekenhuis contact op bij: hevige pijnklachten die niet verdwijnen met gebruik van de voorgeschreven pijnstillers of met 4 keer per dag - om de 6 uur - 2 tabletten paracetamol van 500mg.; hevig bloedverlies en het plassen van grote bloedstolsels; plotseling niet meer kunnen plassen; koorts boven de 38,5 graden of langer dan 24 uur vanaf 38 graden. Tijdens kantooruren belt u de polikliniek urologie, telefoonnummer (024) 365 82 55. Buiten kantooruren belt u met de verpleegafdeling urologie, telefoonnummer (024) 365 78 00. Vragen Uw behandelend uroloog bespreekt met u de verdere gang van zaken na de operatie. Als u nog vragen heeft over de operatie en de gevolgen ervan dan kunt u deze samen met uw partner/directe naaste bespreken met uw behandelend arts of uw verpleegkundige. Bericht van verhindering Bent u op het afgesproken tijdstip voor poliklinisch onderzoek of opname verhinderd? Bel dan zo snel mogelijk de polikliniek urologie. Er kan dan nog een andere patiënt in uw plaats komen. Met u maken wij een nieuwe afspraak. 7

Extra informatie Blaashals Het urinewegstelsel bestaat uit een geheel van organen dat urine aanmaakt en afvoert uit het lichaam. Het bestaat uit twee aparte delen: de hogere urinewegen: de nieren en de urineleiders; de lagere urinewegen: de blaas en de urinebuis. De blaas wordt omgeven door een spierlaag (blaasspier). Samentrekking van de blaasspier zorgt er voor dat de urine wordt uitgedreven. De blaashals is het onderste deel van de blaas en komt uit in de urinebuis (urethra). De blaashals is omringd door een spier, de sluitspier. Deze kan worden geopend zodra u heeft besloten te gaan plassen en gesloten worden wanneer u klaar bent. Bij mannen bevindt de prostaat zich direct onder de blaashals en rondom de urinebuis. Onder de prostaat, dus stroomafwaarts, ligt de sluitspier van de blaas/plasbuis. In de prostaat komen de twee zaadleiders uit, die afkomstig zijn van de bijballen. Symptomen van blaashalsvernauwing De blaashals kan verstopt raken als gevolg van abnormale afzetting van weefsel. Dit leidt tot een vernauwing of afsluiting van de blaashals (obstructie). De spieren van de blaas kunnen dit vaak lange tijd compenseren. Doordat de blaashals nauwer wordt, moet de blaasspier harder werken om de urine naar buiten te persen. Door deze extra inspanning wordt de blaaswand zwakker en raakt soms uitgerekt. Er sprake van een dunne en zwakke of zelfs druppelende urinestraal en het duurt even voordat u moet plassen. Ook kunt u het gevoel hebben wel te moeten plassen, terwijl er niets uit komt. Na verloop van tijd slaagt de blaas er niet meer in alle urine naar buiten te drijven, zodat er urine achterblijft in de blaas (residu). Soms kan dit leiden tot helemaal niet meer kunnen plassen (urineretentie). Een vernauwing van je blaashals kan verschillende klachten met zich meebrengen. De klachten kunnen per persoon verschillen. Zo kunt u last hebben van: problemen bij het plassen; nadruppelen van urine na het plassen; ongewild urineverlies (urine-incontinentie); bij mannen symptomen die lijken op die van een vergrote prostaat. 8

Oorzaken Een aandoening zoals blaashalsvernauwing kan spontaan ontstaan, zowel bij mannen als vrouwen. Blaashalsvernauwing wordt echter vaker aangetroffen bij mannen die een operatie aan hun prostaat hebben ondergaan. Andere oorzaken zijn: Anatomische aanleg. Plaatselijke beschadiging door ongeval (bijvoorbeeld een val op de fietsstang) Na het inbrengen van een katheter (slangetje via de plasbuis naar de blaas om urine af te laten lopen). De verwijdering van het teveel aan weefsel tijdens een prostaatoperatie kan een ontsteking rond de blaashals teweegbrengen, waardoor deze vernauwd raakt. Chronische ontsteking rond de blaashals kan tot afzetting van bindweefsel leiden en zo tot vernauwing van de blaasopening. Ook kan zo n vernauwing zich ontwikkelen na een operatie door vorming van littekenweefsel. Bij vrouwen kan blaashalsstenose zich ontwikkelen na een operatie wegens urineincontinentie (met name stressincontinentie). Blaashalsstenose kan binnen 4 tot 6 weken na een operatie optreden, maar kan ook na langere termijn ontstaan. 9

G871 / 04-18 Adres en telefoonnummer Canisius Wilhelmina Ziekenhuis Weg door Jonkerbos 100 6532 SZ Nijmegen Polikliniek urologie (B28) Telefoon (024) 365 82 55 (bereikbaar van 8.30 tot 17.00 uur) Website: www.urologie.cwz.nl 10