AANTEKENEN AVRO en TROS T.a.v. de besturen Postbus 2 1200 JA HILVERSUM Datum Onderwerp 27 mei 2014 Nevenactiviteit cluster11 het (doen) uitgeven Zappsport WK magazine Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 624359/626132 Geacht bestuur, Bij email van 21 maart 2014, heeft AVRO-TROS om goedkeuring verzocht voor de nevenactiviteit het (doen) uitgeven van het eenmalig in de zomer van 2014 te verschijnen Zappsport WK magazine ter gelegenheid van het WK hockey en WK voetbal. Bij brief van 14 april 2014 heeft het Commissariaat de ontvangst van uw melding bevestigd. Op 7 mei 2014 heeft het Commissariaat om extra informatie verzocht en heeft het deze informatie ook ontvangen. Op grond van de hiernavolgende toetsing wordt u toestemming verleend voor de nevenactiviteit het (doen) uitgeven van een blad/tijdschrift (cluster 11). Het Commissariaat ontvangt, zodra het magazine verkrijgbaar is, hiervan graag een exemplaar. Zoals volgt uit onze brief van 15 september 2009 (kenmerk 18571/2009013905) vormt cluster 11 een uitzondering op de systematiek van de cluster vervolgmelding. Dit betekent dat er een separate toetsing plaatsvindt. A. De activiteit 1. De nevenactiviteit van AVRO-TROS bestaat uit het (doen) uitgeven van het eenmalig in de zomer van 2014 te verschijnen Zappsport WK magazine ter gelegenheid van het WK hockey en WK voetbal (hierna: het Magazine ). 2. Zappsport is een programma over sport speciaal voor jongeren. AVRO-TROS zendt dit programma wekelijks uit op televisie. Het Magazine zal volgens AVRO-TROS een papieren weergave zijn van de afleveringen van het televisieprogramma Zappsport ten tijde van het WK hockey en WK voetbal in 2014. Het Magazine zal naadloos aansluiten op de inhoud van de Zappsport afleveringen ten tijde van WK hockey en WK voetbal in 2014 en zal daarmee ook qua stijl en toon overeenstemmen. Het Magazine richt zich tot dezelfde doelgroep als het televisieprogramma Zappsport, te weten jongeren.
3. Het Magazine zal worden uitgegeven door F.C. Klap B.V.. AVRO-TROS zal hiertoe aan F.C. Klap B.V. een licentie van het woord- en beeldmerk Zappsport verlenen. 4. Conform de clusterindeling zoals vermeld in onze brief van 23 december 2008 valt deze nevenactiviteit in cluster 11. B. Relevante bepalingen 5. Artikel 2.132 Mediawet 2008 1. De publieke media-instellingen mogen alleen na voorafgaande toestemming van het Commissariaat nevenactiviteiten verrichten. 2. Nevenactiviteiten zijn activiteiten, directe of indirecte deelnemingen in rechtspersonen daaronder begrepen, die niet rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan van de uitvoering van de publieke media-opdracht, met uitzondering van verenigingsactiviteiten. 3. Toestemming kan alleen worden gegeven als een nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en direct gerelateerd is aan het media-aanbod van de publieke omroep, op marktconforme wijze wordt verricht en ten minste kostendekkend is. 6. Voorts wordt gewezen op de Regeling van het Commissariaat voor de Media van 10 april 2009 houdende beleidsregels omtrent nevenactiviteiten publieke mediainstellingen (hierna: Beleidsregels nevenactiviteiten 2009). C. Status 7. Volgens artikel 2, onderdeel c, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 is een nevenactiviteit een activiteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008. 8. Op grond van artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008, worden alle activiteiten, directe of indirecte deelnemingen in rechtspersonen daaronder begrepen, die niet rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan van de uitvoering van de publieke media-opdracht, met uitzondering van verenigingsactiviteiten, aangemerkt als nevenactiviteiten. 9. Het uitgeven van het Magazine houdt niet rechtstreeks verband met en staat niet rechtstreeks ten dienste van de uitvoering van de publieke media-opdracht van de publieke media-instelling en is evenmin een verenigingsactiviteit. 10. De activiteit is derhalve een nevenactiviteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008. D. Toetsing 11. Op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008 kan toestemming alleen worden gegeven als een nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en direct gerelateerd is aan het mediaaanbod van de publieke media-instelling, op marktconforme wijze wordt verricht en ten minste kostendekkend is. - 2 -
Relatietoets 12. Op grond van artikel 3, eerste lid, sub c, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009, houdt een nevenactiviteit verband met of staat deze ten dienste van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht indien de betrokkenheid van gebruikers bij het mediaaanbod of de publieke media-instelling met de nevenactiviteit wordt vergroot. De activiteit dient op grond van artikel 3, tweede lid, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009, tevens aantoonbaar inhoudelijk aan te sluiten bij het media-aanbod of de media-instelling. 13. De onderhavige nevenactiviteit betreft het (doen) uitgeven van het Magazine. Het Magazine wordt eenmalig uitgeven ter gelegenheid van het WK voetbal en WK hockey in 2014. Het Magazine richt zich op de doelgroep van het televisie programma Zappsport. Het is aannemelijk dat het Magazine de betrokkenheid van de kijkers bij programma s van AVRO-TROS, in het bijzonder Zappsport, vergroot en/of dat de lezer van het Magazine zich meer dan voorheen betrokken zal voelen bij AVRO-TROS. 14. Sinds de wetswijziging van de Mediawet 2008 op 2 juli 2009, in werking getreden op 17 juli 2009 (Stb. 2009, 300), is artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet, aangepast. Gelet op de Toelichting bij het Amendement van het lid Van Dam (Kamerstukken II 2008-09, 31804, nr. 24), ziet de toegevoegde zinsnede erop om de ruimte om algemene glossy s uit te geven, te beperken. Daartoe dient de formulering dat de nevenactiviteit direct gerelateerd te zijn aan het media-aanbod van de publieke omroep. 15. Het Commissariaat is van oordeel dat pas indien minimaal vijftig procent van de inhoud van het Magazine bestaat uit onderwerpen die in het programma Zappsport aan bod komen, de nevenactiviteit direct gerelateerd is aan het media aanbod. AVRO-TROS heeft aangegeven dat de inhoud van het Magazine volledig gerelateerd is aan de het televisie programma Zappsport. Het Magazine zal naadloos aansluiten op de inhoud van de Zappsport afleveringen ten tijde van WK hockey en WK voetbal in 2014 en zal daarmee ook qua stijl en toon overeenstemmen. Daarbij richt het Magazine zich tot dezelfde doelgroep. 16. Het Commissariaat is, op grond van de thans aan hem ter beschikking staande informatie, dan ook vooralsnog van oordeel dat de nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. Marktconformiteit 17. Overeenkomstig artikel 7 van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 wordt bij de beoordeling of het verrichten van de nevenactiviteit marktconform is, de hoogte van de licentievergoeding als uitgangspunt genomen. Een publieke media-instelling dient voor haar nevenactiviteiten een marktconforme licentievergoeding te hanteren. De publieke media-instelling heeft daarom een zorgplicht om deze eis van marktconformiteit mee te nemen in de onderhandelingen voorafgaand aan de totstandkoming van de nevenactiviteit. Op grond van artikel 7, tweede lid, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 kan het Commissariaat bij de beoordeling of het verrichten van de nevenactiviteit marktconform is, ook het imago van de publieke media-instelling betrekken. Onder imago wordt in ieder geval verstaan beeldmerk of logo. - 3 -
18. Het Commissariaat is vooralsnog van oordeel dat de nevenactiviteit, op basis van de nu bekende feiten en omstandigheden, aan deze voorwaarde voldoet. Hierbij heeft het Commissariaat het volgende overwogen. 19. Om te beoordelen of de nevenactiviteit op marktconforme wijze wordt verricht bepaalt het Commissariaat de relevante markt, overeenkomstig artikel 8, eerste lid, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009. Voor de vaststelling van de relevante markt baseert het Commissariaat zich op de uitgangspunten van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM). Volgens de ACM omvat de relevante markt voor een product of dienst alle producten of diensten die daarmee substitueerbaar of voldoende uitwisselbaar zijn. De ACM doet dit niet alleen op grond van hun objectieve kenmerken, waardoor ze geschikt zijn om in een constante behoefte van de consument te voorzien, de prijs of de beoogde toepassing ervan, maar ook op grond van mededingingsvoorwaarden en/of de structuur van vraag en aanbod op de betrokken markt. Producten die alleen in beperkte mate onderling uitwisselbaar zijn behoren niet tot dezelfde markt. 20. In het onderhavige geval gaat het om het uitgeven van het Magazine en het daartoe in licentie geven van het woord- beeldmerk Zappsport. AVRO-TROS heeft een aantal tijdschriften genoemd die volgens haar vergelijkbaar zijn met het Magazine. 21. AVRO-TROS ontvangt voor het in licentie geven van het woord- beeldmerk Zappsport ten behoeve van het Magazine een licentievergoeding. AVRO-TROS heeft aangegeven dat de licentievergoeding via onderhandelingen met de uitgever tot stand is gekomen. Verder stelt AVRO-TROS, onder verwijzing naar een eerder door het Commissariaat beoordeelde nevenactiviteit, dat dit een gebruikelijke vergoeding is in deze productmarkt. Het Commissariaat ziet, mede in het licht van eerder door het Commissariaat beoordeelde vergelijkbare nevenactiviteiten binnen dezelfde markt, op voorhand geen reden om aan te nemen dat deze licentievergoeding niet marktconform zou zijn. 22. Het Commissariaat is vooralsnog dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit marktconform wordt verricht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. Kostendekkendheid 23. Overeenkomstig artikel 11 van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 is er geen sprake van kostendekkendheid indien de nevenactiviteit direct of indirect wordt bekostigd uit of anderszins ten laste komt van de publieke omroepmiddelen. 24. Het Commissariaat is vooralsnog van oordeel dat de nevenactiviteit voldoet aan de voorwaarde van kostendekkendheid zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. Hierbij heeft het Commissariaat het volgende overwogen. 25. Door AVRO-TROS is ter toelichting aangegeven dat de nevenactiviteit tot stand komt voor eigen rekening en risico van de uitgever FC Klap B.V. AVRO-TROS loopt derhalve geen enkel financieel risico. 26. Het Commissariaat is dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit kostendekkend wordt verricht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. 27. Het Commissariaat zal de kostendekkendheid controleren aan de hand van de jaarrekening. - 4 -
E. Besluit 28. Op grond van bovenstaande toetsen is de nevenactiviteit het (doen) uitgeven van het eenmalig in de zomer van 2014 te verschijnen Zappsport WK magazine ter gelegenheid van het WK hockey en WK voetbal toegestaan op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. 29. De toestemming wordt (afzonderlijk) aan de AVRO en de TROS verleend nu zij op grond van artikel 2.24, eerste lid, van de Mediawet 2008 (oud) op dit moment de erkende publieke media-instellingen zijn. Indien en zodra AVRO-TROS een erkenning verkrijgt als bedoeld in artikel 2.23, eerste lid, van de Mediawet 2008, wordt deze toestemming geacht te zijn verleend aan AVRO-TROS. F. Register 30. De nevenactiviteit is als het (doen) uitgeven van het (doen) uitgeven van het eenmalig in te verschijnen Zappsport magazine opgenomen in het openbare Register nevenactiviteiten, te vinden op de website van het Commissariaat (www.cvdm.nl). G. Publicatie 31. Op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) besluit het Commissariaat de volledige tekst van dit besluit twee weken na bekendmaking daarvan op zijn website te publiceren. Het Commissariaat ziet daartoe geen belemmering op grond van artikel 10 van de Wob. Een afschrift van dit besluit zenden wij aan de NPO. Hilversum, 20 mei 2014 Hoogachtend, COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA, prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning voorzitter drs. Eric Eljon commissaris Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het Commissariaat voor de Media, Postbus 1426, 1200 BK te Hilversum. - 5 -