Publicatieblad van de Europese Unie L 116/9

Vergelijkbare documenten
Publicatieblad van de Europese Unie L 274/3

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Publicatieblad van de Europese Unie

L 329/26 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE

(Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad van de Europese Unie L 326/3

Gearchiveerd op 01/01/2017

Geconsolideerde TEKST

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

(Voor de EER relevante tekst)

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening

Hierbij gaat voor de delegaties document D048897/03.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

(Voor de EER relevante tekst) (2011/874/EU)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

- een aantal wijzigingen die nodig zijn in verband met de meest recente wijzigingen in de OIE- Diergezondheidscode;

L 73/12 Publicatieblad van de Europese Unie

(3) Het verslag bevat feedback over de ervaringen met de overgangsmaatregelen van Verordening (EG) nr. 2076/2005 van de Commissie (4). In het verslag

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

L 106/34 Publicatieblad van de Europese Unie RICHTLIJNEN

Voor dierlijke producten verwijst dat begrip naar het land waarin het product geheel is verkregen, hetgeen, toegepast op vlees, betekent: het land waa

PUBLIC. Brussel, 6 april 2009 (07.04) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 8424/09 LIMITE COMPET 196 E V 287 CHIMIE 33 MI 144 E T 86

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

(Voor de EER relevante tekst)

Hierbij gaat voor de delegaties document D048570/03.

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

L 302/28 Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie VERORDENINGEN

9UDJHQ HQ DQWZRRUGHQ RYHU 76(V ELM VFKDSHQ HQ JHLWHQ

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 oktober 2007 (OR. en) 12723/07 EEE 62 VETER 22 PHYTOSAN 29 PECHE 257 DENLEG 83 AGRILEG 130 ANIMAUX 6 ISL 61

(2003/467/EG) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad van de Europese Unie L 266/3

(Voor de EER relevante tekst) (2014/798/EU)

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

L 165/8 Publicatieblad van de Europese Unie

L 249/20 Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 99/5

62e jaargang 28 februari 2019

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie L 135/3

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 februari 2006 (OR. fr) 5828/06 AGRIORG 17 OC 100

(Voor de EER relevante tekst)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. / VAN DE COMMISSIE

COMMISSIE. (Voor de EER relevante tekst) (2009/712/EG)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

L 330/14 Publicatieblad van de Europese Unie

Wijziging Regeling handel levende dieren en levende producten

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006

Publicatieblad van de Europese Unie L 289/33

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van (datum), nr., Directie Wetgeving en Juridische Zaken;

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 november 2012 (21.11) (OR. en) 16449/12 AGRILEG 170

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

2009R0041 NL

(Voor de EER relevante tekst)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 juli 2012 (30.07) (OR. en) 12985/12 AGRILEG 120 CODEC 1993

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Te dien einde gaan voor de delegaties in de bijlage ontwerp-amendementen van het voorzitterschap op Richtlijn 96/22/EG van de Raad.

Vertaling. Overwegende:

Raad van de Europese Unie Brussel, 14 februari 2017 (OR. en)

(Voor de EER relevante tekst) (6) Aangezien er geen veiligheidsredenen zijn die de onmiddellijke

Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D011014/02

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp. VERORDENING (EU) nr.../2010 VAN DE COMMISSIE

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

L 243/10 Publicatieblad van de Europese Unie

L 172/14 Publicatieblad van de Europese Unie

(Voor de EER relevante tekst)

Inhoudsopgave I. BASISREGELS. A. Substantiële regels

Publicatieblad van de Europese Unie L 125/7

(Slechts de teksten in de Nederlandse en de Franse taal zijn authentiek) (Voor de EER relevante tekst)

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/717 VAN DE COMMISSIE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2005 (02.12) (OR. en) 14116/05 LIMITE AGRILEG 166

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

(Voor de EER relevante tekst)

***II GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT

TRA 3047 Uitsnijden, uitbenen en (opnieuw) onmiddellijk verpakken van vers vlees - TRACEERBAARHEID [3047] v1

DIS 3006 Vleeswinkel -TRACEERBAARHEID [3006] v1

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

Publicatieblad van de Europese Unie L 231 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal.

Transcriptie:

29.4.2006 Publicatieblad van de Europese Unie L 116/9 VERORDENING (EG) Nr. 657/2006 VAN DE COMMISSIE van 10 april 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad wat het Verenigd Koninkrijk betreft en tot intrekking van Beschikking 98/256/EG van de Raad en de Beschikkingen 98/351/EG en 1999/514/EG (Voor de EER relevante tekst) DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën ( 1 ), en met name op artikel 23, Gelet op Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt ( 2 ), en met name op artikel 10, lid 4, voedselketen kunnen komen of bestemd zijn voor gebruik in cosmetische, medische of farmaceutische producten. Daarop zijn enkele uitzonderingen, met name voor de uitvoer van rundvlees en rundvleesproducten in het kader van de aan een datum gerelateerde uitvoerregeling (Date Based Export Scheme, DBES). (3) Voordat intrekking van het uitvoerverbod voor het Verenigd Koninkrijk kan worden overwogen, moet aan twee voorwaarden worden voldaan: een incidentie van minder dan 200 BSE-gevallen per miljoen volwassen runderen en een positief inspectieresultaat van het Voedsel- en Veterinair Bureau (VVB) wat betreft de uitvoering van de BSEcontroles in het Verenigd Koninkrijk en de mate waarin dit land in staat is te voldoen aan de communautaire wetgeving, met name op het gebied van de identificatie en registratie van runderen en de uitvoering van tests. Gelet op Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt ( 3 ), en met name op artikel 9, lid 4, Gelet op Beschikking 98/256/EG van de Raad van 16 maart 1998 inzake spoedmaatregelen ter bescherming tegen boviene spongiforme encefalopathie, tot wijziging van Beschikking 94/474/EG en tot intrekking van Beschikking 96/239/EG ( 4 ), en met name op artikel 6, lid 5, Overwegende hetgeen volgt: (1) Beschikking 98/256/EG is uit hoofde van bijlage XI bij Verordening (EG) nr. 999/2001 als overgangsmaatregel van kracht gebleven. (4) Op haar algemene vergadering in mei 2003 heeft de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE) de criteria voor de grens tussen landen met een matig risico (categorie 4) en die met een hoog risico (categorie 5) gewijzigd. Die grens werd gesteld op 200 BSE-gevallen per miljoen volwassen dieren in het totale bestand in landen waar actief toezicht plaatsvindt. (5) Omdat de BSE-incidentie in het Verenigd Koninkrijk inmiddels de 200 benaderde en dat land dus volgens de OIE niet langer als hoogrisicoland zou moeten worden beschouwd, heeft het in juni 2003 verzocht om onder dezelfde voorwaarden als de andere lidstaten handel te mogen drijven. Ter onderbouwing van dit verzoek verstrekte het Verenigd Koninkrijk onder meer schattingen van de absolute incidentie op basis van de resultaten van de in dat land toegepaste partiële testregeling. (2) Beschikking 98/256/EG verbiedt de uitvoer uit het Verenigd Koninkrijk van levende runderen en van producten van in dat land geslachte runderen die in de voeder- of ( 1 ) PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 339/2006 van de Commissie (PB L 55 van 25.2.2006, blz. 5). ( 2 ) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/33/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 315 van 19.11.2002, blz. 14). ( 3 ) PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/41/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 157 van 30.4.2004, blz. 33). ( 4 ) PB L 113 van 15.4.1998, blz. 32. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2002/670/EG van de Commissie (PB L 228 van 24.8.2002, blz. 22). (6) Het advies van het wetenschappelijk panel voor biologische gevaren van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) van 21 april 2004 over de wetenschappelijke onderbouwing van wijzigingsvoorstellen voor de Britse DBES en de Over Thirty Months (OTM)-regeling luidt dat runderen die vóór 1 augustus 1996 in het Verenigd Koninkrijk geboren of gehouden zijn, uit de voeder- en voedselketen geweerd moeten worden in verband met de hogere BSE-incidentie in die groep. Bij na die datum geboren runderen is het BSE-risico voor de consument volgens het advies vergelijkbaar met het risico in andere lidstaten. Vanaf 1 augustus 1996 is het gebruik van vleesbeendermeel van zoogdieren in voeder voor alle landbouwhuisdieren in het Verenigd Koninkrijk verboden.

L 116/10 Publicatieblad van de Europese Unie 29.4.2006 (7) Op 12 mei 2004 heeft de EFSA een advies uitgebracht over de status matig risico. Volgens dat advies zou de incidentie in het Verenigd Koninkrijk tussen juli en december 2004 tot onder de 200 moeten dalen. Op haar plenaire vergadering van 9 en 10 maart 2005 heeft de EFSA geconstateerd dat de bewakingsgegevens van het tweede halfjaar 2004 de conclusies van haar advies van mei 2004 bevestigen en dat het Verenigd Koninkrijk volgens de OIE-indeling wat betreft BSE voor de hele runderpopulatie kan worden ingedeeld als land met een matig risico. (8) Op 19 juli 2004 heeft het VVB het verslag gepubliceerd van een tussen 26 april en 7 mei 2004 in Groot-Brittannië en Noord-Ierland gehouden inspectie met het oog op een algemene evaluatie van de beschermende maatregelen tegen BSE. De conclusie van dit verslag luidt dat het in Noord-Ierland ingevoerde systeem ruimschoots voldoende is, maar dat in Groot-Brittannië op verschillende gebieden tekortkomingen zijn geconstateerd die verbetering behoeven. (13) Beschikking 98/256/EG moet dus worden ingetrokken en de voorschriften van Verordening (EG) nr. 999/2001 moeten volledig van toepassing worden. (14) Krachtens Beschikking 2005/598/EG van de Commissie ( 2 ) mag het Verenigd Koninkrijk geen producten in de handel brengen die afkomstig zijn van runderen die vóór 1 augustus 1996 in dat land zijn geboren of gehouden. Ook moet het Verenigd Koninkrijk erop toezien dat runderen die daar vóór 1 augustus 1996 zijn geboren of gehouden, niet vanaf zijn grondgebied naar andere (15) Krachtens Verordening (EG) nr. 999/2001 wordt de wervelkolom van runderen ouder dan 24 maanden als gespecificeerd risicomateriaal beschouwd. Voor het Verenigd Koninkrijk geldt een afwijking waardoor het gebruik van de wervelkolom van runderen jonger dan 30 maanden toegestaan is. Bovendien is in die verordening voor het Verenigd Koninkrijk een uitgebreidere lijst van gespecificeerd risicomateriaal vastgesteld. (9) Op 28 september 2005 heeft het VVB het verslag gepubliceerd van een tussen 6 en 15 juni 2005 in Groot- Brittannië gehouden inspectie betreffende de beschermende maatregelen tegen BSE. Uit deze vervolginspectie bleek dat op de meeste gebieden goede vooruitgang was geboekt. (16) In verband met de opheffing van de huidige beperkingen moeten de voor de andere lidstaten geldende leeftijdsgrens voor het verwijderen van de wervelkolom van runderen en de lijst van gespecificeerd risicomateriaal ook voor het Verenigd Koninkrijk gelden. Verordening (EG) nr. 999/2001 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd. (10) Op 7 november 2005 heeft het Verenigd Koninkrijk de OTM-regeling vervangen door de pre-1996-regeling. Vóór 1 augustus 1996 geboren runderen worden voorgoed uit de voeder- en voedselketen geweerd. Sinds oktober 2004 voert het Verenigd Koninkrijk voor na 31 juli 1996 geboren runderen hetzelfde toezichtprogramma uit als de andere lidstaten. Het huidige toezichtprogramma voor dieren die onder de vroegere destructieregeling van Verordening (EG) nr. 716/96 van de Commissie van 19 april 1996 houdende vaststelling van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de rundvleesmarkt in het Verenigd Koninkrijk ( 1 ) vielen, moet worden gewijzigd. (11) Gezien het matige risico in de runderpopulatie en de positieve inspectieverslagen van het VVB kunnen de in verband met BSE aan de handel in runderen en runderproducten gestelde beperkingen worden opgeheven. (12) Op 15 juni 2005, de datum waarop de VVB-inspectie in Groot-Brittannië eindigde, was volledig aan de voorwaarden voor opheffing van het uitvoerverbod voldaan. Daarom moeten de rechtsgevolgen van deze verordening voor vlees en andere van geslachte dieren afkomstige producten worden beperkt tot vlees en producten van dieren die na die datum zijn geslacht. ( 1 ) PB L 99 van 20.4.1996, blz. 14. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2109/2005 (PB L 337 van 22.12.2005, blz. 25). (17) Aangezien de leeftijdsgrens voor het verwijderen van de wervelkolom als gespecificeerd risicomateriaal voor het Verenigd Koninkrijk momenteel verschilt van die voor de overige lidstaten, dienen met het oog op de controle de onmiddellijke rechtsgevolgen van deze verordening niet te gelden voor wervelkolommen van runderen die na 31 juli 1996 in het Verenigd Koninkrijk geboren of gehouden zijn en vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn geslacht. Dergelijke wervelkolommen en producten daarvan mogen niet van het Verenigd Koninkrijk naar andere lidstaten of naar derde landen worden verzonden. (18) Voor de duidelijkheid en samenhang van de communautaire wetgeving moeten Beschikking 98/351/EG van de Commissie van 29 mei 1998 houdende vaststelling van de datum waarop mag worden begonnen met de verzending, in het kader van de Export Certified Herds Scheme, van van runderen verkregen producten uit Noord-Ierland, op grond van artikel 6, lid 5, van Beschikking 98/256/EG van de Raad ( 3 ) en Beschikking 1999/514/EG van de Commissie van 23 juli 1999 houdende vaststelling van de datum waarop mag worden begonnen met de verzending, in het kader van de Date-Based Export Scheme, van van runderen verkregen producten uit het Verenigd Koninkrijk, op grond van artikel 6, lid 5, van Beschikking 98/256/EG van de Raad ( 4 ) worden ingetrokken. ( 2 ) PB L 204 van 5.8.2005, blz. 22. ( 3 ) PB L 157 van 30.5.1998, blz. 110. ( 4 ) PB L 195 van 28.7.1999, blz. 42.

29.4.2006 Publicatieblad van de Europese Unie L 116/11 (19) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, Artikel 2 De Beschikkingen 98/256/EG, 98/351/EG en 1999/514/EG worden ingetrokken. HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 De bijlagen III en XI bij Verordening (EG) nr. 999/2001 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening. Artikel 3 Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 10 april 2006. Voor de Commissie Markos KYPRIANOU Lid van de Commissie

L 116/12 Publicatieblad van de Europese Unie 29.4.2006 BIJLAGE De bijlagen III en XI bij Verordening (EG) nr. 999/2001 worden als volgt gewijzigd: 1) In bijlage III, hoofdstuk A, deel I, komt punt 4 als volgt te luiden: 4. Toezicht op dieren die met het oog op vernietiging zijn opgekocht krachtens Verordening (EG) nr. 716/96. Alle tussen 1 augustus 1995 en 1 augustus 1996 geboren dieren die met het oog op vernietiging zijn gedood krachtens Verordening (EG) nr. 716/96 worden op BSE getest.. 2) Bijlage XI wordt als volgt gewijzigd: a) In deel A komen de punten 1 en 2 als volgt te luiden: 1. De onderstaande weefsels worden aangewezen als gespecificeerd risicomateriaal: i) de schedel, exclusief de onderkaak, maar inclusief de hersenen en de ogen, en het ruggenmerg van runderen ouder dan twaalf maanden, de wervelkolom, exclusief de staartwervels, de doornuitsteeksels en dwarsuitsteeksels van de hals-, borst- en lendenwervels, de crista sacralis mediana en de alae sacrales, maar inclusief de achterwortelganglia van runderen ouder dan 24 maanden, alsmede de amandelen, de darmen vanaf de twaalfvingerige darm tot en met het rectum, en het mesenterium van runderen ongeacht de leeftijd; ii) de schedel, inclusief de hersenen en de ogen, de amandelen en het ruggenmerg van schapen en geiten ouder dan twaalf maanden of waarbij een van de blijvende snijtanden door het tandvlees is gebroken, en de milt en het ileum van schapen en geiten ongeacht de leeftijd. De in punt i) voor de verwijdering van de wervelkolom van runderen vastgestelde leeftijd kan door wijziging van deze verordening worden aangepast in het licht van de statistische kans dat zich in de betrokken leeftijdsgroepen van de runderpopulatie van de Gemeenschap een geval van BSE voordoet, op basis van de resultaten van het toezicht op BSE overeenkomstig hoofdstuk A, deel I, van bijlage III. 2. In afwijking van punt 1, onder i), kan volgens de procedure van artikel 24, lid 2, het gebruik worden toegestaan van de wervelkolom en achterwortelganglia van runderen: a) die geboren, ononderbroken gehouden en geslacht zijn in lidstaten waarvoor blijkens wetenschappelijk onderzoek vaststaat dat het uitbreken van BSE bij inheemse runderen er hoogst onwaarschijnlijk, of onwaarschijnlijk hoewel niet uitgesloten is, of b) die geboren zijn na het daadwerkelijk van kracht worden van het verbod op het vervoederen van van zoogdieren afkomstige eiwitten aan herkauwers, in lidstaten waarin BSE bij inheemse dieren is vastgesteld of waarvoor blijkens wetenschappelijk onderzoek vaststaat dat het uitbreken van BSE bij inheemse runderen er waarschijnlijk is. Zweden mag van deze afwijking gebruikmaken op grond van eerder ingediende en geëvalueerde bewijsstukken. Andere lidstaten kunnen een aanvraag tot deze afwijking indienen door de Commissie terzake overtuigende bewijsstukken betreffende punt a) of b), al naar gelang van het geval, voor te leggen. De lidstaten die van deze afwijking gebruikmaken, moeten naast de in bijlage III, hoofdstuk A, deel I, vastgestelde vereisten tevens garanderen dat alle runderen ouder dan 30 maanden onderzocht worden met een van de in bijlage X, hoofdstuk C, punt 4, genoemde goedgekeurde snelle tests, voorzover deze runderen: i) op het landbouwbedrijf of tijdens het transport zijn gestorven, doch niet voor menselijke consumptie zijn geslacht, met uitzondering van dode dieren in afgelegen gebieden waar de veedichtheid gering is, in lidstaten waar het uitbreken van BSE onwaarschijnlijk is; ii) normaal geslacht zijn met het oog op menselijke consumptie. Deskundigen van de Commissie kunnen overeenkomstig artikel 21 controles ter plaatse uitvoeren om de ingediende bewijsstukken verder te verifiëren..

29.4.2006 Publicatieblad van de Europese Unie L 116/13 b) Deel D wordt als volgt gewijzigd: i) Punt 1 wordt geschrapt. ii) Het volgende punt 5 wordt toegevoegd: 5. a) Onverminderd Beschikking 2005/598/EG ziet het Verenigd Koninkrijk erop toe dat runderen die vóór 1 augustus 1996 op zijn grondgebied zijn geboren of gehouden, niet vanaf zijn grondgebied naar andere b) Het Verenigd Koninkrijk ziet erop toe dat vlees en producten van runderen die daar na 31 juli 1996 zijn geboren of gehouden en vóór 15 juni 2005 zijn geslacht, niet vanaf zijn grondgebied naar andere c) Het Verenigd Koninkrijk ziet erop toe dat wervelkolommen van runderen die daar na 31 juli 1996 zijn geboren of gehouden en vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn geslacht, alsmede van dergelijke wervelkolommen afkomstige producten, niet vanaf zijn grondgebied naar andere lidstaten of naar derde landen worden verzonden..