Inspectierapport Kinderopvang 't Beuntje (KDV) Vleerboersweg 22a 7665ST ALBERGEN Registratienummer 167672782 Toezichthouder: GGD Twente In opdracht van gemeente: Tubbergen Datum inspectie: 04-07-2016 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 08-08-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij het jaarlijks onderzoek. Na de feiten over het kindercentrum volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Feiten over het kindercentrum Kinderdagverblijf 't Beuntje is een kleinschalig, landelijk gelegen, kinderdagverblijf. De houder staat sinds januari 2013 geregistreerd en heeft op deze locatie één stamgroep voor kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar. Inspectiegeschiedenis * 2 mei 2013, onderzoek na registratie. Er zijn tijdens dit onderzoek tekortkomingen geconstateerd met betrekking tot het pedagogisch klimaat en het ouderrecht. * 15 april 2014, jaarlijks onderzoek. Er zijn geen tekortkomingen geconstateerd. De houder voldoet aan de getoetste voorwaarden. * 7 september 2015, jaarlijks onderzoek. Er zijn geen tekortkomingen geconstateerd. De houder voldoet aan de getoetste voorwaarden. Bevindingen op hoofdlijnen De houder voldoet aan de getoetste items. Er zijn geen tekortkomingen geconstateerd. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein Pedagogisch klimaat. Per aspect worden praktijkobservaties beschreven. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. De volgende competenties zijn geobserveerd en beoordeeld: Emotionele veiligheid; Persoonlijke competentie; Sociale competenties; Overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0-4 jaar (versie januari 2015). De beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Pedagogische praktijk Emotionele veiligheid Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen. Observatie Bij kinderdagverblijf 't Beuntje wordt gewerkt met een klein team van beroepskrachten, waaronder de houder. Er is sprake van maximaal 3 vaste beroepskrachten die de groep begeleiden. Tevens hebben de kinderen op hun opvangdag altijd vaste/vertrouwde andere kinderen in de groep. De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen. Observatie De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen accepteren zoals ze zijn; ze geven complimentjes, maken grapjes en knuffelen. Er wordt op een warme en ondersteunende manier gereageerd op kinderen. Onder andere de volgende twee voorbeelden deden zich voor tijdens het inspectiebezoek: een kind wordt uit bed gehaald door een beroepskracht. De andere beroepskracht, die reeds beneden in de groepsruimte is, knielt en zegt: "Hoi X, heb je lekker geslapen?" Het kind rent naar de beroepskracht en knuffelt met haar. Het tweede voorbeeld betreft een kind dat naar de beroepskracht komt en zegt dat hij poep in zijn luier heeft. De beroepskracht bevestigt dit en zegt: "Wat goed dat je mij dat komt vertellen. Kom maar." Persoonlijke competentie Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. Observatie Er is binnen voldoende spelmateriaal voor de verschillende ontwikkelingsgebieden. Er is zowel gesloten als open materiaal, waar de kinderen mee kunnen ontdekken en fantaseren. Voor de jongste kinderen zijn er hoge boxen aanwezig en speelgoed dat is voorzien van geluiden, lichtjes en zachte materialen. Babygyms en loopkarretjes maken tevens deel uit van het aanbod. Voor de oudere kinderen van het kinderdagverblijf is er onder andere divers knutselmateriaal, auto's, poppen en toebehoren, een keukentje, puzzels en boeken aanwezig. De buitenspeelruimte is aangrenzend en voorzien van gras en betegeling. Er is een speeltoestel met glijbaan, een zandbak, duikelstangen en de kinderen kunnen gebruik maken van diverse fietsjes en trekkers. Sociale competentie De kinderen zijn deel van de groep. Observatie De beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer door zorg voor de inrichting en aankleding van ruimte en activiteiten. Tijdens het inspectiebezoek mochten de kinderen buiten aan 4 van 10
tafel wat drinken en een soepstengel. De beroepskrachten gingen bij de kinderen zitten en waren behulpzaam waar nodig. Na het tafelmoment werd er onder andere gevoetbald. Eén van de beroepskrachten maakte deel uit van het spel. De kinderen worden aangesproken op hun medeverantwoordelijkheid voor een positieve sfeer en omgang met elkaar: "Je mag niet afpakken X. Geef de lepel maar terug. Alsjeblieft." Normen en waarden De beroepskrachten begeleiden (nieuwe) kinderen actief bij het leren kennen en omgaan met de geldende afspraken in het kinderdagverblijf. Voor het eten en drinken moet elk kind bijvoorbeeld zijn handen wassen. De beroepskrachten leggen uit wat er van een kind wordt verwacht. Als een kind van tafel loopt zegt een beroepskracht dan ook: "X, je moet nog even blijven zitten, want jij hebt jouw drinken nog niet op." Conclusie Er wordt voldaan aan het waarborgen van de emotionele veiligheid, de ontwikkeling van de persoonlijke en de sociale competentie en de overdracht van normen en waarden. Het interview met de beroepskrachten laat zien dat de houder zorg draagt voor de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder, mevrouw Velthuis - Hofhuis) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties 5 van 10
Personeel en groepen Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein Personeel en groepen. Per aspect worden eerst de gegevens beschreven van het kindercentrum gevolgd door een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft de verklaringen omtrent het gedrag van de personen die werkzaam zijn bij kinderdagverblijf 't Beuntje ingezien en beoordeeld. Er zijn geen stagiaires werkzaam bij het kindercentrum. Conclusie De verklaringen voldoen aan de gestelde eisen. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft de diploma's van de beroepskrachten ingezien en beoordeeld. Er is tevens een groepshulp werkzaam bij het kinderdagverblijf, maar zij wordt niet formatief ingezet. Conclusie De beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Kinderdagverblijf 't Beuntje heeft 1 stamgroep van maximaal 12 kinderen. De kinderen die worden opgevangen zijn in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Conclusie Er wordt voldaan aan de omvang en samenstelling van de stamgroep. Beroepskracht-kindratio Voor het berekenen van de beroepskracht-kindratio wordt gebruik gemaakt van de rekentool: 1ratio.nl (in opdracht van het ministerie van SZW ontwikkeld op basis van afspraken tussen de Brancheorganisatie Kinderopvang en de belangenvereniging van ouders: BOinK). Tijdens het inspectiebezoek op maandagmiddag 4 juli 2016, waren er 8 kinderen aanwezig en 2 beroepskrachten. Conclusie Er wordt voldaan aan de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder, mevrouw Velthuis - Hofhuis) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 10
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kinderopvang 't Beuntje Aantal kindplaatsen : 12 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : M.G. Velthuis-Hofhuis KvK nummer : 08189843 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Twente Adres : Postbus 1400 Postcode en plaats : 7500BK ENSCHEDE Telefoonnummer : 053-4876700 Onderzoek uitgevoerd door : Laura Sauer- Huisman Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Tubbergen Adres : Postbus 30 Postcode en plaats : 7650AA TUBBERGEN Planning Datum inspectie : 04-07-2016 Opstellen concept inspectierapport : 13-07-2016 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 08-08-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 09-08-2016 Verzenden inspectierapport naar : 09-08-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 29-08-2016 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10