Natuurstreefbeelden bos
Inhoud 1. Kenmerken van bosnatuurstreefbeelden 2. Types van bosnatuurstreefbeelden en de kenmerkende soorten 3. Bosnatuurstreefbeelden plaatsen in een abiotisch schema 4. Beheer
Welke kenmerken zien jullie op deze en volgende foto s?
Welke kenmerken hebben we gezien? Aanwezigheid van sleutelsoorten Verticale structuur Dood hout Invasieve exoten Verruigingsindicatoren
Verticale structuur de kruidlaag wordt begrepen: laag met kruidachtige gewassen en verjonging van de struik- en boomlaag tot 2 m hoogte. De struiklaag is de laag met houtige gewassen groter dan 2 m maar met een diameter (op borsthoogte) kleiner dan 7cm. De boomlaag is de laag met houtige gewassen met een diameter (op borsthoogte) van minstens 7 cm.
Dood hout We kijken naar 2 kenmerken volume dood hout t.o.v. het totale volume aan hout in het bos uitgedrukt in %. Voor een goede staat ligt dit op 4%, maar we streven best naar 10 %. het aantal dikke (diameter > 40 cm) dode bomen per ha. Waarbij we minstens streven naar 1/ha maar er best 3 of meer zijn per ha
Verruiging en verstoring Gewone braam (Rubus fruticosus), Brede stekelvaren (Dryopteris dilatata), Witbol (Holcus lanatus:mollis), Pijpenstrootje (Molinia caerulea) en Bochtige smele (Deschampsia flexuosa) stikstofaanrijking Vlier (Sambucus nigra), Grote brandnetel (Urtica dioica), Hondsdraf (Glechoma hederacea) en Kleefkruid (Galium aparine) fosforaanrijking. Waterpeper (Polygonum hydropiper), Pitrus (Juncus effusus) en IJle zegge (Carex remota) bodemverdichting
Andere kenmerken? Minimum structuurareaal: op kaart nagaan Tussen de 10 50 ha Bosconstante via bosleeftijdskaart (niet op het veld) Horizontale structuur
Horizontale: De verschillende groeifases klasse 1 = Open plek klasse 2 = Vroege stadia van natuurlijke bebossing (gemiddelde hoogte < 2 meter) klasse 3 = Jonge boompjes (gemiddelde hoogte 2 meter) klasse 4 = Jong hout (gemiddelde hoogte > 2 m tot diameter 13 cm) klasse 5 = Hout met geringe tot middelmatige dikte (diameter 14-49 cm) klasse 6 = Dik hout (diameter 50-79 cm) klasse 7 = Zeer dik hout (vanaf diameter 80 cm)
Bostypes van Natura 2000
Bostypes van Natura 2000
Probeer de bosplanten die je kent in ecologische groepen in te delen. Voorbeeld ecologische groep = voedselarme, droge, zure bossen
Droge zure bossen Structuurrijke oude aanplantingen van Grove den rbb = streefbeeld Jonge bossen op arme zure bodems zonder oude eiken of beuken geen streefbeeld Oude Eiken- Berkenbossen op zeer voedselarm zand (9190) Eiken-Beukenbossen op zure bodems (9120) Veldbies Beukenbos (9110) Meestal minder zuur, wat rijker Eiken-Beukenbossen met Wilde hyacint (9130)
De natuurstreefbeelden en hun kenmerkende soorten Stap 1: zoek de foto s van natuurstreefbeelden die bij de groep droge zure bossen horen. Stap 2: leg de foto s van de soorten bij het juiste natuurstreefbeeld.
Ook vaak stekelvarens Brede stekelvaren Smalle stekelvaren
Natuurmanagement: Geen habitat natuurstreefbeelden bos
Invasieve exoten
Oude Eiken-Berkenbossen op zeer voedselarm zand Meestal zeer droog maar kan ook natte zones hebben Voedselarm en zuur Oud bos met oude eiken en of beuken Verzuring en vermesting: Pijpenstrootje en Bochtige smele, Stekelvarens en Braam gaan domineren Minimum structuur areaal (MSA): 50 ha Boomlaag: Zomereik, Wintereik, Ruwe berk, Zachte berk, Ratelpopulier, Grove den, Wilde lijsterbes Struiken: Sporkenhout, Hazelaar, Jeneverbes Kruidlaag: Struikheide, Valse salie, Pilzegge, Ruwe smele, Schermhavikskruid, Hengel, Echte guldenroede Voor soorten zie ook LSVI = lokale staat van instandhoudingstabellen
Structuurrijke oude bestanden van Grove den, rbbppm
Structuurrijke oude bestanden van Grove den, rbbppm Oude bestanden: minstens 80 jaar oud. Rijke structuur en goede ondergroei: Blauwe bosbes, Struikhei, varens. Geen dominantie van Amerikaanse vogelkers. In de ondergroei kunnen reeds soorten aanwezig zijn van de oude eikenberkenbossen zoals Zomereik, Ruwe Berk, Lijsterbes en Spork.
Continentaal, sub-montaan bostype Vlaanderen rand verspreidingsgebied Komt maar marginaal voor
Veldbies-Beukenbossen Witte veld bies is de kenmerkende soort Indicatieve soorten zijn : Schaduwkruiskruid, Blauwe bosbes, Bochtige smele, Dalkruid, Grote veldbies, Adelaarsvaren, Mispel en Trosvlier
Eiken-Beukenbossen op zure bodems Een zuurder type en een iets minder zuur type
Minder zure, droge tot frisse bossen Essen-Eikenbossen zonder Wilde hyacint (9160) Jonge bossen op niet zure droge tot frisse bodems, zonder kenmerkende kruidlaag en zonder oude bomen geen streefbeeld Meer basisch Eiken-Beukenbossen met Wilde hyacint (9130) Parelgras-Beukenbossen (9130) Kalkrijke beukenbossen (9150)
De natuurstreefbeelden en hun kenmerkende soorten Stap 1: Zoek de foto s van natuurstreefbeelden die bij de groep droge minder zure bossen horen. Stap 2: leg de foto s van de soorten bij het juiste natuurstreefbeeld
Parelgras-Beukenbos
Eiken-Beukenbossen met Wilde hyacint = Atlantisch bostype
Biogeografische regio s
Hieronder vallen vele verschillende types vochtige tot natte bossen: - Bronbossen (vc) en valleibossen (va) - Broekbossen (voedselrijk tot voedselarm) (vn, vm, vo) - Wilgenvloedbossen of zachthoutooibossen (wvb)
De natuurstreefbeelden en hun kenmerkende soorten Stap 1: Zoek de foto s van natuurstreefbeelden die bij de groep vochtige tot natte bossen horen. Stap 2: leg de foto s van de soorten bij het juiste natuurstreefbeeld
Goudveil-essenbos (Essenbronbos) 91E0_vc - mineraalrijk bronwater - zeer typisch - zeldzaam (leemstreek), kleine oppervlaktes - vaak smalle gordel langs de beek
Valleibossen, 91E0_va In de vallei op bodems die meestal in de winter kortstondig kunnen overstromen Voedselrijke bodems Rijke voorjaarsflora, vochtminnende soorten en ruderale soorten
Broekbossen Ruigt Elzenbos, 91E0_vn: nitrofiele soorten en moerassoorten van voedselrijke omstandigheden Mesotroof broekbos, 91E0_vm Vooral moerassoorten van matig voedselrijke omstandigheden Oligotroof broekbos, 91E0_vo Moerassoorten van voedselarme omstandigheden, ook Zachte berk en Zwarte els in boomlaag Veenbossen, 91D0 Zeer voedselarm en zuur met veel veenmos, Gewone dopheide en Kleine veenbes en Zachte berk als hoofdboomsoort
91E0_wvb Zachthoutooibos, Wilgenvloedbos Overstromingszones van grote rivieren Langdurig onder water in de winter Of elke dag 2 keer in getijdengebied karakteristieke boomsoort is de Schietwilg Kruidlaag van moerassoorten en nitrofiele soorten Maar ook dominantie van Reuzenbalsemien een invasieve exoot
Welke soorten horen bij welk type? Bekijk de soorten en probeer ze bij het juiste type te leggen?
Abiotiek nat Samen dit schema maken op het bord droog Voedselarm / zuur Voedselrijk/ neutraal
9120 Zuur voedselarm 9130 en 9160 Licht zuur tot neutraal Neutraal en voedselrijker Dalkruid Lelietje van dale Bosgierstgras Witte klaverzuring Buiten NV Wilde hyacint (9160) Wilde hyacint (9130) Bosanemoon Grote muur Gele dovenetel Gewone salomonszegel Beuk dominant (9130) Te nat voor beuk en buiten NV Wilde hyacint (9160) Eenbloemig parelgras Lievevrouw- Bedstro Bosbingelkruid Eenbes Daslook Slanke sleutelbloem
Beheer Bosrand Hakhout Ringen van bomen Toekomstbomen natuur Zone met als hoofdfunctie natuur Nulbeheer