Viesmann. VITOFLEX 300-RF Vastebrandstofketel 150 tot 540 kw. Ontwerphandleiding VITOFLEX 300-RF

Viesmann VITOFLEX 300-RF Vastebrandstofketel 150 tot 540 kw Ontwerphandleiding VITOFLEX 300-RF Volledig automatische vastebrandstofketel met rotatie-verwarmingsinstallatie voor de verbranding van droge houtsnippers en houtpellets 5/2017

Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Basisprincipes voor de verbranding van hout 1. 1 Basisprincipes voor de verbranding van hout voor warmteproductie... 6 lgemene basisprincipes... 6 Bepaling van de benodigde brandstof... 7 Energiedichtheid van verschillende energiedragers in vergelijking met stookolie (richtwaarden)... 8 1. 2 Basisprincipes voor de verbranding van houtpellets voor warmteproductie... 8 Wat zijn houtpellets?... 8 Eisen aan de houtpellets... 8 Kwaliteitskenmerken van houtpellets... 9 Leveringsvormen van houtpellets... 9 1. 3 Basisprincipes voor de verbranding van houtsnippers voor warmteproductie... 9 Wat zijn houtsnippers?... 9 Definitie grootteklassen houtsnippers conform EN ISO 17225-4... 9 Eisen aan de houtsnippers... 9 Kwaliteitskenmerken van houtsnippers... 10 Inhoudsstoffen... 10 Niet houtachtige brandstof uit biomassa... 10 1. 4 Duitse verordening inzake emissienormen (1e BImSchV)... 10 Inhoud van de 1e BImSchV... 10 Nieuwe versie van de 1e BImSchV - Strengere emissiegrenswaarden... 10 Emissiegrenswaarden voor stof en koolmonoxide (CO) conform 1e BImSchV niveau 2 ( 5)... 11 2. Vitoflex 300-RF 2. 1 Productbeschrijving... 12 De voordelen op een rij... 12 Toestand bij levering... 12 2. 2 Technische gegevens... 14 Technische gegevens... 14 fmetingen... 16 3. Regeling 3. 1 Technische gegevens Ecocontrol... 19 Beschrijving... 19 Functie Ecocontrol... 19 Bediening... 19 Leveringsomvang Ecocontrol... 19 3. 2 Toebehoren Ecocontrol... 20 ansturing van externe aandrijving zonder fotocel... 20 ansturing van externe aandrijving met fotocel... 20 3. 3 Toebehoren Ecocontrol vermogensmanagement... 21 Eisen aan een extra warmtegenerator (warmtegenerator voor piekbelasting)... 21 Boilermanagement 5 sensoren (QM)... 21 Externe aanvraag aan/uit... 21 Vermogenssignaal 0-10 V... 21 3. 4 Toebehoren Ecocontrol afstandstransmissie/afstandsbewaking... 22 Storingsmeldtoestel analoog met accu... 22 Export van de bedrijfsgegevens via modbus TCP/IP... 22 Visualisering extern (bedraad)... 22 3. 5 ccessoires Ecocontrol functie-uitbreiding... 23 Regelmodule... 23 Gegevenskabel 10 m lang... 23 Temperatuursensor voor verwarmingscircuit... 23 Toevoerschakelkast zonder schakeling van de ketelvolgorde... 23 Toevoerschakelkast met schakeling van de ketelvolgorde... 23 Buffersturing met schakeling van de ketelvolgorde... 23 4. Toebehoren voor de installatie 4. 1 Toebehoren ketel... 24 Pneumatische reiniging... 24 Toevoervijzel 2-traps... 24 Isolatie rookgasrecirculatieleiding... 24 4. 2 Ketelaccessoires veiligheidsinrichtingen... 25 Thermische afvoerbeveiliging 100 C... 25 Veiligheidskleppen... 25 Waterniveaubegrenzer... 25 Maximumdrukbegrenzer 0 tot 6 bar... 25 Minimumdrukbegrenzer 0 tot 6 bar... 25 rmaturenstang met manometer... 25 Set vervangingsmaatregelen voor ontlastpot... 25 4. 3 ccessoires warmteverdeling... 26 Motor-driewegkraan (retourtemperatuurverhoging)... 26 2 Viesmann VITOFLEX 300-RF

Inhoudsopgave (vervolg) Circulatiepompen... 26 4. 4 ccessoires voor de rookgas-stofvanger... 27 Rookgas-stofvanger met ascontainer... 27 4. 5 ccessoires rookgasgeleiding... 30 4. 6 ccessoires geluidsisolerende maatregelen... 31 Geluiddemping... 31 4. 7 ccessoires ontassing... 32 Ontassing in een ascontainer... 32 Verlenging ontassingsvijzel... 34 Verlenging stijgtransportschroef... 34 Ontassing in de opvangbak in de sokkel... 34 4. 8 ccessoires mobiele reinigingstoestellen... 35 Reinigingsset met aszuiger, 90 l... 35 Reinigingsset met aszuiger, 240 l... 35 szuiger... 35 ccessoires aszuiger... 36 ccessoires mobiele reinigingstoestellen, ascontainer... 36 4. 9 Beveiligingssysteem voor terugbrandbeveiliging (RSE)... 37 Schepradsluis... 37 fsluitschuif M 220... 37 Valschacht L = 1,0 m... 38 Speciaal overgangsstuk... 38 5. Brandstofafname 5. 1 Toepassingsmogelijkheden van de afnamesystemen, afhankelijk van de brandstof 39 Overzicht... 39 5. 2 Brandstofafname met vijzel... 40 fnamevijzel pellet, D = 120 mm... 40 Technische gegevens... 40 andrijving afnamevijzel houtpellets... 41 5. 3 Brandstofafname met roerwerk... 42 Uitvoer met veerbladen F... 42 Technische gegevens... 42 Uitvoervijzel F voor uitvoer met veerbladen F... 44 Horizontale uitvoer H... 44 Technische gegevens... 45 Uitvoervijzel H voor horizontale uitvoer H... 48 Extra uitvoervijzel H, per m... 48 Onderbouw H... 50 fdekplaat H voor wand van de brandstofopslagplaats... 51 fdekplaat H voor houtpellets... 51 5. 4 Brandstofafname door uitvoer met trechter... 52 Uitvoer met trechter P... 52 Technische gegevens... 52 Extra uitlaatflens P... 53 Trechter groot... 53 5. 5 Brandstofafname met schuifvloeruitvoer... 54 Technische gegevens over de schuifvloeruitvoer... 54 Uitvoer met schuifstang... 54 Max. storthoogte... 54 Technische gegevens schuifstangaandrijving... 55 Krachten op het gebouw... 55 Toepassingen schuifvloeruitvoer... 56 Gleufuitvoer trekkend... 56 Middenuitvoer... 58 Gleufuitvoer met vulfunctie... 59 Modules van de hydraulische schuifvloeruitvoer... 61 Schuifstang... 61 Schuifstangaandrijving Enkel... 61 Lasbodem schuifstangaandrijving Enkel... 61 Schuifstangaandrijving Dubbel... 61 Lasbodem schuifstangaandrijving dubbel... 62 Lasondergrond bunker (brandstofopslagplaats)... 62 Hydraulisch aggregaat S-Enkel... 62 Hydraulisch aggregaat S-Dubbel... 63 Schuifvloervijzel D = 190 mm... 64 Schuifvloervijzel D = 250 mm... 64 andrijving schuifvloervijzel, standaard... 64 andrijving schuifvloervijzel, versterkt... 64 fdekking schuifvloervijzel... 64 6. Brandstoftransport 6. 1 Toepassingsmogelijkheid van het transportsysteem, afhankelijk van de brandstof.. 65 VITOFLEX 300-RF Viesmann 3

Inhoudsopgave (vervolg) Overzicht... 65 6. 2 Brandstoftransport met vijzel... 66 Trogtransportvijzel... 66 andrijving trogtransportvijzel, standaard... 66 Buistransportvijzel... 67 andrijving buistransportvijzel, pellet... 68 andrijving buistransportvijzel, standaard... 69 andrijving buistransportvijzel, versterkt... 69 7. Brandstofopslag 7. 1 Brandstofopslag in pelletopslagplaats van de installateur... 70 Dimensionering van de pelletopslagruimte... 70 Uitvoering van de pelletopslagplaats en nodige systeemcomponenten... 71 Bijkomende veiligheidsinstructies voor pelletopslagplaatsen... 72 Beschermplanken met Z-hoekstukken... 72 Vulaansluiting en retourluchtaansluiting... 72 ccessoires naar pelletopslagplaats van de installateur... 75 7. 2 Vullen van de brandstofopslagplaats ter plaatse... 77 Silodeksel manueel FDM 2,9/1,3 m... 77 Bunkerdeksel hydraulisch FDH... 78 Beschermingsrooster 120 voor FDH... 79 Beschermingsrooster 200 voor FDH... 79 Bunkerdeksel berijdbaar FDB... 79 Beschermingsrooster 120 voor FDB... 81 Beschermingsrooster 200 voor FDB... 81 Trillingsmotor voor beschermingsrooster... 81 Hydraulisch aggregaat bunkervuldeksel... 81 Dekselaandrijving voor hydraulisch aggregaat... 82 8. Verwarmingswaterbuffer 8. 1 Verwarmingswaterbuffer PSM... 83 8. 2 Verwarmingswaterbuffer WDW... 85 Verwarmingswaterbuffer WDW 2000 l... 85 Verwarmingswaterbuffer WDW 2900 l... 86 8. 3 Verwarmingswaterbuffer op aanvraag... 87 Verwarmingswaterbuffer (op maat)... 87 9. Ontwerphandleiding 9. 1 Configuratie van de installatie... 87 Keuze van het vermogen... 87 Veiligheidstemperaturen... 87 9. 2 Levering... 87 Optillen van de vastebrandstofketel... 87 9. 3 Opstelling... 87 Binnenbrengen... 87 Eisen aan de stookruimte... 88 Eisen aan de bodem van de stookruimte... 88 Eisen van de ontwerp-stookverordening... 89 Verbrandingsluchtaanvoer... 89 Veiligheidsmaatregelen... 90 Minimumafstanden... 90 9. 4 Hydraulische integratie... 91 Verwarmingsaansluitingen... 91 Ketelcircuit- en bijmengpomp... 91 Installatievoorbeeld... 91 Configuratie expansievat... 93 9. 5 Elektrische installatie... 94 Vereisten... 94 Plaatsing schakelkast... 94 9. 6 Veiligheidstechnische uitrusting volgens EN 12828... 95 9. 7 Veiligheidstechnische uitrusting tegen te grote toevoer van brandstof en terugbrand... 95 Veiligheidstechnische uitrusting tegen terugbrand... 95 Beveiliging tegen te veel brandstof vullen... 96 Terugbrandremmende inrichting (RHE)... 97 Terugontstekingsbeveiliging (RZS)... 97 Temperatuur- en vlambewakingsinrichting (TÜF, FÜF)... 97 Terugbrandbeveiliging (RSE)... 97 9. 8 Brandbeveiliging... 98 Brandbeveiliging brandstofopslagplaats... 98 9. 9 Inbedrijfstelling... 98 Brandstof voor de inbedrijfstelling... 98 Voor de inbedrijfstelling vereiste brandstofhoeveelheden... 98 9.10 Brandstoffen... 98 4 Viesmann VITOFLEX 300-RF

Inhoudsopgave (vervolg) 9.11 Richtwaarden voor de waterkwaliteit... 98 Verwarmingsinstallaties met voorgeschreven bedrijfstemperaturen tot 100 C (VDI 2035)... 99 Vullen van de verwarmingsinstallatie... 99 9.12 Vorstbescherming... 99 9.13 ansluiting aan rookgaszijde... 100 Schoorsteen... 100 Rookgasbuis (planning)... 100 9.14 Geluiddemping... 100 10. Bijlage 10. 1 lgemeen over warmwater-generatoren voor lage druk met veiligheidstemperaturen tot 110 ºC... 101 10. 2 Leidingaansluitingen... 101 10. 3 Elektrische installatie... 101 10. 4 Bedieningshandleiding... 102 10. 5 Test in het kader van de bouwtechnische keuringsprocedure... 102 11. Index... 103 VITOFLEX 300-RF Viesmann 5

Basisprincipes voor de verbranding van hout 1.1 Basisprincipes voor de verbranding van hout voor warmteproductie 1 lgemene basisprincipes Verwarmingswaarde van houtachtige biomassa afhankelijk van het watergehalte. De energie-inhoud van hout wordt door de verwarmingswaarde H u aangegeven. De verwarmingswaarde is de bij de verbranding van één kilogram vochtig hout verkregen energie. Het water in het rookgas bevindt zich in de vorm van stoom. De brandwaarde H o omvat bovendien de condensatiewarmte van de waterdamp, die bij de afkoeling tot de uitgangstemperatuur vrijkomt. Het watergehalte van een brandstoflading is de centrale invloedgrootte op de verbranding. Dat bepaalt de energie-inhoud en bijgevolg de energie-omzetting, die in een verbranding kan bereikt worden. De verwarmingswaarde van brandstoffen ligt in de praktijk tussen 5,0 kwh/kg (18 MJ/kg) bij een watergehalte van 5 % en 1,5 kwh/kg (5,4 MJ/kg) bij een watergehalte van 60 %. De verwarmingswaarde hangt af van de houtsoort en in aanzienlijke mate van het watergehalte of de vochtigheid van het hout. Het watergehalte is doorslaggevend voor de regelbaarheid bij deellast en het emissiegedrag van de installatie. Verwarmingswaarde van hout in functie van het watergehalte (w) Bepaling van het watergehalte Het watergehalte wordt bepaald op basis van de zogenaamde droogovenprocedure, waarop ook de norm van het CEN is gebaseerd. Een monster van de brandstof wordt daarbij in natte toestand gewogen, in een droogoven gedurende enkele uren op ca. 105 C gedroogd en vervolgens opnieuw gewogen. Het watergehalte in de brandstof wordt aangegeven met w. Vocht (u) in % 0 20 11 25 43 67 100 150 5,5 18 16 5 4,5 Stookwaarde (Hu) in MJ/kg 14 4 12 3,5 3 10 B 2,5 8 2 6 4 1 2 0 0 10 20 30 40 50 60 Watergehalte (w) in % 1,5 0,5 Stookwaarde (Hu) in kwh/kg Zacht hout B Hard hout Tabel met verwarmingswaarde voor verschillende houtsoorten, bron: Technologie- und Förderzentrum (TFZ), Straubing Watergehalte in % 0 10 20 30 40 50 Boomsoort Maateenheid Spar kwh/kg 5,20 4,64 4,05 3,44 2,86 2,27 kwh/fm 2245 2020 1979 1863 1805 1726 kwh/rm 1249 1177 1096 1039 1005 958 kwh/srm 925 872 812 770 745 709 6 Viesmann VITOFLEX 300-RF

Basisprincipes voor de verbranding van hout (vervolg) Watergehalte in % 0 10 20 30 40 50 Boomsoort Maateenheid Den kwh/kg 5,33 4,75 4,14 3,53 2,94 2,33 kwh/fm 2613 2441 2239 2170 2114 2009 kwh/rm 1454 1354 1243 1209 1170 1116 kwh/srm 1077 1003 921 895 867 827 Beuk kwh/kg 11,00 4,53 3,97 3,39 2,81 2,22 kwh/fm 3475 3187 2899 2704 2609 2482 kwh/rm 1757 1613 1458 1361 1315 1252 kwh/srm 1432 1314 1188 1109 1072 1020 Eik kwh/kg 5,00 4,50 3,92 3,33 2,66 2,19 kwh/fm 3336 3091 2836 2760 2576 2543 kwh/rm 1687 1557 1432 1396 1349 1283 kwh/srm 1375 1269 1166 1138 1099 1045 1 Relatie van het watergehalte (w) tot het brandstof-vocht (u) Het aandeel van water in houtsnippers en houtpellets wordt ofwel als watergehalte, ofwel als brandstof-vocht aangeduid. Daarbij heeft het watergehalte (in %) betrekking op de vochtige brandstofmassa of op de verse substantie (FS) en het brandstof-vocht op de absoluut droge brandstofmassa (TS). Voorbeeld: Wanneer 100 kg brandstof 50 kg water bevat, is dat een watergehalte van 50 % (w50) en een brandstof-vocht van 100 % (u=100). u [%] = w [%] 100 w [%] x 100 70 60 50 40 30 Watergehalte (w) in % 20 10 0 0 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200 Brandstof-vocht (u) in % Bepaling van de benodigde brandstof an de hand van de verwarmingswaarde en het vereiste nominale vermogen kan de behoefte aan houtbrandstof bepaald worden. Belangrijke factoren daarbij zijn het watergehalte van de brandstof en het rendement van de installatie. B = Q N H u x η B Q N Brandstofbehoefte in kg/uur Vereist nominaal vermogen in kw H u Verwarmingswaarde in kwh/kg η Rendement van de installatie in % VITOFLEX 300-RF Viesmann 7

Basisprincipes voor de verbranding van hout (vervolg) Energiedichtheid van verschillende energiedragers in vergelijking met stookolie (richtwaarden) 1 Olie Steenkool Houtpellets Beuk-kloofhout Spar-kloofhout Houtsnippers Stort-/ stapeldichtheid 840 kg/m³ 860 kg/sm³ 650 kg/sm³ 459 kg/sm³ 297 kg/sm³ 217 kg/sm³ Olie-equivalent Kilogram 0,84 kg 1,28 kg 2,16 kg 2,35 kg 2,30 kg 2,25 kg Olie-equivalent Liter 1,00 l 1,49 l 3,33 l 5,11 l 7,73 l 10,36 l 1.2 Basisprincipes voor de verbranding van houtpellets voor warmteproductie Wat zijn houtpellets? ls grondstof voor houtpellets worden voor 100% natuurlijke houtresten verwerkt. In de houtverwerkende industrie ontstaan die in grote hoeveelheden als afvalproduct bij het schaven of zagen. De houtresten worden onder hoge druk verdicht en tot pellets gemaakt, d.w.z. cilindrisch geperst. De grondstof wordt volledig droog opgeslagen en getransporteerd. Ook de gebruiker dient deze volkomen droog op te slaan. Enkel zo is een perfecte en efficiënte verbranding mogelijk. Eisen aan de houtpellets Voor de warmteproductie moeten houtpellets met de volgende eigenschappen gebruikt worden: diameter van 6 mm lengte van 3,15 tot 40 mm (1 % tot 45 mm) watergehalte van max. 10 % De houtpellets, die voor verbranding in de vastebrandstofketel worden gebruikt, moeten voldoen aan de eisen van EN ISO 17225-2. Vraag ENplus-1 EN ISO 17225-2 klasse 1 Diameter mm 6 ± 1 D06 Lengte mm Max 1 % mag langer zijn dan 3,15 tot 40 40 mm, echter max. 45 mm. Stortdichtheid, bij levering kg/m³ 600 tot 750 BD600 Stookwaarde, bij levering MJ/kg kwh/kg 16,5 4,6 Q16.5 Q4.6 Watergehalte, bij levering m-% 10 M10 andeel vulstof, bij levering m-% 1 F1.0 Mechanische vastheid, bij levering m-% 97,5 DU 97.5 sgehalte, watervrij % 0,7 0.7 ssmeltpunt C 1200 Deze waarde is enkel verplicht bij houtpellets met ENplus-certificaat. Het is de temperatuur waarop de houtas vervormt en tot versinteringen in de vuurhaard kan leiden. Chloorgehalte, watervrij m-% 0,02 Cl0.2 8 Viesmann VITOFLEX 300-RF

Basisprincipes voor de verbranding van hout (vervolg) Vraag ENplus-1 EN ISO 17225-2 klasse 1 Zwavelgehalte, watervrij m-% 0,04 S0.04 Stikstofgehalte, watervrij m-% 0,3 N0.03 m-% = gewichtspercent De norm EN 14961-2 werd vanaf september 2014 vervangen door de nieuwe norm EN ISO 17225-2. Hierin worden de belangrijkste eigenschappen van houtpellets beschreven. 1 Kwaliteitskenmerken van houtpellets Goede houtpellets: glad, glanzend oppervlak gelijkmatige lengte beperkt stofaandeel zinken in water Leveringsvormen van houtpellets In losse vorm worden de houtpellets met de silopompwagen getransporteerd en via een slangsysteem in de voorraadruimte geblazen. Slechte houtpellets: gebarsten, ruw oppervlak heel verschillende lengte groot stofaandeel drijven in water Door de pellets omzichtig te behandelen, wordt er weinig stof gevormd, wordt de brandstof zonder storingen aangevoerd en produceert de vastebrandstofketel een constant vermogen. 1.3 Basisprincipes voor de verbranding van houtsnippers voor warmteproductie Wat zijn houtsnippers? ls grondstof voor houtsnippers wordt voor 100% natuurlijk hout uit bosbouw en plantages verwerkt. Dat ontstaat in de vorm van stammen of takken. Het hout wordt geproduceerd met snellopend en snijdend gereedschap, conform EN ISO 17225. Definitie grootteklassen houtsnippers conform EN ISO 17225-4 Grootteklasse Hoofdfractie (minstens 60 % van de massa), a) andeel vulstof ( 3,15 mm) Grove fractie (tussen haakjes lengte van een partikel) Maximale lengte van partikels, b) fmeting in mm In % van de massa In % van de massa In mm In cm 2 P16S 3,15 tot 16 15 % 6 (> 31,5 mm) 45 2 P31S 3,15 tot 31,5 10 % 6 (> 45 mm) 150 4 P45S 3,15 tot 45 10 % 10 (> 63 mm) 200 6 Maximale doorsnedeoppervlakte van de grove fractie, b) c) a) Het getal bij de grootteklasse heeft betrekking op de maximale partikelgrootte in de hoofdfractie. De partikels moeten passen door een zeef met ronde gaten (ISO 17827-1) met de door de grootteklasse vermelde zeefopeningsgrootte in mm. De laagst mogelijke eigenschapsklasse moet vermeld worden. b) Lengte en doorsnede-oppervlakte moeten enkel worden bepaald voor partikels, die zich in de grove fractie bevinden. Bij een monster van ca. 10 l mogen max. 2 stuks de maximale lengte overschrijden als het doorsnede-oppervlakte < 0,5 cm 2 bedraagt. c) Voor de meting van het doorsnede-oppervlakte wordt geadviseerd om een transparante geodriehoek te gebruiken, de partikels in een rechte hoek achter de geodriehoek te plaatsen en de maximale doorsnede-oppervlakte van deze partikels met behulp van het cm 2 -raster te schatten. Eisen aan de houtsnippers Voor de verbranding in de vastebrandstofketel moeten houtsnippers van de grootteklasse P31S met de volgende eigenschappen gebruikt worden: grove fractie max. 6 % (> 45 mm) doorsnede van max. 4 cm² lengte van max. 15 cm (1 % tot 45 mm) Watergehalte (zie productbeschrijving) Bulkdichtheid van houtsnippers Stortdichtheid van houtsnippers afhankelijk van het watergehalte conform EN ISO 17225-4 Watergehalte op basis % van de massa 8 tot 18 18 tot 25 25 tot 35 35 tot 45 van vochtige massa Stortdichtheid voor kg/m 3 160 tot 180 180 tot 200 200 tot 225 225 tot 270 naaldboomsoorten Eigenschapsklasse BD150 BD150 BD200 BD200 Stortdichtheid voor loofboomsoorten kg/m 3 225 tot 250 250 tot 280 280 tot 320 320 tot 380 Eigenschapsklasse BD200 BD250 BD250 BD300 VITOFLEX 300-RF Viesmann 9

Basisprincipes voor de verbranding van hout (vervolg) Kwaliteitskenmerken van houtsnippers 1 Goede houtsnippers: laag, homogeen watergehalte, geen vochtophopingen of schimmel beperkt aandeel naalden, bladeren, fijne takjes en schors beperkt fijnstofaandeel van hout (nauwelijks partikels < 3 mm) geen vervuiling door minerale bodems of andere vreemde of storende stoffen partikels van gelijke afmetingen (geen extra lange) gladde kanten, geen gerafelde vorm Slechte houtsnippers: gerafeld oppervlak of kanten hoog aandeel naalden, bladeren, fijne takjes en schors vervuiling door minerale bodems, vreemde of storende stoffen heterogene afmetingen van de partikels hoog fijnstofaandeel en watergehalte Inhoudsstoffen Bij het selecteren van hout voor verbranding moet u erop letten dat geen vreemde materialen aanwezig zijn: stenen metalen delen metselresten kunststoffen Vreemde materialen veranderen de samenstelling van de brandstof en daarmee de belangrijke parameters van het verbrandingsproces. De volgende grenswaarden per kg droge brandstof of droge stof van de niet brandbare inhoudsstoffen moeten nageleefd worden. De grenswaarden van de as werden bij een analysetemperatuur van 815 C bepaald. Grenswaarde Vergelijking natuurlijk hout uit bosbouw Chloor Cl mg/kg max. 300 10 Zwavel S mg/kg max. 1000 120 Som Cl, S mg/kg max. 1000 130 sgehalte totaal g/kg max. 15,0 5,0 lkalioxide in de as (K 2 O en Na 2 O) g/kg max. 1,0 0.35 Sinterbegin (SB) van de as C min. 1000 ca. 1200 Een gevolg van de overschrijding van bovenstaande grenswaarden is een verkorte levensduur van de verbrandingskamer en de vastebrandstofketel. Daardoor is er meer onderhoud nodig en worden de onderhoudsintervallen korter. Niet houtachtige brandstof uit biomassa Niet houtachtige brandstof uit biomassa, bijv. naalden, loof, graan, stro, kaf, pitten enz., is niet geschikt als brandstof voor een vlekkeloze werking en bijgevolg niet toegelaten. De eigenschappen hiervan als brandstof (elementaire samenstelling, assmeltpunt, enz.) wijken aanzienlijk af van die van hout. De verbranding in een vastebrandstofketel kan daardoor het gedrag bij de verbranding aanzienlijk beïnvloeden. De chamottestenen en de oppervlakken van de warmtewisselaar worden meer belast. anspraak op garantie is dan ook enkel mogelijk bij gebruik van toegelaten brandstoffen. 1.4 Duitse verordening inzake emissienormen (1e BImSchV) Inhoud van de 1e BImSchV In Duitsland wordt in de verordening inzake emissienormen (1e BImSchV) het volgende vastgelegd voor kleinere en middelgrote verbrandingsinstallaties van biomassa waarvoor geen toelating vereist is: op welke voorwaarden kleinere en middelgrote verbrandingsinstallaties van biomassa opgesteld en gebruikt mogen worden, bepaling van de emissiegrenswaarden van kleine en middelgrote installaties, hoe vaak en omvangrijk een installatie omwille van de emissie gecontroleerd moet worden. Nieuwe versie van de 1e BImSchV - Strengere emissiegrenswaarden Op 22 maart 2010 trad de nieuwe versie van de 1e BImSchV in kracht met de volgende belangrijke, nieuwe punten: regeling van de emissiegrenswaarden voor vastebrandstofketels met nominaal vermogen van 4 tot 1000 kw bewijs van de vereiste emissiegrenswaarden door meerdere metingen ter plaatse door de schoorsteenveger bij de inbedrijfstelling van nieuwe installaties (controle om de 2 jaar) strengere emissiegrenswaarden voor stof van 20 mg/m³ en voor CO van 400 mg/m³ in de 1e BImSchV 2e niveau Emissiegrenswaarden gelden na een overgangstermijn ook voor oudere installaties. Ontwerp van de verwarmingswaterbuffer bij manueel gevulde installaties: min. 12 liter per liter vulruimte voor brandstof of 55 liter/kw nominaal vermogen van de verwarmingsketel Ontwerp van de verwarmingswaterbuffer bij automatisch gevulde installaties: min. 20 liter/kw nominaal vermogen van de verwarmingsketel 10 Viesmann VITOFLEX 300-RF

Basisprincipes voor de verbranding van hout (vervolg) Emissiegrenswaarden voor stof en koolmonoxide (CO) conform 1e BImSchV niveau 2 ( 5) Emissiegrenswaarden in herhaaldelijke metingen ter plaatse (bij 13 % zuurstof) 1 Brandstof conform 3, lid 1 Tijdstip van de plaatsing bij nieuwe installaties Stof in mg/m³ CO in mg/m³ Nominaal vermogen in kw Vastebrandstofketels die hieronder vallen Houtpellets Vanaf 1 januari 2015 4 tot 1000 20 400 Vitoligno 300-C Vitoligno 300-H Vitoflex 300-RF Vitoflex 300-UF Houtsnippers Vanaf 1 januari 2015 4 tot 1000 20 400 Vitoligno 300-H Vitoflex 300-RF Vitoflex 300-UF Natuurlijk hout, geen stukken hout (zaagmeel, spaanders en slijpstof), houtbriketten Vanaf 1 januari 2015 4 tot 1000 20 400 Vitoligno 250-S Vitoflex 300-RF Vitoflex 300-UF Kloofhout Vanaf 1 januari 2017 4 tot 1000 20 400 Vitoligno 150-S Vitoligno 200-S Vitoligno 250-S inzake stofemissiewaarden fhankelijk van de gebruikte brandstof, bijv. houtpellets of houtsnippers, de brandstofkwaliteit (conform EN ISO 17225) zijn eventueel bijkomende maatregelen voor een verminderde emissie nodig om te voldoen aan de in de 1e BImSchV vereiste stofemissiewaarden. Het gaat daarbij om secundaire maatregelen, zoals een fijnstoffilter (bijv. elektrostatische filter) of tertiaire maatregelen, zoals meetbegeleiding door een technicus van de firma Viessmann. Hiertoe dient overleg met Viessmann plaats te vinden. VDI 4207, blad 2 (meten van emissies bij kleine verbrandingsinstallaties) VDI 4207, blad 2 (meten van emissies bij kleine verbrandingsinstallaties) bepaalt de eisen voor de eerste en herhaaldelijke tests en metingen van stofemissie conform de 1e BImSchV of de Oostenrijkse reinigings- en controleverordening (KÜO) bij gebruik van vaste brandstoffen. Ook de voorafgaande maatregelen voor de installatie en de werking ervan bij de uitvoering van de emissiemetingen worden beschreven. VITOFLEX 300-RF Viesmann 11

Vitoflex 300-RF 2.1 Productbeschrijving 2 Geregelde secundaire lucht met rotatieventilator B Rotatieverbrandingskamer C Ketelwarmtewisselaar D Veiligheidswarmtewisselaar E Rookgasventilator met lambdasonde en temperatuursensor F Pneumatische reiniging G Regelbare rookgasrecirculatie H Geregelde primaire lucht K Ontstekingsventilator L Over het hele oppervlak beweegbaar rooster M Ontassing Door de rotatie-verwarmingsinstallatie is de Vitoflex 300-RF vastebrandstofketel een houtverbranding volgens de nieuwste stand van de techniek. Een invoervijzel leidt de brandstof continu naar een beweegbaar rooster, waarop de vergassing van de brandstof plaatsvindt. De continue vergassing gebeurt bij luchttekort. Stijgende verbrandingsgassen worden door een rotatieventilator gemengd met secundaire lucht in een draaiimpuls. Daardoor wordt een perfecte vermenging met de verbrandingsgassen gewaarborgd. Zuivere en efficiënte verbranding De beproefde verbrandingstechniek van de Vitoflex 300-RF bereikt gelijkaardige emissiewaarden als een moderne gasverbrandingsinstallatie en beperkt afhankelijk van de brandstof de uitstoot van CO, NO X en stofdeeltjes tot een minimum. De combinatie van verbrandingstechniek en digitale, modulerende vermogensregeling maakt een rendement tot 94 % mogelijk. De voordelen op een rij Hoog rendement en lage emissie (tot 94 %) door geregelde aanvoer van primaire en secundaire lucht en low-particle-verbranding Tweetreks-warmtewisselaar en modulerende vermogensregeling (regelbereik 4:1) utomatische ontstekingsinrichting vermijdt behoud van de gloed en bespaart brandstof. Toestand bij levering Kant-en-klare stalen verwarmingsketel voor houtpellets en houtsnippers, incl. deur verbrandingskamer asdeur aslade verdringstaven (1 set) reinigingsapparaten utomatische ontstekingsinrichting Rookgasventilator Rookgasrecirculatie Invoervijzel met sperlaag, inclusief blusklep met vuilvanger bluswaterreservoir inclusief houder Mobiele warmtecentrale in een container Vitoflex 300-RF vastebrandstofketels zijn verkrijgbaar als kant-enklare oplossing in een container voor gebruik, waarbij geen ketelbehuizing beschikbaar is of waarbij de kosten ter plaatse tot een minimum beperkt moeten worden. Deze kant-en-klare oplossing omvat de vooraf geïnstalleerde vastebrandstofketel in een speciale container en de bijkomende toestellen. Behalve deze containeroplossingen kunnen ook individuele varianten speciaal op maat aangepast worden. Eenvoudig onderhoud door volledig automatische ontassing, optioneel met pneumatisch reinigingssysteem en rookgas-stofvanger Hoogstaande veiligheidsvoorzieningen voor een veilige en betrouwbare werking. Individuele planning van uw installatie door ons deskundige team Verkrijgbaar als kant-en-klare oplossing in een container Leveringsomvang sensoren: Sensoren aan de branderblok en in de rookgasaansluiting (montage ter plaatse) Infrarood-fotocel niveaucontrole brandstof in de verbrandingskamer zirconiumdioxide-sonde met meetwaarde-omvormer (lambdasonde) Rookgastemperatuursensor Pt1000 met dompelhuls 1/2" x 280 mm Sensoren en schakelaars, boven aan de ketel gemonteerd Keteltemperatuursensor Pt1000 in de aansluiting aanvoer Retourtemperatuursensor Pt1000 in de aansluiting retour Veiligheidstemperatuurbegrenzer (VTB) 12 Viesmann VITOFLEX 300-RF

Vitoflex 300-RF (vervolg) Sensoren en schakelaars, gemonteerd op de toevoervijzel Infrarood-fotocel voor niveaucontrole sperlaag toevoervijzel Veiligheidseindschakelaar op het revisiedeksel van de toevoervijzel Klemtemperatuursensor Pt100 aan de toevoervijzel Sensoren en schakelaars aan de branderblok, aan de verwarmingsinstallatie en in de rookgasaansluiting (montage ter plaatse) Infrarood-fotocel niveaucontrole brandstof in de verbrandingskamer zirconiumdioxide-sonde met meetwaarde-omvormer (lambdasonde) Rookgastemperatuursensor Pt1000 Sensor in de evenwichtsfles (montage ter plaatse): Systeemsensor Pt1000 met dompelhuls 1/2" x 280 mm (B28.1) 2 VITOFLEX 300-RF Viesmann 13

Vitoflex 300-RF (vervolg) 2.2 Technische gegevens Technische gegevens 2 Nominale vermogen kw 150 220 300 400 540 Min. warmteafname kw 45 60 80 100 140 Vermogensgegevens Nominaal vermogen bij genormeerde brandstof kw 150 220 300 400 540 M35 *1 Continu vermogen bij genormeerde brandstof kw 135 200 270 360 480 M35 *2 Minimaal vermogen Q *3 min kw 45 60 80 100 140 Verwarmingstechnische gegevens anvoertemperatuur toegestaan *4 C 110 110 110 110 110 maximaal *5 C 100 100 100 100 100 minimaal *5 C 70 70 70 70 70 Minimumretourtemperatuur C 65 65 65 65 65 Toegel. werkingsdruk Verwarmingsketel bar 3 3 3 3 3 MPa 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 Testdruk bar 5 5 5 5 5 MPa 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 Veiligheidswarmtewisselaar bar 3-6 3-6 3-6 3-6 3-6 MPa 0,3-0,6 0,3-0,6 0,3-0,6 0,3-0,6 0,3-0,6 Thermische afvoerbeveiliging l/h - - - - - Debiet water Debiet (versch. 10 K) m³/h 12,90 18,92 25,80 34,40 46,44 Debiet (versch. 15 K) m³/h 8,60 12,61 17,20 22,93 30,96 Debiet (versch. 20 K) m³/h 6,45 9,46 12,90 17,20 23,22 Weerstanden ketel aan waterzijde Weerstand aan waterzijde (versch. 10 K) Pa 5274 2100 3905 2434 4437 Weerstand aan waterzijde (versch. 15 K) Pa 2344 933 1736 1081 1972 Weerstand aan waterzijde (versch. 20 K) Pa 1318 525 976 609 1109 Verwarmingsoppervlakte m 2 10,78 16,4 20,72 25,42 39,36 Totale afmetingen Totale lengte (bij geopende deur) mm 3120 3424 3780 4004 4232 Totale breedte mm 1050 1330 1330 1570 1570 Totale breedte (met invoervijzel) mm 2180 2350 2350 2590 2590 Totale hoogte mm 1825 2084 2084 2422 2492 Totale hoogte (met rookgasventilator) mm 2266 2526 2534 2832 2902 Minimale inbrengmaten Lengte mm 2450 2475 2825 2865 3100 Breedte mm 950 1220 1220 1460 1460 Hoogte mm 1160 1420 1420 1600 1600 Gewicht Verwarmingsketel *6 kg 1451 2119 2441 3235 3671 Branderblok kg 477 581 641 778 937 Verdringstaven kg 87 141 163 220 289 Rookgasventilator kg 40 40 45 62 62 Toevoervijzel kg 143 143 143 143 149 Totaal gewicht Totaal gewicht zonder water *7 kg 2198 3024 3433 4438 5108 Totaal gewicht met water kg 2630 3818 4336 5764 6618 *1 Bij gereinigde ketel en verbranding, ketel voorzien van een pneumatische ketelreiniging en een periode van 80 werkuren tussen 2 reinigingen van de ketel. *2 Gemiddeld vermogen bij inzet van de ketel als ketel voor basisbelasting in continu gebruik, voorzien van een pneumatische ketelreiniging en een periode van 160 werkuren tussen 2 reinigingen van de ketel. *3 Q Q min : Vermogenswerking modulerend geregeld (traploze vermogensregeling) Q Q min : lage belasting met an Q min / Uit (stop-and-go-werking) *4 Uitschakeltemperatuur van de veiligheidstemperatuurbegrenzer *5 Instelbare temperatuur op de regeling *6 Incl. deur en bekleding uit vuurvast beton *7 Incl. Verdringstaven 14 Viesmann VITOFLEX 300-RF

Vitoflex 300-RF (vervolg) Nominale vermogen kw 150 220 300 400 540 Inhoud Ketelwater l 432 794 903 1326 1510 Inhoud aan stookgaszijde l 374 744 883 1340 1613 sreservoir roosteras l 32 45 55 75 91 sreservoir rookgas-stofvanger l 90 90 90 90 90 Max. elektr. vermogensopname bij de ontsteking W 1400 1400 1400 1400 1400 Elektr. aansluitingen (totaal) W 2670 2850 3600 3980 3630 Toevoervijzel W 370 550 1100 1100 750 Rotatieventilator W 120 120 120 120 120 Rookgasventilator W 550 550 750 1100 1100 Roosteraandrijving W 30 30 30 60 60 Elektr. vermogensgebruik bij Q N W 1032 1108 1521 1868 1753 Elektr. vermogensgebruik bij Q min W 355 369 434 480 460 ansluitingen verwarmingsketel Ketelaanvoer Rp 2 DN80 DN80 DN100 DN100 PN6 PN6 PN6 PN6 Ketelterugloop Rp 2 DN80 DN80 DN100 DN100 PN6 PN6 PN6 PN6 Bluswateraansluiting R ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ftapkraan ketel Rp 1 ½ 1 ½ 1 ½ 1 ½ 1 ½ Veiligheidswarmtewisselaar Koud water R ½ ½ ½ ½ ½ Warm water R ½ ½ ½ ½ ½ Dompelhuls voor thermische afvoerbeveiliging Rp ½ ½ ½ ½ ½ (TS) Rookgas *8 Gemiddelde temperatuur (bruto) *9 Gemiddelde rookgastemperatuur bij Q *10 N C 160 160 160 160 160 Gemiddelde rookgastemperatuur bij Q min C 130 130 130 130 130 Massastroom Q N, M5, O 2 6 % g/s 86,3 126,6 172,6 230,2 310,8 Q W35, O 2 8 % g/s 111,1 162,9 222,2 296,2 399,9 Debiet Q N, M5, O 2 6 %, 150 C m 3 /s 0,10 0,15 0,20 0,27 0,37 Q W35, O 2 8 %, 150 C m 3 /s 0,14 0,20 0,27 0,36 0,49 Rookgasaansluiting 7 mm 250 250 300 350 350 Nodige trekbehoefte Vollast mbar 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 Pa 10 10 10 10 10 Rendement Vollast % 91,7 92,2 93,1 93,6 94,1 Deellast % 92,9 92,7 92,5 92,2 93,7 CE-label volgens machinerichtlijn CE CE CE CE CE Ketelklasse volgens EN 303-5 5 5 5 5 5 2 *8 Rekenwaarden voor de dimensionering van de rookgasinstallatie volgens EN 13384 met betrekking tot 12,0 % CO 2. *9 Gemeten rookgastemperatuur als gemiddelde brutowaarde volgens EN 304 bij 20 C verbrandingsluchttemperatuur. *10 Rookgastemperatuur: Verhoging mogelijk door de verdringstaven te verwijderen (Q N + 30 C, Q min + 10 C) VITOFLEX 300-RF Viesmann 15

Vitoflex 300-RF (vervolg) fmetingen 2 42,74 n mm 41,51 m mm 8,22 a mm 38,51 b mm 23,539,04 mm mm l k KR KV c 24,11 f5,96 mm e mm 44,84 mm 2,67 mm g d 7,01 mm r 23,03 mm 77,57 h mm 11,60 q. mm p 19,57 mm o 12,05 mm KR Ketelretour Kv Ketelaanvoer Maattabel Nominale vermogen kw 150 220 300 400 540 a mm 392 406 406 466 466 b mm 1541 1525 1875 1800 2030 c mm 358 358 352 375 375 d mm 1908 2168 2182 2457 2527 e mm 303 316 316 319 319 f mm 1093 1179 1179 1219 1219 g mm DN 80 DN 80 DN 125 DN 125 DN 125 h mm 3120 3424 3780 4004 4232 k mm 370 370 440 480 548 l mm 870 1150 1150 1390 1390 m mm 1765 2024 2024 2262 2262 n mm 1825 2084 2084 2422 2492 o mm 700 700 700 700 742 p mm 870 1150 1150 1390 1390 q mm 673 673 673 673 750 r mm 1050 1330 1330 1570 1570 16 Viesmann VITOFLEX 300-RF

Vitoflex 300-RF (vervolg) fmeting en overzicht actuatoren, sensoren B C D E F G K 2 4,52 mm 220 5,30 mm H 263 54,17 b mm6,68 mm 330 70,02 mm a Dompelhuls voor thermische afvoerbeveiliging (TS) B Ketelterugloop C Retourtemperatuursensor D Veiligheidswarmtewisselaar E Veiligheidstemperatuurbegrenzer (VTB) F Keteltemperatuursensor G Ketelaanvoer H Veiligheidswarmtewisselaar K Ontassing branderblok Maattabel ketellengte Nominale vermogen kw 150 220 300 400 540 a mm 3035 3059 3415 3457 3685 b mm 2250 2274 2630 2614 2842 VITOFLEX 300-RF Viesmann 17

Vitoflex 300-RF (vervolg) Overzicht KR KV 2 G B C D F E B C D Pneumatische reiniging Reinigingsdeksel rookgasverzamelaar fsluitdeksel met kijkglas (normale uitvoering), flens voor de aansluiting van de behuizing van de branderwisselaar Recirculatiegasleiding, variabele leiding E Ketelaftapkraan F Ontstekingsapparaat G Rotatieventilator Kv Ketelaanvoer KR Ketelretour Overzicht B K C H G F E D Rookgasventilator B Keteldeur met rotatieventilator C Bluswateraansluiting D Toevoervijzel E andrijving inschuifrooster F sdeuren van de roosteras (2 stuks) G andrijving ontassing H Onderhoudsdeksel branderblok K Ontassing stijgtransportschroef 18 Viesmann VITOFLEX 300-RF

Regeling 3.1 Technische gegevens Ecocontrol Beschrijving Menu Toevoer 0 % Secund. lucht Primaire lucht 0.0 % Uit 10:07 anvoer 0 % Regeling voor de houtgestookte installatie incl. aansturing van de inrichtingen voor de brandstoftoevoer volgens de afzonderlijk vermelde artikelen. Het warmtevermogen wordt modulerend aan het warmteverbruik aangepast. Het regelcircuit van de verbrandingsoptimalisering met lambdasonde overlapt met het vermogenscircuit. Op het vlak van brandbeveiliging en personenbescherming wordt aan de hoogste kwalitatieve eisen voldaan. Weersafhankelijke verwarmingscircuitregeling voor max. 8 verwarmingscircuits. Rookgasventilator Rookgastemperatuur 0.0 % 0.0 % Overzicht Functie Ecocontrol utomatische ontstekingsinrichting Vermogenregelcircuit met modulerende vermogenswerking (25-100 %) Luchtgevoerd met toerentalgeregelde rookgasventilator afhankelijk van het ketelvermogen Exacte brandstofbijvulling door de toevoervijzel vanaf doseertank met sperlaag Navullen van de doseertank door niveaubewaking Begrenzing en verdeling van de brandende massa in de verbrandingskamer door niveaubewaking in de verbrandingskamer en beweging van het inschuifrooster Regelcircuit geoptimaliseerd wat betreft de emissiewaarden: optimalisatie van de luchttoevoer door motorisch bediende luchtkleppen met meting door lambdasonde zorgt voor een optimale verbranding Het op niveau houden van de retourtemperatuur met de ketelmengklep zorgt voor een lange levensduur van de ketel Bediening De bediening gebeurt via een touchscreen. lle bedrijfsgegevens kunnen op het display worden afgelezen. De gewenste waarde van alle belangrijke parameters kan eenvoudigweg worden ingevoerd. Storingsmeldingen worden in tekstvorm weergegeven en in de volgorde van hun ontstaan vermeld. Leveringsomvang Ecocontrol Compacte schakelkast Gepoedercoat oppervlak Uitvoering conform ÖVE/VDE-richtlijnen met serieklemmen bedraad Voeding 3 400 V, 50 Hz, stuurspanning 230 V of 24 V Temperatuurbewaking schakelkast Vrij programmeerbare regeling Hybride motorstarter voor alle aandrijvingen volgens de afzonderlijke prijslijst Frequentie-omvormer voor ventilatormotoren In de deur van de schakelkast 4-polige hoofdschakelaar Touchscreen met grafische mogelijkheden Schakelkastventilator (incl. schakelkastvoeler Pt1000) Documentatie incl. gebonden schakelschema, klemaansluitingsschema, bedieningshandleiding, montagehandleiding in planzak Regeling voor oliebrander op de Vitoflex 300-RF Veiligheidsfuncties voor: te hoge temperatuur Terugbrand Openen van een deksel in de brandstoftoevoer gedwongen warmte-afvoer Ingangsklemmen in de schakelkast voor: 2 veiligheidstemperatuurbegrenzers (VTB) 2 laagwaterniveaubeveiliging 2 overdrukbewakers (water) Noodstopknop extern CO/CO 2 bewaking (extern) Spanningsloze contacten Bedrijfsmelding Storingsmelding (belangrijk) Storingsmelding (waarschuwing) Overtollige warmte afvoeren Touchscreen: Voor de bediening van de verwarmingsinstallatie. Het touchscreen, geïntegreerd in de deur van de schakelkast, maakt visualiseringen en grafische evaluaties van de installatie mogelijk. Geïntegreerde LN-interface (touchscreen) De schakelkast moet ter plaatse gemonteerd worden. Leveringsomvang sensoren, zie "Toestand bij levering van de verwarmingsketel". Voor verwarmingscircuituitbreidingen moeten de aanwijzingen in het hoofdstuk "ccessoires Ecocontrol functie-uitbreiding" in acht genomen worden. 3 VITOFLEX 300-RF Viesmann 19

Regeling (vervolg) 3.2 Toebehoren Ecocontrol ansturing van externe aandrijving zonder fotocel ansturing van een externe transportaandrijving of van een schepradsluis zonder omkering (omkering van de draairichting). De motoren worden tegen overbelasting beveiligd. Hybride motorstarter voor de aandrijfmotor in de schakelkast geïntegreerd Ingang in de schakelkast (veiligheidseindschakelaar op het onderhoudsdeksel) Uitgang in de schakelkast (externe transportaandrijving) De elektrische vermogensgegevens van de bestaande transportinrichting (kw, ampère, volt) moeten vermeld worden. Levering en montage van de veiligheidsschakelaar van de externe transportaandrijving door de klant. Enkel bij bepaalde, beperkte materiaaltoevoer (vóórliggende transportvijzel). 3 ansturing van externe aandrijving met fotocel ansturing van een externe transportaandrijving zonder omkering (omkering van de draairichting). Bij risico voor een te volle toevoer wordt met behulp van een ingebouwde fotocel de vóórliggende toevoer onderbroken. De motoren worden tegen overbelasting beveiligd. Hybride motorstarter voor de aandrijfmotor in de schakelkast geïntegreerd Ingang in de schakelkast (veiligheidseindschakelaar op het onderhoudsdeksel) Uitgang in de schakelkast (externe transportaandrijving) Infrarood-fotocel (vijzelinloop) De elektrische vermogensgegevens van de bestaande transportinrichting (kw, ampère, volt) moeten vermeld worden. Levering en montage van de veiligheidsschakelaar gebeurt door de klant. In principe voor de aansturing van een transportvijzel met andere motor na de uitvoer van andere fabrikant. 20 Viesmann VITOFLEX 300-RF

Regeling (vervolg) 3.3 Toebehoren Ecocontrol vermogensmanagement Eisen aan een extra warmtegenerator (warmtegenerator voor piekbelasting) Werking: Met het vrijgavesignaal (potentiaalvrij contact) wordt een warmtegenerator voor piekbelasting (olie-/gasketel) bij de installateur vrijgegeven als een bepaalde boilertemperatuur niet wordt bereikt. De temperatuurwaarde van een in- en uitschakelpunt op de regeling kan vrij gekozen worden. Potentiaalvrij contact Submenu op het touchscreen De levering omvat geen regeling van de olie- of gasketel. lleen in combinatie met boilermanagement 5 sensoren (QM) mogelijk. Boilermanagement 5 sensoren (QM) Met het gebruik van een verwarmingswaterbuffer wordt de modulerende vermogenswerking van de vastebrandstofketel geoptimaliseerd. Bovendien worden korte warmtebehoeftepieken gedekt. Via de temperatuursensoren wordt de verwarming van de verwarmingswaterbuffer geregistreerd. De richtlijn voor het opladen van de verwarmingswaterbuffer gebeurt weersafhankelijk via de buitentemperatuursensor. Het verwarmingsvermogen wordt aan de gemiddelde temperatuurwaarde van de verwarmingswaterbuffer aangepast. 5 sensoren Pt1000 met aansluitkabel 5 dompelhulzen R1/2 x 280 mm 1 buitentemperatuursensor Pt1000 Geen vermogenssignalen 0 10 V mogelijk. 3 Externe aanvraag aan/uit Voor de externe N/UIT-schakeling van de vastebrandstofketel is een potentiaalvrije ingang in de schakelkast voorzien. an-/uitschakelen via een extern potentiaalvrij maakcontact. Vermogenssignaal 0-10 V Uitgave van het ketelvermogen als spanningssignaal en aansluitingsvoorbereiding voor de ontvangst van een max. begrenzing van het ketelvermogen zijn in de leveringsomvang inbegrepen. Functies: Uitgave van vermogenssignalen Ontvangst en verwerking van een externe vermogensbegrenzing De installatie vermogenssignalen 0 10 V conform QM-houtverwarmingsinstallaties is onafhankelijk van extra toe te passen sturingselementen mogelijk. Geen boilermanagement 5 sensoren (QM) mogelijk. Verwerking van de vermogenssignalen 0-10V zonder externe aanvraag an/uit van tot Eenheid Ketel Uit 0,0 2,0 V Vermogenswerking onderste vermogensgrens 2,1 Parameter "Minimumtoerental rookgasventilator"/10 V Vermogenswerking bovenste vermogensgrens Parameter "Minimumtoerental rookgasventilator"/10 Parameter "Maximumtoerental rookgasventilator"/10 met externe aanvraag an/uit van tot Eenheid Ketel Uit 0,0 Parameter "Minimumtoerental V rookgasventilator"/10 Vermogenswerking Parameter "Minimumtoerental rookgasventilator"/10 Parameter "Maximumtoerental rookgasventilator"/10 V V VITOFLEX 300-RF Viesmann 21

Regeling (vervolg) 3.4 Toebehoren Ecocontrol afstandstransmissie/afstandsbewaking Storingsmeldtoestel analoog met accu Zendt de taalmeldingen van de ketelinstallatie als bericht via een telefonische oproep. Er zijn 4 verschillende tekstmeldingen mogelijk aangezien de modem voor storingsmeldingen over 4 onafhankelijke digitale ingangen beschikt. naloge modem voor wandmontage ccustation (werkt ook bij stroomstoring) Stekkeradapter Door de klant uit te voeren: Montage storingsmeldtoestel Elektrische aansluiting storingsmeldtoestel ansluiting van de telefoonleiding Configuratie conform de documentatie Storingsmeldtoestel kan alleen SMS versturen. 3 Export van de bedrijfsgegevens via modbus TCP/IP Uitgave van relevante bedrijfsgegevens en storingsmeldingen van de ketelinstallatie via Ethernet aan een hogere geleidingstechniek van de klant. Op verzoek kan de aanvoertemperatuur door de hogere geleidingstechniek van de klant bepaald worden. Het aantal gegevenspunten is afhankelijk van de geleverde installatie. Ethernet-interface aan het touchscreen Software-bouwsteen Modbus TCP/IP Datapuntenlijst (op aanvraag) Visualisering extern (bedraad) Pakket voor de overdracht van relevante gegevens naar een werkplaats voor elektronische gegevensverwerking (EGV) (intern en/of extern) voor de visualisering, het onderhoud op afstand en de archivering van bedrijfsgegevens van de ketelinstallatie. Hard- en software zijn geïntegreerd in de regeling Ecocontrol. lle instelbare parameters kunnen vanuit de EGV-werkplaats gewijzigd worden. Industriële pc met interfaces voor scherm, toetsenbord en pc-muis voor de EGV-werkplaats in de buurt van de stookruimte Besturingssysteem Windows, software voor onderhoud op afstand (Team-Viewer) en visualiserings-/archiveringssoftware op de industriële pc geïnstalleerd. fbeeldingen op het scherm: Interface ketel, driedimensionaal, met weergavevelden Tabellen parameters (wijzigingen mogelijk) Door de klant uit te voeren: EGV-werkplaats voor onderhoud op afstand, installatie van software voor onderhoud op afstand Netwerkaansluiting voor onderhoud op afstand Extra storingsmeldtoestel, analoog met accustation mogelijk bestelnr. zie prijslijst. 22 Viesmann VITOFLEX 300-RF

Regeling (vervolg) 3.5 ccessoires Ecocontrol functie-uitbreiding Regelmodule Voor de functie-uitbreiding van de Ecocontrol met max. 4 functies. Regelaarmodule in kunststofbehuizing voor wandmontage Breedte 325 mm, hoogte 195 mm, diepte 75 mm Voor de regelaarmodule is er bovendien een datakabel (7522616) nodig. Overzicht aansluitmogelijkheden regelaarmodule Functie fkortingen functie antal benodigde functies Verwarmingscircuit VC 1 Tapwaterverwarming TWE 1 Circulatiepomp ZP 1 Zonnecircuit SOL Op aanvraag Warmte-afstandsleiding WFL Op aanvraag Verwarmingswaterbuffer als onderstation (satellietenbuffer) ST Op aanvraag Benodigde accessoires bij functie-uitbreiding (behoort niet tot de leveringsomvang) Klemtemperatuursensoren (7528121) voor verwarmingscircuits nodig Dompeltemperatuursensoren (7528122) en dompelhulzen R 1/2 200mm (7819693) voor tapwaterverwarming nodig Kamertemperatuursensor (optie) 3 Gegevenskabel 10 m lang Voor de verbinding van de ketelcircuitregeling en de regelaarmodule. De totale lengte van alle kabels mag niet meer zijn dan 300 m. Vooraf vervaardigde gegevenskabel CN-BUS LiYCY 2 x 2 x 0,34 mm² Temperatuursensor voor verwarmingscircuit Voor de registratie van de aanvoertemperatuur van een CV-circuit. Klemtemperatuursensor Pt1000 Toevoerschakelkast zonder schakeling van de ketelvolgorde De toevoerschakelkast dient voor de aansturing van de gemeenschappelijke uitvoer- en transporttechniek van een installatie met 2 ketels zonder schakeling van de ketelvolgorde. De schakeling van de ketelvolgorde incl. buffermanagement gebeurt met een door de installateur te voorziene hogere regeling (bijv. gebouwbeheersysteem). Per ketel nodig: Vermogenssignalen 0-10V Externe aanvraag N/UIT Per aandrijving (bijv. uitvoer, transportvijzels) nodig: ansturing van externe aandrijving (met of zonder fotocel) Toevoerschakelkast met schakeling van de ketelvolgorde De toevoerschakelkast dient voor de aansturing van de gemeenschappelijke uitvoer- en transporttechniek van een installatie met 2 ketels met schakeling van de ketelvolgorde incl. buffersturing. Per aandrijving (bijv. uitvoer, transportvijzels) nodig: ansturing van externe aandrijving (met of zonder fotocel) Buffersturing met schakeling van de ketelvolgorde De buffersturing dient voor de regeling van het buffermanagement bij installaties met 2 ketels. De Ecocontrol regelt het buffermanagement incl. schakeling van de ketelvolgorde. De ketelinstallaties hebben telkens een eigen brandstoftoevoer (uitvoer- en transporttechniek). VITOFLEX 300-RF Viesmann 23

Toebehoren voor de installatie 4.1 Toebehoren ketel 4 Pneumatische reiniging De volledige buiswarmtewisselaar wordt met periodieke drukluchtimpulsen tijdens de werking gereinigd. Voor het reinigingsproces zelf worden de afzonderlijke secties met druklucht achter elkaar in beweging gezet. De as aan de warmtewisselaarbuizen wordt door een heel korte, maar krachtige drukimpuls losgemaakt. De inrichting is aan de achterzijde van de ketel gemonteerd. Het aantal reinigingsprocessen binnen een tijdeenheid (bijv. per uur) wordt aan de belasting van de ketel aangepast. Een volledig reinigingsproces bestaat uit een reeks van drukimpulsen over alle secties van de warmtewisselaar. Sproeier in de rookgasverzamelaar geïntegreerd; incl. aansluiting met warmteafvoerplaten Drukluchtverdeler met reservoir en kleppen; met warmtevaste slangen met de sproeier verbonden Compressor (roterende compressor) voor lokale toepassingen, incl. drukregelaar en drukschakelaar Drukluchtslang tot max. 4,0m lengte Kleppen op strip bedraad Software-bouwsteen in de regeling Uitgangsklemmen voor de spanningstoevoer van de compressor (roterende compressor) in de schakelkast Door de klant uit te voeren: Beschikbaarstelling van een stopcontact 400 V/16 Stekker voor de compressor 400 V/16 Technische gegevens van de compressor Leververmogen l/min 160 Tank l 90 Max. druk bar 10 MPa 1 Vermogen kw 1,5 Toerental Rpm -1 1450 Spanning V 3 x 400 Geluidsniveau db () 64 De compressor (roterende compressor) moet in de stookruimte op een koele plaats gemonteerd worden. De pneumatische reiniging is ook zonder compressor verkrijgbaar zie prijslijst. Technische gegevens van de pneumatische reiniging Nominaal vermogen verwarmingsketel kw 150 220 300 400 540 antal zones/kleppen Stuk 4 4 4 5 6 Grootte van de kleppen G 1 1 1 1 1 Max. luchtverbruik bij volledige belasting l/h 1300 2500 2500 3300 4500 Toevoervijzel 2-traps De uitvoering met tweetraps toevoervijzel maakt een aan de brandstof aangepaste werking mogelijk. Geoptimaliseerd voor enerzijds spaanders/houtsnippers (hoog niveau) en anderzijds houtpellets (laag niveau). Reductiemotor toevoervijzel poolomschakelbaar (aandrijftoerental van de reductiemotor: 750/3000 tpm) Motorstarter voor reductiemotor Software-bouwsteen in de regeling Isolatie rookgasrecirculatieleiding Uiterst temperatuurbestendige isolatie, 35 mm dik, uit minerale wol, met aluminium cachering en kleefstroken in de lengterichting voor de rechte elementen van de rookgasrecirculatieleiding. Bovendien zijn kleefstroken uit aluminiumfolie voor de voorste oppervlakken bijgevoegd. De rookgasrecirculatieleiding moet in elk geval geïsoleerd worden! Dat kan door de installateur gebeuren. Omschrijving Isolatie rookgasrecirculatieleiding, per m, DN 80 Isolatie rookgasrecirculatieleiding, per m, DN 125 24 Viesmann VITOFLEX 300-RF