Onderwijs- en examenregeling opleiding Milieukunde

Vergelijkbare documenten
Onderwijs- en examenregeling opleiding Milieukunde

Onderwijs- en examenregeling opleiding Land- en Watermanagement

Onderwijs- en examenregeling opleiding Bedrijfskunde en Agribusiness Locatie Leeuwarden

Onderwijs- en examenregeling opleiding Tuinbouw en Akkerbouw Leeuwarden

Onderwijs- en examenregeling opleiding Tuin- en landschapsinrichting

Onderwijs- en examenregeling opleiding Diermanagement

Onderwijs- en examenregeling opleiding Tuin- en landschapsinrichting,

Onderwijs- en examenregeling opleiding Kust- en zeemanagement 2014/2015. OER 2014/2015 opleiding Kust- en zeemanagement

Onderwijs- en examenregeling opleiding Biotechnologie

Onderwijs- en examenregeling opleiding Diermanagement

Onderwijs- en examenregeling opleiding Kust- en Zeemanagement

Onderwijs- en examenregeling opleiding Bos en Natuurbeheer

Onderwijs- en examenregeling opleiding Plattelandsvernieuwing, locatie Leeuwarden

Onderwijs- en examenregeling opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek

Algemene bepaling DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

Toelating tot de opleiding

Onderwijs- en examenregeling opleiding Diermanagement

Onderwijs- en examenregeling opleiding Voedingsmiddelen technologie

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

De onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling opleiding Dier- en Veehouderij Leeuwarden

REGLEMENT STUDIEKEUZECHECK WINDESHEIM 2016

Onderwijs- en examenregeling opleiding Chemie

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) DEEL 1: AVANS GENERIEK

REGLEMENT STUDIEKEUZECHECK WINDESHEIM

Reglement Studiekeuzecheck Studiejaar Christelijke Hogeschool Windesheim

BESLUIT COLLEGE VAN BESTUUR

Regeling Studiekeuzecheck en studiekeuzeadvies

BESLUIT COLLEGE VAN BESTUUR

Algemene informatie

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

Toelichting: tekst mag vervallen indien deze niet van toepassing is er moet een uitwerking worden opgenomen die specifiek is voor de opleiding

Onderwijs- en examenregeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING TECHNISCHE INFORMATICA

Toelichting: tekst mag vervallen indien deze niet van toepassing is er moet een uitwerking worden opgenomen die specifiek is voor de opleiding

De OER voor de bacheloropleiding(en). is door het College van Bestuur vastgesteld op

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding Human Resource Management, crohonummer 34609

Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding Automotive (Deeltijd)

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling

Leisure Management. Onderwijs- en examenregeling Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus CG Leeuwarden

Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Studiejaar Model Onderwijs- en examenregeling (Bachelor)

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding Technische Informatica voltijd, crohonummer 34475

Onderwijs- en examenregeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING

Onderwijs- en examenregeling

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding tot Fysiotherapie. CROHO-nummer: 34570

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling cohort Bacheloropleiding. Chemie voltijd, crohonummer 34396

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

Versie 26 januari 2016 Uitgave Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding: Toegepaste Psychologie voltijd. CROHO-nummer: 34507

MODEL REGELS EN RICHTLIJNEN EXAMENCOMMISSIE

Leisure Management. Onderwijs- en examenregeling Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus CG Leeuwarden

Onderwijs- en examenregeling

Intake- en vrijstellingsregels voor de HBO-bacheloropleiding Informatica Vastgesteld door de examencommissie NOH-I op 16 september 2013.

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding tot Fysiotherapeut. CROHO-nummer: 34570

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Communicatie. CROHO-nummer: Graad: Bachelor of Communication

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Commerciële Economie. CROHO-nummer 34405

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding [Opleidingsnaam/namen invullen]

Onderwijs- en examenregeling

Uitvoeringsreglement Studieadvies in de propedeutische fase

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding tot verpleegkundige. CROHO-nummer: Graad: Bachelor of Nursing

Onderwijs- en examenregeling cohort

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding Werktuigbouwkunde voltijd/duaal, crohonummer 34280

Dit reglement is een extract uit de Onderwijs- en Examenregeling van NOVI Hogeschool.

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding Media en Entertainment Management voltijd, crohonummer

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Creatieve Therapie. Onderwijs- en Examen Reglement [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d ]

Bouwkunde Bouwmanagement en Vastgoed Bouwtechnische Bedrijfskunde Civiele Techniek Ruimtelijke Ontwikkeling

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Toegepaste Psychologie duaal. CROHO-nummer 34507

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs voltijd, crohonummer 34808

Business, IT & Management

Hogeschool Leiden. CROHO-nummer(s) en Graad: Bachelor of Education

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van de voltijd Bacheloropleiding: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

Onderwijs- en examenregeling

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding tot Fysiotherapeut. CROHO-nummer Graad: Bachelor of Science

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Communicatie. CROHO-nummer: Graad: Bachelor of Communication

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Human Resource Management. CROHO-nummer: 34609

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding: Human Resource Management. CROHO-nummer: 34609

Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER)

Onderwijs- en examenregeling Chemie voltijd, crohonummer 34396

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

- Elektrotechniek / Embedded Systems Engineering - Industrieel Product Ontwerpen - Technische Bedrijfskunde - Werktuigbouwkunde

Bouwkunde Bouwmanagement en Vastgoed Bouwtechnische Bedrijfskunde Civiele Techniek Ruimtelijke Ontwikkeling

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van de voltijd Bacheloropleiding: Toegepaste Psychologie. CROHO-nummer: 34507

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding: Biologie en medisch laboratoriumonderzoek

Transcriptie:

Decoskenmerk: 2015-147 Onderwijs- en examenregeling opleiding Milieukunde 2015-2016 Citeertitel OER opleiding Milieukunde 2015 2016 Datum inwerkingtreding 1 september 2015 Instemming MR 24-06-2016 Vaststelling door CvB 30-06-2015 Rechtsgrondslag Korte omschrijving Art. 7.13 WHW Bijzonderheden Definitief 1.0 Vindplaats Deze onderwijs- en examenregeling is voor de opleiding in kwestie de onderwijs- en examenregeling als bedoeld in artikel 7.13 WHW. In deze regeling zijn de geldende procedures en rechten en plichten met betrekking tot het onderwijs en de examens voor studiejaar 2015-2016 opgenomen voor alle studenten en extranei van de desbetreffende opleiding van Hogeschool Van Hall Larenstein. Studentnet -> reglementen -> opleidingsspecifiek 1

Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN... 5 Artikel 1.1 De onderwijs- en examenregeling... 5 Artikel 1.2 Toepasselijkheid... 5 Artikel 1.3 Begripsbepalingen... 5 HOOFDSTUK 2 TOELATING... 9 Artikel 2.1 Vooropleidingseisen... 9 Artikel 2.2 Nadere vooropleidingseisen... 9 Artikel 2.3 Uitzondering nadere vooropleidingseisen... 9 Artikel 2.4 Eisen werkkring bij de deeltijdvariant... 10 Artikel 2.5 Vrijstellingen op grond van NVAO-geaccrediteerde diploma s en bij ministeriele regeling aangewezen diploma s... 10 Artikel 2.6 Vrijstellingen op grond van Verdrag van Lissabon... 10 Artikel 2.7 Vrijstellingen op grond van andere en buitenlandse diploma s... 11 Artikel 2.8 Vrijstellingen op grond van toelatingsonderzoek (21+ toets)... 12 Artikel 2.9 Inschrijving postpropedeutische fase... 12 Artikel 2.10 Inschrijvingsvoorwaarden... 13 HOOFDSTUK 3 STUDIEKEUZEACTIVITEITEN EN STUDIEKEUZEADVIES... 14 Artikel 3.1 Studiekeuzeactiviteit... 14 Artikel 3.2 Studiekeuzeadviesgesprek bij aanmelding uiterlijk op 1 mei... 14 Artikel 3.3 Gevolgen niet deelnemen aan de studiekeuzecheck bij aanmelding uiterlijk.. 14 op 1 mei... 14 Artikel 3.4 Geldige redenen van verhindering voor het deelnemen aan studiekeuzeactiviteiten... 14 Artikel 3.5 Aanmelding na 1 mei voor een andere bacheloropleiding of Ad-programma.. 15 Artikel 3.6 Aanmelding na 1 mei voor de eerste keer... 15 Artikel 3.7 Studiekeuzeadviesgesprek bij aanmelding na 1 mei... 15 Artikel 3.8 Gevolgen niet deelnemen aan de studiekeuzecheck bij aanmelding na 1 mei. 16 Artikel 3.9 Bezwaar... 16 Artikel 3.10 Hardheidsclausule... 16 HOOFDSTUK 4 INHOUD EN PROGRAMMA VAN DE OPLEIDING. 17 Artikel 4.1 Doelstelling... 17 Artikel 4.2 Opleidingsvorm en vestigingsplaats(en)... 17 Artikel 4.3 Taal... 17 Artikel 4.4 Studielast bacheloropleiding... 17 Artikel 4.5 Studielast Associate-degreeprogramma... 17 Artikel 4.6 Eindcompetenties van de bacheloropleiding... 17 Artikel 4.7 Eindcompetenties van het Associate-degreeprogramma... 18 Artikel 4.8 Samenstelling opleidingsprogramma... 18 Artikel 4.9 Programma voltijdvariant... 18 Artikel 4.9a Programma propedeuse voltijd...18 Artikel 4.9b Programma major Energiemanagement & Klimaat...19 Artikel 4.9c Programma major Natuur & Milieu...20 Artikel 4.9d Programma major Watertechnologie...21 Artikel 4.10 Programma deeltijdvariant... 22 Artikel 4.10a Programma propedeuse deeltijd...22 Artikel 4.10b Programma major Milieukunde...23 Artikel 4.11 Programma Associate-degreeprogramma Integrale Handhaving Omgevingsrecht deeltijd... 25 Artikel 4.11a Programma 1 e jaar...25 Artikel 4.11b Programma 2 e jaar...25 Artikel 4.12 Programma Associate-degreeprogramma Duurzaam Bodembeheer deeltijd 26 Artikel 4.12a Programma 1 e jaar...26 Artikel 4.12b Programma 2 e jaar...26 2

Artikel 4.13 Programma Associate-degreeprogramma Duurzame Watertechnologie deeltijd 27 Artikel 4.13a Programma 1 e jaar...27 Artikel 4.13b Programma 2 e jaar...27 Artikel 4.14 Doorstroomprogramma van AD naar Bachelor... 28 HOOFDSTUK 5 EXAMENS, TOETSEN EN DEELNAME AAN ONDERWIJSEENHEDEN... 29 Artikel 5.1 Examens... 29 Artikel 5.2 Vaststelling, bekendmaking en bewaring uitslag examens... 29 Artikel 5.3 Predicaat cum laude... 29 Artikel 5.4 Getuigschriften, diplomasupplement en graad... 30 Artikel 5.5 Toetsen... 30 Artikel 5.6 Bewaartermijnen toetsopgaven en beoordeeld werk... 30 Artikel 5.7 Toekenning van credits... 30 Artikel 5.8 Toetsvormen... 30 Artikel 5.9 Bekendmaking leerstof toets... 31 Artikel 5.10 Toetscriteria... 31 Artikel 5.11 Gelegenheid tot het afleggen van toetsen... 31 Artikel 5.12 Afleggen van toetsen voor studenten met een functiebeperking... 31 Artikel 5.13 Wijziging en vervallen onderwijseenheid... 31 Artikel 5.14 Herhaling toets wegens bijzondere omstandigheden... 32 Artikel 5.15 Recht op deelname aan toetsen... 32 Artikel 5.16 Aanmelding voor toetsen en afmelding voor schriftelijke toetsen... 32 Artikel 5.17 Identificatieplicht... 33 Artikel 5.18 Vaststelling uitslag... 33 Artikel 5.19 Waardering uitslag... 33 Artikel 5.20 Bekendmaking en registratie uitslag... 33 Artikel 5.21 Inzage, bespreking en beschikbaarstelling beoordelingsnormen... 34 Artikel 5.22 Geldigheidsduur van een met goed gevolg afgelegde toets... 34 Artikel 5.23 Vrijstellingen voor toetsen... 34 Artikel 5.24 Inschrijven voor onderwijseenheden... 35 Artikel 5.25 Deelname aan onderwijs buiten de opleiding waarvoor men is ingeschreven 35 Artikel 5.26 Examinatoren... 35 Artikel 5.27 Toezicht... 35 Artikel 5.28 Onregelmatigheden en (ernstige) fraude... 35 HOOFDSTUK 6 STUDIEVOORTGANG, STUDIEBEGELEIDING EN STUDIEADVIES 37 Artikel 6.1 Studievoortgang... 37 Artikel 6.2 Studieloopbaanbegeleiding... 37 Artikel 6.3 Voorzieningen ten behoeve van studenten met een functiebeperking... 37 Artikel 6.4 Algemene bepalingen inzake studieadvies... 37 Artikel 6.5 Procedure uitbrengen preadvies - eerste jaar van inschrijving... 38 Artikel 6.6 Procedure uitbrengen studieadvies eerste jaar van inschrijving... 38 Artikel 6.7 Meewegen persoonlijke omstandigheden en horen student... 38 Artikel 6.8 Persoonlijke omstandigheden... 39 Artikel 6.9 Procedure uitbrengen bindend negatief studieadvies propedeuse... 39 Artikel 6.10 Bewaartermijnen studieadviezen... 39 HOOFDSTUK 7 EXAMENCOMMISSIES... 40 Artikel 7.1 Instelling en benoeming... 40 Artikel 7.2 Taken en bevoegdheden... 40 Artikel 7.3 Huishoudelijk reglement... 41 HOOFDSTUK 8 SLOTBEPALINGEN... 42 Artikel 8.1 Nadere regels... 42 Artikel 8.2 Beroepsrecht... 42 Artikel 8.3 Onvoorziene gevallen... 42 Artikel 8.4 Voorlopige voorziening... 42 Artikel 8.5 Inwerkingtreding en citeertitel... 42 3

Bijlage 1 Gedragscode gebruik andere talen dan het Nederlands in het onderwijs... 43 Bijlage 2 Voorzieningen studenten met een functiebeperking... 45 Bijlage 3 Overzicht onderwijseenheden (modules)... 46 Bijlage 3A Aanvullende module-informatie... 112 4

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 De onderwijs- en examenregeling 1. Elke opleiding van Hogeschool Van Hall Larenstein heeft een onderwijs- en examenregeling (OER) zoals bedoeld in artikel 7.13 van de wet (hierna ook: deze regeling). De OER is te vinden op studentnet en de internetpagina van de hogeschool. 2. Deze regeling is vastgesteld door het college van bestuur, op de op het voorblad vermelde datum. Deze regeling treedt in werking per de op het voorblad vermelde datum. 3. Bijlagen 1 t/m 4 maken integraal onderdeel uit van deze regeling. 4. In deze regeling wordt voor het leesgemak de mannelijke aanspreekvorm gehanteerd. Artikel 1.2 Toepasselijkheid 1. Deze regeling is van toepassing op het volgen van onderwijs en/of het afleggen van toetsen en examens binnen de hbo bacheloropleiding Milieukunde en de Associate-degreeprogramma s Integrale Handhaving Omgevingsrecht, Duurzaam Bodembeheer en Duurzame Watertechnologie van de hogeschool. 2. Deze regeling is van toepassing op alle studenten en extranei ingeschreven aan de hogeschool aan de in lid 1 bedoelde bacheloropleiding en Associate-degreeprogramma s. 3. Deze regeling is tevens van toepassing op aspirant-studenten die verzoeken om toegelaten te worden tot door de hogeschool aangeboden in lid 1 bedoelde hbo bacheloropleiding en Associatedegreeprogramma s. 4. Op de internetpagina van de hogeschool is een overzicht opgenomen van alle hbo bacheloropleidingen, Associate-degreeprogramma s en majors die worden aangeboden door de hogeschool. Artikel 1.3 Begripsbepalingen 1. De in deze regeling voorkomende begrippen hebben dezelfde betekenis als de begrippen in de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW), tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald. 2. In deze regeling wordt verstaan onder: afsluitend examen: examen ter afsluiting van de bacheloropleiding of het Associatedegreeprogramma. Tenzij elders in deze regeling anders is bepaald, is het afsluitend examen behaald indien de student alle toetsen uit de bacheloropleiding of het Associate-degreeprogramma heeft behaald; afstudeeropdracht: het verrichten van een opdracht in de afsluitende fase van de studie. Een afstudeeropdracht wordt afgesloten met een schriftelijk werkstuk, waarin de student of extraneus op systematische en expliciet verantwoorde wijze verslag doet van een project of onderzoek, en vaak ook met een mondelinge toets; afstudeerrichting: major aspirant-student: persoon die wenst te worden toegelaten tot een opleiding; Associate-degreeprogramma: een tweejarig programma als bedoeld in artikel 7.8a WHW dat deel uitmaakt van een bacheloropleiding en ten minste 120 credits omvat; 5

beoordeling: de vaststelling door een examinator in welke mate de student of extraneus heeft voldaan aan de eisen die voor een bepaalde onderwijseenheid of onderdeel daarvan zijn geformuleerd; beroepsproduct: een zichtbare prestatie die gerelateerd is aan de beroepspraktijk en beoordeeld kan worden in een al dan niet gesimuleerde setting; bindend negatief studieadvies: een studieadvies waaraan een afwijzing als bedoeld in artikel 7.8b lid 3 WHW is verbonden; college van beroep voor studenten VHL: het college van beroep voor de examens als bedoeld in artikel 7.60 WHW, alsmede de geschillenadviescommissie (voor het College van Bestuur) als bedoeld in artikel 7.63a WHW. Zie verder hoofdstuk 6 van het studentenstatuut; College van Bestuur: het College van Bestuur van de hogeschool; competenties: een combinatie van in beginsel kennis, vaardigheden en houding die de student gebruikt om te functioneren naar de eisen die gesteld worden in een specifieke (arbeids-, opleidings-, maatschappelijk-culturele) context; contactuur: een onderwijsuur (klokuur) waarbij een docent (in dienst van de onderwijsinstelling, inclusief studentassistenten en tutoren) of een gastdocent fysiek aanwezig is. Onder contacttijd vallen onder meer hoor- en werkcolleges, studiebegeleiding, stagebegeleiding, tentamens en examens, en ook studieloopbaanbegeleiding, voor zover de instelling die voor alle studenten heeft geprogrammeerd. Tijd voor zelfstudie, stages/werkplekleren en (onbegeleide) tijd voor afstudeeronderzoek en scriptie behoort niet tot de contacttijd; credits: studiepunten (volgens het European Credit Transfer System (ECTS)) zoals bedoeld in artikel 7.4 lid 1 WHW die verbonden zijn aan een onderwijseenheid. Een credit is een rekeneenheid die staat voor een indicatie van het aantal uren werk van een gemiddelde student. Eén credit staat gelijk aan 28 studie-uren; CROHO: Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs; deeltoets: een toets die tezamen met tenminste één andere deeltoets formeel wordt aangemerkt als een tentamen als bedoeld in artikel 7.10 lid 1 WHW. Aan deeltoetsen worden geen credits toegekend. In het Studenten informatiesysteem (SIS) aangeduid met de term toets ; diploma: het door de examencommissie verstrekte bewijs dat het afsluitend examen van een bacheloropleiding of het examen van een Associate-degreeprogramma met goed gevolg is afgelegd. Zie ook bij getuigschrift; examen: het geheel van toetsen van de propedeutische fase, van de postprodeutische fase van de bacheloropleiding, of van het Associate-degreeprogramma dat met goed gevolg moet zijn afgelegd. examencommissie: de examencommissie in de zin van art. 7.12 e.v. WHW; examinator: een door de examencommissie aangewezen persoon belast met het ontwerpen en/of afnemen van toetsen en/of het vaststellen van de uitslag daarvan; extraneus: examenstudent, persoon bedoeld in artikel 7.32 en 7.36 WHW die bij een bacheloropleiding alleen examens en toetsen mag afleggen en geen recht heeft op (het volgen of bijwonen van) onderwijs; getuigschrift: het door de examencommissie verstrekte bewijs dat het propedeutisch examen, het afsluitend examen van een bacheloropleiding of het examen van een Associate-degreeprogramma met goed gevolg is afgelegd; 6

hogeschool: de Hogeschool Van Hall Larenstein, brinnummer 30HD, gevestigd te Leeuwarden en Velp en in stand gehouden door de stichting Van Hall Larenstein; instellingsbestuur: Het College van Bestuur.; loket voor klachten en geschillen: de faciliteit zoals bedoeld in artikel 7.59a WHW, waar studenten een beroep-, bezwaarschrift of een klacht kunnen indienen en waar zij informatie kunnen inwinnen over de verschillende procedures binnen VHL. Zie verder hoofdstuk 6 van het studentenstatuut. major: een studieroute binnen de postpropedeutische fase van een opleiding bestaande uit maximaal150 credits. Onder een major wordt hetzelfde verstaan als een afstudeerrichting; minor: een samenhangend onderwijsaanbod in de postpropedeutische fase dat verbredend of verdiepend is bestaande uit maximaal 30 credits; no show : resultaat in het SIS dat wordt behaald, wanneer een student zich heeft aangemeld voor een toets en zonder af te melden niet deelneemt. Een no show wordt beschouwd als gebruikte toetskans; NVAO: Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie, een onafhankelijke accreditatieorganisatie opgericht door de Nederlandse en Vlaamse overheid die tot taak heeft een deskundig en objectief oordeel over de kwaliteit van het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen te geven; OER: Onderwijs- en examenregeling, zoals bedoeld in art. 7.13 WHW; onderwijseenheid: onderwijseenheid in de zin van artikel 7.3 lid 2 WHW. Een samenhangend geheel van onderwijsleeractiviteiten gericht op het verwerven van competenties voor een specifiek onderdeel van de opleiding. Een onderwijseenheid wordt afgesloten met een toets. Bij het afronden van een onderwijseenheid ontvangt de student het aantal credits dat aan de onderwijseenheid is toegekend. In het Student Information System (SIS) aangeduid met de term module ; opleiding: een samenhangend geheel van onderwijseenheden gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen met betrekking tot de competenties waarover de student die de opleiding voltooit, dient te beschikken; opleidingscommissie: een per opleiding of groep van opleidingen ingestelde commissie die o.a. tot taak heeft advies uit te brengen over de onderwijs- en examenregeling en de wijze van uitvoering hiervan (art. 10.3c WHW); portfolio: een (eventueel digitale) verzameling van bestanden en documenten waarmee een student zijn eigen individuele ontwikkeling zichtbaar maakt en zijn behaalde niveau aantoont; postpropedeuse: de fase van de opleiding direct volgend op de propedeuse, ook wel hoofdfase genoemd; preadvies: een namens het College van Bestuur door de examencommissie aan iedere student uitgebracht tussentijds studieadvies in het eerste studiejaar van inschrijving voor de propedeutische fase van een bacheloropleiding of Associate-degreeprogramma.. Het preadvies geldt tevens als waarschuwing zoals bedoeld in artikel 7.8b lid 4 WHW; propedeuse: de propedeutische fase als bedoeld in artikel 7.8 WHW; de uit 60 credits bestaande eerste fase van de bacheloropleiding of het Associate-degreeprogramma. De propedeuse wordt afgesloten met een propedeutisch examen; propedeusecertificaat: het door de examencommissie verstrekte bewijs dat het propedeutisch examen met goed gevolg is afgelegd. Zie ook bij getuigschrift; propedeutisch examen: examen ter afsluiting van de propedeuse als bedoeld in artikel 7.8 WHW; stage: onderwijseenheid die bestaat uit een periode van praktische oefening; 7

student: persoon bedoeld in artikel 7.32 WHW die als student staat ingeschreven aan de hogeschool voor het volgen van het onderwijs; studentenstatuut: statuut als bedoeld in artikel 7.59 WHW; Student Information System (SIS): systeem waarin voor studenten alle relevante gegevens van de opleiding worden geregistreerd, waaronder informatie over onderwijseenheden en cijfers; Student Service Centre (SSC): de afdeling van de hogeschool die onder meer belast is met het beheer van het SIS; studieadvies: een namens het College van Bestuur door de examencommissie aan iedere student uitgebracht advies als bedoeld in artikel 7.8b WHW over de voortzetting van zijn studie binnen of buiten de opleiding; studiejaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar; studielast: het aantal toegekende credits aan de bacheloropleiding, het Associate-degreeprogramma en de onderwijseenheid; studieloopbaanbegeleider: de begeleider van studenten bij de voortgang van de studie en bij de keuzemogelijkheden binnen de studie ; surveillant: een door de examencommissie aangewezen toezichthouder bij het afnemen van toetsen. Surveillanten volgen instructies op van examencommissies en examinatoren en handelen conform de richtlijn surveillanten. toets: een tentamen als bedoeld in artikel 7.10 lid 1 WHW. Een onderzoek naar de competenties van de student alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek;; toetskans: een gelegenheid om een toets af te leggen: ; variant: de inrichting (voltijd of deeltijd) van de opleiding als bedoeld in artikel 7.7 lid 1 WHW; vrijstelling: een door de examencommissie afgegeven en ondertekende verklaring dat de student is vrijgesteld van het afleggen van een toets of deeltoets van een of meer in de verklaring benoemde onderwijseenheden; wegingsfactor: het gewicht dat aan een deel van een toets wordt toegekend bij de berekening van het toetscijfer; WHW: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. 8

HOOFDSTUK 2 TOELATING Artikel 2.1 Vooropleidingseisen 1. De aspirant-student die wenst te worden toegelaten tot de bacheloropleiding of het Associatedegreeprogramma dient te voldoen aan één van de volgende vooropleidingseisen, zoals genoemd in art. 7.24 WHW: a. een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo); b. een diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo); c. een door de minister aangewezen getuigschrift, al dan niet in Nederland afgegeven, dat naar het oordeel van het College van Bestuur ten minste gelijkwaardig is aan een havo of vwodiploma d. een diploma van een middenkaderopleiding (niveau 4) e. een diploma van een specialistenopleiding (niveau 4) f. een diploma van de bij ministeriele regeling aangewezen vakopleidingen Artikel 2.2 Nadere vooropleidingseisen 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2.1 moet de aspirant-student die voldoet aan een in dat artikel bedoelde vooropleidingseis in voorkomende gevallen tevens voldoen aan nadere vooropleidingseisen. 2. Als nadere vooropleidingseis voor de toelating van: a. aspirant-studenten zoals bedoeld in art. 2.1 onder sub a van dat artikel (vwo ers), profiel: vwo ng vwo nt vwo em met scheikunde of nlt. b. aspirant-studenten zoals bedoeld in art. 2.1 onder sub b van dat artikel (havisten), profiel: havo ng havo nt havo em met scheikunde. Artikel 2.3 Uitzondering nadere vooropleidingseisen 1 Indien de aspirant-student niet voldoet aan de nadere vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 2.2, dan kan de student toch worden toegelaten tot de opleiding indien uit onderzoek blijkt dat hij voldoet aan de volgende eisen a. in geval van profiel vwo em zonder scheikunde of nlt: deelcertificaat voor het vak scheikunde of nlt; b. in geval van profiel vwo cm: deelcertificaten op ten minste havo niveau voor de vakken wiskunde en scheikunde; c. in geval van profiel havo em zonder scheikunde: deelcertificaat voor het vak scheikunde; d. in geval van profiel have cm: deelcertificaten voor de vakken wiskunde en scheikunde. 2 Het onderzoek naar de eis(en) als bedoeld in het eerste lid van dit artikel is als volgt ingericht: bij het ontbreken van de deelcertificaten wiskunde en/of scheikunde worden er toelatingstoetsen afgenomen waarop een voldoende moet worden gehaald. 3 Bij het onderzoek in het kader van een uitzondering op de nadere vooropleidingseisen is geen leeftijdsgrens van toepassing. De aspirant-student moet aan de gestelde eisen voldoen alvorens deze kan worden ingeschreven. 9

Artikel 2.4 Eisen werkkring bij de deeltijdvariant 1. Aan de werkkring van aspirant-studenten die wensen te worden toegelaten tot de deeltijdvariant van de opleiding kunnen eisen worden gesteld indien werkzaamheden binnen deze werkkring tijdens het volgen van de opleiding als onderwijseenheden zijn aangemerkt. 2. De eisen die de opleiding stelt aan de werkkring zijn uitgewerkt in de beschrijving van de onderwijseenheid LMK811DNRW (zie bijlage 3). 3. Het onderzoek naar de eis(en) als bedoeld in het tweede lid van dit artikel is ingericht als aangegeven in de beschrijving van de onderwijseenheid LMK811DNRW (zie bijlage 3). Artikel 2.5 Vrijstellingen op grond van NVAO-geaccrediteerde diploma s en bij ministeriele regeling aangewezen diploma s 1. De aspirant-student 1 met een graad, diploma of examen als bedoeld in de eerste volzin van artikel 7.28 lid 1 WHW en eerste volzin artikel 7.28 lid 2 WHW is vrijgesteld van de in artikel 2.1 bedoelde vooropleidingseisen. 2. Onder de in het voorgaande lid bedoelde graad, diploma of examen wordt begrepen een getuigschrift (afsluitend examen) van een NVAO-geaccrediteerde opleiding van een hogeschool, universiteit of rechtspersoon voor hoger onderwijs en Europees baccalaureaat van de Europese school, voor zover dat baccalaureaat het vak Nederlands als eerste of tweede taal omvat. 3. Indien voor de opleiding tevens nadere vooropleidingseisen zijn gesteld kan de aspirant-student als bedoeld in het eerste lid geen propedeutisch of afsluitend examen afleggen alvorens op grond van een aanvullend onderzoek is aangetoond dat hij beschikt over de kennis en vaardigheden waarop de nadere vooropleidingseisen betrekking hebben. 4. De vorm en eisen die in het kader van het onderzoek als bedoeld in het derde lid van dit artikel worden gesteld zijn opgenomen in art. 2.3 lid 2 van deze regeling. 5. Aan de in het voorgaande artikellid genoemde eisen wordt de aspirant-student geacht te hebben voldaan indien hij de volgende onderwijseenheden heeft behaald of daarvoor vrijstelling heeft gekregen: a. LMK153VN 6. Bij het onderzoek als bedoeld in dit artikel is geen leeftijdsgrens van toepassing. De aspirantstudent kan wel worden ingeschreven en mag toetsen afleggen. Artikel 2.6 Vrijstellingen op grond van Verdrag van Lissabon 1. Met inachtneming van het bepaalde in de wet en dit artikel zijn de personen als bedoeld in artikel 7.28 lid 1 2 tweede volzin WHW van de in artikel 2.1 bedoelde vooropleidingseisen vrijgesteld. 2. Indien voor de opleiding tevens nadere vooropleidingseisen zijn gesteld kan de aspirant-student als bedoeld in het eerste lid geen propedeutisch of afsluitend examen afleggen alvorens op grond van een aanvullend onderzoek is aangetoond dat hij beschikt over de kennis en vaardigheden waarop de nadere vooropleidingseisen betrekking hebben. 3. Indien het diploma als bedoeld in het eerste lid is afgegeven buiten Nederland en de opleiding op de locatie waar de aspirant-student het onderwijs wenst te volgen wordt verzorgd in de Nederlandse taal, dan wordt de aspirant-student niet ingeschreven tot het moment dat ten 1 Het betreft aspirant-studenten die de graad bachelor of master hebben behaald, aan een instelling voor wetenschappelijk onderwijs of een instelling voor hoger beroepsonderwijs. Ook betreft het aspirant-studenten die een diploma hebben behaald dat bij ministeriële regeling is aangemerkt als ten minste gelijkwaardig. 2 Dit betreft o.a. aspirant-studenten die afkomstig zijn uit een land dat lid is van de EU. 10

genoege van de examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. Het bewijs wordt geacht te zijn geleverd door het behalen van een examen NT2, niveau II, door het behalen van een toets op niveau B2 van het Europees referentiekader voor talen of door het behalen van een toets op vergelijkbaar niveau. 4. Indien het diploma als bedoeld in het eerste lid is afgegeven buiten Nederland en de opleiding op de locatie waar de aspirant-student het onderwijs wenst te volgen wordt verzorgd in de Engelse taal, dan wordt de aspirant-student niet ingeschreven tot het moment dat ten genoege van de examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Engelse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. Het bewijs wordt geacht te zijn geleverd door het behalen van een academic IELTS-test met een overall band score van 6.0. Indien een andere taaltest wordt overlegd, geldt de norm zoals opgenomen in artikel 4.2 van de Gedragscode Internationale Student in het Hoger Onderwijs. 5. De vorm en eisen die in het kader van het onderzoek als bedoeld in het tweede lid van dit artikel worden gesteld, zijn opgenomen in art. 2.3 lid 2 van deze regeling. 6. Aan de in het voorgaande artikellid genoemde eisen wordt de aspirant-student geacht te hebben voldaan indien hij de volgende onderwijseenheden heeft behaald of daarvoor vrijstelling heeft gekregen: a. LMK153VN 7. Bij het onderzoek als bedoeld in dit artikel is geen leeftijdsgrens van toepassing. De aspirantstudent kan wel worden ingeschreven en mag toetsen afleggen, tenzij het bepaalde in lid 3 of 4van dit artikel van toepassing is. Artikel 2.7 Vrijstellingen op grond van andere en buitenlandse diploma s 1. Met inachtneming van het bepaalde in de wet en dit artikel kan de aspirant-student met een al dan niet in Nederland afgegeven diploma als bedoeld in artikel 7.28 lid 2 tweede volzin WHW van de in artikel 2.1 bedoelde vooropleidingseisen worden vrijgesteld. 2. Bij het vormen van een oordeel over van de gelijkwaardigheid van enig diploma vraagt het College van Bestuur in voorkomende gevallen advies over de waardering aan de Nuffic. 3. Indien voor de opleiding tevens nadere vooropleidingseisen zijn gesteld kan de aspirant-student als bedoeld in het eerste lid geen propedeutisch of afsluitend examen afleggen alvorens op grond van een aanvullend onderzoek is aangetoond dat hij beschikt over de kennis en vaardigheden waarop de nadere vooropleidingseisen betrekking hebben. 4. Indien het diploma als bedoeld in het eerste lid is afgegeven buiten Nederland en de opleiding op de locatie waar de aspirant-student het onderwijs wenst te volgen wordt verzorgd in de Nederlandse taal, dan wordt de aspirant-student niet ingeschreven tot het moment dat ten genoege van de examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. Het bewijs wordt geacht te zijn geleverd door het behalen van een examen NT2, niveau II, door het behalen van een toets op niveau B2 van het Europees referentiekader voor talen of door het behalen van een toets op vergelijkbaar niveau. 5. Indien het diploma als bedoeld in het eerste lid is afgegeven buiten Nederland en de opleiding op de locatie waar de aspirant-student het onderwijs wenst te volgen wordt verzorgd in de Engelse taal, dan wordt de aspirant-student niet ingeschreven tot het moment dat ten genoege van de examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Engelse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. Het bewijs wordt geacht te zijn geleverd door het behalen van een academic IELTS-test met een overall band score van 6.0. Indien een andere taaltest wordt overlegd geldt de norm zoals opgenomen in artikel 4.2 van de Gedragscode Internationale Student in het Hoger Onderwijs. 11

6. De vorm en eisen die in het kader van het onderzoek als bedoeld in het tweede lid van dit artikel worden gesteld zijn opgenomen in art. 2.3 lid 2 van deze regeling. 7. Aan de in het voorgaande artikellid genoemde eisen wordt de aspirant-student geacht te hebben voldaan, indien hij de volgende onderwijseenheden heeft behaald of daarvoor vrijstelling heeft gekregen: a. LMK153VN 8. Bij het onderzoek als bedoeld in dit artikel is geen leeftijdsgrens van toepassing. De aspirantstudent kan wel worden ingeschreven en mag toetsen afleggen, tenzij het bepaalde in lid 4 of lid 5 van dit artikel van toepassing is. Artikel 2.8 Vrijstellingen op grond van toelatingsonderzoek (21+ toets) 1. Met inachtneming van het bepaalde in de wet en dit artikel kan de aspirant-student van eenentwintig jaar en ouder die niet voldoet aan de in artikel 2.1 bedoelde vooropleidingseisen noch daarvan is vrijgesteld krachtens het bepaalde in artikel 2.6 of 2.7, een toelatingsonderzoek afleggen. Een beschikking van het College van Bestuur inhoudende dat het toelatingsonderzoek met goed gevolg is afgelegd, stelt de aspirant-student vrij van de vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 2.1. 2. Het toelatingsonderzoek bestaat uit twee onderdelen te weten een taaltest en een inhoudelijk component. De volgende eisen worden gesteld: a. Taaltest Nederlands b. inhoudelijke kennis wiskunde c. inhoudelijke kennis scheikunde 3. Het onderzoek naar de eisen als bedoeld in het tweede lid van dit artikel is als volgt ingericht: a. De taaltest Nederlands vindt plaats middels een intakegesprek. b. Het toelatingsonderzoek naar de inhoudelijke kennis wiskunde betreft een schriftelijke toets waarop een voldoende ( 5,5) moet worden gehaald. c. Het toelatingsonderzoek naar de inhoudelijke kennis scheikunde betreft een schriftelijke toets waarop een voldoende ( 5,5) moet worden gehaald. 4. Het onderzoek als bedoeld in dit artikel kan alleen worden afgenomen bij personen van 21 jaar en ouder. Zonder beschikking van het College van Bestuur worden personen niet ingeschreven en mogen deze geen toetsen afleggen. Artikel 2.9 Inschrijving postpropedeutische fase 1. Voor inschrijving in de postpropedeutische fase van de opleiding geldt als eis een behaald propedeutisch examen van de opleiding aangeboden door de hogeschool. 2. Met inachtneming van het bepaalde in de wet en dit artikel kan de aspirant-student met een al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat naar oordeel van de examencommissie tenminste gelijkwaardig is aan het propedeutisch examen van de opleiding van de hogeschool worden vrijgesteld van de in lid 1 bedoelde eis. 3. Indien het diploma als bedoeld in het tweede lid is afgegeven buiten Nederland en de opleiding op de locatie waar de aspirant-student het onderwijs wenst te volgen wordt verzorgd in de Nederlandse taal, dan wordt de aspirant-student niet ingeschreven tot het moment dat ten genoege van de examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. Het bewijs wordt geacht te zijn geleverd door het behalen van een examen NT2, niveau II, door het behalen van een toets op niveau B2 van het Europees referentiekader voor talen of door het behalen van een toets op vergelijkbaar niveau.. 12

4. Indien het diploma als bedoeld in het tweede lid is afgegeven buiten Nederland en de opleiding op de locatie waar de aspirant-student het onderwijs wenst te volgen wordt verzorgd in de Engelse taal, dan wordt de aspirant-student niet ingeschreven tot het moment dat ten genoege van de examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Engelse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. Het bewijs wordt geacht te zijn geleverd door het behalen van een academic IELTS-test met een overall band score van 6.0. Indien een andere taaltest wordt overlegd geldt de norm zoals opgenomen in artikel 4.2 van de Gedragscode Internationale Student in het Hoger Onderwijs. 5. Een student ingeschreven in de propedeuse van de opleiding kan onder opgave van redenen de examencommissie verzoeken om toegelaten te worden tot bepaalde onderwijseenheden in de postpropedeutische fase. 6. Studenten die een voorlopig positief advies als bedoeld in artikel 5.6 lid 4 van deze regeling hebben ontvangen zijn, binnen de door deze regeling gestelde kaders, toelaatbaar tot onderwijseenheden in de postpropedeutische fase van de opleiding. Artikel 2.10 Inschrijvingsvoorwaarden Alvorens deel te kunnen nemen aan het onderwijs, de toetsen en de examens dient een aspirantstudent tevens te voldoen aan de inschrijvingsvoorwaarden zoals opgenomen in het studentenstatuut en het inschrijvingsbesluit. 13

HOOFDSTUK 3 STUDIEKEUZEACTIVITEITEN EN STUDIEKEUZEADVIES Artikel 3.1 Studiekeuzeactiviteit 1. Elke aspirant-student die een verzoek tot inschrijving doet voor de propedeutische fase van een voltijdse bacheloropleiding of een voltijds Ad-programma wordt verzocht deel te nemen aan de VHL studiekeuzecheck die betrekking heeft op de bacheloropleiding of het Ad-programma waarvoor de aspirant-student zich aanmeldt. 2. De in lid 1 genoemde studiekeuzecheck bestaat uit het invullen van een digitale vragenlijst. Deze vragenlijst dient te worden ingevuld uiterlijk binnen 15 werkdagen nadat het verzoek tot inschrijving via studielink is gedaan. 3. De aspirant-student ontvangt binnen 15 werkdagen nadat hij de vragenlijst heeft ingevuld schriftelijk een bericht van de instelling. De inhoud van dit bericht kan zijn: a. een positief advies; b. een positief advies met de aanbeveling een van de door de opleiding of het Ad-programma aangeboden studiekeuzeactiviteiten te volgen; c. een uitnodiging voor een studiekeuzeadviesgesprek 4. Dit artikel is niet van toepassing op: Degene die op grond van artikel 7.28 WHW vanwege het bezit van een buiten Nederland behaald diploma is vrijgesteld van de diploma-eisen, bedoeld in de artikelen 7.24 WHW lid 1 en 2, Artikel 3.2 Studiekeuzeadviesgesprek bij aanmelding uiterlijk op 1 mei 1. Een aspirant-student die zich uiterlijk op 1 mei bij DUO heeft aangemeld en bij wie op basis van de analyse van de resultaten van de vragenlijst twijfel bestaat over het beeld dat de aspirantstudent heeft van de opleiding of het Ad-programma, over het niveau, over de aansluiting met de vooropleiding of over de motivatie wordt uitgenodigd voor een studiekeuzeadviesgesprek. 2. Het studiekeuzeadviesgesprek vindt plaats binnen 30 werkdagen na verzending van de schriftelijke reactie op het invullen van de vragenlijst. 3. De aspirant-student ontvangt binnen 24 uur na het studiekeuzeadviesgesprek een advies over het volgen van de opleiding of het Ad-programma. 4. Het in lid 3 genoemde advies kan positief of negatief zijn. 5. Aan een negatief advies worden geen bindende consequenties verbonden. Artikel 3.3 Gevolgen niet deelnemen aan de studiekeuzecheck bij aanmelding uiterlijk op 1 mei 1. Voor aspirant-studenten die zich uiterlijk op 1 mei bij DUO hebben aangemeld en de digitale vragenlijst niet invullen vervalt het recht op advies 2. Voor aspirant-studenten die zich uiterlijk op 1 mei bij DUO hebben aangemeld en worden uitgenodigd voor een studiekeuzeadviesgesprek en zonder geldige reden geen gehoor geven aan de uitnodiging vervalt het recht op advies. Artikel 3.4 Geldige redenen van verhindering voor het deelnemen aan studiekeuzeactiviteiten Geldige redenen voor het niet invullen van de vragenlijst of geen gehoor geven aan de uitnodiging voor een adviesgesprek zijn ernstige persoonlijke omstandigheden, zoals ziekte, een ziekenhuisopname en ernstige omstandigheden in familiair verband. 14

Artikel 3.5 Aanmelding na 1 mei voor een andere bacheloropleiding of Ad-programma 1. Een aspirant-student die heeft voldaan aan de activiteit bedoeld in artikel 3.1 eerste lid, en zich na 1 mei bij DUO aanmeldt voor een andere bacheloropleiding of Ad-programma dan de bacheloropleiding of het Ad-programma bedoeld in de genoemde bepaling, is verplicht deel te nemen aan de VHL studiekeuzecheck die betrekking heeft op de bacheloropleiding of het Adprogramma waarvoor de aspirant-student zich aanmeldt. 2. Artikel 3.1 lid 2, 3 en 4, artikel 3.2 en artikel 3.3 zijn van overeenkomstige toepassing. Artikel 3.6 Aanmelding na 1 mei voor de eerste keer 1. Elke aspirant-student die na 1 mei doch uiterlijk voor 31 augustus voorafgaand aan het desbetreffende studiejaar voor de eerste keer een verzoek tot inschrijving bij DUO doet voor de propedeutische fase van een voltijdse bacheloropleiding of van een voltijds Ad-programma wordt geacht deel te nemen aan de VHL studiekeuzecheck die betrekking heeft op de bacheloropleiding of het Ad-programma waarvoor de aspirant-student zich aanmeldt. 2. De in lid 1 genoemde studiekeuzecheck bestaat uit het invullen van een digitale vragenlijst. Deze vragenlijst dient te worden ingevuld uiterlijk binnen 15 werkdagen nadat het verzoek tot inschrijving via studielink is gedaan. 3. De aspirant-student ontvangt binnen 15 werkdagen schriftelijk een bericht van de instelling nadat hij de vragenlijst heeft ingevuld. De inhoud van dit bericht kan zijn: a. een positief advies; b. een positief advies met de aanbeveling een van de door de opleiding of het Ad-programma aangeboden studiekeuzeactiviteiten te volgen; c. een uitnodiging voor een studiekeuzeadviesgesprek 4. Dit artikel is niet van toepassing op: a. Degene die op grond van artikel 7.28 WHW vanwege het bezit van een buiten Nederland behaald diploma is vrijgesteld van de diploma-eisen, bedoeld in de artikelen 7.24 WHW lid 1 en 2; b. Degene die zich na 1 mei aanmeldt bij een andere bacheloropleiding of Ad-programma dan die waarbij hij oorspronkelijk was ingeschreven maar kan aantonen dat de nieuwe aanmelding het gevolg is van een beëindiging van de inschrijving op grond van artikel 7.8b, lid 5 WHW, op een zodanig tijdstip dat hij zich niet kon aanmelden voor 1 mei voorafgaand aan het studiejaar waarvoor hij zich wenst in te schrijven. Artikel 3.7 Studiekeuzeadviesgesprek bij aanmelding na 1 mei 1. Een aspirant-student die zich na 1 mei voorafgaand aan het desbetreffende studiejaar bij DUO heeft aangemeld en bij wie op basis van de analyse van de resultaten van de vragenlijst twijfel bestaat over het beeld dat de aspirant-student heeft van de opleiding of het Ad-programma, over het niveau, over de aansluiting met de vooropleiding of over de motivatie wordt uitgenodigd voor een studiekeuzeadviesgesprek. 2. Het studiekeuzeadviesgesprek vindt plaats binnen 30 werkdagen na verzending van de schriftelijke reactie op het invullen van de vragenlijst. 3. De aspirant-student ontvangt binnen 24 uur na het studiekeuzeadviesgesprek een advies over het volgen van de opleiding of het Ad-programma. 4. Dit advies kan zijn positief of negatief. 5. Een negatief advies heeft tot gevolg dat de aspirant-student niet wordt toegelaten tot de desbetreffende opleiding of het Ad-programma voor het studiejaar waarop het advies betrekking heeft. 15

Artikel 3.8 Gevolgen niet deelnemen aan de studiekeuzecheck bij aanmelding na 1 mei 1. Voor aspirant-studenten die zich na 1 mei bij DUO hebben aangemeld en zonder geldige reden de digitale vragenlijst niet invullen worden uitgenodigd voor een studiekeuzeadviesgesprek 2. Aspirant-studenten die zich na 1 mei bij DUO hebben aangemeld en zonder geldige reden geen gehoor geven aan de uitnodiging voor een studiekeuzeadviesgesprek worden niet toegelaten tot de opleiding of het Ad-programma. 3. De geldige redenen voor verhindering voor deelnemen aan een studiekeuzeactiviteit staan genoemd in artikel 3.4. Artikel 3.9 Bezwaar Een aspirant-student die op grond van artikel 3.7 of 3.8 niet wordt toegelaten tot een opleiding of het Ad-programma kan binnen 6 weken na bekendmaking van het besluit een bezwaar indienen bij de geschillenadviescommissie. Artikel 3.10 Hardheidsclausule 1. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het College van Bestuur op advies van de toelatingscommissie. 2. Het College van Bestuur is bevoegd in bepaalde gevallen anders te besluiten, indien toepassing van de regeling zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. 16

HOOFDSTUK 4 INHOUD EN PROGRAMMA VAN DE OPLEIDING Artikel 4.1 Doelstelling De opleiding Milieukunde van Hogeschool Van Hall Larenstein te Leeuwarden heeft tot doel om mensen op te leiden tot professionals op hbo niveau op het werkterrein van milieu, leefbaarheid en duurzaamheid. Artikel 4.2 Opleidingsvorm en vestigingsplaats(en) 1. De bacheloropleiding Milieukunde wordt aangeboden in een voltijdse en deeltijdse variant in vestigingsplaats Leeuwarden. 2. De deeltijd Associate-degreeprogramma s Integrale Handhaving Omgevingsrecht, Duurzaam Bodembeheer en Duurzame Watertechnologie maken onderdeel uit van de opleiding en worden aangeboden en uitgevoerd op vestigingsplaats Leeuwarden. Artikel 4.3 Taal 1. Het onderwijs wordt gegeven en de toetsen en examens worden afgenomen in het Nederlands. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan bij de beschrijving van de onderwijseenheden zijn bepaald dat een of meer onderwijseenheden in een andere taal worden aangeboden. 3. Er is een Gedragscode gebruik andere talen dan het Nederlands in het onderwijs welke als bijlage 1 bij deze regeling is opgenomen. Artikel 4.4 Studielast bacheloropleiding 1. De voltijdse en deeltijdse variant is een vierjarige bacheloropleiding met een studielast van 240 credits. 2. De bacheloropleiding bestaat uit twee studiefases: a. de propedeuse met een studielast van 60 credits; b. de postpropedeuse (hoofdfase) met een studielast van 180 credits. 3. De samenstelling van het onderwijsprogramma is opgenomen in de artikelen 4.9 en 4.10. De studielast van elke onderwijseenheid is opgenomen in de beschrijving van de onderwijseenheden in bijlage 3. Artikel 4.5 Studielast Associate-degreeprogramma 1. De deeltijdse Associate-degreeprogramma s kennen een studielast van 120 credits. 2. De samenstelling van het onderwijsprogramma is opgenomen in de artikelen 4.11, 4.12 en 4.13. De studielast van elke onderwijseenheid is opgenomen in de beschrijving van de onderwijseenheden in bijlage 3. 3. De student die een Associate-degreeprogramma succesvol heeft afgerond heeft het recht zijn bacheloropleiding te vervolgen. In deze OER zal worden aangegeven welke onderwijseenheden binnen de desbetreffende bacheloropleiding nog moeten worden gevolgd. Artikel 4.6 Eindcompetenties van de bacheloropleiding De opleiding Milieukunde heeft onderstaande 6 competenties geformuleerd: 17

a. Duurzame oplossingen ontwikkelen en afwegen b. Interdisciplinair werken (+ internationaal) c. Methodisch en beschouwend denken en handelen: onderzoek d. Projectmatig werken e. Professioneel adviseren f. Zelfverantwoordelijk functioneren Deze competenties zijn uitgewerkt in Bijlage 4. Artikel 4.7 Eindcompetenties van het Associate-degreeprogramma De eindcompetenties van de Associate-degreeprogramma s zijn dezelfde als voor de bacheloropleiding (zie artikel 4.6), met dien verstande dat voor niet alle competenties het niveau 3 wordt gehaald en dat voor elk van de Associate-degreeprogramma s de accenten anders liggen. Artikel 4.8 Samenstelling opleidingsprogramma 1. In artikel 4.9 en 4.10 is een beschrijving opgenomen van het programma van de voltijd- en deeltijdvariant van de bacheloropleiding. In de artikelen 4.11, 4.12 en 4.13 is een beschrijving opgenomen van het programma van deeltijd Ad-programma s. 2. De beschrijving van het programma volgt aan de hand van een schematisch overzicht waarbij onderscheid is gemaakt tussen de propedeuse en de postpropedeuse. 3. De beschrijving van het programma van de postpropedeuse is ingedeeld aan de hand van majors. Elke major omvat een eigen artikel met een dienovereenkomstig postpropedeutisch programma. De onderwijseenheden de feitelijk deel uitmaken van de major zijn door arcering zichtbaar gemaakt. 4. In de navolgende artikelen zijn onderwijseenheden die onderdeel uitmaken van de propedeuse respectievelijk postpropedeuse van de bacheloropleiding benoemd. Van elke onderwijseenheid is voorts de studielast en de codering opgenomen. In bijlage 3 is elke onderwijseenheid nader beschreven. Artikel 4.9 Programma voltijdvariant Artikel 4.9a Programma propedeuse voltijd 1. Het programma van de propedeuse van de voltijdvariant is als volgt samengesteld: Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 LMK151VN De studie Milieukunde (7 credits) LMK153VN De achterkant van het milieu (7 credits) LMK155VN Effectief adviseren over duurzame energie (7 credits) LMK157VNLG Een integrale kijk op natuur (7 credits) LMK152VN Je duurzame toekomst (7 credits) LMK154VN Verkenning van de stedelijke omgeving (7 credits) LMK156VN Technologie voor een schoon milieu (7 credits) LMK158VN De basis voor milieukundig onderzoek (7 credits) LMK111VNSB Studieloopbaanbegeleiding propedeuse voltijd (4 credits) 18

2. De propedeuse oriënteert de student op de majorkeuzes die de opleiding biedt. De propedeuse is voor iedere student in de opleiding hetzelfde, in de zin dat eventuele keuzeruimte niet verhindert dat de student na het behalen van de propedeuse zonder studievertraging ieder van de aangeboden majors van de opleiding kan volgen. 3. De propedeuse is selecterend: na het behalen ervan heeft de student het vooruitzicht om de opleiding af te kunnen ronden. 4. De propedeuse van de opleiding kent minimaal 14 contacturen in ieder van de geprogrammeerde lesweken van het programma. 5. In het programma van de propedeuse staat de echte wereld centraal. Deze biedt studenten zoveel mogelijk opdrachten die hen in contact brengen met het werkveld. Elke student heeft minimaal twee keer per jaar een praktijkopdracht die hem in direct contact brengt met het werkveld. 6. Het propedeuseprogramma biedt de student inzicht in de beroepspraktijk, op een wijze die: motiveert door zicht te bieden op het brede kader van de beroepspraktijk; basiskennis biedt over zijn vakgebied in verhouding tot de wereld als geheel. Artikel 4.9b Programma major Energiemanagement & Klimaat 1. De major Energiemanagement en Klimaat leidt mensen op die bij bedrijven en lagere overheden invulling kunnen geven aan het beleid om energieneutraal dan wel klimaatneutraal te willen zijn. 2. De competenties van de major Energiemanagement & Klimaat zijn dezelfde als voor de bachelor opleiding. 3. Het programma van de major Energiemanagement & Klimaat is als volgt samengesteld: Tweede studiejaar major Energiemanagement & Klimaat voltijd cohort 2014 1 e semester 2 e semester Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 LMK201VN1 LMK202VN1 Adviseren over Onderzoeken doe je zo! milieukwaliteit (7 credits) (7 credits) LMK290VNST Oriëntatiestage (14 credits) LMK208VE1 Energy & Waste (7 credits) LDM258VELG Basic GIS (7 credits) LMK221VNSB, LMK222VNSB (4 credits) LML223VNLG Effecten van menselijk handelen op natuur en milieu (7 credits) LMK209VN1 Energie- en milieuzorgsystemen (7 credits) 19

Derde studiejaar major Energiemanagement & Klimaat voltijd cohort 2013 1 e semester 2 e semester Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 LMK301VE1 Dealing with environmental risks (7 credits) LMK209VN1 Energie- en Milieuzorgsystemen (7 credits) LMK309VN1 Adviesbureau voor duurzame oplossingen (14 credits) LMK328VNST Majorstage (28 credits) LMK331VNSB, LMK332VNSB(4 credits) Vierde studiejaar major Energiemanagement & Klimaat voltijd cohort 2012 1 e semester 2 e semester Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 LMK428VNAO Minor of keuze Afstudeeropdracht (28 credits) (28 credits) LMK441VNSB, LMK442VNSB (4 credits) 4. De keuzeruimte in de hoofdfase heeft een omvang van 28 credits. De keuzeruimte kan door de student ingevuld worden met minors, keuzemodules of andere programmaonderdelen. Invulling van de keuzeruimte behoeft goedkeuring van de examencommissie tenzij de student binnen de hoofdfase kiest voor de door de opleiding aangeboden minor Innovations 4 Sustainability (LMK401VN/LMK402VN). 5. Indien de student de keuzeruimte wil invullen met onderwijs buiten de opleiding dan geldt hetgeen is bepaald in artikel 5.25 van deze regeling. De examencommissie bepaalt hoeveel credits worden toegekend aan de onderwijsprestatie van de student. Artikel 4.9c Programma major Natuur & Milieu 1. De major Natuur & Milieu richt zich op de natuurlijke en fysieke leefomgeving op lokaal en regionaal niveau. Gebiedsontwikkeling, waterkwaliteit en natuurontwikkeling zijn de centrale items. Het zwaartepunt van duurzame ontwikkeling ligt op de P van Planet. 2. De competenties van de major Natuur & Milieu zijn dezelfde als voor de bachelor opleiding. 3. Het programma van de major Natuur & Milieu is als volgt samengesteld: 20

Tweede studiejaar major Natuur & Milieu voltijd cohort 2014 1 e semester 2 e semester Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 LMK201VN1 LMK202VN1 Adviseren over Onderzoeken doe je zo! milieukwaliteit (7 credits) (7 credits) LMK290VNST Oriëntatiestage (14 credits) LMK204VN Beoordelen van omgevingskwaliteit (7 credits) LDM258VELG Basic GIS (7 credits) LML223VNLG Effecten van menselijk handelen op natuur en milieu (7 credits) LMK206VN1 Waterkwaliteit (7 credits) LMK221VNSB, LMK222VNSB Studieloopbaanbegeleiding (4 credits) Derde studiejaar major Natuur & Milieu voltijd cohort 2013 1 e semester 2 e semester Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 LMK301VE1 Dealing with environmental risks (7 credits) LMK206VN1 Waterkwaliteit (7 credits) LMK309VN1 Adviesbureau voor duurzame oplossingen (14 credits) LMK328VNST Majorstage (28 credits) LMK331VNSB, LMK332VNSB Studieloopbaanbegeleiding (4 credits) Vierde studiejaar major Natuur & Milieu voltijd cohort 2012 1 e semester 2 e semester Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Minor of keuze (28 credits) LMK428VNAO Afstudeeropdracht (28 credits) LMK441VNSB, LMK442VNSB Studieloopbaanbegeleiding (4 credits) 4. De keuzeruimte in de hoofdfase heeft een omvang van 28 credits. De keuzeruimte kan door de student ingevuld worden met minors, keuzemodules of andere programmaonderdelen. Invulling van de keuzeruimte behoeft goedkeuring van de examencommissie tenzij de student binnen de hoofdfase kiest voor de door de opleiding aangeboden minor Innovations 4 Sustainability (LMK401VN/LMK402VN). 5. Indien de student de keuzeruimte wil invullen met onderwijs buiten de opleiding dan geldt hetgeen is bepaald in artikel 5.25 van deze regeling. De examencommissie bepaalt hoeveel credits worden toegekend aan de onderwijsprestatie van de student. Artikel 4.9d Programma major Watertechnologie 1. De major Watertechnologie leidt mensen op die zich bezighouden met alle aspecten van het verbeteren van waterkwaliteit, om het geschikt te maken als drinkwater of proceswater, of om afvalwater te reinigen zodat het geloosd of hergebruikt kan worden. 2. De competenties van de major Watertechnologie zijn dezelfde als voor de bachelor opleiding. 21