DE MINISTER VAN DEFENSIE, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Vergelijkbare documenten
DE MINISTER VAN DEFENSIE, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat;

DE MINISTER VAN DEFENSIE, in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

DE MINISTER VAN DEFENSIE, het verzoek van het Defensie Helikopter Commando van 4 oktober 2012;

DE MINISTER VAN DEFENSIE, het verzoek van het Defensie Helikopter Commando van 14 december 2012;

DE MINISTER VAN DEFENSIE, het verzoek van het Defensie Helikopter Commando (DHC) van 7 juli 2016;

Beschikking. Datum: 16 mei 2019 Bestuursstaf Nummer: MLNO81/2019 Militaire Luchtvaart Autoriteit Onderwerp: Ontheffing minimum VFR-vlieghoogte

DE MINISTER VAN DEFENSIE, het verzoek van de commandant van het Defensie Helikopter Commando van 6 februari 2015;

DE MINISTER VAN DEFENSIE, in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

DE MINISTER VAN DEFENSIE, het verzoek van de commandant van de vliegbasis Leeuwarden van 13 december 2015;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

DE MINISTER VAN DEFENSIE, het verzoek van 11 Luchtmobiele Brigade van de Koninklijke Landmacht van 20 april 2016;

DE MINISTER VAN DEFENSIE, het verzoek van de commandant van het Defensie Helikopter Commando;

DE MINISTER VAN DEFENSIE, het verzoek van het hoofd van de afdeling jachtvliegtuig operaties van januari 2013;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Instelling BVG s Leeuwarden, Volkel en Vlieland

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelezen het verzoek van het Korps commandotroepen van 30 augustus 2011;

DE MINISTER VAN DEFENSIE, het verzoek van de commandant van de vliegbasis Leeuwarden van 18 oktober 2012;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Instelling bijzondere luchtverkeersgebieden Arnhem en Ede (Raven)

DE MINISTER VAN DEFENSIE, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

DE MINISTER VAN DEFENSIE, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

DE MINISTER VAN DEFENSIE, het verzoek van de commandant van de vliegbasis Leeuwarden van 12 januari 2013;

DE MINISTER VAN DEFENSIE, in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

DE MINISTER VAN DEFENSIE, het verzoek van de commandant van de vliegbasis Leeuwarden van 21 december 2015;

DE MINISTER VAN DEFENSIE, het verzoek van de commandant van de vliegbasis Leeuwarden van 31 augustus 2012;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Beschikking DE MINISTER VAN DEFENSIE, HANDELEN DE: in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat; GELEZEN:

Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende aanwijzing van een tijdelijk gebied met beperkingen TT-Assen

Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende aanwijzing van een tijdelijk gebied met beperkingen Landgraaf

Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende aanwijzing van een bijzonder luchtverkeersgebied TT Assen

Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende aanwijzing van een tijdelijk gebied met beperkingen voor Pinkpop

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

beschikking 3 1 MEI 2017 Nummer Betreft 31 MEI 2017 Inspectie Leefomgeving en Transport Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Ter bescherming van het luchtverkeer worden de volgende tijdelijke gebieden met beperkingen ingesteld:

STAATSCOURANT. Nr

STAATSCOURANT. Nr Instelling BVGs TFZ zweefvliegen. 26 maart Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Gezien het verzoek van de gemeente Utrecht en de beslissing op bezwaar van de reclamesleepvliegbranche;

B esch~kk~ng M~nisteHe vat D fen

Gelezen het verzoek van de burgemeester van de gemeente Dronten van 8 april 2019, contactpersoon: dhr. M. de Reus,

Gelet op paragraaf SERA.6005 en artikel 9 van het Besluit luchtverkeer 2014;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Gelet op artikel 5.7 van de Wet luchtvaart en artikel 56 van het Luchtverkeersreglement;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Gelezen de aanvraag van de Stichting Vliegveld Oostwold-Oldambt van 20 juli 2018;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Gelezen het verzoek om een luchtverkeersmaatregel te treffen tijdens de luchtvaartvertoning Scheveningen Light Airshow 2018 van 26 september 2018;

Gelezen het verzoek om een luchtverkeersmaatregel te treffen tijdens Meet the future Twente van het projectbureau Technology Base van 13 juni 2018;

Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende de instelling van een tijdelijk gebied met beperkingen Doenrade

DE MINISTER VAN DEFENSIE, in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Instelling BVGs TFZ zweefvliegen

Inspectie Leefomgeving en Transport Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Datum DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

ILT-2014/31227 DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende aanwijzing van een bijzonder luchtverkeersgebied TT Assen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Gelezen het verzoek van de Gooise zweefvliegclub GoZC van 26 maart 2016, contactpersoon dhr. J. Bruijning,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

besch kki ng nspectie Leefomgeving en Transport Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

ILT-2018/40882 DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Gezien het verzoek van de gemeente Utrecht en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding

Gelezen het verzoek van 7 november 2018 van het NLR, contactpersoon dhr. J.F. Boer,

Gelezen het verzoek van 13 oktober 2015 van het NLR en van Ampyx Power, contactpersoon dhr. J.F. Boer,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vergunning luchtvaartvertoning Ballonfiësta Barneveld

Ter bescherming van het luchtverkeer worden de volgende tijdelijke gebieden met beperkingen ingesteld:

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

VEILIGHEIDS REGLEMENT

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beschikking vergunning luchtvaartvertoning Friese Ballonfeesten

Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende de instelling van een tijdelijk gebied met beperkingen Texel

beschikking Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie; Gelezen het verzoek van de Gemeente Assen van 24 mei 2016;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

STAATSCOURANT. Nr

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende aanwijzing van een tijdelijk gebied met beperkingen IJsselmeer

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ november R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

Ons kenmerk Uw kenmerk Bijlagen Datum _ mei 2019

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Gelet op artikel 5.10, eerste lid, van de Wet luchtvaart en artikel 1a, derde lid, van het Luchtverkeersreglement;

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

1. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het eind van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

Inspectie Leefomgeving en Transport Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Ons kenmerk Uw kenmerk Bijlagen Datum _ november R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vergunning luchtvaartvertoning Ballon Fiësta Meerstad

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Aanwijzing bijzonder luchtverkeersgebied BVG Schiphol, BVG Lelystad en BVG Hilversum

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vergunning luchtvaartvertoning Oostwold Airshow 2017

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vergunning luchtvaartvertoning Oostwold Airshow 2019

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ maart R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie,

Transcriptie:

Onderwerp: Vrijstelling minimum VFR-vlieghoogte oefengebieden Raamsdonksveer en Leusderheide ten behoeve van de oefening Lowlands 2017-01 (tijdelijke laagvlieggebieden) DE MINISTER VAN DEFENSIE, HANDELENDE: in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu; GELEZEN: het verzoek van de commandant van het Korps commandotroepen van 7 april 2017; GELET OP: de artikelen 2, tweede lid, en 19, derde lid, van het Besluit luchtverkeer 2014; BESLUIT: Artikel 1 1. Ten behoeve van de gezamenlijke oefening Lowlands 2017-01 van het Defensie Helikopter Commando en het Korps commandotroepen worden als oefengebieden (tijdelijke laagvlieggebieden) aangewezen de gebieden Raamsdonksveer en Leusderheide, begrensd door de volgende coördinaten: Raamsdonksveer een cirkelvormig gebied met een straal van anderhalve (1,5) kilometer met als middelpunt coördinaat 51 42'48.8"N 004 54'22.9"E; het gebied ten westen van snelweg A27 is uitgezonderd van de vrijstelling (zie figuur 1); Leusderheide een cirkelvormig gebied met een straal van twee (2) nautische mijlen met als middelpunt coördinaat 52 06'22.27"N 005 20'28.78"E (zie figuur 2). 1

Figuur 1: oefengebied Raamsdonksveer Figuur 2: oefengebied Leusderheide 2. De oefengebieden (tijdelijke laagvlieggebieden), bedoeld in het eerste lid, zijn van kracht op de volgende dagen en tijdstippen: Raamsdonksveer donderdag 1 juni 2017 van 09:00 uur tot 15:00 uur lokale tijd; 2

Leusderheide woensdag 7 juni 2017 van 12:00 uur tot 23:59 uur lokale tijd. Artikel 2 1. Binnen de oefengebieden Raamsdonksveer en Leusderheide (tijdelijke laagvlieggebieden) bedraagt de toegestane minimum VFR-vlieghoogte binnen de daglichtperiode 100 voet AMSL of incidenteel zoveel lager als in verband met de opdracht noodzakelijk is. 2. Binnen het oefengebied Leusderheide (tijdelijk laagvlieggebied) bedraagt de toegestane minimum VFR-vlieghoogte buiten de daglichtperiode 300 voet AMSL of incidenteel zoveel lager als in verband met de opdracht noodzakelijk is. 3. Binnen de oefengebieden (tijdelijke laagvlieggebieden) gelden voorts de volgende regels: a. laagvliegen is alleen toegestaan voor luchtvaartuigen die deelnemen aan de oefening; b. met betrekking tot het vliegzicht en de wolkenbasis gelden de eisen voor VFR-vluchten; c. aaneengesloten bebouwing, ziekenhuizen, sanatoria en dergelijke worden vermeden; d. de vrijstelling van de minimum VFR-vlieghoogte geldt alleen voor die delen van de vlucht die voor het doel van de vlucht noodzakelijk zijn. Artikel 3 Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 juni 2017 en vervalt met ingang van 8 juni 2017. Deze beschikking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en zal tevens bekend worden gemaakt door middel van een NOTAM. DE MINISTER VAN DEFENSIE, voor deze: DE DIRECTEUR MILITAIRE LUCHTVAART AUTORITEIT, w.g. S.H.P.M. Pellemans, Kolonel-vlieger 3

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), binnen 6 weken na de dag waarop deze beschikking is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Minister van Defensie, Dienstencentrum Juridische Dienstverlening, ter attentie van de Commissie advisering bezwaarschriften Defensie, Postbus 90004, 3509 AA Utrecht. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht; de gronden van het bezwaar. Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend. 4

TOELICHTING In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat militaire helikopters boven gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen, dan wel boven mensenverzamelingen een hoogte van ten minste 210 meter (700 voet) boven de hoogste hindernis gelegen binnen een afstand van 600 meter van het luchtvaartuig dienen aan te houden en elders ten minste 50 meter (150 voet) boven grond of water. Tijdens de oefening Lowlands 2017-01 oefenen vliegers van het Defensie Helikopter Commando (DHC) samen met eenheden van het Korps commandotroepen. De oefening zal zowel bij daglicht als buiten de daglichtperiode worden uitgevoerd. Teneinde deze oefening mogelijk te maken wordt voor de aan de oefening deelnemende gezagvoerders van het DHC binnen de nader aangewezen oefengebieden (tijdelijke laagvlieggebieden) vrijstelling verleend van de vigerende minimum VFR-vlieghoogte. Gelijk de vrijstelling, vervat in artikel 7 van de Regeling minimum VFR-vlieghoogten en VFR-vluchten buiten de daglichtperiode voor militaire vliegtuigen en helikopters (hierna: de regeling), mag, indien door militaire helikopters, behorende tot of in gebruik bij de Nederlandse en bondgenootschappelijke strijdkrachten, wordt geoefend in het kader van operaties met niet-vliegende eenheden, zo laag worden gevlogen als voor het doel van de vlucht noodzakelijk is. Dit betekent dat niet continu laag wordt gevlogen. Voor VFR-vluchten buiten de daglichtperiode geldt overeenkomstig artikel 10, bezien in samenhang met artikel 12 van de regeling, dat militaire helikopters boven gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen, dan wel mensenverzamelingen een hoogte van ten minste 210 meter (700 voet) boven de hoogste hindernis gelegen binnen een afstand van 600 meter van de helikopter dienen aan te houden en elders, buiten de gebieden, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de regeling, ten minste 100 meter (300 voet) boven grond of water of zoveel lager als voor het doel van de vlucht noodzakelijk is. Indien buiten de daglichtperiode wordt gevlogen, worden aanvliegroute en hoogte zodanig gekozen dat vermijdbare geluidhinder zoveel mogelijk wordt voorkomen. Tot slot zij opgemerkt dat binnen de tijdelijke laagvlieggebieden, genoemd in artikel 1, overeenkomstig de artikelen 10a, eerste lid, aanhef en onder b, juncto 15aa, eerste lid, aanhef en onder b, van de Regeling op afstand bestuurde luchtvaartuigen voor op afstand bestuurde luchtvaartuigen geldt dat de vlucht wordt uitgevoerd tot een hoogte van maximaal 40 meter (131 voet) boven de grond of het water. Voor vluchten met modelvliegtuigen binnen de voornoemde gebieden geldt overeenkomstig artikel 2, aanhef en onder h, onder 2, van de Regeling modelvliegen dat vluchten zijn toegestaan tot een hoogte van maximaal 120 meter boven de grond of het water in luchtruim met klasse G, mits iemand met de bestuurder van het modelluchtvaartuig meekijkt om deze te kunnen waarschuwen voor luchtvaartuigen. 5