EMISSIE ONDERZOEK BIJ KOMECO IN KETELHAVEN. Meetrapport van 12 mei en 20 juli 2011



Vergelijkbare documenten
ALLEEN VOOR INTERN GEBRUIK

Geurverwijderingsrendementsmeting aan de Aeroxinstallatie van de centrale schoorsteen

Postbus AC Goes

Stikstofoxiden NO x. Periodieke metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste

Rapportage van emissiemetingen

Geuronderzoek Omrin REC. OMRR12B1, september 2012 PRA Odournet bv

Meetmethoden en meetfrequenties per luchtwasser

Facultatieve Technologies BV Emissieonderzoek 2006 Crematorium Rhijnhof, Leiden

GEURONDERZOEK BIJ IJZERGIETERIJ DE GLOBE B.V. TE HOENSBROEK. Emissiemetingen en verspreidingsberekeningen. November 2005

Gasvormige componenten, Absorptie-emissiemetingen naar HCl, HF, NH 3. en SO 2. Periodieke metingen

Kooldioxide CO 2. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de vaststelling van kooldioxide in de emissies

Ammoniakemissiemetingen aan de drie fases van het kweken van substraat ten behoeve van de oesterzwammenteelt

Zuurstof O 2. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de monsterneming en meting van zuurstof

Organische koolstoffen C x. (continue FID) H y. Periodieke metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste

Zware metalen en Hg. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de monsterneming van de totale emissie van

Bureau Milieumetingen

Koolmonoxide CO. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de vaststelling van koolmonoxide in de emissies

schoorsteen van de Reststoffen Energie Centrale B.V.

Bepaling van het stofgehalte in een gaskanaal

Gassnelheid en volume metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de meting voor gassnelheid en volume

Gericht op de toekomst. Stikstofoxiden. Praktische toepassing van meten van NO x

Vocht. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de meting van vocht binnen de VKL.

Bepaling van het stofgehalte in een gaskanaal

Dioxines Periodieke metingen

Bepaling van de stofvormige fractie van metalen in een gaskanaal

Bepaling van het totale gehalte (som van de stofvormige- en gasvormige fractie) aan metalen in een gaskanaal

Blanco- en doorslagbepalingen. Deze code van goede meetpraktijk geeft een richtlijn. voor het gebruik van blanco- en doorslagbepalingen van

Regeling meetmethoden verbranden afvalstoffen

Samenvatting Validatie meetmethodieken biogas

R. Holtkamp. Ankersmid Process Tel:

Bepaling van de concentratie PER (tetrachlooretheen) in de lucht van textielreinigingsmachines die gebruikmaken van PER als reinigingsmiddel

AFDELING VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES

Toezicht lucht in het Activiteitenbesluit. Rommy Ytsma (InfoMil) 11 februari 2016

Omrin. Geurmetingen afzuiging scheidingshal. januari 2015

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

- rapport - Geurmetingen bij KOMECO BV te Dronten, in opdracht van Provincie Flevoland.

Onderzoek naar de luchtkwaliteit ter hoogte van de parkeerplaats Julianastraat te Moerdijk.

Geuronderzoek aan diverse stookinstallaties bij de RWZI Utrecht. HDSR11A1, oktober 2011 PRA Odournet bv

Bijlage F Voorbeelden bepalingsprotocollen. Monitoringsprotocol voor bepaling van de VOS-emissies door puntbronnen in de chemie

Implementatie NEN-EN Emissie stationaire bronnen - Kwaliteitsborging van automatische meetsystemen. Achtergronddocument

Updates t.o.v. Ministerieel goedgekeurde versie van april 2017

LABS contactdag 24 november Debietnorm EN-ISO :2013 Handmatige referentiemethode

Albemarle Catalysts Company B.V. emissiemetingen HPC en FCC 1 e kwartaal 2014

- rapport - FUMO. Meetresultaten emissiemetingen uitgevoerd bij REC Harlingen. 15 en 16 juli 2014

11/10/2010. Meetonzekerheidsberekening op de gasgeneratie bij ringtesten W. Swaans Werkgroep Lucht 1/10/2010

Memo Meetonzekerheid bij continue metingen - Bepaling meetonzekerheid en correctie van gemiddelden

Parallelmetingen KBN-2 en JC metingen HCl Omrin, REC Harlingen

Antwoord: Ja, onder bepaalde weersomstandigheden zal de pluim zichtbaar zijn als gevolg van waterdamp in de rook.

Raad voor Accreditatie (RvA) Specifiek Accreditatie- Protocol (SAP) voor Luchtemissiemetingen

NOx-emissiemeting conform SCIOS protocol

Regeling meetmethoden emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A 2005

Thielco Staalindustrie BV - Emissieonderzoek NO 2, stof en zink. Metingen in het kader van de verandervergunning

Beaphar geuronderzoek 2010

Bepaling van de concentratie van gasvormige fluoriden in een afgaskanaal, uitgedrukt als HF

Bijlage I: Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening Definitiebepalingen

Onderzoek naar de luchtkwaliteit aan de A2 ter hoogte van de nieuwe wijk In Goede Aarde te Boxtel.

Meetonzekerheid. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de vaststelling van meetonzekerheden binnen

BIJLAGE V. Technische bepalingen inzake stookinstallaties. Deel 1. Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

NEN-EN Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij het toepassen van de NEN-EN 15259:

Versie 5 Werkinstructie Januari 2010

JAARRAPPORTAGE CONCENTRATIEMETINGEN STIKSTOFDIOXIDE NIEUWEGEIN 2012

Wesselseweg PA Barneveld

Luchtkwaliteit monitoring in Alblasserdam. Eerste kwartaal 2014

PEMS KWALITEIT EISEN. Predictive Emission Monitoring Systems

6 Projectinformatie: Rotterdam (Wassende Weg) nat reinigen

Overzicht aanpassingen aan het LUC

Kenniscentrum InfoMil Begrippenlijst

Mac-Solar Stralingsmeter (SLM18c-2) met geïntegreerde sensor, energierendement van zonne-installaties

Continu Emissie Meet Systemen (CEMS) waarom wat hoe. BSG avond Gasanalyse Anjo Ennen - Service Manager

Botlek Studie Groep. Thema Gasanalyse Basics of.stofmetingen. 7 april 2016

Meten is weten als je weet wat je meet

Reststoffen Energie Centrale - Emissiemetingen eerste sessie 2015

12/11/2012 Rendementsbepaling NH 3 -verwijdering van luchtwassers bij stalsystemen G. Otten, W. Swaans

KLOOSTERDIJK 13 AALTEN

Geuremissiemetingen bij OOC T2 te Oss. OOCT18A3, maart 2018 Olfasense B.V.

MEETRAPPORT GEUR- EN AMMONIAKMETINGEN UPCYCLING GEMERT B.V., 3 OKTOBER 2016 UPCYCLING GEMERT B.V. IN OPDRACHT VAN: EZGE Pagina 1 van 27

van Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Team Metingen en Onderzoek

Alles wat bijdraagt of afbreuk zou kunnen doen aan de productkwaliteit of het proces CLEANROOMVALIDATIE DOEL & METHODE

DieselMotorEmissie. Marc Lurvink, Arbeidshygiënist RAH. In samenwerking met. rps.nl 1

Alles wat bijdraagt of afbreuk zou kunnen doen aan de productkwaliteit of het proces CLEANROOMVALIDATIE DOEL & METHODE

5. Herleiding van meetgegevens

In opdracht van: P.A. Burgos Ministerie van Gezondheid, Milieu en Natuur Klein Kwartier 33 Willemstad Curaçao

Onderzoek luchtkwaliteit parkeerterrein Hoorn. Onderzoek luchtkwaliteit parkeerterrein stadsstrand Hoorn

ONTWERPPROCEDURE LUC/0/001 MEETPLAATS IN HET GASKANAAL

25/11/2014 Omgang met afwijkingen van meetopeningen en meetplatform W. Swaans, G. Otten, G. Lenaers

Bijlage I. Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening. Definitiebepalingen

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B

Emissiemetingen Omrin, REC 2e meetsessie na opstart 2011

Stofemissiemetingen Periodieke metingen

Waterschap Zuiderzeeland. Geuronderzoek rwzi Dronten augustus, september 2014

Gelijkwaardigheid van niet-geaccrediteerde laboratoria (conform NEN-EN ISO/IEC 17025)

RAPPORTAGE BETREFFENDE EMISSIEMETINGEN AAN DE SCHOORSTEEN SESSIE OMRIN

GEURBELASTING VEEHOUDERIJEN OP LOCATIE HET MEER IJSSELMUIDEN

Bepaling van water in een gasstroom

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Derde kwartaalverslag 2014

Transcriptie:

EMISSIE ONDERZOEK BIJ KOMECO IN KETELHAVEN Meetrapport van 12 mei en 20 juli 2011 Rapportnummer: BL2011.5799.01-V01

EMISSIE ONDERZOEK BIJ KOMECO IN KETELHAVEN Meetrapport van 12 mei en 20 juli 2011 Rapportnummer: BL2011.5799.01-V01 Nude 54 6702 DN Wageningen telefoon 017 466699 fax 017 426111 email info@buroblauw.nl internet www.buroblauw.nl

Pagina 2 van 68 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 2. OPZET ONDERZOEK... 4 2.1 Meetplan... 4 2.2 Meetmethoden... 4 2. Meetonnauwkeurigheid... 6 2.4 Wm-vergunning... 7. MEETLOCATIE... 8.1 Meetomstandigheden... 8.2 Meetposities... 8. Procesinstallatie... 9 4. MEETRESULTATEN... 10 4.1 Inleiding... 10 4.2 Productieomstandigheden... 10 4. Beoordeling meetpositie... 11 4.4 Debiet... 11 4.5 Resultaten rookgascomponenten... 12 4.6 Geurconcentratie en geuremissie... 1 4.7 Totaalstof... 14 4.8 Ammoniak... 15 4.9 Fijnstof... 15 5. Toetsing aan de vergunningseisen... 16 5.1 Inleiding... 16 5.2 Resultaat toetsing... 16 6. CONCLUSIES... 17 BIJLAGEN... 18 A. Meetmethode stikstofoxiden... 19 B. Meetmethode zwaveldioxide... 22 C. Meetsysteem rookgassen... 24 D. Meet- en rekenmethode geur in afgaskanalen... 25 E. Meet- en rekenmethode totaalstof in afgaskanalen... 27 F. Meetmethode ammoniak... 29 G. Meetmethode fijnstof in afgaskanalen... 0 H. Gedetailleerde meetgegevens rookgassen... 1 I. Gedetailleerde meetgegevens geur... 2 J. Gedetailleerde meetgegevens totaalstof... K. Gedetailleerde meetgegevens ammoniak... 4 L. Gedetailleerde meetgegevens fijnstof... 5 M. Certificaten kalibratiegassen... 6 N. Certificaten geuranalyse... 9 O. Certificaten gravimetrische analyse... 41 P. Gedetailleerde procesgegevens Komeco 12-5-2011... 45 Q. Gedetailleerde procesgegevens Komeco 20-7-2011... 52 R. Meet- en rekenmethode afgaskarakteristieken... 64 S. Certificaten ammoniakanalyse... 65 COLOFON... 68

Pagina van 68 1. INLEIDING Buro Blauw heeft in opdracht van Komeco in Ketelhaven een emissie onderzoek uitgevoerd. Bij Komeco worden mestkorrels geproduceerd. In dit rapport wordt het bedrijf aangeduid als Komeco. Aanleiding voor het onderzoek is de opgenomen meetverplichting in de milieuvergunning van Komeco. Het doel van het onderzoek is het kwantificeren van de emissie van geur, totaalstof, ammoniak, stikstofoxiden, zwaveldioxide en fijnstof van de centrale schoorsteen van het bedrijf tijdens het drogen van mest met de Torbed brander en de tunneldroger. De rookgasmetingen (NO x, SO 2 ) zijn uitgevoerd op donderdag 12 mei 2011, de overige emissiemetingen zijn uitgevoerd op donderdag 20 juli 2011. Op donderdag 12 mei 2011 waren de weersomstandigheden lange tijd te slecht om metingen in een hijsbakje te kunnen uitvoeren. Pas laat op de dag konden de rookgasmetingen worden uitgevoerd. Leeswijzer: In dit rapport worden de onderzoeksresultaten gepresenteerd. In hoofdstuk 2 wordt de opzet van het onderzoek gegeven en worden de meetmethoden beschreven. In hoofdstuk wordt ingegaan op de meetlocatie en de meetomstandigheden. In hoofdstuk 4 worden de meetresultaten gepresenteerd. In hoofdstuk 5 worden de gemeten waarden getoetst aan de vigerende eisen. In hoofdstuk 6 tenslotte worden de conclusies van het geuronderzoek geformuleerd. In de bijlagen wordt gedetailleerd ingegaan op diverse aspecten van het emissie onderzoek.

Pagina 4 van 68 2. OPZET ONDERZOEK 2.1 Meetplan Het meetplan bestond uit het uitvoeren van emissiemetingen in de centrale schoorsteen van het bedrijf. De metingen zijn met uitzondering van fijnstof in drievoud uitgevoerd met een minimale meetduur per enkelvoudige meting van tenminste 0 minuten. Tabel 2.1 geeft een overzicht van het meetplan. Tabel 2.1 Meetplan Nr. Bron Uitvoering Meetpositie 1 Centrale schoorsteen Monstername NO X en SO 2 in -voud In hijsbakje nabij meetopeningen Monstername geur in -voud Monstername totaalstof in -voud Monstername NH in -voud Monstername fijnstof in enkelvoud 2.2 Meetmethoden De Raad voor Accreditatie heeft Buro Blauw B.V. met ingang van 28 juli 2004 de accreditatie verleend voor de uitvoering van verschillende verrichtingen door de meetdienst conform NEN-EN-ISO/IEC 17025 (nl) (2000), Algemene eisen voor de competentie van beproevings- en kalibratielaboratoria. Als aanvulling hierop zijn de norm NPR CEN/TS 15675 (2007), Measurements of stationairy source emissions Application of EN ISO/IEC 17025: 2005 to periodic measurements en de norm NEN-EN 15259 (2007), Measurement of stationary source emissions Requirements for measurement sections and sites and for the measurement objective, plan and report van toepassing op de accreditatie. Buro Blauw staat geregistreerd onder nummer L400. Tabel 2.2 geeft een overzicht van de toegepaste meetmethoden in dit onderzoek.

Pagina 5 van 68 Tabel 2.2 Meetmethoden Bepaling Verrichting Norm Accreditatie 1 Bijlage Afgaskarakteristieken Afgassnelheid, temperatuur, druk, vochtgehalte en debiet ISO 10780 Q R Monstername geur Bemonstering in nalofaan gaszak met dynamische verdunner of longmethode conform Handleiding Meten en Rekenen geur NEN-EN 1725 Q D Analyse geur Olfactometrie NEN-EN 1725 Q D Monstername totaalstof Gravimetrische analyse stof Monstername NH Bepaling stikstofoxiden Bepaling zwaveldioxiden Monstername op vlakfilter met behulp van pompkast NEN-EN 1284-1 Q E Gravimetrische bepaling stoffilter NEN-EN 1284-1 Q E Bemonstering over gaswasflessen met NEN 2826 Q F absorptievloeistof gevolgd door analyse door geaccrediteerd extern laboratorium Bemonstering via verwarmd filter, conditioneringsunit en analyse met gasmonitor (chemoluminescentie) Bemonstering via verwarmd filter, conditioneringsunit en analyse met gasmonitor (ultraviolet) Monstername fijnstof Monstername op impactor voor deeltjes < 10 um Gravimetrische Gravimetrische bepaling analyse fijnstof stoffilter NEN-EN 14792 Q A NEN-ISO 795 Q B VDI 2066, part 5 - G VDI 2066, part 5-1: De met Q gemerkte verrichtingen zijn geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie Een toelichting op de diverse meetmethoden staat in de bijlagen vermeld. De geuranalyses zijn in het geacrediteerde eigen geurlaboratorium uitgevoerd. De analyse van de ammoniakmonsters zijn in het geaccrediteerde extern labaratorium AL-west uitgevoerd. Buro Blauw B.V. is lid van de Vereniging Kwaliteit Lucht. Deze vereniging zet zich in voor een permanente ontwikkeling en borging van een goede kwaliteit van luchtmetingen en bestaat uit vooraanstaande meet- en inspectie-instanties in Nederland.

Pagina 6 van 68 2. Meetonnauwkeurigheid Volgens de Nederlandse Emissie Richtlijnen (NeR) dient voor de toetsing aan de emissieeisen, de meetwaarden gecorrigeerd te worden voor de onnauwkeurigheid van de meetmethode. De onnauwkeurigheid wordt ten gunste van het bedrijf toegepast. Dit betekent dat de meetwaarden verminderd worden met de onnauwkeurigheid van de meting. Een afzonderlijke meting bestaat uit een serie onafhankelijke deelmetingen. Een deelmeting omvat een enkele monstername. De bemonsteringsduur van iedere deelmeting dient in principe een half uur te bedragen. Als maat voor de onnauwkeurigheid van de meetmethode wordt het tweezijdig 95% betrouwbaarheidsinterval (BI) van de meetmethodiek gehanteerd. De meetonnauwkeurigheid moet worden ontleend aan het genormaliseerde meetvoorschrift. (.7.4. NeR). Bij afzonderlijke metingen dient het resultaat van alle afzonderlijke metingen lager te zijn dan de in de vergunning gestelde emissie-eis. Voor het toetsen van afzonderlijke metingen worden de resultaten van de deelmetingen gemiddeld. Het gemiddelde geldt als het resultaat van de afzonderlijke meting. Tabel 2. geeft een overzicht van de totale onnauwkeurigheden van de meetmethoden bij een betrouwbaarheid van 95%. Als het resultaat van de meting verminderd met de meetonzekerheid van de meetmethode de emissie-eis niet te boven gaat, is aan de emissie-eis voldaan.(.7.5. NeR). Tabel 2. Onnauwkeurigheid meetmethoden Meetmethode Vereiste onnauwkeurigheid (tweezijdig 95% BI) Onnauwkeurigheid meetsysteem (tweezijdig 95% BI) Debiet 20 % 10 % Geurmonsterneming en -analyse factor 2 factor 1,8 Totaalstofmonstername en -analyse 0 % van ELV 1 2 % Bepaling NH 20 % 11 % Bepaling stikstofoxiden 20% van ELV 1 % Bepaling zwaveldioxiden 20% van ELV 1 18 % Fijnstof - - 1 ELV = Emission Limit Value

Pagina 7 van 68 2.4 Wm-vergunning Aan de vigerende Wm-vergunning zijn de volgende relevante voorschriften verbonden: De geuremmissie van de centrale schoorsteen mag de waarde van 2015 Mou E /uur niet overschrijden. De totaalstofemissie van de centrale schoorsteen mag de waarde van 10 mg/m o niet overschrijden. De ammoniakemissie van de centrale schoorsteen mag de waarde van 5 mg/m o niet overschrijden. De stikstofoxide en zwaveldioxide emissie van de centrale schoorsteen mag de waarde van 200 mg/m o niet overschrijden. Voor fijnstof is geen emissie eis in de vergunning opgenomen.

Pagina 8 van 68. MEETLOCATIE.1 Meetomstandigheden De rookgasmetingen (NO x, SO 2 ) zijn uitgevoerd op donderdag 12 mei 2011, de overige emissiemetingen zijn uitgevoerd op donderdag 20 juli 2011. Tijdens de uitvoering van de metingen was sprake van normale bedrijfsactiviteiten. Er hebben zich tijdens de uitvoering van de metingen geen storingen voorgedaan die de metingen negatief hebben kunnen beïnvloeden. Opgemerkt wordt dat door de omstandigheden van het meten in een hijsbakje het meten over verschillende meetassen bemoeilijkt wordt. Door de medewerkers van de meetdienst is waar mogelijk de verschillende meetpunten op de meetassen bij benadering gehanteerd..2 Meetposities De meetpunten in de schoorsteen zijn bereikbaar gemaakt door een hoogwerker met een hijsbak. De monstername-apparatuur is in de hijsbak geplaatst en met de medewerkers van de meetdienst van Buro Blauw langs de schoorsteen gehangen. Afbeelding.1 toont een overzicht van de meetlocatie Meetlocatie Figuur.1 Afbeelding van de meetlocatie Het meetvlak bevond zich ca. 5 meter voor de vrije uitstroomopening. Het afvoerkanaal ter hoogte van de meetlocatie had een diameter van 1,2 meter. De metingen zijn uitgevoerd op twee haaks op elkaar gelegen meetassen. Traversemetingen van de luchtsnelheid en de temperatuur zijn op verschillende afstanden van de wand op beide meetassen uitgevoerd.

Pagina 9 van 68 Figuur.2 toont de positie van de traversemetingen van de leiding. 1 2 7 8 9 4 5 6 1 10 11 Meetpunt Afstand vanaf de wand [cm] 1 / 7/ 6 / 12 5 2 / 8/ 5/ 11 18 / 9 / 4 / 10 6 Diameter 120 12 Figuur.2 Schematisch overzicht van het meetvlak met de verdeling van de traversepunten. Procesinstallatie Figuur. toont een overzicht van de procesinstallatie van Komeco. Figuur. Procesinstallatie overzicht Komeco In de bijlagen wordt gedetailleerd ingegaan op de procesomstandigheden.

Pagina 10 van 68 4. MEETRESULTATEN 4.1 Inleiding Tabel 4.1 geeft een overzicht van de tijdsindeling van de verschillende metingen. Het vaststellen van de afgaskarakteristieken is tijdens de totaalstofmetingen uitgevoerd. Tabel 4.1 Tijdsindeling van de uitgevoerde metingen Nr. Omschrijving Deelnr. Datum Start Eind Monstercode [dd-mm-jjjj] [uur] [uur] 1 Rookgassen 1.1 12-05-2011 21:20 21:50-1.2 22:15 22:45-1. 22:45 2:15-2 Geur 2.1 20-07-2011 15:22 15:9 2011LO-110-245 2.2 15:44 16:04 2011LO-110-95 2. 16:05 16:25 2011LO-110-270 Totaalstof.1 20-07-2011 12:16 12:52 2011-21.2 1:18 1:48 2011-214. 1:55 14:25 2011-215 4 Ammoniak 4.1 20-07-2011 12:1 12:49 AI + AII & AIII 4.2 1:15 1:46 BI + BII & BIII 4. 1:52 14:22 CI + CII & CIII 5 Fijnstof 5.1 20-07-2011 15:25 15:55 2011-185 2011-207 Tijdens de uitvoering van de metingen hebben zich geen storingen in het productieproces en geen storingen bij de uitvoering van de metingen voorgedaan. De geurmetingen zijn in verband met de moeilijke meetomstandigheden (hijsbakje tegen schoorsteen) en de fragiliteit van de monsters met een kortere meetduur uitgevoerd. 4.2 Productieomstandigheden Volgens opgave van het bedrijf is er onder normale omstandigheden geproduceerd. De metingen zijn in overleg met de operator uitgevoerd. Tijdens de uitvoering van de metingen is, zo veel als procestechnisch mogelijk is, continue geproduceerd. In bijlage P en Q wordt gedetailleerd ingegaan op de procesomstandigheden

Pagina 11 van 68 4. Beoordeling meetpositie Om na te gaan of het meetvlak voldoet aan de randvoorwaarden die in ISO 10780 voor debietmetingen worden gesteld zijn temperatuur- en luchtsnelheidsmetingen uitgevoerd. De criteria voor ongestoorde profielen voor debietmetingen zijn in bijlage R gegeven. De meetvlakbeoordeling voor gasvormige componenten is uitgevoerd conform NEN-EN 15259 Air quality Measurement of stationary source emissions Requirements for measurement sections and sites and for the measurement objective, plan and report. De beoordeling van het meetvlak is een essentieel onderdeel van de meting. De resultaten van de beoordeling van het meetvlak staan in bijlage I vermeld. Een beoordeling van het meetvlak met eventuele afwijkingen van de norm staan in tabel 4. vermeld. Een afwijking van de norm betekent niet dat de meting verkeerd is uitgevoerd maar dat voor deze meting een grotere meetfout moet worden gehanteerd dan de 5% die in de norm ISO 10780 onder ideale omstandigheden bereikt kan worden. Tabel 4. Samenvatting beoordeling meetvlakken Nr. Bronomschrijving Afwijkingen van de norm 1 Centrale schoorsteen Aanwezigheid luchtsnelheidprofiel De metingen zijn uitgevoerd op de meest geschikte en voor handen zijnde meetposities. De meetonzekerheid voor de uitvoering van debietmetingen conform ISO 10780 bedraagt minder dan 5% indien aan alle randvoorwaarden in de norm wordt voldaan. In de praktijk wordt een hogere meetonzekerheid gehanteerd van maximaal 20%. 4.4 Debiet De waarden van de debietmetingen voorafgaand aan de geurmetingen zijn in tabel 4.4 weergegeven. In de tabel worden afgeronde waarden gegeven. De berekeningen zijn met niet afgeronde waarden uitgevoerd. De gedetailleerde meetgegevens staan in bijlage I. Tabel 4.4 Resultaten van de debietmetingen voorafgaand aan geurmetingen Kanaal Nr. Opp. 1 Temp. [ o C] Vocht [g/m o ] Druk 2 [hpa] Snelheid [m/s] Debiet [m /u] Debiet 4 [m /u] 20 Centrale schoorsteen 1A 1,11 9,0 5 1004,6 10,0 40900 8000 1B 1,11 9,0 5 1004,6 10,4 42200 9200 1C 1,11 9,0 48 1004,7 10,2 41500 8600 Gemiddeld 1 1,11 9,0 51 1004,6 10,2 41500 8600 1: Het gemeten oppervlak in het meetvlak 2: Sommatie van absolute druk en statische druk : Onder bedrijfsomstandigheden 4: Onder gestandaardiseerde omstandigheden (29 K; 101, kpa; vochtig) ten behoeve van geurmetingen, de index 20 heeft betrekking op de referentietemperatuur van 29 K.

Pagina 12 van 68 De waarden van de debietmetingen tijdens de stofmetingen zijn in tabel 4.5 weergegeven. In de tabel worden afgeronde waarden gegeven. De berekeningen zijn met niet afgeronde waarden uitgevoerd. De gedetailleerde meetgegevens staan in bijlage I. Tabel 4.5 Resultaten van de debietmetingen tijdens de totaalstofmetingen Kanaal Nr. Opp. 1 Temp. [ o C] Vocht [g/m o ] Druk 2 [hpa] Snelheid [m/s] Debiet [m /u] Debiet 4 [m 0 /u] Centrale schoorsteen 1A 1,11 7,8 42 100,9 11,1 45000 7200 1B 1,11 2,1 29 100,9 12,4 50400 4100 1C 1,11 2,9 2 100,9 11, 45900 9000 Gemiddeld 1 1,11 4, 4 100,9 11,6 47100 9800 1: Het gemeten oppervlak in het meetvlak 2: Sommatie van absolute druk en statische druk : Onder bedrijfsomstandigheden 4: Onder genormaliseerde omstandigheden (27 K; 101, kpa; droog) ten behoeve van totaalstofmetingen, 4.5 Resultaten rookgascomponenten De NO x concentratie is berekend als NO 2. De NO x -metingen zijn uitgevoerd met een NO x - monitor met een convertor efficiency van 91 %. De convertor-efficiency is op de meetdag gecontroleerd. De handelswijze aangaande de convertor-efficiency is in bijlage A beschreven. In de volgende tabellen worden de meetresultaten gegeven. In tabel 4.6 worden de resultaten van de rookgasconcentratie bij actueel zuurstof gegeven. In tabel 4.7 worden de rookgasemissie gegeven bij actueel zuurstof. De rookgasemissie is berekend uit de gemeten concentratie en het gemeten debiet. Tabel 4.6 Resultaten van rookgasconcentratiemetingen bij actueel zuurstof Meting [-] Stoichiometrie droog Rookgasvolume [m o /m o ] Zuurstof [vol%] NO 2 Actueel O 2 [mg/m o ] SO 2 Actueel O 2 [mg/m o ] 1a 7,7055 20, 206 1 1b 7,7055 20, 187 1 1c 7,7055 20,1 20 2 1 20,2 199 1 Tijdens de metingen op 12 mei 2011 zijn de afgaskarakteristieken in enkelvoud bepaald.

Pagina 1 van 68 Tabel 4.7 Resultaten van de rookgasemissie bij actueel zuurstof van de centrale schoorsteen Meting Debiet NO 2 SO 2 [-] [m o /uur] Actueel O 2 [g/uur] Actueel O 2 [g/uur] 1a 27800 5709 20 1b 5186 29 1c 5646 5 1 27800 5514 4 Uit tabel 4.7 blijkt dat de gemiddeld gemeten NO 2 emissie 5514 g/uur bedraagt. De gemiddeld gemeten SO 2 emissie bedraagt 4 g/uur. 4.6 Geurconcentratie en geuremissie De geurconcentraties in het afgaskanaal zijn in het geurlaboratorium bepaald. In tabel 4.8 zijn de geuremissieresultaten gegeven van de centrale schoorsteen. In de tabel is de geurconcentratie geometrisch gemiddeld. De gedetailleerde meetgegevens staan in bijlage I. De certificaten van de geuremissiemetingen staan in bijlage N vermeld. De geuremissie is met niet afgeronde getallen berekend als het product van de geometrisch gemiddelde geurconcentratie en het gemiddeld gemeten debiet. In tabel 4.8 zijn de meetwaarden niet gecorrigeerd voor de meetfout. Tabel 4.8 Meetresultaten van de geuremissie van de centrale schoorsteen Nr. Omschrijving Debiet [m /u] 20 Geurconcentratie (incl. voorverdunning) [ou E /m ] Geuremissie [Mou E /u] 2.1 Centrale schoorsteen 8000 42000 1600 2.2 9200 169000 6640 2. 8600 150000 5800 2 Gemiddeld 8600 102000 950 Uit tabel 4.8 blijkt dat de gemiddeld gemeten geuremissie 950 Mou E /u bedraagt.

Pagina 14 van 68 4.7 Totaalstof In tabel 4.9 staan per deelmeting de resultaten van de totale massa in mg, het monstervolume in m o en de concentratie in mg/m o vermeld. De gedetailleerde meetgegevens staan in bijlage J. De certificaten van de stofwegingen staan in bijlage O vermeld. In tabel 4.9 zijn de meetwaarden niet gecorrigeerd voor de meetfout. Tabel 4.9 Resultaten totaalstofconcentratiemetingen (categorie S) Nr. Omschrijving Filtercode Start [uur] Eind [uur] Massa [mg] Volume [m o ] Concentratie [mg/m o ].1 Centrale schoorsteen 2011-21 12:16 12:52 47,90 1,088 44,0.2 2011-214 1:18 1:48 15,8 0,981 15,7. 2011-215 1:55 14:25 26,09 0,860 0, Veldblanco 2011-216 <0,02 0,976 <0,02 Gemiddelde 0,0 De gemeten concentratie van de veldblanco bedraagt minder dan 10% van de grenswaarde. Daarmee voldoet de stofmeting aan de eisen die worden gesteld ten aanzien van de veldblanco. Uit de resultaten van tabel 4.5 (debiet) en tabel 4.9 (concentratie) wordt in tabel 4.10 het resultaat van de totaalstofemissie vermeld. In tabel 4.10 wordt de emissie van de gemeten waarden gegeven. De stofemissie is met niet afgeronde getallen berekend als het product van de gemiddelde stofconcentratie en het gemiddeld gemeten debiet. In tabel 4.10 zijn de meetwaarden niet gecorrigeerd voor de meetfout. Tabel 4.10 Resultaten totaalstofemissie (categorie S) Omschrijving Nr. Concentratie [mg/m o ] Debiet [m o /u] Emissie Centrale schoorsteen.1 44,0 7200 1640 [g/u].2 15,7 4100 676. 0, 9000 1184 Gemiddeld. 0,0 9800 1167 Uit de meetresultaten van tabel 4.9 en 4.10 volgt een stofconcentratie van gemiddeld 0 mg/m o. Uitgaande van een gemiddeld gemeten debiet van 9800 m o /uur wordt een emissievracht van 1,2 kg/uur berekend.

Pagina 15 van 68 4.8 Ammoniak In tabel 4.11 staan per deelmeting de ammoniakconcentratie in mg/m o vermeld. De gedetailleerde meetgegevens staan in bijlage K. De certificaten van de analyse staan in bijlage S vermeld. De ammoniakconcentratie heeft betrekking op het actuele zuurstofpercentage. In tabel 4.11 zijn de meetwaarden niet gecorrigeerd voor de meetfout. Tabel 4.11 Resultaten ammoniakconcentratiemetingen (categorie ga) Nr. Omschrijving Monstercode Concentratie ammoniak [mg/m o ] 4.1 Centrale schoorsteen AI + AII & AIII 81,1 4.2 BI + BII & BIII 5,5 4. CI + CII & CIII 45,8 4 Gemiddeld - 44,1 Uit de meetresultaten van tabel 4.11 volgt een gemiddelde ammoniak concentratie van 44 mg/m o. Zowel bij de totaalstof metingen als de ammoniak metingen valt op dat er een trend in de deelmetingen zit. Wellicht dat de trommeldroger om veiligheidsredenen tijdens de tweede deelmeting minder belast is om oververhitting tegen te gaan. Dit is een regelmatig voorkomende ingreep welke inherent is aan het type procesinstallatie. 4.9 Fijnstof In tabel 4.12 staan per deelmeting de resultaten van de totale massa in mg, het monstervolume in m o en de concentratie in mg/m o van de verschillende stoffracties vermeld. De meting is in enkelvoud uitgevoerd. De gedetailleerde meetgegevens staan in bijlage L. De certificaten van de stofwegingen staan in bijlage O vermeld. In tabel 4.12 zijn de meetwaarden niet gecorrigeerd voor de meetfout. Tabel 4.12 Resultaten fijnstofconcentratiemetingen centrale schoorsteen Nr. Omschrijving Filtercode Start [uur] Eind [uur] Massa [mg] Volume [m o ] Concentratie [mg/m o ] 5.1a PM 10-2,5 2011-185 15:25 15:55 1,77 1,209 11,4 5.1b < PM 2,5 2011-207 15:25 15:55 4,64 1,209 28,7 Uit tabel 4.12 volgt dat de PM10 concentratie in de centrale schoorsteen 40,1 mg/m o bedraagt. De gemeten PM2,5 concentratie bedraagt 28,7 mg/m o.

Pagina 16 van 68 5. TOETSING AAN DE VERGUNNINGSEISEN 5.1 Inleiding De Nederlandse emissie Richtlijnen (NeR) worden toegepast om de resultaten van de diverse metingen te toetsen. In dit hoofdstuk zal worden ingegaan op de emissie eisen en de meetresultaten. 5.2 Resultaat toetsing De meetresultaten zijn getoetst aan de emissie eisen ten behoeve van de vereisten in de Wet milieubeheer. Tabel 5.1 geeft het resultaat van de toetsing aan de vergunningseisen. Tabel 5.1 Resultaat toetsing meetresultaten van Component Gemeten waarde Meetfout Gecorrigeerde Vergunningseis Voldoet correctie waarde Stikstofoxiden 199 mg/m o 20% ELV 159 200 mg/m o Ja Zwaveldioxide 1 mg/m o 20% ELV n.a. 200 mg/m o Ja Geur 950 Mou E /u 50 % 1976 2015 Mou E /u Ja Totaalstof 0 mg/m o,4 mg/m o 28, 10 mg/m o Nee Ammoniak 44 mg/m o 21 % 5 5 mg/m o Nee Fijnstof 40 mg/m o - - - - n.a. = niet aangetoond Uit tabel 5.1 volgt dat de gemiddeld gemeten waarde voor totaalstof en ammoniak niet voldoen aan de gestelde emissie eisen in de Wm-vergunning.

Pagina 17 van 68 6. CONCLUSIES Buro Blauw heeft in opdracht van Komeco een emissieonderzoek uitgevoerd op 12 mei en 20 juni 2011 op de locatie in Ketelhaven. Uit het onderzoek kunnen de volgende conclusies geformuleerd worden: Tijdens de uitvoering van de metingen is mest gedroogd met de Torbed brander en de Trommeldroger. Het enkelvoudig gemeten debiet op 12 mei 2011 van de centrale schoorsteen bedraagt 27800 m o /uur. Het gemiddeld gemeten debiet voorafgaand aan de geurmetingen op 20 juli 2011 van de centrale schoorsteen bedraagt 8600 m /u 20. Het gemiddeld gemeten debiet tijdens de totaalstofmetingen op 20 juli 2011 van de centrale schoorsteen bedraagt 9800 m 0 /u. De gemiddeld gemeten NO X concentratie berekend als NO 2 bij actueel zuurstof percentage bedraagt 199 mg/m o. De gemiddeld gemeten NO X emissie bij actueel zuurstof percentage bedraagt 5514 g/u. De gemiddeld gemeten NO X concentratie berekend als NO 2 bij actueel zuurstof voldoet aan de emissie eis in de Wmvergunning. De gemiddeld gemeten SO 2 concentratie bij actueel zuurstof percentage bedraagt 1 mg/m o. De gemiddeld gemeten SO 2 emissie bij actueel zuurstof percentage bedraagt 4 g/u. De gemiddeld gemeten SO 2 concentratie berekend als SO 2 bij actueel zuurstof voldoet aan de emissie eis in de Wm-vergunning. De gemiddeld gemeten geurconcentratie in de centrale schoorsteen op 20 juli 2011 bedraagt 102000 ou E /m. De gemiddeld gemeten geuremissie bedraagt 950 Mou E /u. De voor de meetfout gecorrigeerde geuremissie voldoet aan de gestelde emissie eis in de Wm-vergunning. De gemiddeld gemeten totaalstofconcentratie in de centrale schoorsteen op 20 juli 2011 bedraagt 0 mg/m o. De gemiddeld gemeten totaalstofemissie bedraagt 1167 g/u. De voor de meetfout gecorrigeerde totaalstofconcentratie voldoet niet aan de concentratie eis in de Wm-vergunning. De gemiddeld gemeten ammoniak concentratie in de centrale schoorsteen op 20 juli bedraagt 44 mg/ml o. De voor de meetfout gecorrigeerde ammoniak concentratie voldoet niet aan de concentratie eis in de Wm-vergunning De gemeten fijnstofconcentratie PM10 in de centrale schoorsteen op 20 juli 2011 bedraagt 40 mg/m o. Voor fijnstof is geen vergunnings-eis in de Wm-vergunning opgenomen.

Pagina 18 van 68 BIJLAGEN

Pagina 19 van 68 A. Meetmethode stikstofoxiden Stikstofoxiden zijn gemeten volgens NEN-EN 14792: 2005, Stationaire source emissions- determination of mass concentration of nitrogen Oxides (NO x )- Reference method- Chemiluminescence. De metingen zijn uitgevoerd met een monitor van het merk Thermo, model 42C, high level. Het instrument is uitgerust met een omzetter (convertor) voor de omzetting van stikstofdioxide (NO 2 ) in stikstofmonoxide (NO). De NO x -monitor is ontworpen om de concentratie NO, NO 2 en NO x te meten. Het instrument meet de lichtintensiteit van de chemoluminiscentiereactie van stikstofmonoxide en ozon volgens de volgende formule: NO O NO2 O2 h Als gevolg van deze reactie bevindt NO 2 in een aangeslagen energietoestand. De hoeveelheid energie dat vrijkomt wanneer deze aangeslagen NO 2 moleculen in een lagere energietoestand terechtkomen is een maat voor de hoeveelheid NO. Het analyse-instrument meet de hoeveelheid NO. NO 2 moet derhalve eerste in NO worden omgezet om gemeten te kunnen worden. De omzetting gebeurt door een stainless steal NO 2 NO convertor bij een temperatuur van 625 o C. Om een goede werking van de convertor te garanderen wordt het volgende beleid ten aanzien vna de converter-efficiency (CE) gevoerd. CE> 95 %: Ten minste twee keer per jaar wordt er een controle uitgevoerd op de CE CE tussen 85 % en 95 % : Ten minste vier keer per jaar wordt er een controle uitgevoerd op de CE CE tussen 75 % en 85 %: Bij CE < 85% dient per meting de CE bepaald te worden tenzij kan worden aangetoond dat het toegepaste type convertor dat geleidelijk slechter wordt, tot een CE van 75%, en niet in één keer zijn werking verliest. Dit dient aangetoond te worden door grafieken waarbij het verloop van de CE is vastgesteld (tot een CE van 75%). Indien aantoonbaar is dat een convertor geleidelijk zijn werking verliest mag de frequentie van 4 keer per jaar gehanteerd worden. Het blijft de verantwoordelijkheid van de meetinstantie om ervoor te zorgen dat metingen worden uitgevoerd met een convertor die een CE heeft > 75%. CE < 75 %: Metingen uitgevoerd met een CE die lager is dan 75% moeten worden afgekeurd.

Pagina 20 van 68 A. Vervolg meetmethode stikstofoxiden Het analyse-instrument meet de NO-concentratie en de NO x -concentratie en berekent vervolgens de NO 2 -concentratie. De minuutgemiddelde meetwaarden worden met een frequentie van 1 minuut opgeslagen in een datalogger. De metingen zijn uitgevoerd met een monitor van het merk Thermo Electron, type 42C-HL. Het apparaat is uitgerust met de mogelijkheid tot druk- en temperatuurcompensatie. In tabel A.1 worden de prestatiekenmerken van het analyse-instrument gegeven. In tabel A.2 worden de meetonzekerheden van het stikstofoxide-meetsysteem gegeven. Tabel A.1 Prestatiekenmerken van het NO x -meetsysteem Component: Stokstofoxiden Norm: NEN-EN 14792 - Stationary source emissions - Determination of mass concentration of nitrogen oxides (Nox) - Reference method - Chemiluminescence Prestatiekenmerken chemoluminescentiemethode Prestatiecriteria Resultaten lab en veldtesten Responsietijd 200 sec 64 sec Detectiegrens ± 2,0 % van de range < 0,1% van de range Lack of fit ± 2,0 % van de range 0,4 % van de range Zero drift ± 2,0 % van de range / 24 u 0,1 % per 24 uur Span drift ± 2,0 % van de range / 24 u 0,5 % per 24 uur Gevoeligheid monstervolumestroom 1,0 % van de range 0,6% van de range Gevoeligheid atmosferische druk,0 % van de range / 2 kpa 1,2% van de range /2 kpa Gevoeligheid omgevingstemperatuur,0 % van de range / 10 K 0, % van de range / 10 K Gevoeligheid voltage bij span 2,0 % van de range / 10 V 0,04% van de range / 10V Interferentie Totaal ± 4,0 % van de range 0,0% van de range NH (8 mg/m) CO2 (10%) Convertorefficiency 95,0 % 100% Drift van de convertorefficiency tussen 2 kalibraties Standaardafwijking herhaalbaarheid convertorefficiency Standaardafwijking herhaalbaarheid zero in het lab 1,0 % van de range 0% van de range Standaardafwijking herhaalbaarheid span in het lab 2,0 % van de range 0, % van de range

Pagina 21 van 68 A. Vervolg meetmethode stikstofoxiden Tabel A.2 Meetonzekerheden van het NO x -meetsysteem Component: Stikstofoxiden Resultaat van de onzekerheidsberekening voor chemoluminescentiemethode Lack of fit u(corr fit ) 0,20 Zero drift u(corr 0,dr ) 0,06 Span drift u(corr s,dr ) 0,29 Herhaalbaarheid span u(corr rep ) 0,1 Gevoeligheid monsterstroom u(corr s,vf ) 0,58 Gevoeligheid atmosferische druk u(corr apress ) 0,58 Gevoeligheid omgevingstemperatuur u(corr temp ) 0,55 Gevoeligheid voltage u(corr volt ) 0,17 Interferentie NH u(corr NH ) 0,000 Interferentie CO2 u(corr CO2 ) 0,000 Onzekerheid kalibratiegas Nox u(corr adj ) 0,97 Onzekerheid kalibratiegas NO u(corr adj ) 0,92 Onzekerheid kalibratiegas NO2 u(corr adj ) 0,06 Convertorefficiency u(n) 0% u(c NO,ppm ) 1,4 ppm u(c NOx,ppm ) 1,47 ppm u(c NOx,stack ) 1,47 ppm NO-meting 122,6 mg/m C NO,mg/m Gecombineerde onzekerheid u(c NO,mg/m ) 1,92 mg/m Overall onzekerheid U(C NO,mg/m ),84 mg/m (k=2) U(C NO,mg/m,rel ),1% relatief (k=2) NO2-meting 11,8 mg/m C NO2,mg/m Nox-meting C NOx,mg/m 200 mg/m als NO2 gecombineerde onzekerheid u(c NOx,mg/m ),02 mg/m als NO2 Overall onzekerheid U(C NOx,mg/m ) 6,04 mg/m als NO2 (k=2) U(C NOx,mg/m,rel ),0% relatief (k=2) Interferenten met een positieve bijdrage aan de onzekerheid Totaal 0,0% van de range Totaal < 4% van de range Interferenten met een negatieve bijdrage aan de onzekerheid Totaal 0,00% van de range Totaal < 4% van de range Vereiste onzekerheid ± 10,0 % Conclusie De meetmethode voldoet aan de vereisten

Pagina 22 van 68 B. Meetmethode zwaveldioxide Zwaveldioxide metingen zijn uitgevoerd conform NEN-ISO 795, 1992: Stationary source emissions Determination of the mass concentration of sulfur dioxide Performance characteristics of automated measuring methods. De metingen zijn uitgevoerd met een monitor van het merk Thermo Environmental Instruments, Model 4C High Level. Het principe van de SO 2 -bepaling in een gasstroom berust op pulsfluorescentie en is gebaseerd op de eigenschap dat zwaveldioxidemoleculen door ultraviolette straling van een vaste golflengte in een hogere energietoestand worden gebracht. Als gevolg daarvan stralen de SO 2 moleculen ultraviolet licht van een andere frequentie uit, die door de detector wordt geregistreerd. In tabel B.1 wordt de onzekerheidsberekening gegeven.

Pagina 2 van 68 B. Vervolg meetmethode zwaveldioxide Tabel B.1 Onzekerheidsberekning van het SO 2 -meetsysteem MDK-15 KALIBRATIERAPPORT ZWAVELDIOXIDE MONITOR 10. Onzekerheidsrapport Component SO 2 Doel Emissiegrenswaarde 200 mg/m o Uitvoerder Middelingstijd 0 min Apparaat Vereist 95% BI 20 % Serienr. Sigma 0 20,4 mg/m o Rapportnummer Kalibratie Raoul Zwaveldioxidemonitor SO2-1 MDK142-140108 Analyser Meetprincipe Puls fluorescentie Schaalbereik 100 ppm Omrekeningsfactor 2,9194 Retentietijd 45 sec Toets retentietijd Retentietijd / middelingstijd % Toets retentietijd Rt voldoet voor dynamische processen Sigma nulpunt MinVar MaxVar GemVar Ruis 0,025 % van volle schaal 0,07 mg/m o Nulpuntsdrift 0,05 % van volle schaal 0,15 mg/m o Invloed T 0,01 % van volle schaal/k 0,29 mg/m o 5 40 22,5 o C Invloed P % van volle schaal/kpa 0,00 mg/m o 98 104 101 kpa Sigma nulpunt 0,4 mg/m o Sigma span Ruis 0,5 % van volle schaal 1,46 mg/m o Concentratie kalibratiegas 56 ppm Spandrift 1 % uitlezing 1,6 mg/m o Invloed T 0,1 % uitlezing / K 1,65 mg/m o Invloed P 1 % volle schaal / kpa 5,06 mg/m o Sigma nulpunt 5,75 mg/m o o C 5 40 22,5 98 104 101 kpa Sigma AMS bij emissiegrenswaarde in mg/m o Invloed T 0,1 % uitlezing / K 2,02 mg/m o Invloed P 1 % volle schaal / kpa 5,06 mg/m o Afwijking lineariteit 1 % volle schaal 1,69 mg/m o Onzekerheid kalibratiegas %,46 mg/m o Reproduceerbaarheid onder labcondities,75 % 4, mg/m o Onzekerheid tgv represent monstername 10 % 11,55 mg/m o Onzekerheid tgv monsterverliezen 1 % 1,15 mg/m o o C 5 40 22,5 98 104 101 kpa Kruisgevoeligheid voor CO2 0 15 % Concentratie - CO2 10 % Afwijking SO2-concentratie -10 mg/m o 8,66 mg/m o Kruisgevoeligheid voor H2O 0,2 2 % Concentratrie - H2O 1 % Afwijking SO2-concentratie -5 mg/m o 6,08 mg/m o Kruisgevoeligheid voor O2 21 % Concentratrie - O2 Afwijking SO2-concentratie mg/m o 0,00 mg/m o Kruisgevoeligheid voor NO % Concentratrie - Afwijking SO2-concentratie mg/m o 0,00 mg/m o Eerste extra onzekerheidsbron Tweede extra onzekerheidsbron % 0 mg/m o % 0 mg/m o Derde extra onzekerheidsbron % 0 mg/m o Sigma AMS bij grenswaarde in mg/m o 17,60 Toetsing BI criterium Gecombineerd 95% BI bij grenswaarde 18 % Toetsingswaarde 20 % Toetsingsresultaat Meetsysteem voldoet Bestandsnaam: MDK_15_Kalibratie_ZwaveldioxideMonitor.xlt Versie: 00 Auteur: Mark Kosters Pagina 8 van 8 Datum: 2-10-2006

Pagina 24 van 68 C. Meetsysteem rookgassen Filterhouder met keramisch filter N 2 t.b.v. lektest of kalibratiegas t.b.v. gecombineerde lektest / tweede lijnscontrole Verwarmde monsternameleiding Afgaskanaal regelunit Conditioneringsunit Monitormeetunit Atmosferische dump Condensafvoer Kalibratiegassen + N 2 t.b.v. justering, lektest en eerste lijn controle Monitor Schematische weergave monsternemingssysteem zonder voorverdunning Het verwarmde filter is uitgerust met een kalibratie-ingang om een tweedelijnscontrole uit te voeren. De conditioneringsunit is een tweetraps peltierkoeler. Volgens de NEN-EN 14792 mag indien het aandeel NO 2 in NO x groter is dan 10% geen peltierkoeler gebruikt worden. De NO 2 zou dan in het condensaat kunnen oplossen en via het condensaat afgevoerd worden. Tests bij o.a. bij de ringvergelijking bij VITO in België wijzen uit dat er geen NO 2 via het condensaat afgevoerd wordt. Buro Blauw zal daarom ook als de NO 2 - NO x verhouding groter is dan 10 % de voorkeur geven aan rookgasconditionering door middel van een peltierkoeler in plaats van toepassing van een verdunningssysteem voor rookgasmetingen.

Pagina 25 van 68 D. Meet- en rekenmethode geur in afgaskanalen Geurmonstername De monstername van de geur is uitgevoerd conform de voorschriften in de norm NEN-EN 1725 (200), Air quality Determination of odour concentrations by dynamic olfactometry. In het geval van warme en/of vochtige afgassen dienen deze tijdens de monstername dynamisch voorverdund te worden. Buro Blauw past daarvoor een een zogenaamde diluting stack sampler (DSS) van het merk EPM (type 797.02) toe in combinatie met een verwarmingsmantel. De verwarmingsmantel voorkomt een koudeval rondom het kritisch capillair. Daarnaast is een kritisch capillair temperatuur afhankelijk en is een constante temperatuur van het kritisch capillair gewaarborgd. De DSS is een instrument waarmee monsterlucht uit het afgaskanaal continu wordt aangezogen door een filter en een kritisch capillair als gevolg van venturiwerking. De verdunningslucht (door actiefkool gezuiverde stikstof) uit de cilinder zorgt bij een vooraf ingestelde druk op het reduceerventiel voor een partiële onderdruk in de DSS. Deze onderdruk is de drijvende kracht achter de aanzuiging van de monsterlucht uit het afgaskanaal in een bepaalde verhouding. Door gebruik te maken van verschillende kritisch capillairen kan de verdunning bepaald worden. De DSS wordt ter plaatse met een primaire flowmeter gecontroleerd. Schematische weergave EPM diluting stack sampler Geuranalyse De geurmonsters van de afgassen zijn binnen 0 uur na de monstername geanalyseerd in het geurlaboratorium van Buro Blauw. Dit geurlaboratorium is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor het uitvoeren van olfactometrische analyses volgens de Europees/ Nederlandse norm NEN-EN 1725 (200): Air quality - Determination of odour concentration by dynamic olfactometry. Geuranalyses worden in Nederland uitgevoerd volgens de norm NEN-EN 1725. De grootheid voortkomend uit bovengenoemde norm wordt uitgedrukt in de eenheid ou E /m (European odour unit per cubic meter) met als omrekeningsfactor 1 ou E /m = 2 ge/m voor de Nederlandse situatie.

Pagina 26 van 68 D. Vervolg meet- en rekenmethode geur in afgaskanalen De geurconcentraties in het onderzoek zijn bepaald in ou E /m. Voor de berekening van de geuremissie is de geurconcentratie in ou E /m vermenigvuldigd met het debiet in m /uur 20. De index 20 heeft betrekking op de referentietemperatuur van 20 o C (29 K) voor geurmetingen. Geurmonstername door Buro Blauw is geaccrediteerd door de RvA onder nummer L400.

Pagina 27 van 68 E. Meet- en rekenmethode totaalstof in afgaskanalen Monstername Totaalstof metingen zijn uitgevoerd zoals beschreven in de norm NEN-EN 1284-1: Emissie van stationaire bronnen Bepaling van massaconcentratie van stof in lage concentraties Deel 1: Manuele gravimetrische methode. Voorafgaand aan de totaalstofmeting dient een meetvlakbeoordeling uitgevoerd te worden. Om na te gaan of het meetvlak voldoet aan de randvoorwaarden die in NEN-EN 1284-1 voor stofmetingen worden gesteld, zijn voorafgaand aan de stofmetingen temperatuur- en luchtsnelheidsmetingen uitgevoerd. De criteria voor ongestoorde profielen is in tabel D.1 gegeven. Tabel E.1 Criteria meetvlakbeoordeling stofmetingen Parameter Criterium Gassnelheid > 5 m/s Richting gasstroom van kanaal < 15 o ten opzichte van de lengteas Verdeling gassnelheid V max : V min < :1 Richting Geen negatieve luchtsnelheden De monstername is uitgevoerd met behulp van een pompkast waarmee een deelstroom van de lucht over een filter in het afgaskanaal is geleid. De luchtstroom is isokinetisch aangezogen. Het monsternamesysteem is een ISOK-4. Afhankelijk van de condities in het afgaskanaal kan de monstername in-situ of ex-situ uitgevoerd worden met een verwarmde lans. De isokinetische controlunit stuurt de frequentiegeregelde pomp aan op basis van de gemeten luchtsnelheid en temperatuur in het afgaskanaal. De monsterlucht gaat vervolgens ter controle door een rotameter en een gasmeter. Figuur E.1 geeft een schematische weergave van de meetopstelling. Temperatuurmeter Drukmeter Volumemeter Vochtafscheider Isokinetische controleunit Rotameter Stofafscheider Temperatuur en luchtsnelheidsmeter Frequentiegeregelde pomp Figuur E.1. Schematisch overzicht van de meetopstelling

Pagina 28 van 68 E. Vervolg meet- en rekenmethode totaalstof in afgaskanalen Weging De monstername van het stof heeft plaatsgevonden op een geconditioneerd vlakfilter met een diameter van 25 of 50 mm, afhankelijk van de verwachte stofconcentratie in het afgaskanaal. Bij ex-situ bemonstering zijn de filterkop en de lans uitgespoeld met een mengsel van demi-water en aceton. Conditionering vond plaats in de weegkamer van Buro Blauw. Na afloop van de metingen zijn de filters inclusief veldblanco filters teruggeplaatst in de weegkamer. De stofmassa is gravimetrisch bepaald met behulp van een analytische balans van het merk Mettler Toledo type XP205 DR. Tabel E.2 geeft een overzicht van de specificaties van de analytische balans. Tabel E.2 Specificaties van de gebruikte analytische balans Omschrijving Dimensie Specificatie Model - XP205 DR Structuur weegbereik - DeltaRange Weegbereik g 81/220 Afleesbaarheid mg 0,01/0,1 Tareerbereik g 0.220 Reproduceerbaarheid (standaardafwijking) mg 0,015 ~ 0,06 Lineariteitsafwijking mg 0,25 Lineariteitsafwijking (tot 5 g) mg 0,15 Stabiliseertijd s 2,5 Berekening meetonzekerheid Indien de grenswaarde in de Wm-vergunning van een bedrijf of volgens de NeR 10 mg/m o bedraagt dan mag de meetonzekerheid van 0% worden verminderd op de emissie-eis. De volgende berekening ligt daaraan ten grondslag. De meetonzekerheid wordt berekend als 0%*10 mg/m o =,0 mg/m o. Bij deelmetingen wordt als meetonzekerheid gehanteerd:,0 mg/m o / = 1,7 mg/m o

Pagina 29 van 68 F. Meetmethode ammoniak De ammoniakconcentratie (berekend als ammoniak) in de afgassen is bemonsterd conform NEN 2826, 1999: Luchtkwaliteit. Uitworp door stationaire puntbronnen. Monsterneming en bepaling van het gehalte aan gasvormig ammoniak. Voor de monstername van ammoniak wordt bij warme afgassen gebruik gemaakt van een verwarmde monsternameleiding. De monsterlucht wordt aangezogen door een filterhouder om vervolgens via de verwarmde monsternameleiding naar drie gekoelde wasflessen gevuld met 0,05 M H 2 SO 4 en door een droogkolom gevuld met silicagel geleid te worden. Een monsternamepomp zuigt de bemonsterde lucht door de wasflessen en de droogkolom. Hierna wordt de lucht door een gekalibreerde droge gasmeter geleid. Figuur F.1 toont een schematisch overzicht van de meetopstelling. Filter Regelkraan Temperatuurmeter Drukmeter Volumemeter Pomp Vochtkolom Wasstraat gekoeld in ijswater Figuur F.1 Schematisch overzicht van de meetopstelling voor ammoniak De absorptievloeistoffen zijn door het geaccrediteerde laboratorium Al-West in Deventer geanalyseerd.

Pagina 0 van 68 G. Meetmethode fijnstof in afgaskanalen Fijnstoffractiemetingen zijn uitgevoerd met in achtneming van VDI 2066, Part 5 (1994), Particulate Matter Measurement Dust Measurement in Flowing Gases Particle Size Selective Measurement by Impaction Method Cascade Impactor. De meetfout die met deze meetmethode wordt gemaakt kan 20% bedragen. Voor de monstername is gebruik gemaakt van een GMU Cascade Impactor Johnas II gemaakt door Paul Gothe Bochum. Bij de monstername is met een pomp de luchtstroom over deze impactor geleid. De luchtstroom is zodanig ingesteld dat de impactor een theoretisch D 50 van >10 μm afscheiding heeft over het eerste filter. Over het tweede filter vindt een afscheiding plaats van 10 2,5 µm. Het laatste filter vangt de fractie <2,5 µm af. De stofmassa is gravimetrisch bepaald met een analytische balans van het merk Mettler Toledo type XP205 DR. Tabel B.2 geeft een overzicht van de specificaties van de analytische balans. Figuur G 1 geeft een afbeelding van de GMU Cascade Impactor Johnas II. Figuur G 1 GMU Cascade Impactor Johnas II

Pagina 1 van 68 H. Gedetailleerde meetgegevens rookgassen

Pagina 2 van 68 I. Gedetailleerde meetgegevens geur

Pagina van 68 J. Gedetailleerde meetgegevens totaalstof

Pagina 4 van 68 K. Gedetailleerde meetgegevens ammoniak

Pagina 5 van 68 L. Gedetailleerde meetgegevens fijnstof

Pagina 6 van 68 M. Certificaten kalibratiegassen

Pagina 7 van 68 M. Vervolg certificaten kalibratiegassen

Pagina 8 van 68 M. Vervolg certificaten kalibratiegassen

Pagina 9 van 68 N. Certificaten geuranalyse

Pagina 40 van 68 N. Vervolg certificaten geuranalyse

Pagina 41 van 68 O. Certificaten gravimetrische analyse

Pagina 42 van 68 O. Vervolg certificaten gravimetrische analyse

Pagina 4 van 68 O. Vervolg certificaten gravimetrische analyse

Pagina 44 van 68 O. Vervolg certificaten gravimetrische analyse

Pagina 45 van 68 P. Gedetailleerde procesgegevens Komeco 12-5-2011

Pagina 46 van 68 P. Vervolg gedetailleerde procesgegevens Komeco 12-5-2011

Pagina 47 van 68 P. Vervolg gedetailleerde procesgegevens Komeco 12-5-2011

Pagina 48 van 68 P. Vervolg gedetailleerde procesgegevens Komeco 12-5-2011

Pagina 49 van 68 P. Vervolg gedetailleerde procesgegevens Komeco 12-5-2011

Pagina 50 van 68 P. Vervolg gedetailleerde procesgegevens Komeco 12-5-2011

Pagina 51 van 68 P. Vervolg gedetailleerde procesgegevens Komeco 12-5-2011

Pagina 52 van 68 Q. Gedetailleerde procesgegevens Komeco 20-7-2011

Pagina 5 van 68 Q. Vervolg gedetailleerde procesgegevens Komeco 20-7-2011

Pagina 54 van 68 Q. Vervolg gedetailleerde procesgegevens Komeco 20-7-2011

Pagina 55 van 68 Q. Vervolg gedetailleerde procesgegevens Komeco 20-7-2011

Pagina 56 van 68 Q. Vervolg gedetailleerde procesgegevens Komeco 20-7-2011

Pagina 57 van 68 Q. Vervolg gedetailleerde procesgegevens Komeco 20-7-2011

Pagina 58 van 68 Q. Vervolg gedetailleerde procesgegevens Komeco 20-7-2011

Pagina 59 van 68 Q. Vervolg gedetailleerde procesgegevens Komeco 20-7-2011

Pagina 60 van 68 Q. Vervolg gedetailleerde procesgegevens Komeco 20-7-2011

Pagina 61 van 68 Q. Vervolg gedetailleerde procesgegevens Komeco 20-7-2011

Pagina 62 van 68 Q. Vervolg gedetailleerde procesgegevens Komeco 20-7-2011

Pagina 6 van 68 Q. Vervolg gedetailleerde procesgegevens Komeco 20-7-2011

Pagina 64 van 68 R. Meet- en rekenmethode afgaskarakteristieken De debietmetingen van de geforceerde emissies zijn uitgevoerd zoals beschreven in de norm ISO 10780 (1994), Stationary source emissions Measurement of velocity and volume flowrate of gas streams in ducts. De luchtsnelheid is met een radanenometer of pitotbuis gemeten, de temperatuur met een K-type voeler, het drukverschil met een druksonde, vocht met een capacitieve sensor of met de natte bol/droge bol methode en de druk met een precisie barometer. Tabel R.1 geeft een overzicht van de toegepaste debietmeetapparatuur. Tabel R.1. Meetapparatuur voor de metingen van de afgaskarakteristieken Grootheid Dimensie Apparatuur Meetbereik Nauwkeurigheid Luchtsnelheid hpa L- of S-type pitotbuis met druksensor 0-10 hpa ± 0,0 hpa Vochtgehalte % g/m Capacitieve sensor K-type thermokoppels 0 100% RV -40 260 o C ± 2% RV (2 98% RV) ± 1,1 o C Temperatuur o C K-type thermokoppel -40 260 o C ± 1,1 o C Drukverschil hpa Druksonde ± 100 hpa ± 0,1 hpa (0 20 hpa) Absolute druk hpa Precisie barometer 908 1062 hpa ± 0,8 hpa Volgens de norm ISO 10780 is een meetonzekerheid van minder dan 5% haalbaar indien aan alle randvoorwaarden in de norm wordt voldaan. In de praktijk is vaak geen sprake van de meest ideale omstandigheden waardoor een meetonzekerheid van 10% - 20% gehanteerd wordt. Om na te gaan of het meetvlak voldoet aan de randvoorwaarden die in ISO 10780 voor debietmetingen worden gesteld zijn voorafgaand aan de metingen temperatuur- en luchtsnelheidsmetingen uitgevoerd. De criteria voor ongestoorde profielen is in tabel R.2 gegeven. Tabel R.2 Criteria meetvlakbeoordeling debietmetingen Parameter Gassnelheid Richting gasstroom van kanaal Fluctuaties drukverschil per meetpunt Dynamische en statische druk Verdeling gassnelheid Richting Temperatuurafwijkingen Criterium > m/s < 15 o t.o.v. lengteas van kanaal 24 Pa P > 0,5 mm H 2 O (P > 5 Pa) Afwijking gem. snelheid per as < 5% van totale gemiddelde Geen negatieve luchtsnelheden 5% van het gemiddelde

Pagina 65 van 68 S. Certificaten ammoniakanalyse

Pagina 66 van 68 S. Vervolg certificaten ammoniakanalyse

Pagina 67 van 68 S. Vervolg certificaten ammoniakanalyse

Pagina 68 van 68 COLOFON Rapporttitel EMISSIE ONDERZOEK BIJ KOMECO IN KETELHAVEN Subtitel Meetrapport van 12 mei en 20 juli 2011 Rapportnummer BL2011.5799.01-V01 Deze versie vervangt eventueel eerder uitgebrachte versies in zijn geheel Documentnaam BL2011.5799.01-V01 Trefwoorden Rookgassen, geur, stof, ammoniak, trommeldroger, Torbed, mestdrogerij Opdrachtgever Komeco B.V. Colijnweg 2 8251 PK Dronten Contactpersoon G. Groeneboom Uitvoerder(s) Raoul van Onzenoort; Peter Gerritzen; ing. Koos van Setten; Erik Verhaaf Auteur Erik Verhaaf Paraaf auteur Controleur Ir. Ark Kosters Paraaf controleur Datum

Nude 54 6702 DN Wageningen telefoon 017 466699 fax 017 426111 email info@buroblauw.nl internet www.buroblauw.nl