0
1
Nederlands Patroon Maat: 22cm hoog Moeilijkheidsgraad: Midden Garencategorie: Double Knit Merino (Light Worsted / 8ply/ 11wpi) Haaknaald 2.5mm Schaar Garen Borduurnaald Vulling (ongeveer 60g) Spelden met een grote kop Optioneel: Steken markeerder en toerenteller Body kleur: Miss La Motte DK merino: Rainbow Dreams - 175g/315m Rugvin kleur: Elle Pure Gold DK acrylic: Riviera - 6g/2.5m Voet/Buik/Wangen kleur: Elle Pure Gold DK acrylic: Blossom - 45g/18m Oog/Hoorn kleur: Elle Pure Gold DK acrylic: Vanilla - 8g/3.5m Lachlijn in ogen: Elle Pure Gold DK acrylic: Titanium - 0.4g/40cm Rondhaken (in een spiraal) Tellen/markeren steken en toeren Gebruik van een doorlopende stekenteller Basis naaien Gebruik van onzichtbare minderingen als u 2 steken samenhaakt Kleurwisselingen (Deze technieken vind u in het voorwoord) 2
T = Toer L = Losse ST = Steek HV = Halve vaste V = Vaste HS = Half stokje S = Stokje DS= Dubbel stokje PS = Puff stitch (inclusief instructies) * = Gedeelte wat moet worden herhaald rest = resterende sam = samenhaken De stekenverhouding maakt niet uit bij amigurumi, maar het is belangrijk om de draadspanning gelijk te houden in het hele patroon om de onderdelen perfect te laten passen. Het eindformaat staat bij elk onderdeel vermeld. Controleer de onderdelen tijdens het haken op formaat. Orbit is ontworpen om rechtop te zitten. Gebruik de aanbevolen maat van de haaknaald en het garen zodat u een vrij strak haakwerk krijgt, dat erbij helpt om de hoorns en rugvinnen stevig te maken en het maakt de benen stijf genoeg om de body te ondersteunen. Het is aanbevolen om de extra notities in het patroon te lezen. Er zijn tips en informatie om u te helpen het onderdeel te maken zoals op de foto. Afwerking draden: Elk lichaamsdeel start met een magische ring. Werk uw start draad goed af nadat u de eerste paar toeren heeft gehaakt. Vulling: Dit is een belangrijk onderdeel dat grote invloed heeft op de vorm van uw afgewerkte project. Neem er de tijd voor en heb aandacht voor de vorm van de onderdelen als u ze vult, vorm ze in het juiste model zoals op de foto's. Deze amigurumi moet rechtop zitten en stevig gevuld. Druk de vulling stevig aan, maar stop er niet teveel in. De vulling mag niet zichtbaar zijn door de steken heen. Stop er kleine stukjes vulling in om bobbels te voorkomen. PUFF STITCH (EN KLEURWISSEL) (Steek de haaknaald in een steek, sla de draad om de naald en maak een lus) 4 keer. Wissel van kleur en trek de draad door de 9 lussen op de naald, 1 losse. De Puff Stitch met kleurwissel is klaar. TIP: Als u strak haakt, kan het doortrekken van de draad door 9 lussen moeilijk gaan. Probeer de spanning op de draad te verminderen voor deze steken en haak ze losjes. 3
Als u niet de kleuren gebruikt zoals aangegeven in het benodigd garen, zijn hier een aantal adviezen bij het kiezen van de kleuren voor uw baby draak: Buik, poten en wangen hebben een zachte vlezige kleur, zoals de pootjes en buik van een puppy. Hoorns en ogen hebben een zeer bleke neutrale kleur, zoals crème of erg licht grijs. Gebruik zwart of donker grijs voor de lachlijn in de ogen. De vinnen hebben een contrasterende kleur met de body zodat ze goed zichtbaar zijn. De kleur van de body moet zich duidelijk onderscheiden van alle andere kleuren om de details van de verschillende onderdelen van de draak te behouden. Een gemêleerd garen wordt aanbevolen als u wilt dat uw baby reptiel een interessante, schilferige huid heeft. Sommige gemêleerde garens maken strepen in plaats van vlekken, maak eerst een proeflapje om te testen zodat u voor uw draak het effect krijgt dat u wenst. 4
1. Hoe maakt u een magische ring 2. Hoe haakt u rond 3. Hoe gebruikt u een doorlopende stekenteller 4. Hoe wisselt u van kleur 5. Hoe maakt u een onzichtbare mindering 6. AAL (alleen achterste lus) 7. Welke lengte knipt u de draad om te naaien 8. Welke naald wordt gebruikt 9. Overhandse steek: Naaien vlakke onderdelen 10. Overhandse steek: Naaien 3D onderdelen 5 5
De magische ring is de strakste manier om de eerste toer van een amigurumi onderdeel te beginnen, zonder zichtbare knopen en bobbels. Denk er aan, de startdraad goed af te hechten na een paar toeren, zodat de magische ring goed gesloten blijft. Om de draden weg te werken gebruikt u een borduurnaald en naai de losse draad door alle steken van Toer 1. Dan werkt u in tegengestelde richting nog een paar steken om de draad vast te zetten. Stap 3: 1 losse. Trek deze losse strak aan. Doet u dit niet dan krijgt u een bobbel in uw eerste toer. Stap 1: Maak een lus met het garen. Stap 4: U bent nu klaar om met haken te starten. Haak alle steken voor de eerste toer in de ring. Stap 2: Steek de haaknaald in een lus en maak een lus (met het garen waar u mee werkt en niet met de start draad). 6
Stap 5: Als de toer klaar is, trek aan de startdraad zodat de ring goed sluit. U kunt sluiten met een halve vaste en verder gaan met Toer 2, of u gaat direct rondhaken. Rondhaken wordt ook wel eens spiraal haken genoemd. Elke keer dat u een ronde eindigt met een halve vaste, veroorzaakt dit een naad in uw haakwerk. Door rond te haken voorkomt u de naad en elk spoor waar de toer begint en eindigt. Stap 1: Haak Toer 1. Sluit niet met een halve vaste. Haak de eerste steek van Toer 2 direct in de eerste steek van Toer 1. Steek uw haaknaald in de eerste steek en haak er een vaste in.. Stap 2: Haak Toer 2. Begin Toer 3 op dezelfde manier, start in de eerste steek van Toer 2. Herhaal dit voor elke toer. 7
Als u rond haakt, raakt u makkelijk de telling kwijt van uw steken en toeren, vooral wanneer u wordt gestoord. Stekenmarkeerders helpen maar een doorlopende stekenteller is de beste methode voor een aantal redenen: u hoeft uw stekenmarkeerder niet los te maken (of een nieuwe te gebruiken) elke keer dat u een nieuwe toer start hij markeert elk begin van een toer, niet alleen de toer waar u in werkt, dus als u een paar toeren uit moet halen, onthoudt hij waar u bent hij is makkelijk te verwijderen als u klaar bent hij is in principe gratis en u raakt hem niet kwijt Stap 2: Na de laatste steek van Toer 2, legt u de draad nu aan de voorzijde van uw werk. Ga verder met Toer 3. Stap 1: Aan het eind van Toer 1, voordat u de toer sluit, legt u een draad van een contrasterende kleur tussen de eerste en de laatste steek, ga verder met Toer 2. 8
Stap 3: Na de laatste steek van Toer 3, legt u de draad nu aan de achterzijde van uw werk. Ga verder met Toer 4. Herhaal dit in elke toer. De draad markeert nu het begin van elke toer. De laatste steek van de voorgaande toer is rechts van de markeerdraad en de eerste steek van de volgende toer ligt links van de markeerdraad. Deze methode geeft de strakste kleurwissel en zet gelijk de losse draden vast. Meestal is een kleurwissel aan het eind van een toer. In dit voorbeeld wordt roze gewisseld naar blauw. Stap 1: Begin met de kleurwissel in de steek voor de steek met de nieuwe kleur komt. Start een vaste zoals normaal: Steek de haaknaald in de volgende steek en maak een lus. Stap 4: Als uw onderdeel klaar is, trekt u de markeerdraad er zo uit. 9
Stap 2: Laat de roze draad los en pak de blauwe draad. Maak een lus door beide lussen op uw haaknaald en maak de steek af. Trek de roze draad zachtjes aan om dezelfde spanning te houden. U heeft nu blauw garen op uw haaknaald. Extra tip: Als u weer snel moet wisselen naar roze, neem dan de roze draad aan de achterzijde mee totdat u weer gaat wisselen naar roze. Op deze manier is de roze draad direct beschikbaar als u weer van kleur gaat wisselen. Omgekeerd, als u van kleur wisselt aan het begin van iedere toer, haak de roze draad dan 1 steek mee om hem op zijn plaats te houden. Eindig de toer met blauw en als u aan het einde bent, is de roze draad direct beschikbaar, klaar om de volgende toer te beginnen met roze. Stap 3: Ga verder met het blauwe garen. Trek de blauwe draad zachtjes aan om dezelfde spanning te houden. Om de losse draadjes vast te zetten, haakt u ze een aantal steken mee. 10
Een normale mindering maakt gaatjes wat uw amigurumi project, waar u zoveel werk in hebt gestopt, lelijk kan maken. De onzichtbare mindering is makkelijk en bijna onmogelijk te onderscheiden van een normale vaste. Voor de duidelijkheid is het voorbeeld gemaakt met contrasterende kleuren. Stap 2: Sla de draad om, trek de draad door de 2 lussen op uw haaknaald. Sla de draad om, trek de draad door de resterende 2 lussen op uw haaknaald. De mindering is klaar Stap 1: Werk in de 2 steken die worden geminderd, steek uw haaknaald in de voorste lus van de eerste steek en in de voorste lus van de volgende steek. 11
Vanaf de bovenzijde gezien bestaat elke steek uit 2 lussen. Vanaf de voorkant; de lus het dichtste bij is de voorste lus, de lus erachter is de achterste lus. Steek de haaknaald in de achterste lus en haak een vaste. Leg een draad dicht langs de rand van het onderdeel dat genaaid moet worden. Knip een draad af van 2.5 keer de lengte van het onderdeel om voldoende draad te hebben. In andere woorden, de lengte van de naaidraad moet 2.5 keer om de rand van het onderdeel passen. Een toer AAL maakt een randje in die toer. Gebruik een metalen borduurnaald met een ronde top. Plastic borduurnaalden zijn vaak niet sterk genoeg. Een ronde top zorgt ervoor dat u makkelijk in de steken kunt naaien zonder dat uw garen splijt en ziet er uit of de onderdelen aan elkaar gehaakt zijn. Het oog van de naald moet groot genoeg zijn voor de draad zonder teveel problemen. 12
In dit voorbeeld is een plat oog (onderdeel A) genaaid op een onderdeel (onderdeel B) op een manier, dat de steken niet duidelijk zichtbaar zijn en dat het oog niet vervormd. (Foto: ongenaaid onderdeel) Stap 2: Steek uw naald in de volgende steek van onderdeel A en naai hem zo rondom vast. Hierdoor krijgt u een mooi resultaat. Als u aan het eind komt, maak een enkele knoop en werk de draad af in de steken van onderdeel A. Let erop dat u van richting verandert als u de draden afhecht, zodat ze goed vast zitten. Knip de rest af. Stap 1: Als onderdeel B is gevuld, steek onderdeel A eerst op de plaats met een speld. Steek uw naald door beide lussen van een steek van onderdeel A en in een steek direct eronder van onderdeel B (een steek die verstopt is door onderdeel A als onderdeel A plat ligt). Trek de draad strak, maar niet zo strak dat het de onderdelen vervormd, gewoon om ze goed vast te zetten. 13
Soms zoals het naaien van een dierenbeen aan een body wil je dat de onderdelen onzichtbaar aan elkaar genaaid worden zodat er geen duidelijke lijn te zien is. Het is van het grootste belang dat u een naald gebruikt met een ronde top voor een strakke, onopvallende verbinding. In dit voorbeeld, naaien we een roze vorm (onderdeel A) aan een groene vorm (onderdeel B). (Foto: ongenaaid onderdeel) Stap 2: (Met wit genaaid voor de duidelijkheid). Steek de naald in een steek dichtbij de rand van onderdeel A en dan in een steek van onderdeel B, naast de steek van onderdeel A. Werk niet in de steken direct onder onderdeel A, maar ga liever schuin en pak een steek grenzend aan onderdeel A. Trek de draad strak (net strak genoeg om de 2 onderdelen vast te zetten). Het resultaat is dat er rek zit in de 2 onderdelen ten opzichte van elkaar en de naad onopvallend is. Stap 1: Vastspelden is heel belangrijk. Rek onderdeel A uit terwijl u hem vastzet aan onderdeel B. Doe dit op deze manier, steek de speld in een steek van onderdeel A, trek de steek naar buiten en steek de speld in onderdeel B. Steek de spelden in een hoek om onderdeel A goed op de plaats te houden. 14
www.ravelry.com/designers/projectarian www.craftsy.com/profile/pojectarian-17665 www.instagram.com/projectarian/ www.facebook.com/projectarian/ www.craftsy.com/profile/crayons www.hookedonsunshine.co www.projectarian.com As always a special thank you to our test team! Met dank aan Knits for Kids voor het vertalen van dit patroon in het Nederlands. www.facebook.com/groups/163671437706603 15