Inspectierapport BSO Le Papillon (BSO) Pastoor Schoenmakersstr. 5 6657CB Boven-Leeuwen Registratienummer 472725890 Toezichthouder: GGD Gelderland-Zuid In opdracht van gemeente: West Maas en Waal Datum inspectie: 18-12-2017 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 08-01-2018
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 6 Gegevens voorziening... 8 Gegevens toezicht... 8 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 9 2 van 9
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Het onderzoek bestond uit een bezoek aan de opvanglocatie, een gesprek met de houder en de beroepskrachten. Niet alle wettelijke eisen zijn beoordeeld. Het onderzoek heeft zich gericht op: - de pedagogische praktijk - de verklaringen omtrent het gedrag - de beroepskwalificatie - opvang in groepen - de beroepskracht-kind ratio Beschouwing Korte beschrijving van het kindercentrum. Buitenschoolse opvang Le Papillon (BSO) maakt deel uit van kinderopvangorganisatie Papillon. De buitenschoolse opvang is gevestigd in Kulturhus D'n Dulper te Boven-Leeuwen. De BSO deelt z'n groepsruimte met een SPOM-peuterspeelzaal. De ruimte is multifunctioneel ingericht. Er wordt aan maximaal 18 kinderen in de leeftijd van 4 t/m 13 jaar opvang geboden. Inspectiegeschiedenis: Jaarlijkse inspectie 2015 en 2016 er werden géén tekortkomingen geconstateerd. Bevindingen op hoofdlijnen De huidige inspectie betreft een reguliere inspectie. Naar aanleiding van het onderzoek is geconstateerd dat alle getoetste inspectie items voldoen aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Voor een nadere omschrijving en toelichting op bovenstaande, verwijs ik u naar de desbetreffende inspectie-items in het rapport. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 9
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De pedagogische praktijk is beoordeeld op grond van de observatie en het interview van de pedagogisch medewerkers. Voor de observatie is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk (4 t/m 12 jaar) van GGD GHOR Nederland (januari 2015). Er is geobserveerd tijdens een activiteit, eten en drinken, knutselen en gymzaal. Mogelijkheid bieden van emotionele veiligheid Observatie-instrument: er is een programma met routines en activiteiten in een herkenbare en vertrouwde volgorde. Het biedt houvast voor kinderen. Het laat ruimte voor (enige) flexibiliteit voor onvoorziene situaties, uitloop van geplande activiteiten of voorkeur-activiteiten van kinderen. De kinderen komen vrolijk binnen en gaan na het wassen van de handen aan tafel zitten. Tijdens het drinken kletsen ze volop met elkaar en de beroepskrachten. De gesprekken zijn zeer divers, van belevenissen op school of wat ze gaan doen in de kerstvakantie. Zodra de beroepskracht om stilte vraagt stoppen de kinderen met praten en luisteren de kinderen vol aandacht. De kinderen gaan wafels versieren met slagroom en versieringen, de kinderen zijn enthousiast. Hierna gaan de meeste kinderen naar de gymzaal, maken een kerst lichtje of spelen samen een gezelschapsspelletje. Mogelijkheid bieden tot ontwikkeling van sociale competentie Observatie-instrument: De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in onderlinge interactie Kinderen worden aangezet tot sociaal gedrag, zoals elkaar helpen, op je beurt wachten en anderen laten uitpraten. De beroepskracht zet gerichte activiteiten en materialen in om kinderen te laten samenspelen. Dit is goed te zien in de gymzaal. Kinderen spelen in de gymzaal en hebben allerlei materiaal. De kinderen hebben veel fantasie; ze zijn ruiter en paard en delen cadeautjes (pittenzakjes) uit. De beroepskracht geeft hulp of sturing indien nodig. Conclusie pedagogische praktijk In de praktijk is te zien dat door het handelen van de medewerkers de vier basisdoelen gewaarborgd worden. Gebruikte bronnen: Observaties (binnen komst kinderen, eten en drinken, knutselen en gymzaal.) 4 van 9
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Van de medewerkers en stagiaire is de verklaring omtrent het gedrag (VOG) ingezien. Alle zijn in het bezit van een VOG die voldoet aan de eisen. Conclusie: hiermee voldoet aan de gestelde voorwaarden verklaringen omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten beschikken over een diploma conform de CAO kinderopvang. Conclusie: hiermee voldoet men aan de gestelde voorwaarden passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen De buitenschoolse opvang heeft één basisgroep met vaste beroepskrachten en maximaal 18 kindplaatsen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar. Beroepskracht-kindratio Op de dag van de inspectie zijn er 11 kinderen aanwezig en 2 beroepskrachten, dit voldoet. Uit de kindaanwezigheidgegevens en tijdens interview met de beroepskracht blijkt dat er voldoende beroepskrachten aanwezig zijn geweest in de maand december, gezien het aantal kinderen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (via de telefoon contact gehad met de houder) Interview (beroepskrachten) Observaties (binnen komst kinderen, eten en drinken, knutselen en gymzaal.) Diploma beroepskracht (van de vaste beroepskrachten ingezien) Verklaringen omtrent het gedrag (beroepskrachten en stagiaire ingezien) Presentielijsten (december) 5 van 9
Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het vastgestelde pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven vanaf 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is vóór aanvang van de werkzaamheden aan de houder overgelegd en bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee jaar. De actuele verklaring omtrent het gedrag is niet ouder dan twee jaar, te rekenen vanaf de dag van afgifte van de meest actuele verklaring omtrent het gedrag. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen De opvang vindt plaats in basisgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 6 van 9
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en 7 van 9
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : BSO Le Papillon Website : http://www.kinderopvanglepapillon.nl Aantal kindplaatsen : 18 Gegevens houder Naam houder : Kinderopvang Le Papillon Adres houder : Ekelen 3 Postcode en plaats : 6652DA Druten Website : www.kinderopvanglepapillon.nl KvK nummer : 11044911 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Gelderland-Zuid Adres : Postbus 1120 Postcode en plaats : 6501BC Nijmegen Telefoonnummer : 088-144 71 44 Onderzoek uitgevoerd door : W. Peters Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : West Maas en Waal Adres : Postbus 1 Postcode en plaats : 6658ZG BENEDEN-LEEUWEN Planning Datum inspectie : 18-12-2017 Opstellen concept inspectierapport : 21-12-2017 Zienswijze houder : 27-12-2017 Vaststelling inspectierapport : 08-01-2018 Verzenden inspectierapport naar houder : 09-01-2018 Verzenden inspectierapport naar : 09-01-2018 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 23-01-2018 8 van 9
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Houder is het eens met het rapport! 9 van 9