Bron: website Kampen Ichthus Gereformeerde Kerk Kampen (Ichthus) Aan de Synode van De Gereformeerde Kerken in Nederland (Emmen 2009-2010) p.a. C. Baan, 2 e scriba Zalkerdijk 47 8042 PP Zwolle Betreft: uw brief van 21 juni 2010 Kampen, 23 juli 2010 1 / 9
Weleerwaarde en eerwaarde broeders, Onze raad heeft uw schrijven van 21 juni 2010 besproken dat uw synode in antwoord op onze brief van 24 mei 2010 aan uw Commissie Kerkelijke Eenheid ons deed toekomen. Wij hebben daarvan met teleurstelling kennis genomen. Om meer dan één reden. Het werkelijke verloop van de contacten Allereerst noemen wij uw weergave van het verloop van de contacten. U stelt in uw schrijven: "Het bevreemdt ons zeer dat u, zelfs na telefonisch contact en aandrang van de kant van deputaten Binnenlandse Betrekkingen, maandenlang niet bent ingegaan op de uitnodigingen van aanvankelijk de deputaten en later de CKE om te komen tot het verlangde gesprek". Wij hebben met verbazing van deze bewering kennisgenomen. 2 / 9
Hoe is immers de werkelijke gang van zaken geweest? Allereerst is er op verzoek van uw deputaten Binnenlandse Betrekkingen een gesprek geweest met onze predikant persoonlijk naar aanleiding van zijn referaat in september 2009 "Om de ware oecumene". Dit gesprek heeft op 23 november 2009 plaatsgevonden in aanwezigheid van Ds. R. van der Wolf. Daarbij werd het van weerskanten raadzaam geacht dat een eventueel vervolggesprek zou plaatsvinden niet verder in het persoonlijke vlak maar tussen deputaten en de raad van de Gereformeerde Kerk te Kampen (Ichthus). Persoonlijk is dit later in telefonisch contact bevestigd na overleg met de kerkenraad. De kerkenraad zou afwachten daar deputaten dit eerst aan uw synode moesten voorleggen. Uw deputaten ACOBB hebben dit nog eens schriftelijk bevestigd aan onze predikant d.d. 9 januari 2010. Daarin schreven zij: "We hopen dat onze kerken ons een nieuw mandaat geven om inhoudelijk met u verder te spreken over de vragen die u ons heeft voorgelegd. Wel stellen wij ons daarbij voor dat het volgende gesprek niet met u persoonlijk zal zijn, maar met uw kerkenraad of een afvaardiging namens uw kerkenraad. U had dit zelf ook al aangegeven in het gesprek op 23 november 2009. In verband hiermee zullen we binnenkort een verzoek richten aan uw kerkenraad." Van deze gang van zaken is de kerkenraad op de hoogte gesteld. 3 / 9
In uw officieel kerkblad De Bazuin van 17 maart 2010 konden we kennis nemen van de bespreking van (o.a.) dit werk van uw deputaten, op de synodezitting van 27 februari 2010. In dit synodeverslag kwam op ons beschamend over het gesteggel dat er op uw synode was over de wijze van opereren van uw deputaten in hun contactlegging met onze predikant en kerkenraad. Uiteindelijk heeft uw synode op 19 maart 2010 in dezen een besluit genomen. In een schrijven d.d. 1 april 2010 verzoekt de synode (via haar Commissie Kerkelijke Eenheid) onze raad "om op korte termijn een gesprek met De Gereformeerde Kerken aan te gaan. Het doel van dit gesprek is om te onderzoeken of wij mogen komen tot kerkelijke eenheid". Hier ligt uiteindelijk het eerste en enige officiële verzoek van uw kant aan onze raad om tot een gesprek te komen. Op dit verzoek moest de kerkenraad wachten, zoals aangegeven was door uw deputaten. In de loop van de maand april kwam dit verzoek bij onze raad binnen. Onze kerkenraad vergadert normaliter eens per drie weken. Uw verzoek is door onze kerkenraad behandeld bij de eerstkomende gelegenheid die de kerkenraad daarvoor had. Door overdrukte op onze agenda moest het een enkele kerkenraadsvergadering overstaan. Zo heeft de kerkenraad in mei een besluit hierover genomen en u daarvan op de hoogte gesteld per schrijven van 24 mei 2010. 4 / 9
Broeders, kunt u zich enigszins voorstellen dat wij het gezien deze werkelijke gang van zaken het daarom een suggestieve en in meer dan één opzicht onjuiste weergave achten als u onze raad verwijt dat hij 'maandenlang niet is ingegaan op uitnodigingen van aanvankelijk de deputat en en later de CKE' (schuingedrukt en onderstreept van ons)? Hier spreken de feiten voor zich. Onjuiste weergave van het onderhoud Een tweede voorbeeld van kwalijke suggestieve beeldvorming achten wij uw weergave van een onderdeel van het onderhoud dat uw deputaten ACOBB met onze predikant en ds. R. van der Wolf hadden. Onze predikant zou u bedrogen hebben met betrekking tot de vorming van een kerkverband door onze kerkenraad met andere gemeenten. U doet het voorkomen als zou onze predikant in zijn reactie op vragen van uw deputaten dienaangaande de indruk gewekt hebben dat deze vorming van een kerkverband niet in het verschiet lag. Terwijl u enkele dagen na dit gesprek via een persbericht moest constateren dat de vorming van dit kerkverband drie dagen na het gesprek al was aangegaan. Broeders, u suggereert hier oneerlijkheid terwijl de feiten anders liggen. Collega Van der Wolf, die bij dat gesprek aanwezig was, is er mede getuige van dat uw opvatting ten onrechte is. Door de predikanten is in dat onderhoud niet ingegaan op de gestelde vragen met betrekking tot zo'n kerkverband (en de bezwering van uw deputaten daartoe niet over te gaan). Zij achtten het op dat moment en in die discussie niet nodig daar op in te gaan. 5 / 9
Dat is heel wat anders dan uw kwalijke beschuldiging, zelfs in een vette kop in uw brief, van: "Drie dagen vóór de vorming van het voorlopig kerkverband werd deze vorming ontkend". Verzoek om rechtzetting Wij verzoeken u dat u de hier boven aangehaalde en weerlegde beweringen, die u ook nog gemeend hebt te moeten publiceren, corrigeert en ook publiek recht zet. Gesprek op kerkverbandelijk niveau voorgesteld en afgewezen Toen het verzoek van uw synode tot een gesprek met onze kerkenraad op onze kerkenraad diende, waren de kerkelijke ontwikkelingen intussen voortgegaan. In uw kerkverband evenals in ons kerkverband. Dat is voor onze kerkenraad de aanleiding geweest om het kerkelijk gesprek dat aanvankelijk op kerkenraadsniveau was gedacht, op te tillen naar kerkverbandelijk niveau, van kerkverband tot kerkverband. Vandaar onze reactie op uw uitnodiging om niet met onze kerkenraad alleen een gesprek te voeren om te onderzoeken of wij mogen komen tot kerkelijke eenheid, maar waar wij deel uitmaken van een inmiddels gegroeid kerkverband, dat dan van kerkverband tot kerkverband te doen. 6 / 9
U gaf aan in een gesprek met onze kerkenraad nader te willen toelichten waarom u toch met ons alleen een gesprek wilde aangaan. Inmiddels hebt u die toelichting in uw reactie van 21 juni jl. ons gegeven. De kerkenraad heeft geen behoefte om nader in te gaan op wat u beweert ten aanzien van onze huidige zustergemeenten te Hardenberg, te Zwijndrecht als ook te Zwolle (Vijverhoeve). Dat geldt ook wat u met betrekking tot deze gemeenten aan verwijten in onze richting doet, als zouden wij geen hoor en wederhoor hebben toegepast en daarmee de DGK onverhoord veroordeeld hebben. Broeders, u hebt in uw officieel kerkblad De Bazuin als ook op uw synodes meer dan genoeg hierover gezegd en gepubliceerd om uw uitvoerig verantwoord standpunt in dezen te kennen. Ook ten aanzien van de gemeente te Zwolle (Vijverhoeve) is de verantwoording van uw kerkenraad daar richting de gemeente bekend. Wij hoeven toch niet meer te weten dan uw eigen kerkverband aan verantwoording van uw kant heeft ontvangen over de in geding zijnde zaken?! Wij laten dan ook alles wat u beweert ten aanzien van onze genoemde zustergemeenten volledig voor uw eigen verantwoording en maken ons diepe zorgen over uw volgehouden opstelling in dezen. 7 / 9
Appèl Met verdriet constateren wij dat er een ontzaglijke tegenstelling ligt tussen uw spréken over de 'ware oecumene naar Schrift en confessie' en uw dóen in uw kerkelijke praktijk. We zien het helaas splijtend werken naar binnen en naar buiten. Het is ons gebed dat de Here u de ogen daarvoor mag openen. Tot zegen van de gemeenten die u leidt en vertegenwoordigt. En tot herstel van de eenheid van de verstrooide schapen van onze Opperherder Jezus Christus. Met broedergroet, namens de raad voornoemd. 8 / 9
J.A. de Wit, scriba 9 / 9