1 maart 2017 ASWOENSDAG Begin van de Veertigdagentijd Walburgiskerk Zutphen 1
Aswoensdag is de eerste van de veertig vastendagen. Vandaag beginnen de voorbereidingen op Pasen. De as van Aswoensdag maakt aanschouwelijk: Stof ben je en tot stof keer je terug (Genesis 3:19). Deze woorden klonken al in het vroege verhaal van God en mensen, na de eigenzinnigheid en opstandigheid van de mens tegen Gods goedheid. Zo is deze dienst een dienst van boete en inkeer, een markering van het begin van de Veertigdagentijd die uitloopt op Pasen (de zondagen tellen niet mee als vastendag). Aswoensdag herinnert ons aan de vergankelijkheid van ons bestaan en verbindt ons tegelijkertijd met de opstanding van Jezus die we op Pasen vieren. Gedenk, mens, dat je stof bent en tot stof zult wederkeren Voorgangers: ds. Irma Pijpers en ds. Louisa Vos Organist: dhr. Klaas Stok Licentie liedboek: L19129 2
Orgel: Variatie I uit Sei gegrüsset, Jesu gütig - JS Bach Stilte Psalmwoord Verlos mij, o God, want het water is gekomen tot aan de lippen; Ik ben verzonken in een bodemloos slijk, waar ik niet kan staan; Ik ben gekomen in diepe wateren, een vloed overstroomt mij. (Psalm 69: 2-3) 3
Zingen: Psalm 130 a 2.Ik hoop op God de Heer en wacht het woord dat Hij zal spreken. Al loopt het naar de middernacht, ik volg zijn heilig teken. Mijn hart is in d donkerheid een wachter die het licht verbeidt, een wachter op de morgen. 3.Hoop, Israël, op God de Heer die rijk is aan genade. Want Hij velaat u nimmermeer, al kiest gij ook ten kwade. Hij leidt u door de woestenij en maakt gans Israël eens vrij van ongerechtigheden. 4
Gebed Niet om te oordelen zijt Gij gekomen, God, maar om te zoeken wat verloren is, om te bevrijden wie in schuld en angst gevangen zijn, om ons te redden als ons hart ons aanklaagt. Neem ons zoals wij hier aanwezig zijn, met al ons goed en ons kwaad, met het kwaad in de wereld. Gij toch zijt groter dan ons hart, groter dan alle schuld. Gij zijt de schepper van een nieuwe toekomst, een God van liefde tot in eeuwigheid. door Jezus Christus, onze Heer. Amen. Inleiding op de lezingen Lezing uit het Oude Testament: Joël 2: 12-19 Zingen: Psalm 69 : 5 en 8 5
8. Maar ik, die diep gebukt ga onder leed, ik zal nochtans uw grote goedheid prijzen. Dat is U liever, HEER, dan eerbewijzen, offers waarmee men voor het altaar treedt. Als uit de afgrond zo uw lof opgaat, dan zal dat uw bedroefden blijdschap geven, daar Gij de onderdrukten gadeslaat. Gij allen die God zoekt, uw hart herleve! Epistellezing: 2 Korintiërs 5: 19-6: 2 Evangelielezing: Matteüs 6: 1-6; 16 21 Stilte Inleiding op het askruisje Zusters en broeders, in de komende veertig dagen bereiden wij ons voor op de viering van de dood en opstanding van onze Heer. Wij worden opgeroepen tot inkeer, vasten en gebed, tot het lezen en overwegen van Gods Woord en tot werken van liefde en barmhartigheid. Zo worden wij bemoedigd om het kwade te weerstaan. Laten wij dan onze weg naar Pasen beginnen met het teken van de as en ons buigen voor de Heer onze God, die ons geschapen en verlost heeft. 6
Zingen: LvdK 174 2..Mijn zuchten en mijn kermen zie aan, genadig God! Eilaas, wil mijns ontfermen, al heb ik uw gebod versmaad te meen'ger ure, ik wil mij beetren gaan. Dit doet mijn herte treuren: o Jesu, zie mij aan! 7
3.De tijd heb ik verloren, die Gij mij hebt verleend. Naar U wild' ik niet horen, in zonden was 'k versteend. Zeer traag ben ik tot deugden, al heb ik goed vermaan. Oorsprong der eeuwge vreugden, o Jesu, zie mij aan! Stilte Vuur De palmtakjes van vorig jaar worden verbrand. Gebed over de as God, Gij wilt niet de dood van zondaren, maar onze bekering en ons behoud. luister genadig naar onze gebeden en zegen ons als wij worden getekend met deze as. Geef ons de genade onszelf te kennen en berouw te hebben over wat wij misdeden, onze zonden, in het besef dat wij stof zijn en tot stof zullen wederkeren. Versterk in ons de liefde tot U en tot al wat Gij geschapen hebt, opdat wij Hem volgen die zich voor ons heeft prijsgegeven: Jezus Christus, onze Heer. Dat wij in hem opstaan tot een nieuw begin en eeuwig leven. 8
Zingen: Lied 544 2.Geen licht is ons gebleven, er is geen God te zien, de dagen alle zeven en de geboden tien, dan deze ene naam; die naam is alle nachten ons heimelijk verwachten, ons innerlijk geheim. 9
3.De duisternis te boven al staat de nacht rondom, zijn allen die geloven dat Jezus is de zon. Zij kiemen uit zijn graf, zij bloeien uit zijn wonden, zij worden uitgezonden de nacht uit in de dag. 4.Zij moeten met Hem lijden en met Hem levend zijn tot aan de laatste tijden dan staan zij in zijn tuin en heffen op hun hoofd als bloemen en als doden die uit de bodem komen en 't licht zien ongedoofd. 5.Het licht van alle stralen komt uit zijn aangezicht. Zijn ster zal nooit meer dalen en met Hem opgericht verhogen zij de dag, verhogen zij het leven en roepen heil en zegen over de aarde af. Askruisje Ieder die dat wil kan naar voren komen voor een askruisje. v.: Bekeert u en geloof het Evangelie. 10
Slotgebed God, Gij kent en bemint ons en en zult ons aanvaarden in al onze zwakheid als wij U oprecht zoeken. Wij danken U voor Jezus, uw Zoon, die omwille van ons de weg van alle zaad is gegaan, en vragen U: dat wij zijn gerechtigheid mogen leren en zijn liefde voor mensen gestalte geven bij alles wat wij doen, in de veertig dagen die komen en heel ons leven. Amen. Stilte Zegen 11
12