Een positief pedagogisch klimaat betekenisvol en samen leren

Vergelijkbare documenten
Borgshof CS Farmsum

CDBS Ichthus Baflo 1

CBS Oranje Nassauschool Meidoornstraat VX Stadskanaal

CBS De Borgstee Nesweg AV Spijk Tel.nr.:

obs Driespan Dorpshuisweg 36a 9617 ZG Harkstede Tel: Vastgesteld op: Schoolondersteuningsprofiel

Olingermeeden 8 Postbus ET Appingedam 9900 AB Appingedam

CBS de Maarsborg De Wedde BD Stadskanaal

CBS Koning Willem-Alexander

cbs De Windroos Barklaan JT Delfzijl

O.B.S. Jan Ligthart Olingermeeden ET Appingedam. Postbus AH Appingedam

Schoolondersteuningsprofiel

CBS Het Gebint Korteweg 2A 9551 BM Sellingen

CBS De Verbindingsweg Verbindingsweg TH Musselkanaal

Schoolondersteuningsprofiel CBS de ster Harkstede

CBS Het Mozaïek. Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

CBS Koning Willem-Alexander

Samenvatting Ondersteuningsprofiel Passend Onderwijs. Nassauschool Groningen

Schoolondersteuningsprofiel

Wethouder Olthoflaan 4B 9902 LB Appingedam Tel Juni Schoolondersteuningsprofiel

Cornelis Haak School

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Schets van de Procesgang Handelingsgericht Arrangeren

Samenvatting Schoolondersteuningsprofiel. Naam School

Definitieve versie februari 2015

BASISSCHOOL DE BRON SPIESHEEM NJ VEENENDAAL TEL

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle

Inhoudsopgave. Inleiding blz. 3

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Basisondersteuning Samenwerkingsverband Stromenland

Definitieve versie februari 2015

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel OBS Prins Claus

Schoolondersteuningsprofiel

SWV Driegang heeft haar ambitie gelegd bij PO-kwaliteit. Wij willen daar in twee stappen komen;

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Dr. J.C. Logemannschool

CBS De Wieken Oldenhuisstraat PM Ten Post CBS De Wieken is onderdeel van VCPO Noord Groningen

Gecomprimeerd Schoolondersteuningsprofiel. Naam School

Bijlage 2. Basisondersteuning binnen SWV Groningen Ommelanden

Schoolondersteuningsprofiel o.b.s. De Nijenoert

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Notitie voor leerkrachten

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel. SWS de Gavelander De Boomgaard RC Oostwold (W.K.) Brinnummer: 13XX

Definitieve versie februari 2015

De Maatwerkplek van basisschool Schinveld.

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Definitieve versie 1 mei 2015

Ondersteuningsprofiel van CBS de Tamboerijn

Definitieve versie 1 mei 2015

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Schoolondersteuningsprofiel

Locatie Sprang-Capelle Rembrandtlaan ES Sprang-Capelle T Locatie Landgoed Driessen Burgemeester van Casterenstraat GA

Schoolondersteuningsprofiel

versie mei blz 1

Met basisondersteuning in het onderwijs wordt de ondersteuning bedoeld die elke school minimaal biedt.

Definitieve versie 1 mei 2015

Schoolondersteuningsprofiel

Dr. Martin Luther Kingschool

Schoolondersteuningsprofiel PCB De Fontein Schooljaar

Samenwerkingsverband VO Amsterdam. Schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel. De Til

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR Basisschool Pius X

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Floraschool

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Definitieve versie februari 2015

Schoolondersteuningsprofiel PCB De Fontein Schooljaar

Gecomprimeerd Schoolondersteuningsprofiel. Jacobusschool

Schoolondersteuningsprofiel. 15QG00 Horizon

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR

Minister Marga Klompéschool

Basisschool de Pionier

Schoolondersteuningsprofiel. 26 Ibs 'T Pompebled

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Het Ondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

School Ondersteuningsprofiel

Ondersteuningsprofiel van de Noachschool

Samen leven Aandacht voor verschillen

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

INDICATOREN BASISONDERSTEUNING

Definitieve versie februari 2015

Ondersteuningsplan

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

De basisondersteuning wordt gekenmerkt door preventieve en licht curatieve interventies die

Cornelis Haak School

Schoolondersteuningsprofiel

Transcriptie:

Een positief pedagogisch klimaat betekenisvol en samen leren waarin een kleine school groot kan zijn CBS De Til Kerkstraat 6 9797 PD Thesinge Tel.: 050 302 11 72 E-mail: til@vcpong.nl 1

Vastgesteld op: 27-03-2017 Inhoudsopgave Pagina Inleiding 3 1. Algemene gegevens van de school 4 2. Missie en Visie van de school 4 3. Basis- en extra ondersteuning binnen VCPO-NG 5 4. Welke ondersteuning kan de basisschool bieden? 6 4.1 Kernkwaliteiten samenwerkingsverband 20.01 6 4.2 Basisondersteuning binnen onze school 6 4.3 Wat biedt school aanvullend op de basisondersteuning? 8 4.4 Hoe ziet de actuele verscheidenheid eruit op de school? 13 5. Extra ondersteuning 13 6. Ambitie van de school 15 Bijlagen Bijlage A - Checklist ijkinstrument basisondersteuning Bijlage B - Verscheidenheidsindex 2

Inleiding In dit Schoolondersteuningsprofiel (SOP) geeft onze school aan hoe de ondersteuning en begeleiding op de school eruit ziet en welk aanbod van onderwijs gebaseerd op de formulering basisondersteuning, aanbod voor ondersteuning en extra ondersteuning die aan leerlingen bij ons op school geboden kan worden. Aangaande het SOP staat in het Ondersteuningsplan van het SWV PO 20.01 (april 2016) het volgende omschreven: Een omschrijving van de basis- en extra ondersteuning die een individuele school binnen een samenwerkingsverband kan bieden. Het geheel van ondersteuningsprofielen moet zorgen voor een dekkend aanbod van onderwijszorg binnen het samenwerkingsverband. Hiermee kunnen alle schoolbesturen binnen het samenwerkingsverband een passende plek vinden voor elke leerling en hun zorgplicht waarmaken. En in de omschrijving van basisondersteuning: De door het samenwerkingsverband vastgestelde omschrijving van de basisondersteuning en de eventueel extra ondersteuning die een individuele school eventueel met ketenpartners biedt. Kortom: in het SOP komt de stand van zaken rondom de basisondersteuning en de basiskwaliteit van de scholen (gebruik: checklist) en de extra ondersteuning die de school biedt (gebruik : index verscheidenheid). En wenselijk: de ambities van de school omtrent het bieden van extra ondersteuning Wettelijk kader Wettelijk is vastgesteld dat het schoolondersteuningsprofiel een document is, waarin de school de taken, de verantwoordelijkheden en de werkwijze ten aanzien van Passend Onderwijs vastlegt. In dit document beschrijft de school de basisondersteuning, de extra ondersteuning de school biedt of wil gaan bieden. Als slot beschrijft de school de ambities die er zijn rond Passend Onderwijs. Het schoolondersteuningsprofiel: is gerelateerd aan het schoolplan en de schoolgids is een verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag van de school wordt geschreven door de directie van de school wordt tenminste eenmaal per 4 jaar vastgesteld wordt ter advies voorgelegd aan de medezeggenschapsraad Samenwerkingsverband 20.01 Onze school maakt deel uit van het provinciaal samenwerkingsverband Passend Onderwijs (SWV 20.01). In dit regionaal samenwerkingsverband is een dekkend aanbod onderwijsondersteuning aanwezig. Alle informatie over het samenwerkingsverband 20.01 vindt u op de website: www.passendonderwijsgroningen.nl 3

1. Algemene gegevens van de school Naam van de school :CBS De Til Bezoekadres :Kerkstraat 6 Postcode :9797 PD Plaats :Thesinge Brinnummer : 08AZ Directeur :Mevr. E. Meijer Intern Begeleider :Mevr. M. van der Klei Samenwerkingsverband : 20.01 Aantal leerlingen oktober 2016 : 44 2. Missie & Visie van de school Wij trachten als basisschool de kinderen te begeleiden op weg naar volwassenheid. Wij zien het als een opdracht om kinderen zoveel mogelijk kansen te bieden om een positief zelfbeeld te ontwikkelen. Onze inzet als leerkrachten, begeleiders, heeft als doel de kinderen zo goed mogelijk te begeleiden tijdens hun persoonlijke ontwikkeling. Ontwikkelingsgebieden, die zowel op het sociaal-emotionele, het verstandelijke als op het motorische vlak liggen. Wij gaan, samen met de kinderen, de uitdaging aan om een kind zo goed mogelijk in zijn vel te laten zitten. Het kind moet zich veilig kunnen voelen bij ons op school. Daarnaast gaan we samen met de kinderen de uitdaging aan, om de ontwikkelingsmogelijkheden van het kind zo optimaal mogelijk te benutten. Dit is een proces van stimuleren, activeren, begeleiden en accepteren. Tijdens het begeleidingsproces van het kind moet de rol van de leerkracht duidelijk zijn. Bovendien moet de leerkracht zich kunnen vinden in de begeleidingsaanpak. Daarnaast is er een rol weggelegd voor de ouders/verzorgers om waar nodig met de kinderen en de leerkrachten samen te werken. Ondersteuning is bedoeld voor leerlingen, die een extra onderwijs-/ondersteuningsbehoefte hebben. Ondersteuning kan zich op verschillende ontwikkelingsgebieden voordoen. De primaire taak bij het begeleiden van kinderen met extra onderwijs- /ondersteuningsbehoeften is in handen van de groepsleerkracht. De groepsleerkracht kan zo nodig worden ondersteund door collega s en de intern begeleider. Het is van belang om de ouders/verzorgers te betrekken bij de behoeften van hun kind. Samen hebben we een opdracht, zowel het kind, de school als de ouders. Door proberen naast elkaar te staan en samen het vraagstuk als uitdaging te zien, wordt er getracht zo goed mogelijk, ieder naar zijn vermogen, aan de vraag te werken. De eindverantwoording van de basisondersteuning en van de extra ondersteuning uitgevoerd op de basisschool ligt bij de directie. We spreken van een extra onderwijs-/ondersteuningsbehoefte als een kind zich niet optimaal kan ontwikkelen gezien zijn/haar mogelijkheden. Een kind wil graag leren lezen maar het gaat heel moeizaam, het kind heeft dyslexie en vraagt speciale begeleiding. Een kind zit door vervelende thuisomstandigheden niet lekker in zijn vel en vraagt extra aandacht. Een kind wil graag goed schrijven, maar de motorische ontwikkeling verloopt niet optimaal en vraagt ondersteuning. Een kind wil in een groep functioneren, maar doordat het kind hyperactief is of een lichte vorm van PDD NOS heeft, lukt dit niet optimaal en vraagt extra begeleiding. Maar ook: een kind is meerbegaafd en vraagt om meer uitdaging en 4

begeleiding in het leren leren. Een ondersteuningsbehoefte kan worden gesignaleerd door middel van observaties en het bestuderen van de leerling-gegevens, verkregen door middel van het afnemen van toetsen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van landelijk genormeerde toetsen en er kan gebruik worden gemaakt van bestaande literatuur. 3. Basis- en extra ondersteuning binnen VCPO-NG Overeenkomstig het Referentiekader Passend Onderwijs omschrijven we basisondersteuning als het door het samenwerkingsverband afgesproken geheel van preventieve en lichte curatieve interventies die de school binnen haar onderwijsstructuur planmatig en op een overeengekomen kwaliteitsniveau, eventueel met samenwerkende ketenpartners, uitvoert. In het ontwikkelperspectief van de leerling staat de onderwijsbehoefte van de leerling beschrijven. De onderwijsbehoefte geeft aan wat hij/zij nodig heeft om te leren en zich te kunnen ontwikkelen binnen onze school. Wij proberen aan deze onderwijsbehoeften tegemoet te komen en bieden daarvoor een bepaalde mate van ondersteuning. Wanneer een kind specifieke onderwijsbehoeften heeft waarin wij niet direct kunnen voorzien, kunnen wij ondersteuning vragen bij het Ondersteuningsteam. De geboden ondersteuning kan praktisch van aard zijn, maar ook intensieve vormen van begeleiding binnen onze school omvatten. Ook een verwijzing naar een andere school behoort tot de mogelijkheden. Binnen ons samenwerkingsverband Passend Onderwijs zijn afspraken gemaakt over de minimaal te bieden ondersteuning (basisondersteuning) en extra ondersteuning. Basisondersteuning binnen Passend Onderwijs Groningen: De basisondersteuning geeft aan welke mate van ondersteuning aan kinderen wordt geboden binnen de eigen school. De actuele afspraken over te bieden basisondersteuning zijn als bijlage opgenomen bij het Ondersteuningsplan 2015-2018. (www.passendonderwijsgroningen.nl). Extra ondersteuning binnen Passend Onderwijs Groningen De extra ondersteuning wordt binnen onze samenwerkingsverband vorm gegeven door middel van arrangementen en worden door de school aangevraagd bij het Ondersteuningsteam. De arrangementen worden ingezet binnen het regulier basisonderwijs. Arrangementen worden jaarlijks bijgesteld naar aanleiding van evaluatie en behoefte van de scholen. 5

4. Welke ondersteuning kan de basisschool bieden 4.1 Kernkwaliteiten Samenwerkingsverband 20.01 Hieronder het overzicht ten aanzien van de geboden basisondersteuning binnen de scholen waarover binnen het samenwerkingsverband de afspraken zijn gemaakt. Als algemene voorwaarde wordt gesteld dat de scholen over een basisarrangement van de inspectie beschikken. De vier aspecten Preventieve en licht curatieve interventies De onderwijs ondersteuningsstructuur Planmatig werken Kwaliteit van basisondersteuning 13 Kernkwaliteiten van basisondersteuning (samenwerkingsverband 20.01) 1. De leerlingen ontwikkelen zich in een veilige omgeving 2. Voor leerlingen die een eigen leerlijn nodig hebben voor rekenen en taal en extra ondersteuning krijgen uit het geld van het SWV is een ontwikkelingsperspectiefplan vastgesteld 3. De scholen hebben een effectieve interne onderwijs ondersteuningsstructuur 4. De leerkrachten, ib-ers en directeuren werken continu aan hun handelingsbekwaamheid en competenties 5. De scholen hebben een schoolondersteuningsteam gericht op de leerlingenondersteuning 6. De ouders en leerlingen zijn actief betrokken bij het onderwijs 7. De scholen hebben continu zicht op de ontwikkeling van leerlingen. 8. De scholen werken opbrengst- en handelingsgericht aan de ontwikkeling van leerlingen. 9. De scholen voeren beleid op het terrein van de leerling ondersteuning. 10. De scholen werken met effectieve methoden en aanpakken. 11. De scholen evalueren jaarlijks de effectiviteit van de leerling ondersteuning. 12. De scholen dragen leerlingen zorgvuldig over. 4.2 Basisondersteuning binnen onze school 4.2.1 Voldoen we aan de afspraken die gemaakt zijn? 13. De scholen hebben een ondersteuningsprofiel (SOP) vastgesteld. In dit paragraaf geven we aan in welke mate wij voldoen aan de basisondersteuning en hoe wij vorm geven aan de afspraken die gemaakt zijn binnen het samenwerkingsverband 20.01. Jaarlijks (uiterlijk 1 november) wordt de geboden basisondersteuning door ons geïnventariseerd middels het invullen van de checklist ijkinstrument basisondersteuning. In de bijlage vindt u de laatste bevindingen van onze school. 6

Als algemene voorwaarde is gesteld dat alle scholen voldoen aan het door de inspectie vastgestelde basisarrangement. Binnen dit arrangement vallen scholen waarvan de inspectie geen tekortkomingen heeft vastgesteld, die noodzaken tot verscherpt toezicht. Voldoet de school niet aan deze algemene voorwaarde, dan voldoet de school ook niet aan de basisondersteuning. A. Onze school voldoet wel het door de inspectie vastgestelde basisarrangement. Laatste inspectiebezoek / audit :15-03-2012 / audit: 12-06-2014 Arrangement : basisarrangement Evt. opmerkingen : Om de basiskwaliteit van basisondersteuning te kunnen vaststellen is criterium eveneens het toezichtskader van de inspectie, met als minimumnorm voor basiskwaliteit: de leerprestaties van de school zijn tenminste voldoende en daarnaast voldoen het Onderwijsleerproces of de Zorg en Begeleiding aan de gestelde norm. Leerprestaties zijn tenminste voldoende: Onderwijsleerproces voldoet aan gestelde norm: Zorg en Begeleiding voldoen aan gestelde norm: ja ja ja De basiskwaliteit van onze school is wel op orde. B. Onze school voldoet op basis van de checklist aan de vastgestelde basisondersteuning (voldoende is 80% op de uitgewerkte checklist) X Ja Nee Indien nee is ingevuld en bij nog verder te ontwikkelen kernkwaliteiten De volgende onderdelen zijn nog in ontwikkeling: nvt Het volgende ontwikkeltraject wordt ingezet om te voldoen aan de basisondersteuning: nvt 4.2.2 Schoolspecifieke uitwerking van de basisondersteuning In onderstaand overzicht beschrijven wij wat we boven de basisondersteuning aanvullend aanbieden én hoe we omgaan met arrangementen extra ondersteuning. In het kader van preventieve en licht curatieve interventies maken wij gebruik van: het CITO leerlingvolgsysteem, een kleutervolgsysteem, te weten schatkist, screening beginnende geletterdheid. In het kader van aanbod ondersteuning hanteren wij de afspraken die staan in de volgende protocollen: - Aanmelding - Burgerschapsvorming en sociale integratie 7

- De vreedzame school - Dossiervorming - Dyscalculie - Dyslexie - In, door- en uitstroom leerlingen - Individuele leerlijn - Informatievoorziening - Meer- en hoogbegaafdheid - Pestprotocol - Toets protocol - Verdriet en Rouw - ZIEN Voor de sociaal emotionele ontwikkeling maken we gebruik van Signalering : ZIEN Methode : De vreedzame school Methodieken op de vakken technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen Technisch Lezen :Veilig leren lezen, Estafette Begrijpend Lezen :Grip, Nieuwsbegrip Spelling :Spelling op maat Rekenen en Wiskunde :Pluspunt Kleuter :Schatkist, Kleuterplein Daarnaast maken wij gebruik van ICT als ondersteuning van het onderwijsleerproces, middels volgens de programma s: ACADIN, squla, muiswerk, woordmaatjes (Taal op Maat), BLOON, WRTS, gynzy kids, Ambrasoft, rekentuin, BOUW! En de programma s die bij de methode horen zoals Pluspunt, spelling op maat en nieuwsbegrip. 4.3 Wat biedt onze school aanvullend op de basisondersteuning? Naast de vaststaande afspraken zijn er scholen die aanvullend op de basisondersteuning iets extra s bieden. Onze school biedt ten aanzien van preventieve interventies, aanbod van ondersteuning, bekwaamheid van leerkrachten, ondersteuningsstructuur of handelingsgericht werken het volgende aanbod aanvullend op de basisondersteuning: Preventieve interventies: Onder preventie verstaan we de basisondersteuning voor alle leerlingen die er op is gericht om tijdig leerproblemen en opgroei- en opvoedproblemen te signaleren. Vroegtijdige signalering vereist de aanwezigheid van diagnostische expertise en de school kan deze al dan niet in samenwerking met ketenpartners organiseren. Ook de zorg voor een veilig schoolklimaat (zowel voor leerlingen als medewerkers) maakt deel uit van de basisondersteuning. Wat betreft de lichte curatieve interventies zijn afspraken gemaakt over: * een aanbod voor leerlingen met dyslexie of dyscalculie; * onderwijsprogramma s en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een meer of minder dan gemiddelde intelligentie. De begrenzing van ondersteuning voor leerlingen op basis van IQ alleen wordt vermeden; * (ortho) pedagogische en/of orthodidactische programma s en methodieken die gericht 8

zijn op sociale veiligheid en het voorkomen en aanpakken van gedragsproblemen (uitgewerkt in de Vreedzame school en het pestprotocol) * een protocol voor medische handelingen; * de curatieve zorg en ondersteuning die de school samen met ketenpartners kan bieden * fysieke toegankelijkheid van schoolgebouwen, aangepaste werk- en instructieruimtes en de beschikbaarheid van hulpmiddelen voor leerlingen die dit nodig hebben. Genoemde interventies zijn structureel beschikbaar voor en/of binnen de school en moeten de continuïteit in de schoolloopbaan van de leerling ondersteunen. Voor alle genoemde interventies geldt dat een diagnose behulpzaam is voor het inzetten van een handelingsgerichte aanpak. Er wordt geen indicatie afgegeven die recht geeft op extra (leerlinggebonden) financiering. Er wordt gestreefd naar preventief denken en handelen. I.p.v. curatief de zorg op uitvallers te richten probeert de leerkracht vroegtijdig leerlingen te signaleren die extra aandacht nodig hebben. Het is belangrijk dat de leerkracht vooruitkijkt: Welke cruciale leermomenten in de leerlijn komen de komende periode aan bod en welke leerlingen hebben hierbij extra instructie en begeleiding nodig? Aanbod van ondersteuning: We werken op De Til met drie zorgperiodes en de derde periode splitsen we in 3a en 3b. Het schooljaar is in 3 stukken geknipt. Iedere zorgperiode duurt ongeveer 10 weken. Voor de vakken rekenen, spelling en technisch lezen werken we met een groepsplan. In dit groepsplan staat beschreven wat de kinderen aangeboden krijgen aan lesstof en met welk doel. We passen de lesstof en de manier van het aanbieden van de lesstof aan bij de behoeften van het kind. We werken met het model van gedifferentieerde instructie. Een aantal kinderen kan na een korte instructie van de leerkracht direct aan het werk. De meeste kinderen hebben meer instructie nodig voor zij aan de slag kunnen en sommige kinderen vinden ook dit moeilijk en hebben extra instructie nodig. Deze extra instructie wordt gegeven aan de instructietafel. De leerkracht maakt een weekplanning waarin precies omschreven wordt welke stof er aangeboden wordt. Daarnaast houdt de leerkracht in het begeleidingsblok, voor de kinderen die extra begeleiding nodig hebben, bij of de toegepaste aanpak werkt of wat er bijgesteld moet worden. Het vaststellen van een ondersteuningsbehoefte kan door alle teamleden worden gedaan. Meestal gebeurt dit in samenspraak met de intern begeleider en andere teamleden. Binnen de organisatie van ons onderwijs trachten wij tegemoet te komen aan de verschillen tussen kinderen en de specifieke onderwijsbehoefte van het kind. Onze school is een school die werkt volgens afstemming. Binnen deze visie is niet de lesstof en het leerstofjaarklassensysteem het referentiepunt, maar de individuele ontwikkeling van het kind. Het onderwijsaanbod wordt afgestemd op de behoeften en de mogelijkheden van het kind. Dat wil zeggen: er wordt voortdurend gezocht naar wat een kind nodig heeft om de lesdoelen te bereiken. We bieden hierbij geen individueel onderwijs, maar de instructie vindt plaats in subgroepen. Er wordt gewerkt met convergente differentiatie binnen het activerende directe instructiemodel. Onze school wordt gevraagd zich verder open te stellen voor onderlinge verschillen tussen leerlingen. De pedagogische en didactische aanpak moet gericht worden op deze onderlinge verschillen in de dagelijkse onderwijspraktijk binnen de groep. Goede ondersteuning moet mede tot stand komen door het geven van adaptief onderwijs: onderwijs dat is aangepast aan de onderliggende verschillen tussen de leerlingen. We streven naar integrale leerlingenondersteuning die betrekking heeft op alle leerlingen, dus niet alleen voor risicoleerlingen. Dit betekent dat op alle niveaus maatregelen getroffen moeten worden zodat er een vangnet ontstaat. Belangrijk voor onze school is aan te geven hoe adaptief de school is en wat de school aan ondersteuning aan zorgverbreding voor leerlingen kan betekenen, m.a.w. wat de grenzen van de zorg zijn. 9

Op onze school kennen we verschillende type leerlingen die extra aandacht behoeven. De volgleerling/ Aandachtsleerling / zorgleerling / intensieve zorgleerlin. Volgleerlingen: Een leerling volgen zonder extra aandacht, wel noteren in het groepsoverzicht. Je hebt signalen/informatie gekregen om het kind te volgen. Het kind zou een A, Z, I leerling kunnen worden. Aandachtsleerling (A): Wanneer een leerling tijdelijk of eventueel voor een langere periode extra aandacht vraagt, die door de leerkracht zelf kan worden gegeven, dan spreken we van een aandachtsleerling. Dit mag niet langer dan twee perioden van 10 weken. Het kind krijgt een verlengde instructie en in deze instructie wordt aangesloten bij de specifieke onderwijsbehoeften van deze leerling. Specifieke doelen voor deze leerling worden opgesteld op basis van goede analyse. De hulp wordt uitgewerkt in een groepsplan. Bij sociaal emotionele problemen waarbij de leerkracht zijn handelen of de leeromgeving aanpast omdat een leerling dit nodig heeft, wordt een gedragsdocument op gesteld in Parnassys. Signaalcriterium is IV en V leerlingen Cito LOVS (genuanceerd zal dit in groep 3, -3 dle zijn en in de bovenbouw gaat dit naar -10 dle groeien. Zorgleerling (Z): Wanneer een leerling dusdanige problemen heeft, die eventueel groepsoverstijgend kunnen worden spreken we van een zorgleerling. De leerling heeft ook al meer dan 20 weken extra aandacht gehad. We denken aan o.a. aan kinderen met spellingsproblemen, rekenproblemen of gedragsproblematieken die hardnekkig zijn. De zorgleerling wordt eerst met de intern begeleider besproken voordat deze tijdens een bouwvergadering of teamvergadering wordt besproken. Voor de zorgleerling wordt een individueel handelingsplan gemaakt door de groepsleerkracht, zo nodig in samenwerking met de intern begeleider. Er worden aantekeningen in het digitale leerlingvolgsysteem gemaakt voor de doorgaande ontwikkelingslijn. De zorgleerling krijgt zo nodigen mogelijk remedial teaching of extra begeleiding van de intern begeleider. De groepsleerkracht wordt door de intern begeleider begeleid. We gaan er vanuit dat de zorgleerlingen op school kunnen worden begeleid. Intensieve zorgleerling (I): Wanneer een leerling dusdanige extra zorg nodig heeft, die eventueel schooloverstijgend kan zijn, spreken we van een intensieve zorgleerling. We denken hierbij aan kinderen waarbij de hulp van het Bovenschools Onderwijs ondersteuningsteam wordt gevraagd. We maken ons als school zorgen over de toekomst van het kind. Er kan zelfs sprake zijn van een verwijzing naar een andere school, bijvoorbeeld het speciaal basisonderwijs. Wij kunnen eventueel als school tot de conclusie moeten komen dat wij als school handelingsverlegen zijn. Dat wil zeggen, dat wij als school niet genoeg expertise in huis hebben om het kind datgene te bieden aan extra zorg waar het kind wel recht op heeft. Een kind zou bijvoorbeeld gebaat zijn bij een therapeutische setting, die wij als basisschool niet kunnen bieden. De interne begeleider maakt met de leerkracht samen individueel handelingsplan. Het kind krijgt ondersteuning en er worden aantekeningen in het digitale leerlingvolgsysteem gemaakt voor de doorgaande ontwikkelingslijn. Bekwaamheid van leerkrachten: De school gebruikt zowel interne als externe deskundigen ter ondersteuning van de uitvoering van zorg en begeleiding in de groepen. Groepsleerkrachten kunnen hun deskundigheid en vaardigheden vergroten door middel van: Scholing (zowel individueel als op teamniveau) Bijhouden van vakliteratuur 10

Collegiale consultatie Coachen door de intern begeleider Adviseren en coachen door extern deskundigen Intervisie, coaching en Good Practice Alle personeelsleden voldoen aan de competenties, die in de wet BIO (Beroepen in het Onderwijs) worden genoemd. Daarop zal men uiteindelijk beoordeeld worden. Ook wordt er gewerkt aan een nieuw functiegebouw, waardoor er binnen het Primair Onderwijs meerdere functies met de bijbehorende competenties zullen ontstaan. Daarnaast willen we graag dat personeelsleden met plezier binnen onze organisatie (blijven) werken en zich doelgericht ontwikkelen. Door de gesprekkencyclus is een eerste stap gezet naar de ontwikkeling van een persoonlijk ontwikkelingsplan; bovendien zijn verworvenheden van het verleden (functionerings- en beoordelingsgesprekken) niet verloren gegaan. Belangrijk is dat we nu een volgende stap zetten, zodat de POP-ontwikkeling past bij de doelen van IPB, de wet BIO en ten goede komt aan het functioneren, het totale welzijn van de personeelsleden en de leerlingen en de kwaliteit van het onderwijs bevordert. a. Elk personeelslid is verantwoordelijk voor zijn eigen POP. Hij/zij heeft daarvoor een eigen map. De indeling met de daarbij behorende formats zijn uniform. De persoonlijke afspraken over specifieke scholing en deskundigheidsbevordering en de resultaten worden schriftelijk vastgelegd in het bekwaamheidsdossier. - De leidinggevende doet jaarlijks een klassenconsultatie. Dat kan zijn vooraf aan het functioneringsgesprek, maar ook voorafgaand aan een evaluatiegesprek is een goede mogelijkheid. Het kan bijvoorbeeld zijn, dat het personeelslid zelfstandig werken als ontwikkelpunt heeft. In de klassensituatie kan dan beoordeeld worden, of de gestelde doelen bereikt zijn. - Er kan sprake zijn van ontwikkelpunten, die een gedragsverandering willen bewerkstelligen. Misschien wordt het uiteindelijke doel pas over enkele jaren bereikt. Er wordt dan gewerkt met SMART geformuleerde (tussen) doelen. Maximaal voor een periode van een cursusjaar, maar een kortere periode is ook mogelijk. - Er is minimaal sprake van één voortgangsgesprek, maar meerdere voortgangsgesprekken zijn natuurlijk mogelijk b. Drie achtereenvolgende jaren is er sprake van een functioneringsgesprek, waarna een beoordelingsgesprek volgt. In het beoordelingsgesprek komen de vastgestelde competenties aan de orde. c. Scholing kost geld en tijd. Het personeelslid legt daarover verantwoording af in het functioneringsgesprek. Scholing moet voorzien in de behoefte voor de school, een duidelijke meerwaarde hebben. d. De investering in tijd van de leidinggevende. Er zijn per personeelslid 3 gesprekken. Een POP en een functioneringsgesprek en een beoordelingsgesprek. Met name in de grotere teams is dat voor een directeur fysiek niet op te brengen. Natuurlijk kan een plaatsvervangend directeur een aantal gesprekken doen (dan wel alle gesprekken bij een personeelslid). Ondersteuningsstructuur: In ons zorgdocument beschrijven wij hoe we op CBS De Fontein planmatig werken aan verschillen tussen kinderen, de zogenaamde onderwijsondersteuningsstructuur, en hoe we hierbij met andere organisaties en specialisten samenwerken. Handelingsgericht werken: Schematische weergave van de wijze waarop wij werken. 11

In de 1-zorgroute ziet dit er als volgt uit: 12

4.4 Hoe ziet de actuele verscheidenheid eruit op de school? Op scholen bestaat een zekere verscheidenheid als het gaat om leerlingen die iets extra s vragen. Dat vraagt van de betreffende leerkrachten, maar ook van intern begeleiders een extra inspanning. De vraag is of deze extra inspanning kan en moet worden omgezet in extra ondersteuning. De verscheidenheid wordt in beeld gebracht met het instrument: Verscheidenheidsindex (VI, in de bijlage). 5. Extra Ondersteuning De definitie van Extra Ondersteuning is dat de onderwijsbehoeften van het kind dermate intensief en complex zijn, dat deze meer dan de (aanvullende) basisondersteuning op een school vragen. Onze school kan voor Extra Ondersteuning een beroep doen op het Ondersteuningsteam. Het schoolbestuur biedt Extra Ondersteuning aan in de vorm van arrangementen. Deze worden ingezet binnen het regulier onderwijs. De arrangementen worden aangevraagd bij het Ondersteuningsteam en beoordeeld aan de hand van de onderwijsbehoeften van het kind of de groep. Het actuele aanbod van arrangementen is te vinden op (benoemen). Voor deze leerlingen heeft de school een OntwikkelingsPerspectiefPlan (OOP) opgesteld. Voor de onderstaande onderwijsbehoeften doen wij een beroep op de arrangementen extra ondersteuning om hierin een passend aanbod te bieden binnen de school: Zowel de Wet Primair Onderwijs (WPO), als de Wet op de Expertise Centra gaat sterk uit van de opname van de leerling in het gewone (regulier) onderwijs. Het samenwerkingsverband stelt zich ten doel een samenhangend geheel van zorgvoorzieningen binnen en tussen basisscholen en in samenwerking met speciale scholen voor basisonderwijs te realiseren en wel zodanig, dat zoveel mogelijk leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken, art. 13a WPO. Uit de leerlingenbespreking kan naar voren komen dat aanvullende expertise van een intern of extern deskundige nodig is. Hiervoor is het mogelijk op schoolniveau één van de aanwezige zorgspecialisten in te schakelen. Maar ook kan er vanuit het Bovenschools Onderwijs ondersteuningsteam (BOoT) een consultatieve leerlingbegeleider (CLB) (onderwijsadviseur of ambulant begeleider) worden ingeschakeld. De intern begeleider coördineert de zorg rondom de leerlingen en onderhoudt het contact met de verschillende intern en externe disciplines. De aanvullende expertise wordt ingezet nadat toestemming is verkregen van de ouders/verzorgers van de leerling(en). Indien sprake is van de volgende onderwijsbehoeften verwijzen wij naar een andere reguliere basisschool of school voor Speciaal (Basis) Onderwijs omdat wij niet in staat zijn om dit met extra ondersteuning binnen de school te bieden: Denken in oplossingen en verbindingen mét een begrenzing: Begeleiden en extra ondersteunen van (opvallende) leerlingen. In beginsel gaat de Til uit van de volgende principes: Ieder leerling is welkom op school. De school is echter gebonden aan faciliteiten en middelen die de regering in de huidige onderwijssituatie biedt. Bij ieder teamlid is er sprake van een professionele kwaliteit, die mogelijkheden biedt tot het verlenen van ondersteuning/begeleiding aan (opvallende) leerlingen. De school kan leerlingen met relatief lichte leer- en gedragsproblemen begeleiden. Bij het bieden van ondersteuning is er sprake van een teamverantwoordelijkheid, de leerlingen zijn van de hele school. We respecteren ieders kwaliteiten, zowel van leerlingen, ouders en teamleden. Daar waar de school hiaten in de kwalitatieve ondersteuningsverlening constateert, wordt er op bijgeschoold. De school blijft zoeken naar mogelijkheden het onderwijs af te stemmen op specifieke 13

behoeften van leerlingen binnen de gestelde kaders. Er zal altijd een relatie bestaan tussen het bieden van ondersteuning/begeleiding en het aantal (opvallende) leerlingen in een groep. Directie, intern begeleider en het team zijn voorwaarden stellend actief. Op grond van deze opmerkingen komen we tot de conclusie dat we ondersteuning kunnen bieden aan: A. Een leerling met een eigen leerlijn voor 1 ontwikkelingsgebied ( cognitief of sociaal emotioneel) als er voldaan wordt aan de volgende feiten: Het welbevinden van de leerling positief is. Een alternatieve leerroute, die aansluit bij de onderwijsbehoefte van de leerling. Dit kan een methode zijn of een minimum programma of een aanbod in een andere groep enz. Bij een begeleidingsintensieve groep is er ondersteuning nodig in de vorm van onderwijsassistentie, remedial teaching, ouders, tutoren etc. B. Een leerling met een eigen leerlijn voor 2 ontwikkelingsgebieden ( cognitief of sociaal emotioneel) als er voldaan wordt aan de volgende feiten: Het welbevinden van de leerling positief is. Een alternatieve leerroute, die aansluit bij de onderwijsbehoefte van de leerling. Dit kan een methode zijn of een minimum programma of een aanbod in een andere groep etc. Er is ondersteuning nodig in de vorm van of een onderwijsassistent of remedial teaching, of ouders of tutoren. Eventueel een begeleidingsvorm die nog niet is genoemd. C. Een leerling met een eigen leerlijn voor 3 ontwikkelingsgebieden (cognitief of sociaal emotioneel) als er voldaan wordt aan de volgende feiten: Het welbevinden van de leerling positief is. Een alternatieve leerroute, die aansluit bij de onderwijsbehoefte van de leerling. Dit kan een methode zijn of een minimum programma of een aanbod in een andere groep etc. Er is ondersteuning nodig in de vorm van of een onderwijsassistent of remedial teaching of tutoren. Eventueel een begeleidingsvorm die nog niet is genoemd. Er ondersteuning nodig in de vorm van begeleiding door de ouders. Er is sprake van een relatieve ontwikkelingsgroei van de leerling, het steven is een BB uitstroom perspectief. Eventueel kan een leerling met een verlenging, een jaar eerder van school gaan. D. Een leerling met een volledige eigen leerlijn ( cognitief of sociaal emotioneel) als er voldaan wordt aan de volgende feiten: Het welbevinden van de leerling positief is. Een alternatieve leerroute, die aansluit bij de onderwijsbehoefte van de leerling. Dit kan een methode zijn of een minimum programma of een aanbod in een andere groep etc. Er is ondersteuning nodig in de vorm van of een onderwijsassistent of remedial teaching of tutoren. Eventueel een begeleidingsvorm die nog niet is genoemd. Er ondersteuning nodig in de vorm van begeleiding door de ouders en externe begeleiding. Er is sprake van een persoonlijke ontwikkelingsgroei van de leerling. Eventueel kan een leerling met een verlenging een jaar eerder van school gaan. Ondanks alle extra inzet van intern en externe partijen kan het zijn dat een leerling niet genoeg kan profiteren van ons onderwijs. We zullen dan een traject richting plaatsing op een andere onderwijsvorm overgaan. 14

Grenzen van de school: Een leerling zowel instabiele gedrags- als leerproblemen heeft. Uit een Psychologisch onderzoek blijkt dat de ondersteuningsmogelijkheden voor de leerling in de basisschool onvoldoende zijn en er een duidelijk Speciaal Onderwijs advies wordt gegeven. De school handelingsverlegen is met betrekking tot de ondersteuning/begeleiding van de leerling en waarbij de ondersteuning/begeleiding ook nog ten koste gaat van de leerkracht en medeleerlingen. Sociaal emotionele problematiek leidt tot demotivatie & frustratie van de leerling. Dit wordt vastgelegd middels: ZIEN!, overleg ouders en observatie van de orthopedagoog en leerkracht. Gedragsproblematiek: Leerlingen met een beperkte gedragsstoornis die geen gevaar opleveren voor de andere leerlingen (sommige lichte vormen van PDD-NOS, ADD, ADHD of een combinatie van deze) kunnen binnen onze school een passend onderwijsaanbod krijgen. Bij (grensoverschrijdend) gedrag waardoor de veiligheid van de leerling, andere leerlingen of collega's in het geding komt, zal een verwijzing richting cluster 4 plaatsvinden. Intelligentie onder de IQ=70 kunnen wij geen passend onderwijs bieden. Leerlingen met een TIQ van 70-80 moeten geen gedragsproblematiek ervaren welke hun leren negatief beïnvloed. Zelfredzaamheid: We verwachten dat de leerlingen zelfstandig zijn in de toiletgang. Dit betekent dat zij bij binnenkomst zindelijk zijn. In overleg met school is het eventueel mogelijk om uitzonderingen hierop te maken, ouders moeten in dat geval wel kunnen aantonen dat er intensieve specialistische ondersteuning en begeleiding is ingeschakeld ter ondersteuning van het zindelijk worden. Daarnaast moeten leerlingen in staat zijn hun eigen kleding aan- en uit te trekken. Overige beperkingen: O Meervoudig gehandicapte leerlingen: de school heeft geen mogelijkheden om een passend onderwijsaanbod te bieden voor leerlingen met een meervoudige beperking. O Verpleegkundige handelingen: medicijnverstrekking is in overleg met ouders mogelijk. Voor overige verpleegkundige handelingen kan de school geen verantwoordelijkheid nemen. O Visuele beperkingen: Slechtziende leerlingen kunnen worden opgevangen indien hun visuele beperking met ondersteuning van hulpmiddelen geen belemmering vormt voor het volgen van het onderwijs binnen onze school. O Auditieve beperkingen: leerlingen met een beperkte spraak-taalstoornis waarbij het gehoorverlies niet groter is dan 40 decibel en er nauwelijks tot beperkt sprake is van een achterstand in de verstandelijke ontwikkeling. Wij hanteren bovenstaande criteria als basis voor het aannamebeleid van de school. Een en ander gebeurt altijd in overleg met ouders, waarbij de school de eindverantwoordelijkheid draagt voor de beslissing of een leerling plaatsbaar is. Aanvulling bij het eventueel overschrijden van grenzen bij het aanbieden van de ondersteuning. Wanneer ouders vasthouden aan het volgen van onderwijs op onze basisschool tegen alle adviezen in van de school, wordt er een contract opgesteld waarin de verantwoordelijkheid bij de ouders wordt gelegd. Eventueel kan de school besluiten de leerling te schorsen. 6. Ambities van de school Naast de ondersteuning die we op dit moment bieden, heeft onze school ambities welke we de komende periode willen realiseren. Onze ambities ten aanzien van het bieden van aanvullende of extra ondersteuning zijn: 15

De Til vindt dat onderwijs óók betekent kinderen te helpen vormen tot een compleet mens. Dat vraagt ruimte in het curriculum voor zaken als levensvaardigheden, persoonlijke vaardigheden, creativiteit et cetera. Naast 'wat wil ik worden' komt er in het onderwijs meer aandacht voor 'wie wil ik worden". Gezien de kleine populatie, en de grote verscheidenheid hierin, is de Til op zoek naar een passend onderwijsconcept om iedere leerling goed te kunnen bedienen. Naast deze ambitie aandacht voor het werken met nieuwe onderwijsleermiddelen welke in te zetten zijn voor leerlingen met leerproblematiek. Denk aan bijvoorbeeld het programma snappet. Onze ambities ten aanzien van het bieden van passende ondersteuning waarvoor we nu nog verwijzen naar het Speciaal (Basis) Onderwijs zijn: Op de Til wordt nagenoeg niet doorverwezen naar het Speciaal (Basis) onderwijs. 16

Bijlagen A. Checklist ijkinstrument basisondersteuning B. Verscheidenheidsindex (VI) 17