Paulus in Athene Handelingen 17:16-34 In het bijbelgedeelte dat we straks gaan lezen gaat de apostel Paulus in gesprek met een aantal mensen in Athene over de God van de bijbel. Ik vertel even een paar dingen vooraf, zodat we straks snappen waar we precies invallen in het bijbelboek Handelingen. Lucas, de schrijver, heeft twee boeken geschreven. Een groot deel van zijn tweede boek (Handelingen) gaat over de reizen van Paulus. Op één van die reizen belandt Paulus in Athene. Zijn verblijf in Athene heeft ergens iets toevalligs, hoewel dat in het grotere verband van de boeken van Lucas een beetje een raar woord is natuurlijk. Maar ik bedoel dit: Paulus bezoek aan Athene is niet gepland. [dia 1] Nadat er een rel is uitgebroken in Berea, leek het de gelovigen beter om Paulus, die blijkbaar het belangrijkste doelwit was, naar Athene te sturen. Zijn medewerkers Silas en Timoteüs zouden snel volgen. Na de gebeurtenissen in Athene vertrekt Paulus dan naar Korinte, vanwaar de reis verder gaat. Wat is er verder nog handig om te weten? [dia 2 leeg scherm] In ieder geval twee dingen. Athene stond bekend als het kenniscentrum van die tijd. Rome gold als het (politieke) machtscentrum, maar Athene was vanouds naast Alexandrië in Egypte als de plek van de filosofie, van de wetenschap dus. Ook belangrijk: er was in die tijd helemaal nog geen kerk in Athene. Er zijn ons ook geen brieven overgeleverd aan de kerk in Athene. Misschien moeten we zeggen dat het in universiteitssteden iets langer duurt voordat mensen zich toevertrouwen aan dat vreemde, christelijke verhaal over de opstanding van Jezus. Geef ze maar ns ongelijk Lezen: Handelingen 17:16-34 Paulus is dus aan het wachten op zijn vrienden, Silas en Timoteüs. Wat doe je als je voor het eerst in een nieuwe stad bent en je hebt even tijd? Juist, dan ga je de stad in. Dat doet Paulus dus ook. Dat hebben Janneke en ik ook gedaan in onze eerste weken in Delft, hoewel het een tijdje duurde voordat we verder kwamen dan de IKEA en de Karwei. Paulus gaat de stad in, maar in plaats van dat hij geniet van de oude, indrukwekkende monumenten en gebouwen, raakt hij behoorlijk van slag. Wat bleek namelijk? Athene stond vol met godsbeelden. Je struikelde erover. Paulus kwam er zelfs één tegen, gewijd aan een onbekende god! Waar Paulus ook ging of keek, overal stonden beelden, gewijd aan de één of andere god.
Goed, Paulus mag dan toevallig in Athene terecht zijn gekomen, hij heeft wel een missie. Zijn vaste strategie is: zowel naar de synagoge als naar de markt. Paulus zoekt dus zowel het gesprek met de joodse gelovigen (die waren er dus ook), met mensen bij wie je enige bekendheid met de God van de bijbel zou mogen verwachten, als met mensen die er heel anders over denken. Ik wijs dus even op de werkwijze van Paulus, ook in verband met ons werk hier: zowel in de kerk (waar enige kennis van God verondersteld mag worden) als op het marktplein. Paulus vertelt iedereen die het horen wil over de God van de bijbel. Opvallend genoeg begint hij met wie God in ieder geval níet is. Daar zit denk ik ook iets uitdagends in, aan het adres van mensen die veel weten. Als God, zoals Paulus op het punt staat om te vertellen, de hemel en de aarde gemaakts heeft en alles wat er leeft, dan praten over deze God ook een beetje zoals kijken in de zon. Dat moet je niet rechtstreeks doen. Dan raak je verblind. Paulus begint dus met drie dingen die God in ieder geval níet is [dia 3]: 1. God woont niet in een huis. Hij is niet afhankelijk van door mensenhanden gebouwde gebouwen. Ook niet deze kerk dus. 2. God heeft geen mensen nodig. [dia 4] God is voor zijn bestaan niet afhankelijk van wat mensen Hem geven. Ook niet onze worship, gedachten, gebeden of collectes. M.a.w.: God bestaat ook als wij Hem niet aanbidden. [dia 5] 3. God is niet te vangen in een beeld. Niet in een beeld of een gebouw van steen, niet in een beeld in je gedachten. Ik zou willen zeggen: God is geen projectie. Eigenlijk is de boodschap van Paulus in Athene [dia 6] God is niet wat wij ervan maken. God is niet het verlangstuk van mijn verlangens. Ook niet van die van ons allemaal bij elkaar opgeteld. Als ik dit misverstand over wie God is mag toepassen op twee manieren waarop veel mensen volgens mij denken over god, dat gaat dat ongeveer als volgt. Voor veel mensen is God de vriendelijke man met de lange baard. Een soort sinterklaas met als enige taak mensen gelukkig maken. Daar zit natuurlijk wel een kern van waarheid in. Maar als je eerlijk bent zul je moeten toegeven dat zo iemand eigenlijk de titel god niet waard is. Hij kan (en moet) namelijk alleen maar één ding: mensen gelukkig maken dit klinkt kinderlijk maar het blijft iets om jezelf op te beproeven!
Voor een tweede groep mensen is deze manier van denken en praten over God moeilijk geworden. Geloven in een sprookje, dat doe je niet. Vroeger misschien, maar nu niet meer. God, zeggen zij, is iets. iets da je zomaar even niet kunt begrijpen. Een hogere macht, zo je wilt. God kan dan een ander woord worden voor: principe. Of wetmatigheid. De één vult dit vervolgens heel technisch in, de ander meer filosofisch, of spiritueel. De reactie van de Atheners verraadt dat zij op dit tweede spoor zitten. Voor hen heeft het goddelijke te maken met filosofische principes. Vers 18: ze dachten dat Paulus sprak over Jezus en een godin die Opstanding heette. Dat is wel een hogere macht, maar zo n god kan je nauwelijks God noemen om een andere reden. De God van het christelijk geloof is niet alleen groter dan wat wij er met z n allen van maken. Maar ook omdat de God van de bijbel buitengewoon persoonlijk is. God is een persoon. Met een wetmatigheid kan je niet omgaan. En een spirituele waarheid niet met jou. Om echt iemand te kunnen zijn, om te kunnen bevrijden moet God niet alleen meer zijn dan al onze persoonlijke verlangens bij elkaar opgeteld. Maar God moet ook persoonlijk zijn, (I)emand aan wie je je kunt toevertrouwen. [korte samenvatting, dan dia 7 leeg scherm] Toch is er ook nog een derde handschoen die we moeten oppakken. Ik denk eerlijk gezegd dat het hier ook pas echt interessant wordt en het heeft te maken met het altaar aan de onbekende god. Toen ik vorige week even rondliep op de OWEE-markt raakte ik via via in gesprek met een paar studenten. Ik vertelde dat ik nieuw was, predikant van de IMK. Ik had inmiddels gezien dat verschillende verenigingen en bedrijven zich presenteerden op de info-markt en ik vroeg of er ook kerken stonden met stands. Niet dat ik weet, was de reactie. Ik vroeg: hoe zou je het vinden als er ook kerken waren die zich presenteerden op deze markt? De studenten waarmee ik sprak, vonden dit op zich geen slecht idee. Er zijn in onze tijd veel mensen die op de een of andere manier wel openstaan voor dingen die te maken hebben met religie, zelfs hier in Delft. En dus ook voor de kerk en het christelijk geloof. Maar ergens functioneert de kerk vaak als dat ene altaar in Athene, het altaar voor de onbekende god.
Wat zou de bedoeling geweest zijn van dat altaar? Je kan denken: angst. In een wereld met zoveel wetmatigheden (goden) weet je het nooit. Je moet voortdurend schaken op verschillende borden al die goden tevreden houden, en je zou er maar één overslaan. Maar die Atheners waren niet helemaal gek. Ergens was dat ene altaar een behoorlijk ontwikkeld en briljant idee. Ga maar eens na. Dat ene (vermoedelijk kleine) altaar relativeerde eigenlijk de hele wetenschap van de Atheners. Je zou het ook zo kunnen uitleggen. De Atheners stonden met al hun kennis en wijsheid open voor iets nieuws. Iets anders. Het onbekende. Precies dat is wat ik vandaag veel mensen hoor zeggen over religie en dus ook over het christelijk geloof. En over de kerk. Als een plek die openstaat voor het onbekende, waar je met opzet alles open laat. Een plek waar je jezelf kunt relativeren. Waar je kunt leren twijfelen aan alles wat je tot dan toe zeker meende te weten. En, toegegeven, hier zit natuurlijk iets in. Ik heb net gezegd: God is altijd anders. Je kunt Hem niet maken of begrijpen. Iemand schreef het zo: Hij is je altijd een stap voor. Ook al in het Oude Testament. In de tabernakel en in de tempel bijvoorbeeld. Opgebouwd uit verschillende ringen, die steeds toenemen in heiligheid. Maar wie dan kwam in het heilige der heiligen (de binnenste ring), kwam bedrogen uit. Daar stond alleen een ark. Een troon, met daarop twee engelen. En daarop niks. Zo is God. Je hebt God nooit door. En verder. Dacht je God vanuit het Oude Testament te begrijpen als de Almachtige, komt Hij in het Nieuwe Testament in Jezus naar deze wereld. Dacht je Hem te begrijpen als wonderdoener, hangt Hij ineens aan een galg. Dacht je Hem daar te begrijpen als Verzoener, dan blijkt Hij de Opgestane. Dacht je dit te begrijpen, is Hij degene verschijnt en verdwijnt wanneer het Hem uitkomt. Dan vertrekt Hij ook nog naar omhoog. Hij is mensen, ons dus, steeds een stap vooruit. Er zit dus wat in, in het idee achter dat altaar aan die onbekende god. Maar toch. Je kunt ook blijven twijfelen. Met opzet dingen open houden die God heeft ingevuld. Wat komt Paulus in Athene doen? Eerst vertelt hij wie God níet is. Maar dan vertelt hij ook wie God wél is. En vooral dat laatste moet voor veel mensen buitengewoon irritant geweest zijn. Paulus komt namelijk invullen, wat de Atheners met opzet open gelaten hadden (!).
Hij krijgt er de handen niet voor op elkaar. Ja, er zijn er die het geloof aanvaardden. Maar dan zijn enkelen. De meesten reageren meewarig: belachelijk! Of (eigenlijk hetzelfde): daarover moet u ons een andere keer nog maar eens vertellen. Hoe vult Paulus die bewust opengelaten lege plek in? Wie is God? De weg van het christelijk geloof is dat je God God laat zijn. Zoals Hij zich heeft bekendgemaakt. Dat gaat in het verhaal van Paulus dan ongeveer zo: [dia 8] 1. God heeft míj gemaakt, niet andersom (vs. 24) 2. Ik ben afhankelijk van God, in plaats van Hij van mij (25) 3. Jezus is het beeld van God: Hij komt terug (31). Gelukkig sluit Paulus hier mooi aan bij de visie van onze gemeente. De boodschap is dus heel erg ingevuld en komt heel dichtbij! Dat wringt. Laat dat ook maar zo op je afkomen! Er is een hele tijd door verschillende theologen vooral op gewezen dat Paulus aansluiting zoekt bij de Atheners. Hij citeert zelf een van hun eigen dichters. Maar ik denk, met anderen, dat Paulus juist heel slecht aansluit met zijn christelijke boodschap. Herken het sarcasme, de spot. Paulus in dé universiteitsstad van die tijd, vs. 23: wat u vereert zonder het te kennen, dat kom ik u verkondigen. En, al iets serieuzer in vers 27: Het was Gods bedoeling dat ze (Paulus heeft het nu zelfs over alle volken) God (God) al tastend zouden kunnen vinden, aangezien Hij van niemand van ons ver weg is. Pardon Paulus, bij wie heb jij ook al weer gestudeerd? Waar kom je ook al weer vandaan. Gamaliël, Tarsus, Berea of hebben ze je daar ook weggejaagd? Dat zullen wij maar niet doen. We horen je nog wel eens, tot ziens! [dia 9 leeg scherm] Wij gaan vertellen: zo is God. Dat is onze missie. Binnen en buiten de kerk. Daarbij zullen we jou soms uitdagen om te twijfelen aan wat je dacht te geloven. Maar we zullen het plaatje ook invullen, naar het model van de bijbel. Vraag jezelf eens af, hoe jij tegenover die bediening staat. Tegenover die boodschap. Mag God door ons afbreken wat jij had ingevuld? En mag Hij invullen wat jij bewust had opengelaten? [amen]
Liturgie voor de middagdienst 2 september 2012, 16h00 Muziek:?? Beamer:?? Lied 434,1.2.5 (Liedboek) Lof zij de HEER Toewijding en zegengroet Opw. 366 Kroon Hem met gouden kroon Opw. 586 Heel de schepping [ ] Gebed Schriftlezing Handelingen 17:16-34 Welke God? Preek over Handelingen 17 Psalm 145 (Psalmen voor Nu) Geloofsbelijdenis (Nicea) Opw. 609 U bent Heilig (wisselzang) Voorbedegebed en Onze Vader Collecten Opw. 574 Groot is Hij Zegen