Verslag libellenmonitoring 2017 Leersumse Veld Jan Katsman, januari 2018
Libellenmonitoring 2017 in het Leersumse Veld. Het gebied Hert Leersumse Veld is eigendom van en wordt beheerd door Staatsbosbeheer. Het wordt gekenmerkt door een vrij groot areaal aan vergraste heide met vrijstaande grove den en berk, enkele kleinere bosjes van berk en grove den. Daarnaast zijn er grote delen gemengd bos met berk, grove den, zomereik, beuk, krent, vuilboom e.a. en enkele opstanden met lariks en fijnspar. In het noordwestelijke deel liggen drie grote en een aantal kleinere plassen. In het oostelijke deel liggen nog enkele kleine zandverstuivingen. Verspreid over het gebied liggen enkele roggeakkers, die door externe partijen beheerd worden. Daarbij wordt geen kunstmest of drijfmest toegepast. Er vindt jaarrond begrazing plaats met Piëmontese runderen en incidenteel met schapen. Regelmatig wordt er gezaagd, geklepeld, gemaaid, geplagd of gechopperd om opslag van o.a. gras, braam, berk en grove den te verwijderen. Het losgekomen materiaal wordt afgevoerd. Onderzoeksgebied en monitoringmethode Het onderzoeksgebied wordt voornamelijk gevormd door het gebied rond de drie plassen en de open heide. De 60 veldbezoeken vonden plaats tussen 26 maart en 22 november 2017. De opstanden met lariks en fijnspar heb ik niet bezocht, delen van het gemengde bos met berk, grove den, vuilboom e.a. incidenteel. Langs de zuidoever van de eerste plas wordt er gemonitord op een vaste route die systematisch wordt geteld volgens de methode van de Vlinderstichting en het CBS. De route is verdeeld in trajecten van 50 en 100 meter lang en 6 meter breed en wordt van 1 mei tot 1 oktober minimaal twee keer per maand door één persoon geteld. De andere delen van het gebied worden incidenteel bezocht, waarbij de nadruk ligt op het gebied rond de andere plassen en plasjes, maar ook het open veld wordt van begin april tot eind december regelmatig doorkruist. De tellingen worden bij voorkeur uitgevoerd tussen 12.00 u. en 16.00 u., bij zonnig weer, max. windkracht 4 en temperatuur rond de 20 graden. Soortenlijst Met het verschijnen van de nieuwe Veldgids Libellen van Nederland (Bos, Wasscher, Reinboud, uitgave KNNV) zijn een aantal libellen van de rode lijst verdwenen. De reden is dat die soorten inmiddels in zoveel kilometerhokken worden waargenomen, dat ze niet meer zeldzaam genoemd kunnen worden. Voor het Leersumse Veld betreft dat de vuurlibel, de tengere grasjuffer en de zwervende heidelibel. De vuurlibel en de zwervende heidelibel werden ook dit jaar in klein aantal hier gezien. Daarentegen is de tangpantserjuffer in de gevarenzone gekomen en staat nu in het rood, samen met de venwitsnuitlibel. Beide komen hier in kleine aantallen voor. De status van de gevlekte witsnuitlibel is nog steeds hetzelfde: staat op de Europese habitatrichtlijn en de landelijke rode lijst. Foto voorblad: Vrouwtje sierlijke witsnuitlibel
Waterstand In tegenstelling tot 2016, is er in de maanden januari tot en met maart 2017 weinig neerslag gevallen. De kleinere plasjes in het gebied lagen al vroeg geheel droog of waren zeer klein van omvang geworden. Ter illustratie geef ik in tabel 1 de waterstand in de tweede plas, zoals afgelezen op de peilschaal bij het dammetje. De hoogste stand werd bereikt rond 10 maart: 81 centimeter. Het water bleef lang staan: pas in de tweede helft van juli begon het water zichtbaar te dalen. januari April Juli Oktober Hoogste stand Laagste stand 2015 75 82 51 52 Begin april: 82 6 augustus: 44 2016 76 107 104 80 Begin maart: 110 Eind september: 81 2017 72 75 42 50 Eind april: 75 23 augustus: 37 Tabel 1 Waterstand in cm. In 2016 hadden we te maken met een hoge waterstand. Dit jaar was het totaal anders: de zomerstand was 60 cm. lager dan vorig jaar. De eerste (westelijke) plas stond rond het eiland geheel droog en waar nog wel water stond foerageerden de groenpootruiters en zwarte ruiters. Weersomstandigheden In de tweede helft van januari kon er één weekend geschaatst worden op de Leersumse plassen, in februari lag er flink wat sneeuw. De maand maart begon met wat neerslag, maar verliep verder droog en ging de boeken in als één van de tien zachtste in de meetgeschiedenis. Bovendien waren er veel zonuren. April daarentegen was relatief koud, maar droog en zonnig. De maand mei staat op de vierde plaats van warme meimaanden en daarmee is deze meimaand net als mei 2016 een van de warmste meimaanden in de geschiedenis. Juni kende veel zonuren, vooral in de kuststrook. Er viel een normale hoeveelheid regen voor deze periode en met een gemiddelde temperatuur van 18 is ook juni 2017 een van de warmste junimaanden. Juli was een natte maand, 18 graden gemiddeld overdag en een normaal aantal; zonuren. Augustus was wisselvallig, iets koeler dan normaal en met een normale hoeveelheid zon en neerslag. September was koel, nat en zonnig met grote verschillen afhankelijk van de plaats in het land. De libellen Ook dit jaar was de noordse witsnuitlibel weer de eerste uitsluiper op 15 april. Ik heb duidelijk minder individuen gezien dan vorig jaar, de laatste zag ik op 4 juli. De eerste venwitsnuitlibel verscheen pas op 31 mei. Mijn indruk is, dat de aantallen iets hoger zijn dan vorige jaren. De nog zeldzamere gevlekte witsnuitlibel liet zich dit jaar helaas niet zien. Daarentegen zag ik op 22 mei een vers vrouwtje van de sierlijke witsnuitlibel. Misschien is het mannetje dat ik twee jaar geleden hier zag niet alleen gebleven en heeft er voortplanting plaats gehad? De viervlek verscheen dit jaar nog later dan vorig jaar: op 4 mei zag ik de eerste (2016: 30 april zag ik de eerste, in 2015 was dat 9 dagen eerder). De grootste aantallen werden rond 20 juni waargenomen, de laatste zag ik op 5 september. Daarbij moet gezegd worden dat ik er al enkele weken hoogstens twee heb gezien en dat het begin augustus eigenlijk al over was voor deze soort. In tegenstelling tot 2016 waren er nu weinig zwarte heidelibellen. De eerste zag ik op 19 juni, de laatste zag ik nog op 22 september. In 2015 waren er relatief weinig zwarte heidelibellen, 2016 veel, nu weer weinig. De landelijke trend geeft een afname te zien. JAAR APRIL MEI AANTAL ZWARTE HEIDELIBELLEN 2015 Zonnig, droog, koud Zonnig, droog, koel >114 2016 Vrij zonnig, nat, koud Zonnig, normale neerslag, warm >150 2017 Zonnig, droog, koud Zonnig, vrij droog, warm 32 Tabel 2: Aantallen zwarte heidelibellen in relatie tot de weersomstandigheden
De nieuwkomers van de laatste tien jaar: de vuurlibel en de zwervende heidelibel lieten zich ook weer zien, maar in kleine aantallen en voortplanting heb ik niet waargenomen. De aantallen tengere pantserjuffer (109) waren duidelijk lager dan in 2016 (641). Het aantal houtpantserjuffers was wederom laag. Helaas heeft de tengere grasjuffer zich dit jaar niet laten zien. De locatie waar ze vorig jaar zaten bevatte in de afgelopen winter weinig water en lag al vanaf maart droog. Het aantal bruinrode heidelibellen was weer iets groter dan vorig jaar. In 2015 telde ik er gemiddeld 12 per teldag, in 2016 slechts 4 en dit jaar 7. In de literatuur wordt vermeld dat de piek voor deze soort eind juli of begin augustus valt, maar ik zag de grootste aantallen tussen eind augustus en half oktober. De bruinrode heidelibel heeft een voorkeur voor ondiepe, eventueel opdrogende plasjes met weinig vegetatie. Opvallende waarnemingen Er waren dit jaar weinig noordse witsnuitlibellen, tengere pantserjuffers, zwarte heidelibellen en viervlekken. Er zijn dit jaar geen tengere grasjuffers waargenomen. Op twee dagen werd een mannetje zuidelijke keizerlibel gezien. Op 22 mei werd een vers vrouwtje sierlijke witsnuitlibel gezien. Paringslus zwarte heidelibel
Route Alle routes en overige trajecten Blad 1 Datum 22/1 1 17/1 1 13/ 11 5/11 30/ 10 27/10 26/10 23/10 19/10 16/10 14/ 10 12/10 3/10 24/09 21/09 20/09 15/09 Totaal/ soort Tengere grasjuffer Gewone pantserjuffer Tangpantserjuffer Zwervende pantserjuffer Tengere pantserjuffer 5 5 13 6 2 5 5 17 1 3 4 66 Houtpantserjuffer 1 2 1 1 13 2 5 25 Bruine winterjuffer Lantaarntje 1 1 2 Watersnuffel 1 4 2 1 10 18 Variabele waterjuffer Azuurwaterjuffer Grote roodoogjuffer Kleine roodoogjuffer Vuurjuffer Weidebeekjuffer Noordse witsnuitlibel Venwitsnuitlibel Gevlekte witsnuitlibel Sierlijke witsnuitlibel Paardenbijter 1 3 7 2 8 5 2 5 13 1 47 Gewone oeverlibel Viervlek Platbuik Vroege glazenmaker Bruine glazenmaker 1 3 4 Blauwe glazenmaker 1 1 Grote keizerlibel Zuidelijke keizerlibel Smaragdlibel Zwarte heidelibel 2 2 4 Bloedrode heidelibel 1 1 Zwervende heidelibel Bruinrode heidelibel 1 11 4 3 5 7 15 9 21 1 19 15 25 1 137 Steenrode heidelibel 1 1 3 5 Vuurlibel Glassnijder Totaal libellen/dag 1 11 9 10 18 18 25 17 49 28 26 30 66 2 310
Route Alle routes en overige trajecten Blad 2 Datum 10/ 09 05/0 9 02/ 09 01/0 9 28/ 08 23/0 8 16/0 8 09/0 8 07/0 8 06/0 8 05/ 08 26/07 23/07 20/07 17/0 7 16/07 15/07 Totaal /soort Tengere grasjuffer Gewone pantserjuffer 3 6 1 4 6 2 3 2 4 5 3 39 Tangpantserjuffer Zwervende pantserjuffer Tengere pantserjuffer 1 3 6 3 1 2 1 8 2 7 5 1 1 41 Houtpantserjuffer 1 1 1 3 Bruine winterjuffer Lantaarntje 1 1 1 1 4 Watersnuffel 3 3 1 5 >100 20 53 24 1 8 >17 >40 16 291 Variabele waterjuffer Azuurwaterjuffer 1 1 Grote roodoogjuffer Kleine roodoogjuffer 1 1 1 10 1 14 Vuurjuffer Weidebeekjuffer Noordse witsnuitlibel Venwitsnuitlibel 3 1 1 1 4 10 Gevlekte witsnuitlibel Sierlijke witsnuitlibel Paardenbijter 3 1 1 6 3 1 22 9 18 4 3 71 Gewone oeverlibel 1 1 3 3 5 1 12 10 3 1 15 6 22 5 88 Viervlek 1 2 5 3 1 1 6 9 28 Platbuik Vroege glazenmaker Bruine glazenmaker 1 1 Blauwe glazenmaker 1 1 1 3 Grote keizerlibel 2 3 1 2 8 4 3 3 5 31 Zuidelijke keizerlibel 1 1 Smaragdlibel Zwarte heidelibel 1 1 1 3 1 1 7 1 1 2 3 22 Bloedrode heidelibel Zwervende heidelibel 1 1 Bruinrode heidelibel 5 1 13 2 1 3 1 1 1 8 36 Steenrode heidelibel 1 1 1 1 1 1 1 1 8 Vuurlibel 1 1 2 Glassnijder Totaal libellen/dag 13 12 19 43 116 8 69 107 59 10 56 49 84 1 47 695
Route Alle routes en overige trajecten Blad 3 Datum 10/ 07 09/0 7 08/ 07 04/0 7 26/ 06 20/0 6 19/0 6 18/0 6 17/ 06 31/05 23/ 05 22/05 20/05 09/05 08/05 06/05 24/04 Totaal /soort Tengere grasjuffer Gewone pantserjuffer 2 4 3 1 1 1 12 Tangpantserjuffer 2 2 Zwervende pantserjuffer Tengere pantserjuffer 1 1 2 Houtpantserjuffer 1 1 Bruine winterjuffer 1 Lantaarntje 1 1 1 3 Watersnuffel 1 >15 7 29 52 >1000 12 10 10 6 2 1144 Variabele waterjuffer Azuurwaterjuffer 12 2 2 6 47 69 Grote roodoogjuffer Kleine roodoogjuffer 1 1 Vuurjuffer 1 1 1 3 Weidebeekjuffer 1 1 Noordse witsnuitlibel 2 5 5 3 3 7 3 8 7 43 Venwitsnuitlibel 3 1 4 1 2 3 3 1 1 19 Gevlekte witsnuitlibel Sierlijke witsnuitlibel 1 Paardenbijter Gewone oeverlibel 1 >10 18 8 7 5 49 Viervlek 2 >15 17 >50 9 17 13 9 11 3 4 150 Platbuik Vroege glazenmaker Bruine glazenmaker Blauwe glazenmaker 1 1 Grote keizerlibel 1 1 3 2 1 3 4 2 16 Zuidelijke keizerlibel 1 1 Smaragdlibel 1 1 2 1 2 2 1 10 Zwarte heidelibel 2 1 1 4 Bloedrode heidelibel Zwervende heidelibel Bruinrode heidelibel Steenrode heidelibel Vuurlibel 1 2 3 Glassnijder 1 1 Totaal libellen/dag 21 2 15 53 53 7 112 3 72 1025 1 83 13 29 18 30 10 1535
Route Alle routes en overige trajecten Blad 4 Datum 22/ 04 20/0 4 18/ 04 17/0 4 15/0 4 10/ 04 09/0 4 26/0 3 Totaal/ soort Blad 1 Blad 2 Blad 3 Blad 4 Totaal /soort Tengere grasjuffer Gewone pantserjuffer 39 12 51 Tangpantserjuffer 2 2 Zwervende pantserjuffer Tengere pantserjuffer 66 41 2 109 Houtpantserjuffer 25 3 1 29 Bruine winterjuffer 1 6 5 12 12 12 Lantaarntje 2 4 3 9 Watersnuffel 18 291 1144 1453 Variabele waterjuffer Azuurwaterjuffer 1 69 70 Grote roodoogjuffer Kleine roodoogjuffer 14 1 15 Vuurjuffer 3 3 Weidebeekjuffer 1 1 Noordse witsnuitlibel 2 6 3 1 1 13 43 13 56 Venwitsnuitlibel 10 19 29 Gevlekte witsnuitlibel Sierlijke witsnuitlibel Paardenbijter 47 71 49 167 Gewone oeverlibel 88 150 238 Viervlek 28 28 Platbuik Vroege glazenmaker Bruine glazenmaker 4 1 5 Blauwe glazenmaker 1 3 1 5 Grote keizerlibel 31 16 47 Zuidelijke keizerlibel 1 1 2 Smaragdlibel 10 10 Zwarte heidelibel 4 22 4 30 Bloedrode heidelibel 1 1 Zwervende heidelibel 1 1 Bruinrode heidelibel 137 36 173 Steenrode heidelibel 5 8 13 Vuurlibel 2 3 5 Glassnijder 1 1 Totaal libellen/dag 2 6 3 1 1 1 6 5 25 310 695 1535 25 2590