omgevingsdienst HAAGLANDEN

Vergelijkbare documenten
omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Woonstichting Valburg M.P.C. Jansen Wageningensestraat DB Zetten. Datum 13 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Jansen,

SW B.V. Van Weerden Poelmanweg PC ALMELO. Datum 8 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer/mevrouw,

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

onngevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Stichting Intermaris A. Slot Postbus AN HOORN NH. Datum 9 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Slot,

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Stichting GroenWest K.L. Verdooren Postbus DD WOERDEN. Datum 9 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Verdooren,

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Servatius Woningstichting L. Hupperts Postbus BD MAASTRICHT. Datum 31 maart 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningbouwstichting ''De Gemeenschap'' P.J.J. van Roosmalen Postbus BB NIJMEGEN. Datum 3 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Stichting UWOON M. de Jager Postbus AG HARDERWIJK. Datum 9 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woonstichting De Kernen H.L.J. Janssen Postbus AA HEDEL. Datum 7 augustus 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Janssen,

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Stichting Brabantwonen H.G.P.F. Roozendaal Postbus AD OSS. Datum 2 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting wonencentraal B. van der Marel Postbus CA ALPHEN AAN DEN RIJN

Wovesto L.A.M. Overmars Postbus AC SINT-OEDENRODE. Datum 1 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J. Stam Postbus BV AMSTERDAM

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Gemeente Almere A.R.M. Loijer Postbus AE ALMERE. Datum 18 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

BVR Groep B.V. A. Oomen Postbus BJ ROOSENDAAL. Datum 11 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Oomen,

Stichting WonenCentraal R.D. Donninger Postbus CA ALPHEN AAN DEN RIJN. Datum 27 april 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Van den Berg Lopik B.V. W.T. van den Berg Handelsweg NZ LOPIK. Datum 17 februari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Provincie Noord-Brabant J.A.L. van Zandvoort Postbus MC s-hertogenbosch. Datum 20 juli 2016 Betreft Beslissing op wijzigingsverzoek

Stichting Thús Wonen Postbus AA DOKKUM. Datum 18 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer/mevrouw,

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Stichting WonenBreburg K. op t Hoog Postbus AK TILBURG. Datum 23 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Op t Hoog,

Stichting Woningbeheer Betuwe J. Heesen Postbus ZG LIENDEN. Datum 14 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Heesen,

Woningstichting SallandWonen P. Jong Postbus AD RAALTE. Datum 8 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Wijk Ontwikkelings Maatschappij Kerckebosch B.V. F. Steenbergen Graaf Lodewijklaan DM ZEIST

Gemeente Den Haag M. Schalk Postbus DP DEN HAAG. Datum 12 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woonstichting Valburg M.P.C. Jansen Wageningsestraat DB ZETTEN. Datum 28 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Jansen,

Reinbouw Vastgoed B.V. Postbus AA DIEREN. Datum 29 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Gemeente Heusden P. Bosch Postbus AA VLIJMEN. Datum 29 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Bosch,

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Dura Vermeer Onderhoud en Renovatie Hengelo Postbus AW HENGELO OV. Datum 11 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Accolade Postbus AH HEERENVEEN. Datum 17 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Aannemingsbedrijf Lagendijk B.V. G.J. Lagendijk Kade EP HARDINXVELD GIESSENDAM

De 4 jaargetijden B.V. A.R. Beumer Vijverlaan RC HAARLEM. Datum 26 mei 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Talis Sietse Jager Postbus AP NIJMEGEN. Datum 9 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Jager,

Woningstichting Servatius L. Hupperts Postbus BD MAASTRICHT. Datum 19 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Provincie Groningen Afdeling Omgeving & Milieu R.W.G. van der Zwaag Postbus AP GRONINGEN

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Woningstichting SWZ M. Boeijen Postbus DA ZWOLLE. Datum 24 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Dordrecht R.P.E. Koppelaar Postbus AA DORDRECHT. Datum 7 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Transcriptie:

Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I www.odh.nl Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00515821 ODH-2018-00119701 J J OKT. 201B Beschikking Wet natuurbescherming - Soortenbescherming Onderwerp Op 15 april 2018 hebben wij een aanvraag om ontheffing ontvangen als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, en artikel 3.8, eerste lid, van de Wet natuurbescherming. De aanvraag heeft betrekking op het vervangen van kozijnen en het aanbrengen van dakisolatie bij de woningen aan de Hugo de Grootstraat 6-56 en Goudse Rijweg 260-264 te Rotterdam. De aanvraag betreft het opzettelijk storen van de huismus en het vernielen of beschadigen van nesten of rustplaatsen van de huismus; alsmede het opzettelijk verstoren van de gewone dwergvleermuis en het vernielen en beschadigen van voortplantings- of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis. Ontheffing wordt gevraagd van het overtreden van de verbodsbepalingen zoals genoemd in: artikel 3.1, tweede lid, van de Wet natuurbescherming voor wat betreft het opzettelijk vernielen of beschadigen van nesten of rustplaatsen van de huismus (Passer domesticus); artikel 3.1, vierde lid, van de Wet natuurbescherming voor wat betreft het opzettelijk verstoren van de huismus (Passer domesticus); artikel 3.5, tweede lid, van de Wet natuurbescherming, voor wat betreft het opzettelijk verstoren van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus); artikel 3.5, vierde lid, van de Wet natuurbescherming, voor wat betreft het vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus). Ontheffing wordt gevraagd voor de periode van 1 augustus 2018 tot en met 30 december 2019. Besluit Wij besluiten: I. de aangevraagde ontheffing te verienen voor wat betreft: a. artikel 3.1, tweede lid, van de Wet natuurbescherming voor wat betreft het opzettelijk vernielen of beschadigen van nesten of rustplaatsen van de huismus (Passer domesticus); b. artikel 3.5, tweede lid, van de Wet natuurbescherming, voor wat betreft het opzettelijk verstoren van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus); c. artikel 3.5, vierde lid, van de Wet natuurbescherming, voor wat betreft het vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus); IL de voorschriften 1 tot en met 15 te verbinden aan deze ontheffing; IM. de aanvraag van 15 april 2018 en de aanvullende stukken van 27 juli 2018, 29 augustus 2018 en 21 September 2018 onderdeel te laten zijn van deze ontheffing; IV. dat deze ontheffing geldig is van de datum van dit besluit tot en met 30 december 2019.

Ondertekening Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen. Hoofd etsing & Vergunningveriening Milieu van de Cyigevingsdienst Haaglanden Rechtsmiddelen Voor de mogelijkheid rechtsmiddelen aan te wenden tegen deze beschikking wijzen wij op de desbetreffende tekst in het begeleidende schrijven. 2/12

VOORSCHRIFTEN Algemene voorschriften 1 De ontheffinghouder dient: - de start van de werkzaamheden schriftelijk te melden; - het ecologisch werkprotocol op te sturen; - eventuele wijzigingen gedurende de uitvoering een week van te voren schriftelijk te melden; - de beeindiging van de werkzaamheden uiterlijk een week van te voren te melden. Voorgaande meldingen dienen gericht te worden aan Unit Groen Bodem en Opsporing van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, Postbus 550, 3300 AN te Dordrecht, telefoonnummer 078-7708585, e-mailadres meldingwnb@ozhz.nl onder vermelding van flora en fauna. 2 De ontheffinghouder is ervoor verantwoordelijk dat zijn personeel of derden welke betrokken zijn bij de uitvoering van het project, op de hoogte zijn van de voorschriften in deze ontheffing en de maatregelen in het activiteitenplan van 13 april 2018 en de aanvullende stukken van 27 juli 2018 en 21 September 2018. Hiervoor dient een ecologisch werkprotocol te worden opgesteld, waarin in ieder geval het volgende dient te worden opgenomen: a de voorwaarden zoals opgenomen in deze ontheffing; b aanduiding van de locatie van het plangebied; c de uit te voeren werkzaamheden; d de periode waarin de werkzaamheden uitgevoerd worden; e de mitigerende en compenserende maatregelen; f de momenten waarop ecologische begeleiding ingeschakeld wordt. 3 Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing en het ecologisch werkprotocol op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren. 4 De werkzaamheden dienen ecologisch begeleid te worden door een deskundige^ op het gebied van de huismus en de gewone dwergvleermuis. 5 De ontheffinghouder dient, met in achtneming van de voorschriften in deze ontheffing, de maatregelen uit te voeren zoals beschreven in hoofdstukken 6, 7 en bijiage 4 (in specifiek de plaatsing van de alternatieve nest- en verblijfsplaatsen) van het Activiteitenplan - Planmatig onderhoud Hugo de Grootstraat en Goudse Rijweg Rotterdam van 13 april 2018 en de aanvullende gegevens van 27 juli 2018 en 23 September 2018. ^ Onder een deskundige wordt verstaan: Hij/zij heeft een afgeronde hbo- of universitaire opieiding, met als zwaartepunt (Nederlandse) ecologie: Hij/zij heeft een afgeronde mbo-opleiding, met als zvraartepunt de flora en fauna, soortenherkenning en zorgvuldig handelen ten opzichte van die soorten; Hij/zij is werkzaam voor een ecologisch adviesbureau, zoals een bureau dat is aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus; Hij/zij is als ecoloog of adviseur/specialist ecologie werkzaam voor een (semi)overheidsinstantie zoals het Ministerie van Economische Zaken, het Ministerie van Defensie, Rijkswaterstaat, het Rijksvastgoedbedrijf, provincies, waterschappen, hoogheemraadschappen, gemeenten, omgevingsdiensten en drinkvraterbedrijven; Hij/zij zet zich aantoonbaar actief in op het gebied van de soortenbescherming en is wert«aam of aangesloten bij de volgende Nederiandse organisaties: Zoogdiervereniging, RAVON, Stichting Das en Boom, Vogelbescherming Nederiand, Vlinderstichting, Natuurtiistorisch Genootschap, KNNV, NJN, IVN, EIS Nederiand, FLORON, SOVON, STONE, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De Landschappen en Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied; Hij/zij zet zich aantoonbaar actief in op het gebied van de monitoring en/of bescherming van desbetreffende beschermde soorten. 3/12

6 Indien een of meerdere in voorschrift 5 genoemde maatregelen onverhoopt niet uitvoerbaar zijn, dient hiervoor een minimaal gelijkwaardige maatregel voor wat betreft de functionaliteit en effectiviteit te worden getroffen. 7 Uiterlijk drie maanden voordat de in voorschrift 6 bedoelde maatregel wordt uitgevoerd, dient deze ter goedkeuring aan de Omgevingsdienst Haaglanden te worden overgelegd, e-mailadres vergunningen(gjodh.nl. Specifieke voorschriften 8 De tijdelijke voorzieningen moeten functioneel zijn voor de periode waarvoor deze worden ingezet. Dit houdt in dat de kasten minimaal 1x per jaar gecontroleerd dienen te worden op de functionaliteit en dat - indien nodig - de functionaliteit van de voorziening hersteld wordl 9 Van de vermelde maatregelen ten aanzien van de huismus in het 'Maatregelenboek jaarrond beschermde verblijfplaatsen' van 19 februari 2018 mag de plaatsing van netten niet toegepast worden. De andere methoden om toegang tot nesten te blokkeren mogen uitsluitend worden ingezet nadat onder begeleiding van een ecologisch deskundige de onderste rij pannen is gelicht en eventueel onder de pannen verblijvende huismussen (of andere soorten) de mogelijkheid hebben gehad om de verblijfplaats te verlaten. 10 De vogelschroten dienen op de derde of een hogere panlat bevestigd te worden. 11 De tijdelijke voorzieningen van de huismus mogen drie maanden nadat de permanente voorzieningen van de huismus zijn gecreeerd, verwijderd worden. De verwijdering dient begeleid te worden door een deskundige op het gebied van de huismus. Indien blijkt dat de tijdelijke kast in gebruik is genomen, mag deze uitsluitend verwijderd worden buiten de kwetsbare periode van de soort. 12 De permanente voorzieningen dienen functioneel te zijn. Deze dienen in ieder geval tijdens de periodieke onderhoudscontrole van het gebouw gecontroleerd en beoordeeld te worden op hun functionaliteit. Indien blijkt dat de voorziening niet meer functioneel is, dient er voor gezorgd te worden dat de voorziening weer functioneel is. 13 Gedurende een controlebezoek dient vastgesteld te worden of de verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis daadwerkelijk zijn verlaten en de vleermuizen geen gebruik meer maken van het gebouw. Bij vrijgave door een deskundig ecoloog kunnen de werkzaamheden starten. 14 De werkzaamheden dienen overdag uitgevoerd te worden. Eventuele verlichting die wordt gebruikt om de werkzaamheden uit te voeren dient uitsluitend gericht te zijn op de bouwplaats om te voorkomen dat vleermuizen aangrenzend aan het plangebied worden verstoord door kunstlicht. 15 De locaties van de vleermuiskasten en het type dienen te worden gemeld via http://www.vleermuiskasten.nl/. 4/12

AANWIJZINGEN VOOR GEBRUIK Voor alle soorten - beschermd en onbeschermd - geldt de zorgplicht ex artikel 1:11 van de Wet natuurbescherming. Op grond hiervan dient zoveel als redelijkerwijs mogelijk is schade aan deze soorten te voorkomen. Gedurende de werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen van vogels. Verstoring van broedgevallen van vogels dient te worden voorkomen. Voor het broedseizoen wordt geen standaardperiode gehanteerd in het kader van de Wet natuurbescherming. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Als de ontheffinghouder de onderhoudsverplichting wenst over te dragen aan een derde dan zal de ontheffinghouder ervoor moeten zorgdragen dat de onderhoudsverplichting wordt overgenomen door een derde door dit contractueel vast te leggen en ons te verzoeken om wijziging van de tenaamstelling van de beschikking. 5/12

OVERWEGINGEN omgevingsdienst Aanleiding Op 15 april 2018 hebben wij een aanvraag om ontheffing ontvangen als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, en artikel 3.8, eerste lid, van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb). De aanvraag heeft betrekking op het vervangen van kozijnen en het aanbrengen van dakisolatie bij de woningen aan de Hugo de Grootstraat 6-56 en Goudse Rijweg 260-264 te Rotterdam. De aanvraag betreft het opzettelijk storen van de huismus en het opzettelijk vernielen of beschadigen van nesten of rustplaatsen van de huismus; alsmede het opzettelijk verstoren van de gewone dwergvleermuis en het vernielen en beschadigen van voortplantings- of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis. Ontheffing wordt gevraagd van het overtreden van de verbodsbepaling zoals genoemd in: artikel 3.1, tweede lid, van de Wnb voor wat betreft het opzettelijk vernielen of beschadigen van nesten of rustplaatsen van de huismus (Passer domesticus); artikel 3.1, vierde lid, van de Wnb voor wat betreft het opzettelijk verstoren van de huismus (Passer domesticus); artikel 3.5, tweede lid, van de Wnb, voor wat betreft het opzettelijk verstoren van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus); artikel 3.5, vierde lid, van de Wnb, voor wat betreft het vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus). Ontheffing wordt gevraagd voor de periode van 1 augustus 2018 tot en met 30 december 2019. Bij de aanvraag is het volgende stuk gevoegd: Activiteitenplan - Planmatig onderhoud Hugo de Grootstraat en Goudse Rijweg Rotterdam, LOO PLAN, voor bos, natuur en landschap, ons kenmerk 2018-100213-92, 13 april 2018; Inclusief bijiagen: o Tijdsplanning en werkzaamheden; o Nader onderzoek naar de aanwezigheid van gierzwaluw, huismus en vleermuizen, LOO PLAN, voor bos, natuur en landschap, kenmerk 100213-209, 31 januari 2018; o Maatregelenboek (concept), LOO PLAN, 19 februari 2018. Op 27 juli 2018 hebben wij de volgende aanvullende gegevens ontvangen: Brief 'Ontheffing Hugo de Grootstraat/ Goudse Rijweg Rotterdam', LOO PLAN, voor bos, natuur en landschap, kenmerk 2018-100213-667, 27 juli 2018; Havrot 17017 UIT 180416 tijdiijn uitvoering v2 DeGrootstraat Rotterdam HR, 1 Havensteder, LOO PLAN, Rutges, projectnummer 17017, 16 april 2018. Op 29 augustus hebben wij aanvullende gegevens ontvangen over de huismus. Op 21 September 2018 hebben wij aanvullende gegevens ontvangen over de mitigerende maatregelen, planning en een aanvulling op de belangenonderbouwing. Procedure Titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 5.1 van de Wnb zijn toegepast op deze beschikking. Doordat de aangeleverde gegevens onvolledig waren, is op 17 juli 2018 verzocht om aanvullende gegevens en is de procedure opgeschort. De procedure is op 27 juli 2018 hervat. Verlenging Met toepassing van artikel 5.1, tweede lid, van de Wnb hebben wij op 22 juni 2018 de termijn voor de afhandeling van de aanvraag met zeven weken verlengd. 6/12

Bevoegd gezag De handeling wordt verricht binnen de provincie Zuid-Holland. Gelet op de bepalingen in artikel 1.3 van de Wnb zijn wij bevoegd gezag voor de beoordeling van de aanvraag. Toetsingskader en grondslag beschikking De aanvraag voor de huismus en de gewone dwergvleermuis is getoetst aan de artikelen 3.1, 3.3, 3.5 en 3.8 van de Wnb en de Beleidsregel uitvoering Wet natuurbescherming Zuid-Holland. De huismus is een van nature in Nederland in het wild levende vogel en beschermd op grond van artikel 1 van de Vogelrichtlijn. Op grond van artikel 3.1, tweede en vierde lid, van de Wnb is het verboden: - opzettelijk nesten of rustplaatsen van de huismus opzettelijk te vernielen of te beschadigen (tweede lid). - de huismus opzettelijk te storen (vierde lid). Dit verbod is niet van toepassing indien de storing niet van wezenlijke invloed is op de staat van instandhouding van de soort. De gewone dwergvleermuis is een van nature in Nederland in het wild levende soort genoemd in bijiage IV, onderdeel a, van de Habitatrichtlijn. Op grond van artikel 3.5, tweede en vierde lid, van de Wnb is het verboden: - de gewone dwergvleermuis opzettelijk te verstoren (tweede lid); - voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis te beschadigen of te vernielen (vierde lid). Op grond van artikel 3.3 en artikel 3.8 van Wnb wordt een ontheffing slechts verleend indien: - er geen andere bevredigende opiossing bestaat; - de ontheffing nodig is omdat een van de belangen genoemd in artikel 3.3, vierde lid onder b, en artikel 3.8, vijfde lid onder b, van de Wnb aan de orde is; en - de maatregelen niet leiden tot verslechtering van de staat van instandhouding van de soort. Beoordeling Aanvraag De aanvraag heeft betrekking op renovatiewerkzaamheden, betreffende het vervangen van kozijnen en het aanbrengen van dakisolatie bij de woningen aan de Hugo de Grootstraat 6-56 en Goudse Rijweg 260-264 te Rotterdam. De niet verstorende werkzaamheden aan de binnenkant van de bebouwing is reeds uitgevoerd. De werkzaamheden starten buiten de kwetsbare perioden van de huismus en de gewone dwergvleermuis. Het ongeschikt maken van de nesten en verblijfplaatsen start direct in oktober 2018. De werkzaamheden zijn half 2019 afgerond zijn, met uitloop tot eind 2019. Overtreding verbodsbepaling(en) Om te bepalen of er sprake is van overtreding van de Wnb heeft ecologisch onderzoek naar beschermde soorten in en rondom het plangebied plaatsgevonden. Gedurende het ecologische onderzoek zijn de huismus en de gewone dwergvleermuis aangetroffen. Het onderzoek naar vleermuizen is uitgevoerd op 31 mei 2017, 19 juni 2017, 9 juli 2017, 16 augustus 2017 en 3 September 2017. Het onderzoek naar de functionaliteit van het plangebied is conform het Vleermuisprotocol 2017 uitgevoerd. Het onderzoek naar de aanwezigheid van de huismus is op 25 april 2017 en 10 mei 2017 onder goede weersomstandigheden uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd conform het Kennisdocument Huismus BIJI 2, 2017). Hiermee zijn wij van mening dat de onderzoeksinspanning voldoende is geweest. 7/12

Binnen het plangebied zijn drie nesten van de huismus aan de achterkant van de woningen aangetroffen. Er zijn twee paarverblijfplaatsen (Zuiddeel) en een zomerverblijfplaats (eetcafe Snack-Inn) van de gewone dwergvleermuis vastgesteld. De zomer- en paarverblijfplaatsen kunnen gedurende milde winters ook dienen als winterverblijfplaats van enkele exemplaren van de gewone dwergvleermuis. Als gevolg van de werkzaamheden gaan drie nesten van de huismus en drie verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis verioren. Hierbij wordt de huismus opzettelijk gestoord. Deze storing heeft echter geen wezenlijke invloed op de staat van instandhouding vanwege de gehanteerde werkwijze, zoals is vermeld in artikel 3.1, vijfde lid, van de Wnb, waardoor geen sprake is van overtreding van het vierde lid van deze bepaling. Hiervoor is dan ook geen ontheffing nodig. Uitsluitend de verbodsbepaling, zoals genoemd in artikel 3.1, tweede lid, van de Wnb, wordt overtreden. Het vernietigen van de bovengenoemde verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis en het verstoren van individuen van de gewone dwergvleermuis leidt ertoe dat de in artikel 3.5, tweede en vierde lid, van de Wnb genoemde verboden worden overtreden. Voorgestelde maatregelen Om negatieve effecten van de werkzaamheden op de huismus en de gewone dwergvleermuis tot een minimum te beperken worden maatregelen voorgesteld zoals beschreven in hoofdstukken 6, 7 en bijiage 4 (in specifiek de plaatsing van de alternatieve nest- en verblijfsplaatsen) van het Activiteitenplan - Planmatig onderhoud Hugo de Grootstraat en Goudse Rijweg Rotterdam van 13 april 2018 en de aanvullende gegevens van 27 juli 2018 en 23 September 2018. Er zijn zes mussenkasten, type IBMU01 van Vivara Pro, in de aangrenzende bebouwing van het plangebied geplaatst, buiten de invloedsfeer van de voorgenomen werkzaamheden. De plaatsing van deze kasten wordt conform kennisdocument uitgevoerd. Verstorende werkzaamheden nabij de vastgestelde nesten worden niet uitgevoerd bij temperaturen onder 6 graden Celsius, bij windkracht sterker dan 6 Bft en bij zware regen. Mocht er kans zijn dat onder dit soort omstandigheden wel gewerkt moet worden, dan zal het nest voorafgaande aan de werkzaamheden worden verwijderd of wordt de toegang geblokkeerd. In de permanente situatie worden nestplaatsen aangebracht door een vogelschroot op de tweede of derde panlat te plaatsen. In week 19 zijn 12 muurschalen, type Schwegler 2FE, in de aangrenzende bebouwing van het plangebied geplaatst, buiten de invloedsfeer van de voorgenomen werkzaamheden. De plaatsing van deze kasten wordt conform kennisdocument uitgevoerd. Er worden tevens permanente vorstvrije verblijfplaatsen voor vleermuizen gerealiseerd, in de vorm van twee open stootvoegen per trappenhuls (behorend tot de bebouwing waar de muurschalen zijn geplaatst). De open stootvoegen worden op de meest voor de hand liggende plekken gemaakt, veelal hoog op de muur van het trappenhuis, ongeacht de afstand tot de muurschaal. De open stootvoegen worden na de kwetsbare paarperiode in oktober 2018, doch uiterlijk begin november 2018, aangebracht, wanneer een deskundige op het gebied van vleermuizen heeft vastgesteld dat er geen exemplaren van de gewone dwergvleermuis aanwezig zijn in de muurschalen. Indien er vleermuizen aanwezig zijn in de muurschalen, worden de open stootvoegen op minimaal 5 meter afstand tot de muurschaal gecreeerd of worden de open stootvoegen op een ander tijdstip aangebracht. De locaties van de mogelijke paarverblijfplaatsen worden minimaal drie dagen (met minimaal acht graden Celsius in de nacht) voor aanvang van de werkzaamheden ongeschikt gemaakt in de periode 8 oktober tot 15 november, mits de weersomstandigheden gunstig zijn en vleermuizen nog actief zijn. Bij het ongeschikt maken worden visueel potentieel geschikte verblijfplaatsen (kieren, scheuren, onvolkomenheden) middels exclusion flaps afgedicht. Daarnaast worden pannen gewigd om extra tocht te creeren zodat de verblijfplaats minder aantrekkelijk wordt voor vleermuizen. 8/12

staat van instandhouding Huismus Als gevolg van de renovatiewerkzaamheden zullen drie nesten van de huismus verioren gaan. Ter vervanging zijn er tijdelijk zes alternatieve nestplaatsen in de directe omgeving aangebracht. De afstand tussen de invliegopeningen betreft minder dan 50 centimeter van elkaar, waardoor de nestkast met twee openingen als een nestplaats voor de huismus gerekend wordt. De huismussen hebben voldoende gewenningstijd gehad om de alternatieve nestplaatsen te ontdekken. Door voldoende geschikte tijdelijke nestplaatsen aan te bieden, blijven er voldoende uitwijkmogelijkheden beschikbaar gedurende de werkzaamheden. De aanwezige exemplaren kunnen ook nog steeds gebruik maken van het huidige functionele leefgebied, wat buiten de invloedsfeer van de werkzaamheden blijft. De tijdelijke voorzieningen moeten functioneel zijn voor de periode waarvoor deze worden ingezet. Dit houdt in dat de kasten minimaal 1x per jaar worden gecontroleerd op de functie waarvoor deze zijn aangebracht. Indien blijkt dat de kasten niet meer functioneel zijn, bijvoorbeeld omdat de vliegopening niet meer bereikbaar is als gevolg van obstakels, of omdat de kast dusdanig vervuild is dat deze niet gebruikt wordt, dient er voor gezorgd te worden dat de kast weer functioneel is. Wij hebben dit in voorschrift 8 opgenomen. De huismus kan ook buiten de broedperiode nog steeds gebruik maken van de nesten. Voorafgaand aan koude en slechte weersomstandigheden worden dan ook geen verstorende werkzaamheden nabij de vastgestelde nesten uitgevoerd. Mocht er bij slechte weersomstandigheden toch gewerkt moeten worden, worden de nesten voorafgaand aan de werkzaamheden verwijderd of wordt de toegang tot het nest geblokkeerd. In het 'Maatregelenboek jaarrond beschermde verblijfplaatsen' van 19 februari 2018 worden diverse maatregelen om nesttoegang te blokkeren gesuggereerd, maar wordt er geen keuze gemaakt. Van de vermelde maatregelen achten wij de effectiviteit van het toepassen van netten onvoldoende aannemelijk en zijn wij van mening dat de kans op onvoorziene neveneffecten te hoog is. De toepassing van netten geeft ons inziens onvoldoende zekerheid dat daadwerkelijk alle openingen kunnen worden afgesloten, vanwege de aard van het middel (lastig bij ongelijke oppervlakken). Ook is niet duidelijk ofde huismus en andere soorten mogelijk verstrikt kunnen raken in het net. De andere methoden achten wij acceptabel, mits daarbij de volgende werkwijze wordt gehanteerd om uit te sluiten dat er vogels verstrikt raken in de verblijfplaatsen en uiteindelijk kunnen worden gedood: bij de toepassing van de bedoelde methoden in het maatregelenboek dienen deze uitsluitend te worden ingezet nadat onder begeleiding van een ecologische deskundige de onderste rij pannen is gelicht en eventueel onder de pannen verblijvende huismussen (of andere soorten) de mogelijkheid hebben gehad om de verblijfplaats te verlaten. Dit hebben wij geborgd in voorschrift 9. Uit aanvullende stukken van 27 juli 2018 blijkt dat tijdens de werkzaamheden wordt vogelschroot wordt geplaatst op de tweede of derde panlat. Het aangeleverde maatregelenboek beschrijft echter plaatsing van vogelschroot op de derde panlat. Wij zijn van mening dat door de plaatsing van de vogelschroot op de derde panlat voldoende ruimte onder dakpannen overblijft voor de huismus om als nest- en rustplaats te kunnen fungeren. Dit hebben we dan ook opgenomen in voorschrift 10. Daarmee blijven er te alien tijde voldoende geschikte nestlocaties beschikbaar voor de huismus. Als de permanente voorzieningen zijn aangebracht, is het in verband met de gewenningstijd van belang dat de tijdelijke voorzieningen nog minimaal 3 maanden blijven hangen voordat deze worden verwijderd. Indien blijkt dat de tijdelijke voorziening door de soort wordt gebruikt, mag deze alleen buiten de kwetsbare periode worden weggehaald. Dit hebben wij opgenomen in voorschrift 11. Ook de permanente voorzieningen moeten functioneel zijn. Gedacht kan worden aan het vrij houden van de invliegopeningen of het weghalen van begroeiing, zodat de invliegopeningen bereikbaar blijven voor de soort. De controle en beoordeling hiervan dient in ieder geval te worden meegenomen met de periodieke onderhoudscontrole van de bebouwing. Dit hebben wij in voorschrift 12 opgenomen. 9/12

Gewone dwergvleermuis Als gevolg van de renovatiewerkzaamheden zullen een zomerverblijfplaats en twee paarverblijfplaatsen, welke tijdens milde winters tevens als winterverblijfplaats geschikt zijn, van de gewone dwergvleermuis verioren gaan. Als tijdelijke vervanging van deze functies zijn tijdig voldoende muurschalen in de directe omgeving geplaatst voor de soort. Daarnaast bieden vergelijkbare omringende panden, met toegang tot spouwmuren, ook tijdelijk uitwijkmogelijkheden voor vleermuizen. Aanvullend worden de spouwmuren, behorend tot de bebouwing met de muurschalen, geschikt gemaakt voor vleermuizen. Door twee openingen te maken per trappenhuis worden de spouwmuren toegankelijk gemaakt voor vleermuizen. Indien de muurschalen in gebruik zijn genomen door vleermuizen kunnen deze werkzaamheden verstorend werken op de aanwezige exemplaren, aangezien de trillingen en geluid op de gestelde 5 meter overlast veroorzaken. De open stootvoegen dienen dan ook gerealiseerd te worden wanneer de muurschalen niet in gebruik zijn. Net zoals bij de plaatsing van de muurschalen worden bij de plaatsing van de openingen richtlijnen gehanteerd uit het maatregelenboek, conform kennisdocument. Daarmee blijven er te alien tijde voldoende geschikte verblijfsplaatsen beschikbaar voor de gewone dwergvleermuis. Het ongeschikt maken van de bebouwing is gepland in een periode waar de vleermuizen nog actief zijn, door het aanbrengen van exclusion flaps. Gedurende een controlebezoek dient echter vastgesteld te worden ofde verblijfplaatsen daadwerkelijk zijn verlaten en de vleermuizen geen gebruik meer maken van het gebouw. Bij vrijgave door een deskundig ecoloog kunnen de werkzaamheden starten. Dit hebben wij opgenomen in voorschrift 13. De muurschalen zijn aangrenzend aan het plangebied geplaatst. Om tijdens de uitvoering van de werkzaamheden verstoring door verlichting zoveel mogelijk te voorkomen dient de verlichting uitsluitend op de bebouwing binnen het plangebied gericht te zijn. Dit hebben wij opgenomen onder voorschrift 14. De permanente voorzieningen moeten functioneel zijn. De controle en beoordeling hiervan dient in ieder geval te worden meegenomen met de periodieke onderhoudscontrole van de bebouwing. Indien blijkt dat de voorzieningen niet meer functioneel zijn, bijvoorbeeld omdat de vliegopening niet meer bereikbaar is als gevolg van obstakels, of omdat de voorziening dusdanig vervuild is dat deze niet gebruikt wordt, of omdat door nieuwe lichtbronnen de kast niet gebruikt wordt, dient er voor gezorgd te worden dat de voorziening weer functioneel is. Wij hebben dit in voorschrift 12 opgenomen. Voor het verdwijnen van drie verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis worden 12 muurschalen aangebracht. Van belang is dat deze voorzieningen worden aangemeld bij www.vleermuiskasten.nl. Op deze wijze komt meer inzicht waar kasten zijn geplaatst. Wij hebben dit in voorschrift 15 opgenomen. Op grond van het vorenstaande zijn wij van mening dat de maatregelen, met inachtneming van de voorschriften, voldoende zijn om negatieve effecten te voorkomen dan wel tot een minimum te beperken en dat de renovatiewerkzaamheden niet leidt tot verslechtering van de instandhouding van huismus en de gewone dwergvleermuis. Ecologisch werkprotocol De start van de werkzaamheden dient gemeld te worden bij de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid. De werkzaamheden en de wijze waarop maatregelen worden uitgevoerd dienen in een ecologisch werkprotocol te worden opgenomen. Dit protocol dient bij het melden van de start van de werkzaamheden meegestuurd te worden. Voorts dient het ecologisch protocol op de locatie aanwezig te zijn. Hierdoor weten ook de uitvoerders op welke wijze de werkzaamheden zorgvuldig moeten worden uitgevoerd. Wij hebben dit in de voorschriften 1, 2 en 3 vastgelegd. 10/12

Belangenonderbouwing De ontheffing is aangevraagd op grond van de belangen 'volksgezondheid of de openbare veiligheid' (huismus) en 'volksgezondheid of de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten' (gewone dwergvleermuis). De bebouwing binnen het plangebied stamt uit 1940 en is slecht getsoleerd, waardoor een ongunstig binnenklimaat is ontstaan (bestaande uit condens op de ramen in de koude periode, koude vioeren en tocht). Vanwege de vochtproblemen kan schimmelvorming optreden. Er bestaat een verband tussen vocht en schimmel in woningen en respiratoire klachten bij volwassenen en kinderen, zoals astma en andere klachten aan de luchtwegen. In de panden wordt dan ook schimmelvorming tegengegaan door een mechanische C02-gestuurde lucht circulatie te installeren als onderdeel van de werkzaamheden. Isolerende maatregelen dragen tevens bij aan een aangenamer binnenklimaat. De gerenoveerde bebouwing zal onder meer beter geisoleerd en geventileerd zijn, waardoor vochtproblemen in de bebouwing wordt voorkomen. Dit komt ten goede aan de gezondheid van de bewoners. De huidige bebouwing aan de Hugo de Grootstraat 6-56 en Goudse Rijweg 260-264 te Rotterdam voldoet niet meer aan de energetische eisen van deze tijd. De bebouwing is slecht getsoleerd, waardoor veel warmteverlies optreedt. De huidige energielabels van de woningen zijn G of F. De renovatie- en isolatiewerkzaamheden maken het mogelijk bebouwing te realiseren met energielabel A of B. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het terugdringen van de C02-uitstoot. Een sterke reductie van het energieverbruik in de bebouwde omgeving vermindert in belangrijke mate de COa-uitstoot. Door de renovatie zal de CO2 emissie verminderd worden. De werkzaamheden worden uitgevoerd conform het Convenant Energiebesparing Huursector. Gelet op het voorgaande zijn wij van oordeel dat de belangen 'volksgezondheid of de openbare veiligheid' en 'volksgezondheid of de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten' voldoende onderbouwd zijn om de effecten op de huismus en de gewone dwergvleermuis, die als gevolg van de uitvoering van de activiteit optreden, te rechtvaardigen. Geen andere bevredigende opiossing Het project is locatie gebonden vanwege de renovatie en isolatie van bestaande bebouwing. Verdeeld over het gehele dak van het complex is het asbesthoudende bitumen vastgesteld. Dit vormt momenteel geen direct gevaar voor de gezondheid, maar het gehele dak zal op den duur wel vervangen moeten worden, waarbij de nest- en verblijfplaatsen alsnog verioren gaan. Isolatie van binnenuit wordt reeds toegepast bij de gevels. Het van binnenuit isoleren van de dakconstructie is door de vorm van de dakconstructie complex en slechts gedeeltelijk te realiseren, waardoor de gewenste Rc-waarde niet gehaald wordt. Tevens verschuift dan het dauwpunt naar binnen tot tussen de isolatie en dakbeschot. Dit geeft door zijn schimmelvorming gevaar voor de gezondheid en zal het dakbeschot doen verrotten. De toegepaste werkwijze is afgestemd op bovengenoemde soorten, waarbij rekening wordt gehouden met de kwetsbare perioden. Gelet op de noodzaak en wijze van uitvoering zijn wij van mening dat er voldoende is aangetoond dat geen andere bevredigende opiossing voorhanden is. Door de gekozen wijze en periode van uitvoering, wordt schade aan de huismus en de gewone dwergvleermuis zoveel mogelijk voorkomen. Samenhangende besluiten Er kunnen nog andere bepalingen van kracht zijn, op grond waarvan vergunningen, toestemmingen, ontheffingen of meldingen benodigd zijn om de gevraagde activiteit te kunnen uitvoeren. Hiervoor is de gemeente Rotterdam bevoegd gezag. 11/12

Conclusie Op grond van het vorenstaande kan de gevraagde ontheffing op grond van artikel 3.3, eerste lid, en artikel 3.8, eerste lid, van de Wnb worden verleend. De aangevraagde ontheffing voor het opzettelijk storen van de huismus wordt geweigerd. 12/12