Psalm 1. 6 De Heer beschermt mensen die leven zoals hij het wil. Maar met slechte mensen loopt het verkeerd af. Psalm 2

Vergelijkbare documenten
4 Heer, u hebt aan de mensen uw regels gegeven. Zo weet ik wat ik moet doen. 5 Ik wil leven volgens uw wetten, en dat volhouden, elke dag weer.

2 U geeft mij moed, God! Ik wil muziek maken en zingen, met heel mijn hart.

1. Bij een nieuw begin

1 Habakuk was een profeet. God liet hem in een droom weten wat er zou gebeuren.

1 Maleachi was een profeet. Hij moest een boodschap van de Heer doorgeven aan Israël. Hier volgen de woorden van Maleachi.

Filippenzen 1. Begin van de brief

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.

1 Tessalonicenzen 1. Begin van de brief

Efeziërs 1. Begin van de brief

2 Petrus 1. Begin van de brief

1 Petrus 1. Begin van de brief

Liturgie in de dankdienst voor het leven van. Martinus Huistra. 3 augustus augustus 2015

Met open armen Schrijvers voor gerechtigheid

Hartelijk Welkom bij

Paasviering. Sing-in 2017

1. Als het leven soms pijn doet

Liedboekje kinderkoor de Bubbel. september t/m december 2017

Iiturgie voor de -12 jeugddienst van zondagmorgen 28 Juni in de Westerkerk te Veenendaal

25 februari uur AA Kramer orgel/piano: Jannes Munneke schriftlezing: Frouke IJsselstein

Familie naar Psalm 133 Tekst & muziek: Marcel Zimmer 2012 Celmar Music

Binnenkomst in stilte in de donkere kerk. We zingen:

Gezamenlijke Goede Vrijdagdienst van CGK en NGK Dronten Ichthuskerk (NGK) Roerstraat 1, Dronten

Heer ik kom tot u Heer, ik kom tot U, hoor naar mijn gebed. Vergeef mijn zonden nu, en reinig mijn hart.

1 Joël, de zoon van Petuel, was een profeet. De Heer sprak tegen hem. Nu volgt wat Joël van de Heer moest zeggen.

Zondag 26 oktober 2014, Hoflaankerk Bijbelzondag

BIJBELLEESROOSTER VOOR GEZINNEN met kinderen in de basisschoolleeftijd

Liturgie zondagmorgen 8 januari 2017 Jeugddienst 12-

maandag januari NIEUWJAARSDAG Gelukkig is iemand die niet luistert naar slechte mensen. Psalm 1:1

de zon schijnt altijd

k wil even bij U komen (U bent mijn vriend) Tekst: Arend Jansen Muziek: Marcel Zimmer 2005 Celmar Music / Eagle Music

Het verhaal van de schepping (Genesis 1 en 2)

ZOEK HET UIT! KinderBijbelKeet-week Grote Kerk Hilversum. 28 tot en met 31 augustus. dit boekje is van:.

Opwekking 346: Opwekking 167:

Liturgie Votum en Groet. Hemelhoog 561 Ik ben zo dankbaar

Menze Fernandus van Houten

God, laat ons uw liefde zien en maak ons gelukkig.

Klaagliederen 1. Het eerste lied

Wat God zegt, gebeurt ook echt Abraham

September 2017 / Ik hef mijn ogen op naar de bergen / OTH 2015 nr 56 / Opwekking 640

Kolossenzen 1. Begin van de brief

Liederenbundel Toerustend Weekend

Thema: De wereld in! Zondag 1 juli Overstapdienst in de Ontmoetingskerk. Orgel: Peter Veen Piano en gitaar: Dick en Antoinette van der Garde

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht. (Deze gelijkenis kun je lezen in : Mattheüs 18:21-35 )

naar God Verlangen Thema: juni welkom in de open deur dienst voorganger: ds. W. Dekker muziekteam: Theda, Lisette, Rik Aart-Jan en Nathan

Liturgie 22 januari Avondmaal

Gebedshoeken voor jongeren: Sta op en schitter!

Thema: Staan op de schouders van je ouders

Noach bouwt een ark Genesis 6-8

kids en de Bijbel voorlezen of zelf lezen, samen bidden, kleuren, puzzelen en knutselen

Bijbelstudie Door het geloof I

Les 13: Geboorte van Jezus.

Jeugddienst 1 oktober 9.30 uur Vrouw met de kruik

Jakobus 1. Begin van de brief

Welkom door ouderling van dienst (gemeente zit)

Liturgie voor zondagochtend 21 augustus in de Westerkerk te Veenendaal

vrijdag 1 januari NIEUWJAARSDAG De Heer zal jullie gelukkig maken en jullie beschermen. Numeri 6:24

Liturgie 24 maart Geert Jan van Dijk (TEAR) / Evert ten Ham

ORDE. voor afscheidsdienst van. Theo Cornelis Heus. Theo. Maranathakerk, Lunteren 30 november 2017

Vraag 6 Moeder van de dode baby zegt: dat is goed Moeder van de levende baby zegt: nee, geef hem dan maar aan haar

Om 9.55 uur zingen we samen met de muziekgroep: U bent heilig

Samen met Jezus op weg

GOD EERT JOZEF, DE SLAAF

En ik kom tot U Opwekking 612

Romeinen 1. Begin van de brief

Opwekkingsdienst 2 juli 2017 om Voorganger: Ds. Timmer M.m.v.: de Opwekkingsband. Thema: Hoop!

Jezus geeft zijn leven voor de mensen

Lezen : Deuteronomium 6: 4-18 Zondag 47 Opwekking 25 Opwekking 277 Opwekking 354 Psalm 86 : 2, 3 en 4 (NPB) Geloofsbelijdenis Onze Vader Opwekking 708

Eerst zien, dan geloven

Kinderdienst: Helden Over David en Goliath.

Bijbel voor Kinderen presenteert VEERTIG JAREN LANG

JEREMIA, DE MAN VAN TRANEN

Liturgie. zondag 29 januari :30 uur Ds D Noort. 14:15 uur Ds J W Roosenbrand

Zegen, aanbidding. Kracht, overwinning. Ere zij de eeuwige God. Laat elke natie, elke creatie, buigen voor de eeuwige God.

- GK gezang 174 = LB 221 (zo vriendelijk en veilig als het licht)

Orde van dienst Hervormde Gemeente te Sellingen

Opwekking 763 Ik heb U nodig

Ik wil juichen voor U, mijn Heer, met blijdschap in mijn hart. Ik wil jubelen voor U, Heer, mijn hart is vol ontzag.

y02 Marcus 15.2 Rinze IJbema - Marcus 15, 2-5. Gemeente van Jezus Christus,

Welkom bij deze jeugddienst met als thema: Echt of onecht. Fijn dat je er bent!

Ouderling v. dienst. : dhr. J. van der Leij : dhr. R.A. Ferwerda. Welkom in de Menorah

In de hemel is de Heer en Zijn glans is als kristal Hij is de Heilige, Hij is God en Hij heerst over het Heelal

Liturgie 23 juni bevestiging ambtsdragers

Antwoord zonder vragen

Orde van dienst Hervormde Gemeente te Sellingen

Sterker dan de dood Paasprogramma 2016 Groep 1 t/m 4 Joh. Bogermanschool Houten

GOD EERT JOZEF, DE SLAAF

3 maart uur ZJC van Harten orgel: Peter Sneep schriftlezing: Rinke Larooy


2

DE KNAPPE DWAZE KONING

Paaswake voor kinderen 31 maart 2018

Hartelijk welkom. Vandaag is er kinderdienst voor groepen 1-8

Opwekkingsdienst 16 augustus 2015 om in de Ark. Voorganger: Ds. Oberink M.m.v.: de opwekkingsband. Thema: Een geworteld leven

psalmen teksteditie Psalm Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer

Bijbel voor Kinderen. presenteert VEERTIG JAREN LANG

Avondmaal vieren. Avondmaalsformulier 2. Viering op 4 e zondag voor Pasen :

Ik ben gewoon gaan zitten en luisterde naar zijn stem. En in de liefdevolle woorden herkende ik Hem.

Het leven van Job Preek Jefta 24 juni 2018

Opwekking 21 jan uur Thema : Waarom zou ik!? opwekking met Ds van den Berg

Vraag 96 : Wat eist God in het tweede gebod?

Transcriptie:

Psalm 1 Twee manieren van leven 1 Gelukkig is iemand die niet luistert naar slechte mensen, die nee zegt tegen hun verkeerde plannen. Als slechte mensen spotten met God, doet hij niet mee. 2 Maar hij is blij met de wet van de Heer. Daar is hij dag en nacht mee bezig. 3 Het gaat altijd goed met hem. Hij lijkt op een boom aan het water. De boom geeft vruchten, ieder jaar opnieuw, en zijn bladeren blijven altijd groen. 4 Met slechte mensen gaat het heel anders. Zij zullen verdwijnen, zoals stof dat wegwaait in de wind. 5 Als God rechtspreekt, blijft er niets van hen over. Ze horen niet bij het volk van God. 6 De Heer beschermt mensen die leven zoals hij het wil. Maar met slechte mensen loopt het verkeerd af. Psalm 2 De Heer heeft een koning uitgekozen 1-2 Waarom komen alle volken in opstand? Waarom verzetten hun koningen zich tegen de Heer en tegen de koning die hij uitgekozen heeft? Waarom maken die koningen samen slechte plannen? Dat is allemaal zinloos! 3 Ze roepen: Wij willen niet langer luisteren naar de Heer en zijn koning. Wij willen vrij zijn! 4 Maar de Heer in de hemel lacht om hen, hij lacht de volken uit. 5 Dan wordt hij woedend, en zij worden bang. Hij zegt tegen hen: 6 Ik heb mijn koning uitgekozen. Hij woont op de Sion, mijn heilige berg. De koning is de zoon van God 7 Dit heeft de Heer tegen de koning gezegd: Vanaf vandaag ben jij mijn zoon,

vanaf vandaag ben ik jouw vader. En iedereen moet dat weten. 8 Alles wat je aan mij vraagt, zal ik je geven. Jij zult alle volken overwinnen, alle landen zullen van jou zijn. 9 Je zult je vijanden vernietigen, niets blijft er van ze over! 10 Koningen van alle volken, wees dus verstandig. Leiders van alle landen, wees dus gehoorzaam. 11 Dien de Heer, heb eerbied voor hem. Juich voor hem en breng hem eer. 12 En eer ook de koning, zijn zoon. Anders wordt de Heer woedend. Dan loopt het slecht met jullie af! Gelukkig zijn mensen die hulp zoeken bij de Heer. Psalm 3 1 Een lied van David. David maakte dit lied toen hij moest vluchten voor zijn zoon Absalom. De Heer beschermt mij altijd 2 Heer, mijn vijanden vallen mij aan, het zijn er ontelbaar veel. 3 Ze zeggen tegen mij: God zal je niet redden! 4 Maar u beschermt mij, Heer. U geeft mij kracht, u laat me overwinnen. 5 Heer, als ik naar u roep, dan antwoordt u mij vanaf uw heilige berg. 6 Elke avond ga ik rustig slapen, en elke ochtend word ik weer wakker, want u beschermt mij, Heer. 7 Ik ben niet bang voor mijn vijanden, ook al zijn het er ontelbaar veel, ook al vallen ze mij aan. 8 Kom, Heer. Help me, mijn God! Sla mijn vijanden neer, vernietig ze helemaal. 9 Heer, alleen u bent mijn redder.

U geeft geluk en vrede aan mensen die u trouw zijn. Psalm 4 1 Een lied van David. Voor de zangleider. Bij dit lied wordt op een harp gespeeld. Luister naar mijn gebed 2 Goede God, als ik om hulp roep, geef mij dan antwoord. U beschermt mij altijd als ik het moeilijk heb. Wees ook nu goed voor mij, en luister naar mijn gebed! God is goed voor trouwe mensen 3 Rijke en machtige mensen, hoe lang nog lachen jullie mij uit? Hoe lang nog blijven jullie mij bedriegen en liegen jullie over mij? 4 Dit moeten jullie weten: de Heer is goed voor trouwe mensen, hij luistert als ze om hulp roepen. 5 Rijke en machtige mensen, heb eerbied voor de Heer. Doe geen kwaad meer, denk na over je fouten, wees rustig en zwijg. 6 Breng offers volgens zijn regels, en vertrouw op hem. Alleen de Heer geeft geluk en vrede 7 Rijke en machtige mensen, jullie zeggen: Voor ons geluk hebben we God niet nodig. Maar ik weet: Alleen de Heer geeft geluk en vrede! 8 Door hem ben ik gelukkig, gelukkiger dan die mensen met al hun rijkdom. 9 Heer, u laat mij veilig wonen. Ik hoef niet bang te zijn, ik kan rustig slapen. Psalm 5 1 Een lied van David. Voor de zangleider. Bij dit lied wordt op een fluit gespeeld.

Luister naar mij, Heer 2 Luister naar mij, Heer! Hoor hoe ik klaag. 3 Hoor hoe ik om hulp roep, mijn koning, mijn God. Hoor mijn gebed. 4 Elke ochtend hoort u mijn stem, Heer. Elke ochtend bid ik tot u, en dan wacht ik op antwoord. 5 God, u kunt niet tegen onrecht, u wilt geen kwaad. 6 Mensen die niet leven zoals u dat wilt, mogen niet in uw tempel komen. U haat mensen die kwaad doen, 7 u vernietigt mensen die liegen. Bedriegers en moordenaars moeten verdwijnen. 8 Maar ik mag bij u komen, want u bent goed voor mij. Ik wil u vereren en voor u knielen in uw heilige tempel. Help mij, en straf mijn vijanden 9 Heer, help mij om te leven zoals u dat wilt. Leid mij, en bescherm mij tegen mijn vijanden. 10 Want zij spreken nooit de waarheid. Ze willen alleen maar slechte dingen. Ze spreken alleen maar kwaad en ze vertellen alleen maar leugens. 11 God, straf mijn vijanden, laat al hun plannen mislukken. Misdadigers zijn het, jaag ze weg! Want ze verzetten zich tegen u. 12 Maar geef vreugde aan mensen die hulp zoeken bij u. Als u hen beschermt, zullen ze altijd juichen. Iedereen die van u houdt, zal vrolijk zijn. 13 Heer, u maakt goede mensen gelukkig. U bent goed, u zult hen beschermen. Psalm 6 1 Een lied van David. Voor de zangleider. Bij dit lied wordt op een harp met acht snaren gespeeld. Help mij, Heer 2 Heer, straf mij niet,

ook al bent u boos. Doe me geen pijn, ook al bent u woedend. 3 Red mij, Heer, want ik heb geen kracht meer. Help mij, Heer, want ik ben doodsbang. 4 Ik ben bang dat ik sterf. Hoe lang moet dit duren? Hoe lang nog, Heer? 5 Kom bij mij terug, Heer, en red mijn leven. Help me en laat me niet alleen. 6 Want als ik dood ben, kan ik u niet meer prijzen. In het land van de dood kan ik niet voor u zingen. 7 Ik ben moe van verdriet. Mijn bed is nat van tranen, elke nacht weer. 8 Mijn ogen zijn rood van het huilen, want overal zie ik vijanden. 9 Ga weg, vijanden, ga weg! Jullie doen alleen maar kwaad. De Heer hoort mijn gebed De Heer hoort hoe ik huil. 10 De Heer hoort hoe ik om hulp roep, hij luistert naar mijn gebed. 11 Mijn vijanden worden doodsbang. Ze vluchten weg, ze voelen zich vernederd. Plotseling zijn ze verdwenen. Psalm 7 1 Een klaaglied van David. David heeft dit lied voor de Heer gezongen. Het gaat over Kus, een man uit de stam Benjamin. Heer, bescherm mij 2 Heer, mijn God, bescherm mij, help mij, red mij! Want mijn vijanden jagen op mij. 3 Ze willen me grijpen, zoals een leeuw een dier grijpt om het te doden. Ze willen me aan stukken scheuren, en dan kan niemand me meer redden.

4 Heer, mijn God, heb ik iets verkeerds gedaan? Heb ik mensen kwaad gedaan? 5 Ben ik slecht geweest voor een vriend? Heb ik iets gestolen van een tegenstander? 6 Dan mogen mijn vijanden op mij jagen. Dan mogen zij me grijpen, me vertrappen en me doden. Straf mijn vijanden, Heer 7 Heer, laat zien dat u kwaad bent! Straf mijn vijanden, want ze vallen me aan. Help mij, laat zien dat u rechtvaardig bent! 8 Heer, roep alle volken bij elkaar, en spreek recht over hen vanuit de hemel. 9 U bent de rechter van de hele wereld. Wees nu ook mijn rechter, Heer, en geef een eerlijk oordeel over mij. Ik heb geen schuld, ik heb geen kwaad gedaan. 10 Maak een eind aan het kwaad van slechte mensen, maar help eerlijke en goede mensen. Want u kent de mensen, u weet wat ze denken. U bent toch een rechtvaardige God? God is een eerlijke rechter 11 God helpt alle goede mensen, hij zal ook mij beschermen. 12 God is een eerlijke rechter. Mensen die kwaad doen, straft hij, elke dag weer. 13 Als slechte mensen hun leven niet veranderen, dan maakt God zijn zwaard scherp, en dan richt hij zijn pijlen op hen. 14 Zijn wapens zijn dodelijk, pijlen van vuur schiet hij op hen af. 15 Slechte mensen dragen het kwaad in hun hart. Ze lopen rond met slechte plannen, ze liegen en bedriegen alleen maar. 16 Ze graven een diepe kuil voor een ander, maar ze vallen er zelf in. 17 Ze krijgen hun eigen ellende over zich heen, hun eigen kwaad komt weer bij hen terug. Ik wil de Heer danken 18 Ik wil de Heer danken,

want hij is rechtvaardig. Ik wil zingen voor de Heer, hij is de allerhoogste God. Psalm 8 1 Een lied van David. Voor de zangleider. Op de wijs van het lied De vrouw uit de stad Gat. De Heer is machtig 2 Heer, onze Heer, groot is uw macht, overal op aarde! In de hemel klinkt een lied over uw macht. 3 Zelfs kleine kinderen zingen over u. Uw macht is zo groot dat u al uw vijanden verslaat. 4 Ik kijk naar de hemel die u hebt gemaakt. Ik kijk naar de maan en de sterren die u daar een plaats hebt gegeven. 5 En ik denk: Een mens is niet belangrijk, en toch denkt u aan hem. Een mens is maar klein, en toch vergeet u hem niet. 6 U hebt de mensen veel macht gegeven, ze zijn bijna zo machtig als goden! 7 Ze mogen heersen over alles op aarde. U hebt hun alles gegeven: 8 De schapen en de koeien, alle dieren op het land. 9 Ook de vogels in de lucht en de vissen in de zee, alle dieren in het water. 10 Heer, onze Heer, groot is uw macht, overal op aarde! Psalm 9 1 Een lied van David. Voor de zangleider. Op de wijs van het lied De dood van de zoon. Ik dank de Heer 2 Heer, met heel mijn hart wil ik u danken,

al uw wonderen wil ik bekendmaken. 3 Vrolijk wil ik over u zingen, ik wil voor u juichen, allerhoogste God! De Heer is koning voor altijd 4-5 U bent een eerlijke rechter, u hebt beslist dat ik onschuldig ben. Mijn vijanden vluchten als ze u zien, ze vallen en ze sterven. 6 U hebt mijn vijanden gestraft, slechte mensen hebt u gedood. Niemand weet meer wie ze zijn. 7 Mijn vijanden zijn verslagen, hun steden zijn verwoest. Ze worden voor altijd vergeten. 8 De Heer is koning voor altijd, voor eeuwig zit hij op zijn troon. Daar spreekt hij recht. 9 Hij is een goede rechter, hij spreekt eerlijk recht over iedereen. 10 De Heer helpt mensen die onderdrukt worden, hij beschermt hen in moeilijke tijden. 11 Mensen die hem kennen, mogen op hem vertrouwen. Mensen die hem zoeken, laat hij niet alleen. 12 Zing voor de Heer die op de berg Sion woont! Vertel aan iedereen wat hij heeft gedaan. 13 God vergeet mensen die vermoord zijn, niet: hij straft de moordenaars. Hij beschermt mensen die zich niet kunnen verdedigen. De Heer redt mij van de dood 14 Heb medelijden, Heer. Zie mijn ellende, want al mijn vijanden haten mij. Laat me toch niet sterven! 15 Dan zal ik vertellen over uw machtige daden, dan zal ik juichen in de stad Sion, want u hebt mij gered. De Heer straft slechte mensen 16 Slechte mensen worden gestraft: ze graven een kuil voor een ander, maar ze vallen er zelf in. 17 De pijn die ze anderen willen aandoen, voelen ze zelf. Zo laat de Heer zijn macht zien. Hij is een goede rechter.

18 Slechte mensen verdwijnen, ze gaan naar het land van de dood. Want ze zijn God vergeten. 19 Maar God vergeet zwakke en arme mensen niet, voor hen is er hoop. 20 Heer, spreek recht over mensen. Laat ze weten dat u machtiger bent dan zij. 21 Heer, laat ze beven van angst. Laat ze weten dat ze maar mensen zijn. Psalm 10 Waar bent u, Heer? 1 Waarom bent u zo ver weg, Heer? Waarom verbergt u zich in moeilijke tijden? 2 Mensen die u niet trouw zijn, onderdrukken mensen zonder macht. Heer, laat slechte mensen zelf de pijn voelen die ze anderen aandoen! Niemand is veilig voor slechte mensen 3 Slechte mensen vinden zichzelf geweldig. Ze zijn trots op hun rijkdom, maar ze zijn rijk geworden door te stelen. Intussen vervloeken ze de Heer, ze zeggen: Ik heb God niet nodig. 4 Slechte mensen vinden zichzelf geweldig. Ze denken: Er is geen God, dus hij kan me ook niet straffen. 5 Alles wat ze doen, gaat goed. Gods oordeel vinden ze niet belangrijk, en ze lachen om kritiek van andere mensen. 6 Ze denken: Ik ben sterk, er zal met mij niets ergs gebeuren, nooit. 7 Ze liegen en bedriegen, ze zijn oneerlijk en gemeen. 8 Ze verbergen zich op stille plaatsen. Daar kijken ze om zich heen of ze onschuldige mensen kunnen doden. De hele dag kijken ze rond of ze iemand kunnen doodslaan. 9 Ze lijken op leeuwen, verstopt in de struiken, klaar om andere dieren te vangen. Zo vangen slechte mensen anderen, zo vangen ze mensen zonder macht.

10 Ze duwen hen op de grond en ze trappen hen dood. 11 Slechte mensen denken: God let niet op. Hij kijkt niet, hij ziet niets. De Heer helpt altijd 12 Kom, Heer, en help! Vergeet zwakke en arme mensen niet. 13 Hoe kan het toch dat slechte mensen geen eerbied voor u hebben? Hoe kan het toch dat ze zeggen: God straft ons niet? 14 Maar u bent niet blind, God. U ziet alle ellende en al het verdriet, en u wilt altijd helpen. U bent een steun voor mensen zonder macht, u beschermt mensen voor wie niemand zorgt. 15 Stop de macht van slechte mensen. Straf hen, totdat er geen kwaad meer is. 16 Want u bent koning voor eeuwig en altijd. Mensen die u niet willen dienen, jaagt u weg uit uw land. 17 Heer, u hoort wat arme mensen vragen. U hoort ze, u geeft ze kracht. 18 U beschermt mensen die onderdrukt worden, u helpt mensen voor wie niemand zorgt. Niemand kan hen uit uw land wegjagen. Psalm 11 1 Een lied van David. Voor de zangleider. De Heer is een eerlijke rechter Bij de Heer ben ik veilig. Mensen zeggen tegen mij: Vlucht naar de bergen, vlucht zo snel als je kunt! 2 Want slechte mensen richten hun pijlen op jou, ze vallen s nachts eerlijke mensen aan. 3 Het recht verandert in onrecht, en goede mensen kunnen er niets tegen doen. Maar ik weet dat ik veilig ben bij de Heer. 4 De Heer woont in zijn heilige paleis. Vanuit de hemel ziet hij de mensen, hij weet wat ze denken.

5 De Heer kijkt of mensen goed of slecht zijn. Hij haat mensen die geweld gebruiken. 6 Hij straft hen, hij vernietigt hen met vuur. Want hij is woedend. 7 De Heer is een eerlijke rechter, hij houdt van mensen die goed doen. Zij mogen bij hem komen. Psalm 12 1 Een lied van David. Voor de zangleider. Bij dit lied wordt op een harp met acht snaren gespeeld. Niemand is trouw aan de Heer 2 Help toch, Heer! Want niemand is nog trouw aan u. Niemand is nog te vertrouwen, 3 de mensen liegen tegen elkaar, niemand spreekt de waarheid. 4 Heer, laat die leugenaars zwijgen, laat die opscheppers hun mond houden! 5 Ze zeggen: Met een grote mond lukt alles! Kijk maar, niemand is zo sterk als wij. De Heer bevrijdt mensen in nood 6 De Heer zegt: Arme mensen worden onderdrukt, maar ik kom ze helpen. Ze zijn machteloos, maar ik hoor hoe ze klagen. Ik zal hen uit hun ellende bevrijden! 7 De Heer doet wat hij belooft. Op hem kun je vertrouwen, dat is zeker! 8 Heer, help mensen die onderdrukt worden, bescherm hen tegen leugenaars. 9 Overal zijn verraders, en slechte mensen doen steeds meer kwaad. Psalm 13 1 Een lied van David. Voor de zangleider. Vergeet mij niet, Heer

2 Heer, vergeet u mij voor altijd? Hoe lang nog blijft u zich verbergen? 3 Hoe lang nog blijft mijn hart vol zorgen? Hoe lang blijf ik dag en nacht verdrietig? Hoe lang blijven mijn vijanden sterker dan ik? 4 Heer, mijn God, zie mij en geef antwoord! Laat het weer licht worden om mij heen, laat mij niet sterven in het donker. 5 Want dan zullen mijn vijanden zeggen: Hij heeft de strijd verloren! En ze zullen juichen over mijn dood. Heer, ik vertrouw op u 6 Heer, ik vertrouw op uw liefde. Ik zal juichen omdat u mij redt. Ik zal voor u zingen, want u bent goed voor mij. Psalm 14 1 Een lied van David. Voor de zangleider. God kijkt of er wijze mensen zijn Mensen zonder verstand denken: Er is geen God. Die mensen doen verschrikkelijke dingen, ze zijn alleen maar slecht. Er is niemand die goed doet. 2 De Heer ziet alle mensen op aarde. Vanuit de hemel kijkt hij of er nog één mens wijs is, één mens die zich houdt aan zijn wet. 3 Maar ze zijn allemaal slecht, slecht, oneerlijk en gemeen. Er is niet één mens goed, niet één. 4 Ze weten niet wat ze doen. Ze onderdrukken het volk van de Heer om er zelf beter van te worden. En ze bidden niet tot hem. God zal goede mensen helpen 5-6 Maar nog even, en ze worden bang, heel bang. Nu nog lachen ze goede mensen uit. Maar God zal goede mensen helpen, bij de Heer zijn ze veilig. 7 Laat er uit Sion redding komen voor Israël!

Als de Heer zijn volk helpt, zal iedereen blij zijn. Heel Israël zal juichen. Psalm 15 1 Een lied van David. Goede mensen mogen bij de Heer komen Heer, wie mag er altijd in uw huis komen? Wie mag er bij u wonen op uw heilige berg? 2 Mensen die eerlijk leven, mensen die doen wat goed is en zeggen wat waar is. 3 Ze spreken geen kwaad over anderen. Ze behandelen iedereen goed, en ze beledigen niemand. 4 Ze gaan niet om met slechte mensen, maar ze houden van mensen die trouw zijn aan de Heer. Ze doen wat ze beloofd hebben, zelfs als dat in hun eigen nadeel is. 5 Als ze iemand geld lenen, vragen ze geen rente. En ze nemen geen geld aan om te liegen over iemand die onschuldig is. Met mensen die zo leven, zal het altijd goed gaan. Psalm 16 1 Een stil gebed van David. Alleen bij de Heer ben ik gelukkig Bescherm mij, God, bij u ben ik veilig. 2 Ik zeg tegen u: U bent mijn Heer, ik vind mijn geluk alleen bij u. 3-4 Vroeger vereerde ik andere goden. Maar ik zal niet meer offeren in hun tempels, ik zal niet meer tot hen bidden. Want mensen die andere goden dienen, krijgen veel ellende en verdriet.

5 Heer, u geeft me alles wat ik nodig heb. Mijn leven is in uw handen. 6 Alles wat ik van u ontvang, is goed. Ik ben gelukkig met wat u mij geeft. De Heer leert mij hoe ik moet leven 7 Heer, ik dank u, want u geeft mij raad. Steeds denk ik aan uw lessen, zelfs in de nacht. 8 Steeds denk ik aan u, Heer. U bent altijd bij me, er kan met mij niets ergs gebeuren. 9 Daarom ben ik blij. Ik juich en zing, want bij u ben ik veilig. 10 U verlaat mij niet, ik zal niet sterven. U houdt mij weg van de dood, omdat ik trouw ben aan u. 11 U leert mij hoe ik moet leven. Ik ben blij, omdat u bij me bent. Dat maakt me gelukkig, voor altijd. Psalm 17 1 Een gebed van David. Luister naar mijn gebed, Heer Luister naar mijn gebed, Heer. Hoor hoe ik om hulp roep! Luister, want ik vraag om recht. Ik ben eerlijk tegen u. 2 Zie dat ik onschuldig ben, geef een eerlijk oordeel over mij. 3 Als u s nachts in mijn hart kijkt, dan vindt u daar geen kwaad. Mijn gedachten zijn goed, net als mijn woorden. 4 Ik leef niet zoals andere mensen, maar ik doe altijd wat u wilt. Ik ben geen dief, ik ben geen moordenaar. 5 Altijd heb ik naar u geluisterd, nooit heb ik getwijfeld. Bescherm mij als uw liefste kind 6 God, ik roep naar u om hulp, want ik weet dat u mij antwoord geeft. Luister naar mij, hoor wat ik zeg.

7 U doet wonderen en u bent trouw. Laat dat aan mij zien! U redt mensen die hulp zoeken bij u, u redt ze van hun tegenstanders. Zo machtig bent u. 8 Bescherm mij als uw liefste kind. Blijf dicht bij mij, zodat ik veilig ben. 9 Bescherm me tegen mijn vijanden. Ze vallen me aan, ze willen me doden! 10 Mijn vijanden hebben geen medelijden, en ze vinden zichzelf geweldig. 11 Ze komen op me af, ze zijn overal om me heen, en ze hopen dat ik val. 12 Het zijn net leeuwen die op jacht zijn, ze staan klaar om mij te grijpen. Bevrijd mij van mijn vijanden 13-14 Kom, Heer, val mijn vijanden aan! Heer, versla mijn vijanden en bevrijd mij. Bevrijd me van die slechte mensen, die alleen maar leven voor kort geluk. Ze denken alleen aan zichzelf. Straf hen zo streng als u kunt, straf ook hun kinderen en kleinkinderen. Geef hun alle straffen die u hebt. 15 Ik ben onschuldig. Maak mij gelukkig en kom bij me, elke ochtend weer. Psalm 18 1 Een lied van David, de dienaar van de Heer. Voor de zangleider. David zong dit lied om de Heer te danken. Want de Heer had hem gered van Saul en van zijn andere vijanden. De Heer redt mij van mijn vijanden 2 Ik heb u lief, Heer. U geeft mij kracht. 3 U beschermt me, bij u ben ik veilig. God, bij u kan ik me verbergen. U helpt mij en u bevrijdt mij. U redt me van mijn vijanden. 4 Breng eer aan de Heer! Want ik riep naar hem om hulp, en hij heeft mij gered van mijn vijanden. 5 Ik was al bijna dood.

Het land van de dood zag ik al, en ik was heel bang. 6 De dood was heel dichtbij, hij had me al bijna te pakken. 7 Toen schreeuwde ik om hulp naar mijn God, vol angst riep ik naar de Heer. En hij hoorde mij roepen, vanuit de hemel hoorde hij mijn stem. De Heer was woedend 8 Toen schudde en beefde de aarde. De bergen schudden heen en weer, want de Heer was woedend. 9 Er kwam rook uit zijn neus, en vuur uit zijn mond. De Heer spuugde vlammen van vuur uit. 10 Hij opende de hemel en hij kwam naar de aarde. Op donkere wolken kwam hij naar beneden. 11 Hij kwam omlaag op zijn hemelse wagen, de wind blies hem vooruit. 12 Hij verborg zich in de duisternis. Het was donker om hem heen, donker van wolken en regen. 13 Vuur ging voor hem uit, wolken van hagel en vuur. 14 Uit de hemel klonk de donder van de Heer, de Allerhoogste liet zijn stem horen. Hagel en vuur kwamen neer op de aarde. 15 De Heer stuurde bliksem om zijn vijanden te verjagen. Met pijlen van vuur maakte hij hen bang. 16 De Heer was boos, hij was woedend! Hij liet de aarde beven. De bodem van de zee werd zichtbaar, zelfs de zuilen onder de aarde waren te zien. De Heer heeft mij gered 17 Zo kwam de Heer uit de hemel om mij te redden. Hij redde mij van de dood. 18 Hij bevrijdde mij van mijn vijanden, van de machtige mensen die me haatten, die sterker waren dan ik. 19 Zij vielen mij aan toen ik geen kracht meer had. Maar de Heer hielp mij,

20 hij bevrijdde mij uit gevaar. Hij redde mij, omdat hij me liefhad. 21 De Heer was goed voor mij, omdat ik hem trouw was. Hij heeft me geholpen, omdat ik onschuldig was. 22 Want ik leefde zoals de Heer het wilde, ik was altijd trouw aan mijn God. 23 Ik hield me aan zijn wetten, ik luisterde altijd naar zijn regels. 24 Ik leefde precies zoals hij het wilde, nooit deed ik slechte dingen. 25 De Heer heeft mij geholpen, omdat ik hem trouw was. Hij zag dat ik onschuldig was. De Heer helpt mij 26 Heer, voor trouwe mensen bent u trouw, voor goede mensen bent u goed, 27 voor eerlijke mensen bent u eerlijk. Maar voor slechte mensen bent u een vijand. 28 U bevrijdt mensen die onderdrukt worden. Maar mensen die zichzelf geweldig vinden, die maakt u onbelangrijk. 29 Heer, mijn God, u brengt licht in mijn leven. U helpt me als ik het moeilijk heb. 30 En als u mij helpt, kan ik alles. Dan kan ik een leger aanvallen, dan kan ik een stad veroveren. De Heer geeft mij kracht 31 Alles wat de Heer doet, is goed. Alles wat God zegt, is volmaakt. Hij beschermt mensen die hem om hulp vragen. 32 Er is geen andere God dan de Heer. Alleen bij hem ben ik veilig, 33 want hij geeft mij kracht. Hij helpt me om goed te leven. 34 Hij maakt mij zo snel als een hert, en hij zorgt ervoor dat ik niet val. 35 Hij leert me om te vechten, en om te schieten met pijl en boog. Ik heb mijn vijanden verslagen 36 Heer, u hebt mij beschermd en gered. U steunde mij met uw sterke handen.

U was bij me, en dat gaf me kracht. 37 U maakte voor mij de weg vrij, zo kon ik verdergaan. 38 Ik kon mijn vijanden achtervolgen, en ik kon ze inhalen. Ik ging pas terug naar huis toen ik ze vernietigd had. 39 Ik sloeg ze allemaal neer. Ze stonden niet meer op, ze lagen dood bij mijn voeten. 40 U gaf mij kracht voor de strijd. Zo kon ik mijn vijanden verslaan. 41 Ze probeerden te vluchten, maar ik doodde ze allemaal. 42 Ze schreeuwden om hulp, maar er kwam niemand. Ze riepen naar u, Heer, maar u antwoordde niet. 43 Ik vertrapte hen, zoals je vuil op straat vertrapt. Ze leken op stof dat wegwaait in de wind, niets bleef er van ze over. Alle volken gehoorzamen mij 44 Toen iedereen zich tegen mij verzette, was u het die mij redde, Heer. U maakte mij koning van veel landen. Zelfs volken die ik niet kende, dienden mij. 45 Vreemdelingen luisterden naar mij. Ze gehoorzaamden mij meteen, 46 want ze waren bang, ze beefden van angst. Ze verlieten hun sterke steden om mij te dienen. Dank de Heer 47 De Heer leeft! Laat iedereen hem danken, want hij heeft mij beschermd. Laat iedereen hem eren, want hij heeft mij gered. 48 Door God heb ik volken overwonnen, door God werd ik koning van veel landen. 49 Hij bevrijdde me van mijn vijanden, hij maakte me sterker dan mijn tegenstanders. Hij heeft mij gered. 50 Daarom wil ik de Heer danken. Alle volken mogen dat weten! Ik wil een lied zingen over de Heer.

51 Want hij laat zijn koning overwinnen. Hij is trouw aan de koning die hij uitgekozen heeft. Hij is trouw aan David en zijn familie, voor altijd. Psalm 19 1 Een lied van David. Voor de zangleider. De hemel laat de macht van God zien 2 De hemel vertelt aan alle mensen hoe machtig God is. De hoge hemel laat aan iedereen zien wat God gemaakt heeft: de zon, de maan en de sterren. 3 De hemel vertelt het elke dag, de hemel zegt het iedere nacht, in een heel eigen taal. 4 Het is geen gewone taal, geen taal met woorden. Het is een taal zonder geluid. 5 Toch gaat het bericht de hele aarde over, het gaat de hele wereld rond. God gaf de zon een plaats aan de hemel. 6 Elke ochtend komt de zon stralend tevoorschijn. Dan begint hij de weg die hij elke dag gaat. 7 Aan het ene eind van de hemel komt de zon op, aan het andere eind gaat hij onder. Zo geeft hij warmte aan de hele aarde. De woorden van de Heer zijn goed 8 De wet van de Heer is volmaakt, zijn wet geeft mensen weer kracht. De woorden van de Heer zijn betrouwbaar, het zijn wijze lessen voor jonge mensen. 9 De opdrachten van de Heer zijn goed, ze geven mensen vreugde. De regels van de Heer zijn duidelijk, ze geven mensen nieuwe kracht. 10 De woorden van de Heer zijn volmaakt, en ze gelden voor altijd. De wetten van de Heer zijn betrouwbaar, ze zijn allemaal goed. 11 Ze zijn meer waard dan het zuiverste goud, ze zijn beter dan de zoetste honing.

Bij de Heer ben ik veilig 12 Heer, ik laat mij door uw wetten leiden, en u beloont me daarvoor. 13 Vergeef me wat ik verkeerd doe, ook de fouten die ik onbedoeld maak. 14 Bescherm mij tegen slechte gedachten. Laat die geen macht over mij krijgen. Dan zal ik zijn zoals u het wilt, dan doe ik geen verkeerde dingen. 15 Heer, luister naar de woorden van dit lied. Het is mijn geschenk aan u. Bij u ben ik veilig, u bent mijn redder. Psalm 20 1 Een lied van David. Voor de zangleider. De Heer laat de koning overwinnen 2 Koning, wij bidden dat de Heer u helpt, dat de God van Jakob u zal beschermen, dat hij u helpt als u in nood bent. 3 Wij bidden dat de Heer u helpt vanuit zijn tempel, dat hij u helpt vanaf de berg Sion. 4 Wij bidden dat de Heer naar u luistert als u hem offers brengt. 5 Laat hij u alles geven waar u om vraagt, en laat hij zorgen dat al uw plannen slagen. 6 Koning, we zullen juichen omdat u overwint. We zullen feestvieren, en onze God danken voor zijn hulp. Laat de Heer u alles geven wat u vraagt. 7 Dit weten we zeker: De Heer laat u overwinnen. Hij heeft u uitgekozen, u bent zijn koning. Hij helpt u vanuit zijn heilige hemel. De Heer zelf laat u overwinnen. Wij vertrouwen op de Heer 8 Andere mensen vertrouwen op hun leger, maar wij vertrouwen op de Heer, onze God. 9 Andere mensen vallen en blijven liggen, maar wij staan op, wij zijn sterk. 10 Heer, laat de koning overwinnen.

Luister naar ons gebed! Psalm 21 1 Een lied van David. Voor de zangleider. De Heer helpt de koning 2 Heer, de koning juicht omdat u machtig bent. De koning is blij omdat u hem laat overwinnen. 3 U gaf hem alles wat hij wilde. Alles wat hij vroeg, kreeg hij van u. 4 U hebt hem geluk en vrede gegeven, u zette een gouden kroon op zijn hoofd. 5 Hij vroeg om een lang leven, en u gaf hem dat, u gaf hem een lang en goed leven. 6 Iedereen eert de koning, want u liet hem overwinnen. U hebt hem veel macht gegeven. 7 U maakt hem voor altijd gelukkig. U bent bij hem, en dat geeft hem vreugde. 8 De koning vertrouwt op u. De koning blijft machtig omdat u trouw bent, allerhoogste God. De Heer vernietigt alle vijanden 9 Heer, u zult alle vijanden verslaan. U zult winnen van mensen die u haten. 10 Als u komt, zullen zij vernietigd worden. Dan blijft er niets van hen over. U zult de vijanden vernietigen met vuur, want u bent woedend. Niets blijft er van hen over. 11 Ook hun kinderen en kleinkinderen zult u doden, niemand van hen zal in leven blijven. 12 De vijanden maken slechte plannen en ze verzetten zich tegen u. Maar ze zullen niets bereiken. 13 Want u zult hen wegjagen, Heer, u schiet uw pijlen op hen af. 14 Heer, laat zien hoe machtig u bent. Dan zullen wij een lied over u zingen.

Psalm 22 1 Een lied van David. Voor de zangleider. Op de wijs van het lied Een hert in de ochtend. God, waarom laat u mij alleen? 2 Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij alleen gelaten? Hoe hard ik ook schreeuw, u redt mij niet, u blijft ver weg. 3 Overdag roep ik: Mijn God! maar u antwoordt niet. s Nachts roep ik: Mijn God! maar ik krijg geen rust. 4 God, u bent heilig! Uw troon staat in de tempel, daar zingt uw volk voor u. 5 Onze voorouders hebben op u vertrouwd. Ze vertrouwden op u, en u bevrijdde hen. 6 Ze riepen u om hulp, en u redde hen. Ze vertrouwden op u, en u hebt hen geholpen. 7 Ik ben minder waard dan een mens, ik ben niet meer waard dan een worm. Iedereen beledigt mij, niemand heeft respect voor mij. 8 Mensen die mij zien, lachen me uit. Ze schudden spottend hun hoofd. 9 Ze zeggen: Vertrouw op de Heer! Bij hem ben je toch veilig? Hij zal je wel redden, hij is toch je vriend? 10 U haalde me uit de buik van mijn moeder, u liet me drinken aan haar borst. 11 Toen ik geboren werd, vingen uw handen mij op. Al voor mijn geboorte was u mijn God. 12 Laat mij dan nu niet alleen! Want ik ben in nood, en er is niemand die mij helpt. Overal zijn vijanden 13 Mijn vijanden zijn overal om mij heen. Het lijken wel wilde stieren. 14 Het lijken wel brullende leeuwen, die me willen grijpen en doden! 15 Ik voel me als water dat wegstroomt.

Mijn lichaam valt uit elkaar, mijn hart klopt haast niet meer. 16 Mijn kracht is weg, ik kan niet meer spreken. U laat me bijna sterven. 17 Mijn vijanden zijn overal om me heen, dreigend als blaffende honden. Mijn handen en voeten zijn vastgebonden. 18 Ik kan mijn botten tellen, zo mager ben ik. Mijn vijanden zien het met plezier. 19 Ze verdelen mijn kleren, ze loten erom. Red mij, Heer 20 Heer, kom bij me en geef me kracht! Wacht niet langer, help mij. 21-22 Red mijn leven, bescherm me tegen mijn vijanden. Honden zijn het, leeuwen, wilde stieren! Hoor mijn gebed en bevrijd mij. 23 Dan zal ik u danken in de tempel. Tegen iedereen zal ik zeggen: 24 Heb eerbied voor de Heer en zing voor hem! Volk van Jakob, geef hem eer! Volk van Israël, buig voor hem! 25 Want hij ziet de ellende van arme mensen, mensen in nood laat hij niet alleen. Hij hoort hun gebed om hulp. 26 Ik zal in de tempel een lied voor u zingen. Ik zal daar een offer brengen, zoals ik beloofd heb. 27 Ik geef daar een maaltijd, en arme mensen mogen mijn gasten zijn. Ze kunnen eten zo veel als ze willen. Laten ze tot u bidden en u eren! Dan gaat het altijd goed met hen. De Heer is koning 28 De hele wereld moet de Heer vereren, iedereen moet voor hem buigen, 29 want hij is koning. De Heer is koning van alle volken. 30 Iedereen moet voor hem knielen: mensen die het goed hebben, en ook mensen die gaan sterven, die het leven moeten verlaten.

31 Ook hun nakomelingen zullen hem dienen en over hem vertellen aan hun kinderen. 32 Ze zullen altijd over zijn goedheid spreken, want de Heer heeft wonderen gedaan. Psalm 23 1 Een lied van David. De Heer zorgt voor mij De Heer zorgt voor mij, zoals een herder voor zijn schapen zorgt. Hij geeft me alles wat ik nodig heb. 2-3 Hij leidt mij, zoals een herder zijn schapen leidt naar groen gras en fris water. Bij de Heer ben ik veilig, hij geeft mij nieuwe kracht, zo goed is hij. 4 Ik ben niet bang, ook al is er gevaar, ook al is het donker om mij heen. Want u bent bij mij, Heer. U beschermt me, u geeft mij moed. 5 U nodigt mij uit in uw tempel. U zorgt goed voor mij. U geeft me te eten en te drinken, meer dan genoeg. En al mijn vijanden kunnen dat zien. 6 U geeft me geluk en liefde, altijd en overal. Ik zal bij u zijn in uw tempel, mijn hele leven lang. Psalm 24 1 Een lied van David. De aarde is van de Heer Van de Heer is de aarde en alles wat er leeft, van hem is de wereld en ieder die er woont. 2 Want de Heer heeft de aarde gemaakt, hij heeft de aarde vastgezet in zee.

Wie mag er in Gods tempel komen? 3 Wie mag de berg van de Heer beklimmen? Wie mag er in zijn tempel komen? 4 Mensen die goed doen en eerlijk zijn, mensen die niet liegen bij de rechter. 5 De Heer zal hen gelukkig maken. Hij zal hen beschermen en helpen. 6 Want zij zijn het volk van Jakob, het volk dat bij God wil zijn. Laat de Heer binnenkomen in de tempel 7 Poorten van de tempel, ga open. Ga wijd open, prachtige deuren! De grote koning wil binnenkomen. 8 Wie is dan die grote koning? Het is de Heer, machtig en sterk. Het is de Heer, sterk in de strijd. 9 Poorten van de tempel, ga open. Ga wijd open, prachtige deuren! De grote koning wil binnenkomen. 10 Wie is dan die grote koning? Het is de machtige Heer. Hij is die grote koning! Psalm 25 1 Een lied van David. Ik verlang naar de Heer Heer, ik verlang naar u. 2 Op u vertrouw ik, God. Laat me niet alleen! Zorg dat mijn vijanden me niet verslaan, laat ze niet om me lachen. 3 U helpt mensen die op u vertrouwen, maar u straft mensen die u niet trouw zijn. 4 Heer, laat mij zien hoe ik moet leven, wijs mij de goede weg. 5 Leer me om trouw te zijn aan u, zeg me wat ik moet doen. Want u bent mijn God, u bent mijn redder. Ik hoop op uw hulp, elke dag weer. 6 U bent altijd goed geweest voor uw volk. Wees dan nu ook goed voor mij.

7 Toen ik jong was, heb ik veel verkeerd gedaan. Heer, vergeet het! Denk daar niet meer aan. U bent toch goed en trouw? De Heer is goed 8 De Heer is goed en eerlijk, hij leert slechte mensen om goed te leven. 9 Hij wijst ook de goede weg aan mensen die op hem vertrouwen. Hij zegt hun wat ze moeten doen. 10 De Heer is altijd goed en trouw voor mensen die hem gehoorzaam zijn. 11 Ik weet hoe goed u bent, Heer. Vergeef me mijn zonden, hoe groot die ook zijn! 12 De Heer wijst de goede weg aan mensen die hem trouw zijn. Hij zegt hun hoe ze moeten leven. 13 Dan worden ze gelukkig, en hun kinderen zullen in vrede leven. 14 De Heer is dichtbij voor mensen die hem trouw zijn. Hij geeft hun zijn wetten en regels. Ik zoek hulp bij de Heer 15 Heer, ik denk steeds aan u, want u redt mij van mijn vijanden. 16 Kom bij me en laat me uw liefde zien, want ik ben ongelukkig en alleen. 17 Ik word steeds banger, bevrijd me uit de ellende! 18 Zie hoe moeilijk ik het heb, en vergeef me al mijn zonden. 19 Zie hoeveel vijanden ik heb, zie hoe ze mij haten en bedreigen. 20 Bescherm mij en red mij! Bij u zoek ik hulp, laat me niet alleen. 21 Ik wil altijd goed en eerlijk leven, en ik vertrouw op u. 22 God, bevrijd Israël, bevrijd uw volk uit alle gevaar. Psalm 26

1 Een lied van David. Ik ben onschuldig, Heer Heer, geef een eerlijk oordeel over mij. Ik heb geen kwaad gedaan, ik leef zoals u het wilt. Heer, ik vertrouw op u, ik twijfel niet. 2 Kijk goed naar mij, Heer, kijk of ik de waarheid spreek. Zie wat ik voel en denk. 3 Steeds denk ik aan uw liefde, altijd ben ik u trouw. 4 Ik doe niet mee met bedriegers, ik ga niet om met leugenaars. 5 Met slechte mensen wil ik niet samen zijn, ik wil niet bij hen horen. 6 Ik ben onschuldig, Heer. Daarom ga ik naar uw tempel. 7 Daar dank ik u, daar zing ik voor u, daar vertel ik over uw wonderen. 8 Heer, ik houd van uw huis. Daar kan ik u ontmoeten. Straf mij niet, Heer 9-10 U straft mensen die kwaad doen, u straft moordenaars met de dood. Het zijn misdadigers, die voor geld alles doen. Maar straf mij niet, Heer, want ik ben niet zoals zij. 11 Ik ben onschuldig, ik leef zoals u het wilt. Wees goed voor mij en red mij. 12 Dan blijf ik u trouw, dan zal ik u danken en voor u zingen, samen met uw volk. Psalm 27 1 Een lied van David. De Heer helpt mij altijd De Heer helpt mij altijd, hij is als een licht in het donker. Ik ben voor niemand bang. Bij de Heer ben ik veilig, daarom heb ik geen angst.

2 Als vijanden mij aanvallen, dan zullen ze struikelen. Als ze mij willen doden, dan vallen ze zelf dood neer. 3 Ik ben niet bang, ook niet als een heel leger mij aanvalt. Ik blijf op de Heer vertrouwen, ook als de strijd begint. Ik wil elke dag bij de Heer zijn 4 Ik vraag aan de Heer maar één ding, meer heb ik niet nodig. Ik wil bij hem wonen, elke dag, heel mijn leven. Ik wil bij hem zijn in de tempel. Dan zal ik zien hoe goed hij is. 5 Als er gevaar is, verbergt hij mij in zijn tempel. In zijn huis ben ik veilig. 6 Ik zie vijanden om mij heen, maar ik weet dat ik sterker ben dan zij. Vol vreugde zal ik de Heer danken. Ik zal vrolijk voor hem zingen, en offers brengen in de tempel. De Heer laat me niet alleen 7 Heer, ik roep naar u! Luister naar mijn gebed. Wees goed voor mij en geef mij antwoord. 8 Ik weet dat ik u moet zoeken. Dat doe ik, Heer, want ik wil dicht bij u zijn. 9 Verberg u niet voor mij. Wees niet boos, stuur mij niet weg. U hebt mij altijd geholpen, jaag me nu niet weg. Laat me niet alleen, God, u bent mijn redder. 10 U blijft vol liefde voor mij zorgen, ook als iedereen mij verlaat, zelfs als mijn vader en moeder mij verlaten. Vertrouw op de Heer

11 Zeg mij wat ik moet doen, Heer! Wijs mij een veilige weg, want mijn tegenstanders zijn dichtbij. 12 Houd ze bij mij vandaan. Ze vertellen leugens over mij en ze dreigen met geweld. 13 De Heer is goed voor mij, zolang ik leef. Dat weet ik zeker. 14 Iedereen moet op de Heer vertrouwen. Wees daarom sterk en houd moed. Vertrouw op de Heer! Psalm 28 1 Een lied van David. Help mij, Heer Ik roep naar u, Heer, want bij u ben ik veilig. Hoor mijn gebed en antwoord mij! Anders sterf ik, dan ga ik naar het land van de dood. 2 Heer, hoor hoe ik roep, hoor hoe ik om hulp smeek. Met mijn handen omhoog bid ik tot u, ik bid tot u in uw heilige tempel. 3-5 U straft mensen die kwaad doen, u maakt een eind aan hun leven. Want zij doen tegen iedereen vriendelijk, maar hun gedachten zijn slecht. Heer, straf mij niet, want ik ben niet zoals zij. Geef ze de straf die ze verdienen. Want ze letten niet op uw daden, ze zien uw wonderen niet. Geef ze het loon voor hun slechte daden, laat ze voor altijd verdwijnen! Ik dank de Heer 6 Ik wil de Heer danken, want hij heeft mijn gebed gehoord. 7 De Heer geeft mij kracht en beschermt mij. Op hem vertrouw ik. Hij heeft mij geholpen,

en daarom juich ik. Ik wil hem danken met een lied. Heer, zorg voor uw volk 8 Heer, u geeft kracht aan uw volk. U beschermt de koning die u hebt uitgekozen. 9 Red uw volk en maak het gelukkig. Zorg voor uw mensen, zoals een herder voor zijn schapen zorgt. Laat uw volk nooit alleen. Psalm 29 1 Een lied van David. De stem van de Heer is machtig Goden, juich voor de Heer! Juich voor hem, want hij is sterk. 2 Juich voor de Heer, want hij is machtig. Buig voor hem, want hij is heilig. 3 De stem van de Heer klinkt over het water, over de grote, geweldige zeeën. De machtige God laat de donder horen. 4 Krachtig en machtig klinkt de stem van de Heer. 5 De stem van de Heer breekt bomen in tweeën, de hoge bomen op de bergen. 6 De bergen schudden van schrik, de Libanon en de Sirjon schudden en beven. Het lijken wel springende stieren. 7 De stem van de Heer laat de bliksem flitsen. 8 De stem van de Heer laat woestijnen schudden, de woestijn van Kades schudt en beeft. 9 De stem van de Heer laat bomen beven, hun bladeren worden weggeblazen. Zo machtig is de Heer! De hemel juicht voor hem. 10 De Heer woont hoog in de hemel, hij is koning voor altijd. 11 De Heer zal zijn volk sterk maken, hij zal zijn volk vrede geven. Psalm 30 1 Een lied van David. Dit lied is gemaakt toen de tempel in gebruik genomen werd.

De Heer geeft mij het leven terug 2 Heer, ik breng u eer. U hebt mijn leven gered! Daarom konden mijn vijanden niet juichen, ze konden niet juichen over mijn dood. 3 Heer, mijn God, ik riep u om hulp, en u hebt mij genezen. 4 Ik was al bijna dood, het land van de dood zag ik al. Maar u gaf mij het leven terug. 5 Als je trouw bent aan de Heer, moet je voor hem zingen en hem prijzen, want hij is heilig! 6 De woede van de Heer duurt kort, maar zijn liefde duurt een leven lang! Ook al val je s avonds huilend in slaap, s ochtends sta je juichend weer op. Help mij, Heer 7 Ik voelde me sterk en ik dacht: Mij kan niets gebeuren. 8 U was goed voor mij, Heer, daarom overkwam mij geen kwaad. Maar toen u zich voor mij verborgen hield, ging ik bijna dood van angst. 9 Ik roep u, Heer! Ik smeek u: Wees goed voor mij. 10 U hebt niets aan mij als ik dood ben, als ik in mijn graf lig. Dan kan ik u niet meer prijzen, niet meer zingen over uw trouw. 11 Heer, luister naar mij, wees goed voor mij en help mij. Ik zing voor de Heer 12 U hebt mijn verdriet veranderd in vreugde. Ik huil niet meer, maar ik ben weer vrolijk. 13 Heer, ik zal voor u zingen met heel mijn hart. God, ik zal niet zwijgen. Ik zal u altijd prijzen! Psalm 31 1 Een lied van David. Voor de zangleider. Heer, bescherm mij

2 Heer, bij u zoek ik bescherming. Laat mij niet alleen! Wees goed voor mij en red mij. 3 Luister naar mij, kom snel en help mij! Laat me veilig zijn bij u, bescherm me en bevrijd me. 4 U bent sterk en machtig, u beschermt mensen tegen gevaar. Ga met mij mee en leid mij. 5 Mijn vijanden jagen op mij, maar bij u ben ik veilig. Red mij! 6 Heer, u beslist over mijn leven. U bent een trouwe God, u zult me redden. 7 Ik vertrouw alleen op u, Heer. Ik wil niet omgaan met mensen die afgoden dienen. 8 Ik zal blij zijn en juichen, want u bent goed. U ziet mijn ellende, u weet hoe moeilijk ik het heb. 9 U laat mijn vijanden niet overwinnen, u zult mij bevrijden. Help mij, Heer 10-11 Help mij, Heer, want het gaat slecht met mij. Mijn ogen zijn rood van het huilen. Doodmoe ben ik, mijn hele lichaam doet pijn. Mijn leven is vol zorgen, elke dag heb ik verdriet. Ik heb geen kracht meer, en ik voel me ellendig. 12 Mijn vijanden lachen me uit, en mijn buren lachen het hardst. Vrienden die me tegenkomen, schrikken van mij, en ze lopen weg. 13 Iedereen vergeet mij. Het lijkt alsof ik al dood ben, alsof niemand me nodig heeft. 14 Ik hoor de mensen over me praten. Overal is er gevaar, iedereen is tegen mij.

Ze maken plannen om me te doden. Ik vertrouw op de Heer 15 Maar ik vertrouw op u, Heer. U bent mijn God, 16 u beslist over mijn leven. Red mij van mijn vijanden, red mij van de mannen die op me jagen. 17 Wees bij mij en bescherm mij. Laat mij uw liefde zien en red mij. 18 Heer, ik roep naar u, luister naar mij! Laat het slecht aflopen met slechte mensen. Laat ze sterven, laat ze voor altijd zwijgen. 19 Laat ze zwijgen, want het zijn leugenaars. Ze spreken kwaad over goede mensen, ze hebben geen respect voor hen. Maar zichzelf vinden ze geweldig. 20 Mensen die u willen dienen, mensen die bij u bescherming zoeken, die maakt u gelukkig. De hele wereld zal het zien! 21 U zult dicht bij hen zijn en hen beschermen tegen slechte mensen. U laat hen veilig wonen in uw tempel, ver weg van ruzies en leugens. Ik dank de Heer 22 Ik wil de Heer danken, want hij is goed voor mij. Hij heeft mij geholpen toen ik aangevallen werd. 23 Ik was bang, en ik dacht: De Heer is mij vergeten. Maar hij heeft mijn gebed gehoord, hij heeft gehoord hoe ik om hulp riep. 24 Heb de Heer lief, jullie die hem trouw zijn. De Heer zal jullie beschermen! Maar mensen die zichzelf geweldig vinden, die straft hij streng. 25 Jullie die vertrouwen op de Heer, wees sterk en moedig! Psalm 32 1 Een lied van David.

U hebt mijn fouten vergeven U hebt mij vergeven, Heer, u denkt niet meer aan mijn fouten. Daarom ben ik gelukkig. 2 Ik kan eerlijk tegen u zijn, u kijkt niet meer naar mijn schuld. Daarom ben ik gelukkig. 3 Eerst zweeg ik over mijn fouten. Ik werd ziek, ik huilde de hele dag. 4 Dag en nacht voelde ik uw woede, Heer. Ik verloor al mijn kracht, ik kon niet meer verder. 5 Toen vertelde ik u over mijn fouten, ik zweeg niet langer over mijn schuld. Ik zei eerlijk wat niet goed was, en u hebt me alles vergeven. Nu kan ik zingen 6 Mensen die u trouw zijn, moeten doen wat ik gedaan heb. Ze moeten tot u bidden als het niet goed met hen gaat. Dan zijn ze veilig in het grootste gevaar. 7 Heer, u beschermt me, u bevrijdt me. Daarom zing ik en juich ik. 8 Want dit hebt u gezegd: Ik zal je de weg wijzen die je moet gaan. Ik zal je raad geven, ik zal voor je zorgen. 9 Wees niet eigenwijs, laat je door mij leiden. Dan zal geen kwaad je treffen. Vertrouw op de Heer 10 Iedereen moet dit weten: Slechte mensen moeten veel lijden. Maar mensen die op de Heer vertrouwen, vinden overal liefde en geluk. 11 Iedereen die trouw is aan de Heer, moet blij zijn en juichen. Iedereen die eerlijk is, moet zingen van vreugde. Want de Heer is goed! Psalm 33 De Heer heeft alle macht

1 Juich, mensen die horen bij de Heer. Zing allemaal voor hem! 2 Juich voor de Heer en maak muziek, speel op de harp en zing een lied. 3 Zing een nieuw lied voor hem, zing vrolijk en maak mooie muziek. 4 Want wat de Heer zegt, is waar. Alles wat hij doet, is goed. 5 De Heer wil eerlijkheid en recht. Overal op aarde zie je zijn goedheid. 6 De Heer heeft de hemel gemaakt. De sterren zijn er omdat hij heeft gesproken. 7 Hij heeft het water van de zeeën verzameld, hij bewaart het als een kostbare schat. 8 Laat de hele wereld de Heer vereren. Laat iedereen eerbied voor hem hebben. 9 Want de Heer sprak, en alles was er. Hij zei één woord, en alles bestond. 10 De Heer laat plannen van mensen mislukken, plannen van volken laat hij niet doorgaan. 11 Maar de plannen van de Heer blijven bestaan. Alles gebeurt zoals hij het bedenkt. De Heer helpt mensen die hem vereren 12 Gelukkig is het volk dat leeft met de Heer. De Heer is hun God, hij heeft hen uitgekozen. 13 Vanuit de hemel kijkt de Heer omlaag, hij ziet alle mensen op aarde. 14 Vanuit de hemel waar hij woont, kijkt hij naar de mensen op aarde. 15 De Heer heeft de mensen gemaakt. Hij weet precies wat ze doen. 16 Een koning wint een oorlog niet met zijn leger. Soldaten hebben niet genoeg aan hun kracht. 17 Paarden kunnen een mens niet redden, ook al zijn ze nog zo sterk. 18 Maar de Heer helpt mensen die hem vereren, en die vertrouwen op zijn liefde. 19 Hij redt hen als de dood dichtbij is. Als er hongersnood is, blijven zij leven. Wij vertrouwen op de Heer 20 Vol hoop wachten wij op de Heer. Hij helpt ons, hij beschermt ons. 21 Hij maakt ons gelukkig, bij hem zijn wij veilig.

22 Heer, laat ons uw liefde zien! Op u vertrouwen wij. Psalm 34 1 Een lied van David. David maakte dit lied toen hij bij koning Abimelech was. David deed daar alsof hij gek was. Toen stuurde Abimelech hem weg. Laten we samen de Heer danken 2 Altijd wil ik de Heer danken, elke dag zing ik een lied voor hem. 3 Ik zal juichen voor de Heer vanuit het diepst van mijn hart. Mensen die trouw zijn aan de Heer, horen mijn lied, en ze zijn blij. 4 Laten we vertellen hoe machtig hij is, laten we hem samen prijzen. 5 Ik riep de Heer, en hij gaf mij antwoord. Ik was doodsbang, en hij heeft mij bevrijd. 6 Mensen die hulp vragen aan de Heer, zullen blij zijn en lachen. Want hij zal hen helpen. 7 Toen ik het moeilijk had, riep ik naar de Heer. Hij luisterde naar mij, en hij heeft me gered. De Heer geeft je wat je nodig hebt 8 Mensen die gehoorzaam zijn aan de Heer, worden door zijn engel beschermd. Hij redt hen uit alle gevaar. 9 Gelukkig zijn mensen die bescherming zoeken bij de Heer. Zij zullen zien hoe goed hij is. 10 Heb eerbied voor de Heer, want jullie horen bij hem. Dan krijg je alles wat je nodig hebt. 11 Leeuwen kunnen doodgaan van de honger, maar mensen die hulp vragen aan de Heer, zullen altijd genoeg te eten hebben. Probeer steeds het goede te doen 12 Kom, vrienden, luister naar mij! Ik wil je leren om eerbied te hebben voor de Heer. 13 Houd je van het leven? Wil je oud worden en gelukkig zijn? 14 Vertel dan geen leugens over anderen. Zeg geen dingen die niet waar zijn. 15 Doe geen kwaad, maar wees goed.

Probeer in vrede met anderen te leven, elke dag weer. De Heer redt mensen uit gevaar 16 De Heer helpt mensen die trouw zijn aan hem, hij hoort hen als ze om hulp roepen. 17 Maar slechte mensen vernietigt hij, niemand zal nog aan hen denken. 18 De Heer luistert als mensen om hulp roepen. Hij redt hen uit alle gevaar. 19 De Heer is dicht bij mensen die geen hoop meer hebben, hij helpt mensen die de moed verliezen. De Heer zorgt voor zijn volk 20 Goede mensen hebben het vaak moeilijk. Maar de Heer redt hen steeds weer. 21 Hij beschermt hen, zodat hun geen enkel kwaad overkomt. 22 Maar de vijanden van God zullen gestraft worden. Zij zullen sterven door hun eigen kwaad, omdat ze eerlijke mensen haten. 23 Maar de Heer redt mensen die hem dienen. Zij hoeven niet bang te zijn, want de Heer beschermt hen. Psalm 35 1 Een lied van David. Red mij van mijn vijanden, Heer Heer, vecht tegen mijn vijanden, strijd tegen mijn tegenstanders! 2 Grijp uw wapens en kom mij te hulp. 3 Pak uw speer en gooi die naar mijn achtervolgers! Zeg tegen mij: Ik zal je redden. 4 Mijn vijanden willen me kwaad doen, ze proberen me te doden. Zorg dat ze verslagen worden! Dan worden ze vernederd, dan zullen ze zich schamen. 5 Heer, zorg dat een engel ze wegjaagt! Dan zullen ze verdwijnen als stof dat wegwaait in de wind.

6 Stuur een engel achter ze aan, en laat ze struikelen in het donker. 7-8 Mijn vijanden jagen op mij, ze proberen me te doden. Maar ik heb geen kwaad gedaan. Zij hebben een kuil voor mij gegraven. Maar laat ze er zelf in vallen, laat ze zelf sterven! 9 Dan zal ik voor u juichen, Heer. Ik zal juichen omdat u mij gered hebt. 10 Uit het diepst van mijn hart zal ik zeggen: Er is geen god zoals u, Heer! U redt arme en machteloze mensen, u bevrijdt ze van hun onderdrukkers. Iedereen laat mij in de steek 11 Ik word beschuldigd, maar ik heb geen schuld. Ik krijg vragen over dingen die ik niet heb gedaan. 12 Ik doe alleen maar goede dingen, maar ik krijg er ellende voor terug. Iedereen laat mij in de steek. 13-14 Toen mijn vijanden ziek waren, droeg ik sombere kleren. Ik liet zien dat ik verdriet had. Ik at niet, ik dronk niet, en ik bleef voor mijn vijanden bidden. Het was alsof ze mijn vrienden waren, alsof mijn broer ziek was, alsof mijn moeder gestorven was. Zo veel verdriet had ik om hen. 15 Maar nu het met mij slecht gaat, zijn mijn vijanden blij. Ze staan om me heen te lachen. Ze slaan me en ze schoppen me. Ze gaan maar door, ze willen me doden. Maar ik begrijp niet waarom. 16 Mijn vijanden beledigen mij. Ze kijken vol haat naar mij en ze willen u niet kennen, Heer. 17 U ziet het toch, Heer? Waarom doet u dan niets? Red mijn leven, red mij uit de handen van die moordenaars. 18 Dan zal ik u danken in de tempel, dan zal ik voor u zingen, samen met uw volk.