Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2015 / Datum van uitspraak 02 november 2015 Rolnummer op JGR 2015/BB/35 Arbeidshof te Brussel elfde kamer Arrest
Arbeidshof te Brussel 2015/BB/35 p. 2 COLLECTIEVE SCHULDENREGELING - vorderingen collectieve schuldenregeling Eenzijdig verzoekschrift definitief VERHAEREN Brigitta, (in hoedanigheid van) voorlopig bewindvoerder, van de heer V. U. M., appellante, Na beraad, spreekt het arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest uit: Gelet op de stukken van rechtspleging, inzonderheid: - het voor eensluidend verklaard afschrift van de bestreden beschikking, uitgesproken in raadkamer op 14-09-2015 door de arbeidsrechtbank Leuven 6 de kamer, (A.R. 15/354/B), - het verzoekschrift tot hoger beroep, ontvangen ter griffie van dit hof op 23 september 2015, - de voorgelegde stukken. De verzoekende partij heeft haar middelen en conclusies uiteengezet tijdens de zitting in raadkamer van 19 oktober 2015, waarna de debatten werden gesloten, de zaak in beraad werd genomen en voor uitspraak werd gesteld op heden. I. FEITEN EN RECHTSPLEGING 1. Bij vonnis van de Franstalige arbeidsrechtbank te Brussel van 19 juni 2014 werd de beschikking van toelaatbaarheid tot de collectieve schuldenregeling van 4 juni 2002 van de heer M. V. U. herroepen op grond van art. 1675/15, 2 en 3 Ger. W.
Arbeidshof te Brussel 2015/BB/35 p. 3 2. Op 10 september 2015 legde de heer M. V. U., wettelijk vertegenwoordigd door mtr. B. Verhaeren, voorlopig bewindvoerder, aangesteld bij beschikking van de Vrederechter van Kraainem Sint Genesius Rode van 10 december 2014 en hiertoe gemachtigd bij beschikking van dezelfde vrederechter d.d. 3 september 2015, een verzoekschrift neer bij de arbeidsrechtbank te Leuven om opnieuw toegelaten te worden tot de collectieve schuldenregeling. 3. Bij beschikking van de arbeidsrechtbank te Leuven van 14 september 2015 werd dit nieuwe verzoek ontoelaatbaar verklaard op grond van art. 1675/2 derde lid Ger. W., zoals gewijzigd door art. 70 van de wet van 14 januari 2013 (BS 1 maart 2013) De heer v. U. diende hierdoor een wachttermijn van 5 jaar in acht te nemen na de herroeping van 19 juni 2014. 4. Bij verzoekschrift tot hoger beroep, ontvangen ter griffie van het arbeidshof te Brussel op 23 september 2015, tekende mtr. Brigitta Verhaeren in haar hoedanigheid van voorlopig bewindvoerder van de heer V. U. hoger beroep aan tegen deze beschikking en vroeg dat deze laatste toch zou worden toegelaten tot de collectieve schuldenregeling, daar een wachttermijn van 5 jaar onredelijk lang is en huidig verzoek gebeurde in een andere hoedanigheid (voorlopige bewindvoering) dan deze waarin de herroeping op 19 juni 2014 was beslist. II. BEOORDELING 5. Het hoger beroep werd tijdig en met een naar de vorm regelmatige akte ingesteld. 6. Op grond van art. 1675/2 derde lid Ger. W. kan de persoon waarvan de minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsprocedure werd herroepen bij toepassing van artikel 1675/15, 1, gedurende een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de datum van het vonnis van herroeping geen verzoekschrift tot het verkrijgen van een collectieve schuldenregeling indienen. 7. Appellant verwijst naar zijn behartenswaardige situatie, waardoor hij niet in staat is om zelf zijn goederen te beheren en waardoor omwille van zijn onwetendheid en onkunde zijn vroegere collectieve schuldenregeling werd herroepen. Hij beroept zich op diverse billijkheidsredenen om de wachttermijn van 5 jaar, voortvloeiend uit art. 1675/2 derde lid Ger. W niet toe te passen. 8. Het feit dat een beslissing om iemand onder bewindvoering te plaatsen een evolutieve voorgaande heeft, doet echter geen afbreuk aan de omstandigheid dat de heer V. U. vóór deze beslissing volledig handelingsbekwaam en verantwoordelijk was voor de omstandigheden die tot de herroeping hebben geleid. 9. De wetgever heeft met voornoemde bepaling het telkens opnieuw inleiden van een collectieve schuldenregeling na een herroeping willen verhinderen. In wezen roept appellant grieven in tegen het vonnis van herroeping van 19 juni 2014, dat gezag van gewijsde heeft
Arbeidshof te Brussel 2015/BB/35 p. 4 en dat door de eerste rechter diende in acht genomen te worden. Hoe spijtig ook, wordt dit door de billijkheidsargumenten niet ongedaan gemaakt. 10. Het feit dat de voorlopige bewindvoerder thans het initiatief neemt voor het inleiden van het verzoek en het aantekenen van hoger beroep doet daaraan geen afbreuk. 11. Op grond van art. 17 Ger. W. moet de verzoeker een belang en hoedanigheid hebben. Wanneer een bewindvoerder wordt aangesteld, die gemachtigd wordt om een procedure te voeren, bekomt deze de hoedanigheid om op te treden in naam van de drager van een subjectief recht. Aldus komt er een scheiding tot stand tussen de materiële en formele procespartij. De vertegenwoordigde blijft evenwel de dominus litis, in wiens hoofde de gevolgen van het recht zich zullen blijven voordoen. (P. VANLERSBERGHE, Voorwaarden van de rechtsvordering in Gerechtelijk recht, Artikelsgewijze commentaar, bijwerking 31 juli 2002, 28, nr. 22) De voorlopige bewindvoerder is een klassiek voorbeeld van een zodanige gerechtelijke lasthebber. (zelfde auteur, 37, nr. 30) De voorlopige bewindvoering doet dan ook geen afbreuk aan het feit dat het recht op collectieve schuldenregeling in hoofde van de heer V. U. vanuit zijn materiële situatie moet worden beoordeeld. 12. De eerste rechter heeft dan ook een correcte beslissing genomen en het hoger beroep is ongegrond. OM DEZE REDENEN, HET ARBEIDSHOF, Gelet op de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid op artikel 24, Recht doende na eenzijdig verzoekschrift, Verklaart het hoger beroep ontvankelijk, doch ongegrond. Bevestigt de bestreden beschikking. Kosteloze procedure.
Arbeidshof te Brussel 2015/BB/35 p. 5 Aldus gewezen en ondertekend door de elfde kamer van het Arbeidshof te Brussel, samengesteld uit: Lieven LENAERTS, bijgestaan door : Kamervoorzitter, griffier. Lieven LENAERTS. en uitgesproken op de openbare terechtzitting van maandag 2 november 2015: Lieven LENAERTS bijgestaan door Kamervoorzitter, griffier. Lieven LENAERTS.