ESF-monitor deelnemerskenmerken 2009

Vergelijkbare documenten
ESF monitor deelnemerskenmerken 2008

Uitstroom uit de WW binnen twee jaar na instroom

ESF monitor deelnemerskenmerken 0k

Arbeidsparticipatie icipatie Almere 2006

Jongeren met een tijdelijk contract in 2009 en 2010

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

werkwillendheid eid van ouderen (50-64 jaar) in 2007

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

Uitstroom uit het mbo schooljaar 2006/ 07

Aan het werk met re-integratieondersteuning

Voorpublicatie Diversiteit in cijfers 2005

Nulmeting 60%-doelstelling Uitstroom naar ar werk (voorlopige cijfers)06

Vluchtelingen in Nederland Stromen op de arbeidsmarkt Linda Muller, Jeroen van den Tillaart en Caroline van Weert

SRG-uitstroom Conclusie

Voortijdig schoolverlaten 0c het voortgezet et onderwijs in

Tweemeting Uitstroomdoelstelling re-integratieondersteuning Voorlopige cijfers 2006 en eerste halfjaar 2007

Aan het werk met re-integratieondersteuning

Locatie van banen, opleiding van niet werkend werkzoekenden, in- en uitstroom van uitkeringen

Aan het werk met re-integratieondersteuning

Aan het werk met of zonder re-integratieondersteuning

Wie wordt bereikt via het Europees Sociaal Fonds?

De arbeidsmarkt- en inkomenspositie van moeders met jonge kinderen in Karin Hagoort, Maaike Hersevoort en Mariëtte Goedhuys

re-integratieondersteuning

Aan het werk met re-integratieondersteuning

Toelichting bij _Arbeidsmarktaanbod_studierichting_onderwijssoort_regio.csv

Instromers in de WW in 2007 en hun arbeidsverleden

Aan het werk met re-integratie ondersteuning

Kinderopvang per wijk in Den Bosch, Nicol Sluiter en Anouk de Rijk

Migratieachtergrond van werkzoekenden naar regio, beroep en opleidingsniveau, 2017 pilot Barometer culturele diversiteit

Arbeidsparticipatie 20 tot en met 64-jarigen

Geen stagnatie in participatie

Arbeidsparticipatie van jarigen

Wie wordt bereikt via het Europees Sociaal Fonds? Kenmerken van deelnemers

Aan het werk met re-integratie ondersteuning

Voortijdig schoolverlaters 0c van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort

Aan het werk met re-integratieondersteuning

Jaarcijfers Sluitende aanpak 2008

Eenmeting uitstroomdoelstelling re-integratieondersteuning

Werkt begeleiding naar werk?

Aan het werk met of zonder reintegratieondersteuning.

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Aan het werk met re-integratie ondersteuning

Eindrapport Sluitende aanpak 2006 (gemeentedomein) Uitstroom en begeleiding naar werk van bijstandsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigden

Ouderen zonder baan, één jaar later

Geheel of gedeeltelijk eltelijk uit de uitkering naar werk

Banen en zelfstandigen

Met re-integratieondersteuning op weg naar werk

Participatiepotentieel aandachtswijken 2006 Maatwerktabellen Raad voor Werk en Inkomen Centrum voor Beleidsstatistiek

BUS-H Samenloop werk en bijstand

Redenen van in- en uitstroom WWB

Jongeren buiten beeld 2013

Met begeleiding naar werk

Onderzoek Sluitende aanpak 2006

Met re-integratieondersteuning 0g op weg naar werk

Wie worden bereikt via het Europees Sociaal Fonds?

Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar bedrijfstak en uurloon, 2017 pilot Barometer culturele diversiteit

Uitstroom naar Werk. Centrum voor Beleidsstatistiek Dennis Lanjouw, Frank van der Linden, May Hua Oei, Mathilda Copinga

Statistisch Bulletin. Jaargang

Verhuizingen 0n n van personen tussen Twentse gemeenten, 2007

Werkloosheid Redenen om niet actief te

van de COROP-gebieden Achterhoek en Arnhem/Nijmegen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Sterke stijging werkloosheid

Samenloop van zorg en inkomen 2009

aanpak 2007: instroom in het eerste halfjaar aar ar van 2006

Persbericht. Niet-westerse allochtonen tweemaal zo vaak een uitkering. Centraal Bureau voor de Statistiek

binnen Rotterdam

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners

OSB Statistisch Onderzoek voor brancheverenigingen OSB - Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

Titel Belemmerd bij het verkrijgen van werk

Eerste uitkomsten sluitende aanpak 2006: instroom in de eerste helft van 2005 (gemeentedomein) Herziene versie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Aan het werk met re-integratieondersteuning

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013

27 september Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

Eindrapport Sluitende aanpak 2005 (gemeentedomein)

Voorlopige uitkomsten Sluitende Aanpak 2003

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

September Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in augustus

Verschillen in cijfers over huisartscontacten. en de statistiek tiek Geregistreerde contacten met de huisarts

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005

Dynamiek in de WW. Uitkomsten en toelichting. Centrum voor Beleidsstatistiek. Mathilda Coppinga Marleen Geerdinck Linda Muller Alderina Dill

Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar beroep en regio, pilot Barometer culturele diversiteit

23 december Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

Factsheet Jongeren buiten beeld 2013

Vanuit de uitkering naar werk

25 maart Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2012

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Opnieuw meer werklozen

02 mei Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

November 2012 WW-uitkeringen bijna verdubbeld sinds begin crisis eind 2008 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) met ruim 30.

Labour Market Policy database

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid verder opgelopen

Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar bedrijfstak en regio, december 2016 pilot Barometer culturele diversiteit

Oktober 2012 WW-uitkeringen vooral toegenomen in seizoensgevoelige sectoren Meer dan een half miljoen niet-werkende werkzoekenden (NWW)

Augustus 2012 Aantal WW-uitkeringen boven de Bijna werkzoekenden (NWW) meer dan in juli

Transcriptie:

ESF-monitor deelnemerskenmerken 2009 Kenmerken van deelnemers aan ESF-projecten (voorlopige uitkomsten) 109 Linda Muller, Alderina Dill, Marleen Geerdinck, Harold Kroeze en Esther Vieveen Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Beleidsstatistiek

Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met 0 (0,0) = het getal is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid niets (blank) = een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen 2008 2009 = 2008 tot en met 2009 2008/2009 = het gemiddelde over de jaren 2008 tot en met 2009 2008/ 09 = oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2008 en eindigend in 2009 2006/ 07 2008/ 09 = oogstjaar, boekjaar enz., 2006/ 07 tot en met 2008/ 09 In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen. Colofon Uitgever Centraal Bureau voor de Statistiek Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Prepress Centraal Bureau voor de Statistiek Grafi media Omslag TelDesign, Rotterdam Inlichtingen Tel. (088) 570 70 70 Fax (070) 337 59 94 Via contactformulier: www.cbs.nl/infoservice Bestellingen E mail: verkoop@cbs.nl Fax (045) 570 62 68 Internet www.cbs.nl ISSN: 1877 3028 Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen, 2010. Verveelvoudiging is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld. 60185201012 X 42

Inhoud Samenvatting 4 1. Inleiding 5 1.1 Aanleiding en doel van het onderzoek 5 1.2 Opzet van het onderzoek 5 1.3 Indeling van het rapport 5 1.4 Inhoud van de tabellenset 5 2. Resultaten 7 2.1 Inleiding 7 2.2 Uitkomsten 8 3. Beschrijving van het onderzoek 13 3.1 Populatie 13 3.2 Onderzoeksmethode 13 3.3 Bronnen 14 3.4 Operationalisaties 15 3.5 Kwaliteit van de uitkomsten 17 3.6 Verschillen met de ESF-monitor deelnemerskenmerken 2008 17 4. Begrippen en afkortingen 18 4.1 Begrippen 18 4.2 Afkortingen 20 Tabellenset 21 Centrum voor Beleidsstatistiek 37 3

Samenvatting De Europese Commissie (EC) stelt via het Europees Sociaal Fonds (ESF) gelden beschikbaar om personen te helpen hun vaardigheden, en daarmee hun vooruitzichten op werk, te verbeteren. In Nederland is het Agentschap Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Agentschap SZW) verantwoordelijk voor de uitvoering van de subsidieregeling. In dat kader heeft het Agentschap SZW verzocht om gegevens samen te stellen over kenmerken van deelnemers aan projecten in 2009. Het gaat om kenmerken als leeftijd, geslacht, arbeidsmarktpositie, opleidingsniveau, herkomstgroepering, herkomstgeneratie en het hebben van een arbeidsongeschiktheidsuitkering. In 2009 hebben ruim 221 duizend personen deelgenomen aan circa 780 projecten die ESF-subsidie hebben aangevraagd. 4

1. Inleiding 1.1 Aanleiding en doel van het onderzoek Eén van de speerpunten van Europa is werk en meer mogelijk maken voor iedereen. De Europese Commissie (EC) stelt via het Europees Sociaal Fonds (ESF) gelden beschikbaar om personen te helpen hun vaardigheden, en daarmee hun vooruitzichten op werk, te verbeteren. Het ESF is een belangrijk fi nancieringsmiddel voor het scheppen van nieuwe en betere banen en het ontwikkelen van vaardigheden van de beroepsbevolking. De ESF-subsidie wordt ingezet om mensen te helpen die lastig zelfstandig een baan kunnen vinden en om werknemers scholing te laten volgen. Werknemers kunnen zich makkelijker aanpassen aan veranderingen op de arbeidsmarkt en zo hun arbeidsmarktpositie verbeteren. Om projecten in Nederland te fi nancieren is er voor de jaren 2007 2013 een budget van ongeveer 830 miljoen euro aan subsidie beschikbaar. In overleg met de lidstaten zijn zevenjarige programma s opgesteld, die vervolgens geïmplementeerd zijn via een groot aantal private en publieke organisaties. In Nederland is het Agentschap Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Agentschap SZW) als Managementautoriteit verantwoordelijk voor de uitvoering van de subsidieregeling 2007 2013. Dit betekent dat het Agentschap SZW verantwoordelijk is voor de beoordeling van subsidieaanvragen, het afgeven van beschikkingen, de controle van projecten en de uitbetaling van het subsidiebedrag. Daarnaast is het Agentschap SZW verantwoordelijk voor evaluatie en advies en het verstrekken van informatie richting de Europese Commissie en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). In dat kader heeft het Agentschap SZW het Centrum voor Beleidsstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS- CvB) verzocht om gegevens samen te stellen over kenmerken van deelnemers aan projecten in 2009. Het gaat om kenmerken als leeftijd, geslacht, arbeidsmarktpositie, opleidingsniveau, herkomstgroepering, herkomstgeneratie en het hebben van een arbeidsongeschiktheidsuitkering. De afgelopen jaren heeft het CBS-CvB vergelijkbare onderzoeken uitgevoerd over kenmerken van deelnemers aan projecten in 2007 en 2008. In dit rapport worden voorlopige uitkomsten gepubliceerd. Defi nitieve uitkomsten zullen worden berekend wanneer alle bronnen defi nitief beschikbaar zijn. 1.2 Opzet van het onderzoek De doelpopulatie van het onderzoek bestaat uit deelnemers aan ESF-projecten in 2009. De betreffende projecten zijn gestart in 2008 of 2009. Kenmerken over deze deelnemers komen uit andere bronnen die binnen het CBS beschikbaar zijn en worden gekoppeld aan de deelnemers. Het gaat om leeftijd, geslacht, herkomstgroepering, herkomstgeneratie, informatie over de arbeidsmarktpositie en het opleidingsniveau. 1.3 Indeling van het rapport In hoofdstuk 2 worden de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek beschreven. In hoofdstuk 3 staat een beschrijving van de methode van onderzoek. De gebruikte begrippen worden toegelicht in hoofdstuk 4, evenals de afkortingen. Aan het eind van het rapport is de volledige tabellenset opgenomen. 1.4 Inhoud van de tabellenset De tabellenset bestaat uit tien tabellen. Tabellen 1, 1a, 1b, 1c, 2, 3 en 4 geven een overzicht van de ESF-deelnemers in de ver- 5

6 schillende acties en subacties, naar achtergrondkenmerken over 2009. In hoofdstuk 2 wordt uitgelegd wat de acties en subacties inhouden. Tabel 5 geeft een overzicht van de ESF-deelnemers in de verschillende acties en subacties naar landsdeel in 2009. Tabel 6 richt zich specifi ek op de ESF-deelnemers in actie D en geeft de economische activiteit per landsdeel weer in 2009. Tabellen 7 tot en met 16 bevatten cijfers over de instroom, doorstroom en uitstroom van ESF-deelnemers in 2007, 2008 en 2009 per actie naar achtergrondkenmerken.

2. Resultaten 2.1 Inleiding De ESF-subsidie kent drie inhoudelijke prioriteiten. De eerste prioriteit is het vergroten van het arbeidsaanbod. Hiervoor is in Nederland actie A geformuleerd. De tweede prioriteit is gericht op het bevorderen van insluiting op de arbeidsmarkt van kansarmen. De acties B en C zijn daarvoor opgezet. De derde prioriteit is gericht op het vergroten van het aanpassingsvermogen en het investeren in menselijk kapitaal, waarvoor de acties D en E zijn opgezet. In het onderstaande overzicht is per actie een toelichting gegeven. Actie A: de additionele toerusting en bemiddeling van groepen met een achterstand op of tot de arbeidsmarkt. Doelstelling: het begeleiden van werklozen naar de arbeidsmarkt. Binnen deze actie zijn drie doelgroepen benoemd: niet-uitkeringsgerechtigden, 55+-ers die een uitkering ontvingen in het kader van de Wet Werk en Bijstand (WWB) en gedeeltelijk arbeidsgeschikten in de WWB. In 2009 waren er ruim 16 duizend deelnemers aan ESF-projecten in actie A. Actie B: re-integratie van gedetineerden, TBS-gestelden en jongeren in jeugdinrichtingen. Doelstelling: voorbereiden van gedetineerden op een functie op de reguliere arbeidsmarkt na afloop van hun detentie, dan wel een startkwalifi catie te doen verwerven. In 2009 waren er ruim 5 duizend deelnemers aan ESF-projecten in actie B. Actie C: Praktijkonderwijs (pro) 1 en Voortgezet speciaal onderwijs (vso). Doelstelling: het voorbereiden van leerlingen van pro- en vsoscholen op een functie op de reguliere arbeidsmarkt of toe te geleiden naar een vervolgopleiding op MBO-1 niveau of naar het Beroepsbegeleidend onderwijs. In 2009 waren er bijna 28 duizend deelnemers aan ESF-projecten in actie C. Actie D: het verbeteren van de arbeidsmarktpositie van werkenden. Doelstelling: het vergroten van de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt van laaggekwalifi - ceerde werkenden. In 2009 waren er bijna 172 duizend deelnemers aan ESF-projecten in actie D. Actie E: sociale innovatie. Doelstelling: het verhogen van de arbeidsproductiviteit door het innoveren van werkwijzen, werkprocessen en arbeidsverhoudingen en het maximaal benutten van competenties gericht op het verbeteren van de bedrijfsprestaties en ontplooiing van het talent. De concrete uitwerking van deze actie dient nog te worden opgenomen in de Subsidieregeling ESF 2007 2013. Deze actie wordt verder niet meegenomen in het onderzoek omdat het hier niet over individuele deelnemerskenmerken gaat. In dit onderzoek gaat het om lopende projecten in 2009. Dat betekent dat een project actief is in 2009. Het project kan voor 2009 starten en kan eindigen in 2009 of later. Personen kunnen aan meer dan één project deelnemen. In dit onderzoek zijn alleen de eerst gestarte projecten van deelnemers binnen een actie of subactie geselecteerd. Een persoon kan alleen meerdere keren in de onderzoekspopulatie voorkomen als de deelnemer in verschillende acties voorkomt. In 2009 komt dit 550 keer voor. De kenmerken van een persoon worden bepaald op de startdatum van een project. Een persoon die is gestart met een eerste project in 2008 in actie A (waarvan einddatum in 2009 ligt) en daarna een tweede project is gestart in 2009 in actie D komt twee maal voor in de tabellen. Omdat de kenmerken van deze persoon op startdatum van een project worden vastgesteld, kan het bijvoorbeeld zijn dat deze persoon bij de start van het eerste project geen baan had en bij de start van het tweede project wel een baan had. In de tabellen komt deze persoon dan zowel als werkend als niet-werkend voor. In de volgende paragraaf worden de belangrijkste resultaten per actie gepresenteerd. Zie paragraaf 4.1 voor een toelichting op de gebruikte begrippen. 7

2.2 Uitkomsten In 2009 hebben ruim 221 duizend personen deelgenomen aan circa 780 projecten die ESF-subsidie hebben aangevraagd. De ESF-projecten zijn onder te verdelen in actie A (64 projecten), actie B (1 project), actie C (419 projecten) en actie D (297 projecten). Staat 1 ESF-deelnemers naar actie en geslacht, 2009 Totaal Mannen Vrouwen x 1 000 % Totaal 221 71 29 Actie A 16 46 54 w.v. subactie a 4 43 57 subactie b 3 52 48 subactie c 9 45 55 Actie B 5 83 17 Actie C 28 64 36 Actie D 172 74 26 Ruim tweederde van alle deelnemers is man (staat 1). Actie A is de enige actie waaraan meer vrouwen dan mannen deelnemen, 54 procent van de 16 duizend deelnemers is vrouw. Actie D heeft het hoogste aantal deelnemers. Actie A. Additionele toerusting en bemiddeling van groepen met een achterstand op of tot de arbeidsmarkt Actie A telt bijna 16 duizend deelnemers. Ruim één op de vier deelnemers is tussen de 55 en 64 jaar oud. Meer dan de helft van de deelnemers is niet-westers allochtoon. Dit is veel hoger dan het percentage niet-westerse allochtonen over alle acties, dat is namelijk 14 procent. Van de volwassenen (25 64 jaar) in actie A is 80 procent van de deelnemers niet werkzaam. Bijna alle niet-werkzame personen zijn uitkeringsgerechtigd (fi guur 1). De meerderheid (85 procent) van de niet-werkzame volwassenen is langer dan een jaar uitkeringsgerechtigd. 8

Binnen actie A zijn de deelnemers naar subactie of specifi eke doelgroep in te delen: nietuitkeringsgerechtigden (subactie a), 55+-ers in de Wet werk en bijstand (WWB) (subactie b) en gedeeltelijk arbeidsgeschikten in de WWB (subactie c). In 2009 volgde meer dan de helft van de deelnemers in actie A een project in subactie c (55 procent). In 2008 was dit nog maar 40 procent. De groep deelnemers in subactie c is fors toegenomen in 2009. Deze groep is echter niet zo groot als in 2007 (zie fi guur 2). Actie B. Re-integratie van gedetineerden, TBS-gestelden en jongeren in jeugdinrichtingen In 2009 waren er ruim 5 duizend deelnemers in deze actie. Van de deelnemers in actie B is bijna twee van de drie deelnemers jonger dan 25 jaar. 83 procent van de deelnemers is man, dus veel jonge mannen. Er zijn relatief meer nietwesterse allochtonen die in actie B deelnemen in vergelijking met de overige acties. In actie B is 40 procent niet-westers allochtoon, voor alle acties is dat 14 procent. Bijna 90 procent heeft een laag opleidingsniveau. Een klein deel (ruim 2 procent) is arbeidsongeschikt. 9

Actie C. Praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs Aan actie C hebben bijna 28 duizend personen deelgenomen. Ruim 80 procent van de deelnemers is tussen de 15 en 24 jaar oud. Bijna tweederde is man. Een klein deel (7 procent) is arbeidsongeschikt. Van de jongeren (15 24 jaar) in actie C is ruim 25 procent werkzaam. Binnen actie C worden ook nazorgprojecten gefinancierd die deze jongeren helpen bij de overstap naar de arbeidsmarkt. Daarbij is vaak al sprake van een dienstverband. Ook kan het voorkomen dat er bij deze groep sprake is van een bijbaan na schooltijd. Driekwart van de jongeren is inactief (figuur 3). Actie D. Het verbeteren van de arbeidsmarktpositie van werkenden Actie D heeft bijna 172 duizend deelnemers. Ruim een kwart van de deelnemers is vrouw. Sinds 2007 neemt het aandeel vrouwelijke deelnemers in actie D af. In 2007 was bijna de helft van de deelnemers vrouw, in 2008 was dit nog 33 procent. Minder dan 10 procent van de deelnemers in actie D is niet-westers allochtoon, over alle acties heen ligt het percentage niet-westerse allochtonen op 14 procent. Er nemen dus relatief weinig niet-westers allochtonen deel aan actie D. Bijna 2 procent van de deelnemers in actie D heeft een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Van de jongeren (15 24 jaar) in actie D is 93 procent werkzaam, voor de volwassenen (25 64 jaar) ligt dit percentage op 98 procent. Een klein deel van de jongeren en de volwassenen is niet-werkzaam. Ruim 6 procent van de jongeren is inactief. Van deze inactieve jongeren is bijna driekwart onderwijsvolgend. Van de volwassenen is bijna 2 procent inactief. Deze deelnemers zijn voor het grootste gedeelte niet-onderwijsvolgend (93 procent). Economische activiteit naar geslacht in actie D De grootste bedrijfstak is openbaar bestuur, hierin werkt bijna 24 procent van de deelnemers. Bijna 55 procent van de deelnemers is te verdelen over vier bedrijfstakken: nietnader genoemde be- en verwerkende industrie (10 procent), bouwnijverheid (10 procent), groothandel en detailhandel (10 procent en openbaar bestuur (24 procent). Van de deelnemers in de bouwnijverheid zijn bijna alle deelnemers man (staat 2). In de gezondheidszorg zijn meer vrouwen werkzaam, 76 procent is vrouw. Staat 2 ESF-deelnemers in Actie D naar economische activiteit en geslacht, 2009 Totaal Mannen Vrouwen % Totaal 171 863 74 26 01 Landbouw, jacht en bosbouw 548 66 34 02 Visserij 0 0 0 03 Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken 4 126 85 15 04 Vervaardiging van textiel en textielproducten 1 821 32 68 05 Vervaardiging van transportmiddelen 11 569 96 4 06 Niet nader genoemde be- en verwerkende industrie 17 699 91 9 07 Winning van energiehoudende delfstoffen 0 0 0 08 Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en warm water 5 242 89 11 09 Winning, zuivering en distributie van water 233 78 22 10 Post en telecommunicatie 8 500 68 32 11 Vervoer 14 148 81 19 12 Bouwnijverheid 16 632 99 1 13 Groothandel en detailhandel 17 179 72 28 14 Hotels en restaurants 3 420 47 53 15 Financiële instellingen 1 914 48 52 16 Onroerend goed, verhuur en zakelijke dienstverlening 3 526 55 45 17 Openbaar bestuur 2 042 87 13 18 Onderwijs 0 0 0 19 Gezondheidszorg 18 584 24 76 20 Gemeenschapsvoorzieningen en sociaal-culturele en persoonlijke diensten 42 997 76 24 21 Activiteiten in verband met het milieu 0 0 0 22 Andere niet nader genoemde diensten 1 683 40 60 10

Verdeling van de deelnemers naar landsdeel Het grootste deel van de ESF-deelnemers is afkomstig uit het westelijk deel van Nederland (46 procent) (fi guur 4). Voor alle acties geldt dat het hoogste aandeel van ESF-deelnemers in landsdeel West te vinden is. Deelnemers in actie A komen meer voor in landsdeel West, deelnemers in actie B in landsdeel Noord, deelnemers in actie C komen vaker voor in het oostelijk deel en deelnemers in actie D komen vaker voor in landsdeel Zuid (fi guur 5)., uitstroom en doorstroom Als de resultaten van dit onderzoek vergeleken worden met de resultaten voor de deelnemers uit 2008 en 2007, dan is een opvallend verschil de samenstelling van de deelnemers naar geslacht. In 2007 was 54 procent van de deelnemers man, in 2008 was dit 65 procent. In 2009 is dit percentage gestegen naar 71 procent. Het aantal vrouwen dat in 2008 en 2009 instroomde is iets gestegen. In 2009 is 29 procent van de ESF-deelnemers die instroomt een vrouw (fi guur 6). 11

Het aantal ESF-deelnemers dat doorstroomt in ESF-projecten is bij 15 24 jarigen hoger dan bij de 25 54 jarigen. In de leeftijdscategorie 25 54 jarigen zijn er weinig ESF-deelnemers die blijven deelnemen in een ESF-project in dezelfde actie. De instroom neemt in 2008 en 2009 voor bijna alle leeftijdscategorieën toe. De grootste toename is te zien bij de 25 54 jarigen. In 2009 zijn er, ten opzichte van 2007, ruim vier keer zoveel niet-werkzame ESF-deelnemers ingestroomd. De instroom in dezelfde periode voor werkzame ESF-deelnemers ligt ruim twee keer zo hoog. In 2008 stromen er veel inactieve ESF-deelnemers uit, bijna drie keer zoveel in vergelijking met de uitstroom in 2007. De doorstroom van ESF-deelnemers neemt in 2009 toe ten opzichte van 2008. Niet-westerse allochtonen lijken wat betreft in-, door- en uitstroom op autochtonen en westerse allochtonen. Het enige verschil is dat er veel minder niet-westerse allochtone ESF-deelnemers zijn. Bijna negen van de tien ESF-deelnemers die instroomden in 2009 zijn autochtoon of westers allochtoon. Ruim acht op de tien ESF-deelnemers is niet-westers allochtoon. Deze verhouding geldt ook voor ESF-deelnemers die doorstromen of uitstromen (zie figuur 7). 12

3. Beschrijving van het onderzoek 3.1 Populatie De onderzoekspopulatie bestaat uit personen die in 2009 hebben deelgenomen aan projecten die ESF-subsidies hebben aangevraagd. Het startmoment van een project kan liggen in 2008 of in 2009. In totaal gaat het om ruim 221 duizend deelnemers aan ESF-projecten. 3.2 Onderzoeksmethode Bereik Ter controle van de besteding van ESF-subsidies heeft de Europese Commissie (EC) specifieke richtlijnen opgesteld voor de rapportage over kenmerken van de ESF-deelnemers. In opdracht van het Agentschap SZW stelt het CBS-CvB tabellen samen met kenmerken van deelnemers volgens deze richtlijnen. Deelnemers nemen deel aan ESF-projecten die in verschillende acties en subacties zijn ingedeeld. Het CBS-CvB publiceert per actie en subactie over de kenmerken van deelnemers. De uitkomsten zijn niet herleidbaar naar aanwijsbare individuen. De ESF-monitor deelnemerskenmerken levert geen gegevens op waarmee het Agentschap SZW individuele projecten kan controleren. Onderzoeksbestand Voor het vaststellen van de deelnemerskenmerken is gebruik gemaakt van een door het Agentschap SZW aangeleverd bestand. Het CBS-CvB heeft daar kenmerken aan toegevoegd, afgeleid uit verschillende bronnen. Het peilmoment is daarbij vastgesteld op de aanvangsdatum van het ESF-project. In een aantal gevallen was het niet mogelijk om een koppeling tot stand te brengen. Het gaat om ESF-deelnemers waarvan ofwel het burgerservicenummer niet correct geregistreerd is of waarvan het burgerservicenummer niet in de Gemeentelijke Basisadministratie terug gevonden is. Kenmerken Van de deelnemers aan de ESF-projecten worden de kenmerken leeftijdsgroep, arbeidsmarktpositie, opleidingsniveau, herkomstgroepering en -generatie en het al dan niet hebben van een arbeidsongeschiktheidsuitkering (AO-uitkering) uitgesplitst naar geslacht. Herkomstgroepering en -generatie en het al dan niet hebben van een AO-uitkering zijn opgenomen als uitwerking van de vraag van de EC naar kwetsbare groepen. Stromen Daarnaast wil de EC ook inzicht in de cumulatieve totalen gedurende de periode 2007 2013. Om aan die vraag tegemoet te komen zullen gegevens over deelnemersstromen van jaar op jaar worden opgenomen in de rapportage. In de ESF-monitor deelnemerskenmerken 2008 is voor het eerst een overzicht van de doorstroom en uitstroom van deelnemers opgenomen aan de hand van een vergelijking per project in 2007 en 2008. In dit onderzoek zal bepaald worden wie in 2008 het traject heeft beëindigd, en wie is doorgestroomd naar 2009. De stroomgegevens worden dit jaar ook uitgesplitst naar achtergrondkenmerken. In de ESF-monitor 2008 was deze uitsplitsing niet opgenomen in de tabel met stroomgegevens. Ook worden voorlopige deelnemerskenmerken 2009 naar landsdeel weergegeven. (Nuts- I: Noord, Oost, Zuid, West, op basis van woonplaats van de deelnemer bij de start van het project) en naar economische activiteit. 13

3.3 Bronnen Nu volgt een korte beschrijving van de in dit onderzoek gebruikte bronnen. Bronbestand Agentschap SZW Het door het Agentschap SZW aangeleverde bronbestand bevat de unieke identificatie van een project met de bijbehorende start- en einddatum van het project en de burgerservicenummers van alle deelnemers aan het project. Voor de projecten in Actie B die starten of lopen in 2009 zijn er gegevens opgenomen met betrekking tot het hoogst behaalde opleidingsniveau. Voor de overige projecten geldt dat het CBS-CvB het hoogst behaalde opleidingsniveau berekent op grond van de bij het CBS beschikbare bestanden. Daarnaast zijn voor de projecten in Actie D per project gegevens over de economische activiteit opgenomen. Aan alle bestanden die het CBS gebruikt is een niet-identificeerbaar nummer, het zogenaamde RIN-nummer, toegevoegd dat dient ter vervanging van het identifi ceerbare burgerservicenummer (BSN). Met behulp van het RIN-nummer kunnen verschillende bestanden op persoonsniveau aan elkaar gekoppeld worden. Het bronbestand is op basis van de koppeling van bestanden op het RIN-nummer verrijkt met gegevens afkomstig uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA), de polisadministratie, het Sociaal Statistisch Bestand (SSB) zelfstandigen, uitkeringen, CWI-inschrijvingen, onderwijsregistraties en het opleidingsniveau-bestand. Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) De GBA is een geautomatiseerd persoonsregistratiesysteem van de gemeenten en in werking sinds 1 oktober 1994. In principe staan alle inwoners van een gemeente in de basisadministratie ingeschreven. Gegevens als geboortedatum, geslacht, geboorteland en woonplaats worden in de GBA geregistreerd. Het GBA wordt in dit project gebruikt om het bronbestand met ESF-deelnemers te verrijken met geboortejaar en maand, geslacht, herkomstgroepering en generatie en woonplaats. Polisadministratie (Baangegevens ontleend aan de loonaangifte) De loonaangifte bevat gegevens over inkomstenverhoudingen (uit de loonadministratie) van werkgevers en andere inhoudingsplichtigen. De Belastingdienst (BD) ontvangt de loonaangifte. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) maakt daar de polisadministratie van. De polisadministratie wordt gebruikt om vast te stellen of een ESFdeelnemer een baan heeft op de startdatum van het project. Gegevens over de polisadministratie zijn beschikbaar tot en met september 2009. Sociaal Statistisch Bestand (SSB) Het SSB is anders dan de naam doet vermoeden niet één bestand. Het is een stelsel van koppelbare registers en enquêtes. Per jaargang worden meer dan 50 registers gebruikt. Daarnaast is ook informatie opgenomen uit enkele enquêtes. Met gegevens uit het SSB worden over verschillende onderwerpen statistieken gemaakt en wordt sociaalwetenschappelijk onderzoek uitgevoerd. Voor dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van SSB-informatie over uitkeringen, cwi-inschrijvingen, opleidingen en zelfstandigen. Uitkeringen Voor het onderzoek zijn gegevens ontleend aan het SSB met betrekking tot bijstandsuitkeringen, WW-uitkeringen en AO-uitkeringen. Gegevens waren beschikbaar tot en met juni 2009. 14

CWI-inschrijvingen Gegevens over CWI-inschrijvingen zijn ook bekend tot en met juni 2009. Zelfstandigen Het SSB-zelfstandigenbestand wordt gebruikt om vast te stellen of de deelnemer een aangifte heeft gedaan als zelfstandige. Het SSB-zelfstandigenbestand is een door het CBS zelf samengesteld bestand gebaseerd op gegevens van de Belastingdienst. Deze gegevens zijn pas geruime tijd na het betreffende jaar beschikbaar. Begin 2010 hebben de meest recente gegevens betrekking op het jaar 2007. Onderwijsregistraties In het SSB zijn onderwijsgegevens opgenomen over scholieren/studenten, inclusief buitenlandse scholieren/studenten die in de onderwijsjaren 2007/2008 en 2008/2009 voorkomen in de onderliggende registers. De onderliggende onderwijsregistraties betreffen het hoger onderwijs (HBO en WO), middelbaar beroepsonderwijs, voortgezet onderwijs en voortgezet algemeen volwassenenonderwijs. Als de startdatum van een project voor september 2008 ligt en het project koppelt met de studiejaren 2007 2008 en 2008 2009 dan is de deelnemer onderwijsvolgend. Ligt de startdatum van een project na september 2008 en de deelnemer wordt gevonden in het schooljaar 2008 2009 dan is de deelnemer ook onderwijsvolgend, in andere gevallen niet. Door het ontbreken van registraties van het Voortgezet speciaal onderwijs (vso) en het Praktijkonderwijs (pro) wordt het aantal onderwijsvolgenden binnen de ESF-deelnemers niet volledig waargenomen. Dit heeft alleen gevolgen voor actie C. De verwachting is dat het CBS vanaf schooljaar 2010 2011 wel over deze registratie kan beschikken. Opleidingsniveau-bestand Het opleidingsniveau-bestand bevat gegevens over het opleidingsniveau van personen. Deze gegevens komen voor een deel uit onderwijsregistraties en voor een deel uit de Enquête Beroepsbevolking (EBB). De onderwijsregistraties bevatten informatie over alle leerlingen in het bekostigde onderwijs. De IB-Groep beheert de gegevens en geeft de gegevens elk schooljaar door aan onder andere het CBS. De onderwijsregistraties zijn deels nog in ontwikkeling. De EBB is een doorlopende enquête onder personen van 15 jaar en ouder die in Nederland wonen met uitzondering van personen in inrichtingen, instellingen en tehuizen (institutionele bevolking). De EBB heeft jaarlijks ongeveer 120 000 respondenten wat overeenkomt met een steekproeffractie van 0,8 procent. Het opleidingsniveau-bestand wordt gebruikt voor het vaststellen van het hoogst behaalde opleidingsniveau. Het deel van de respondenten dat uit de EBB afkomstig is, moet worden opgehoogd naar het totaal van de populatie in actie D. Hiervoor wordt een weegschema gebruikt op basis van verdeling naar geslacht. 3.4 Operationalisaties Het vaststellen van de begrippen arbeidsmarktpositie en opleidingsniveau van ESF-deelnemers verschilt per actie. Hieronder volgt een korte beschrijving van deze verschillen. Deze paragraaf beschrijft ook het samenstellen van de stroomgegevens (in-, door- en uitstroom). De gebruikte begrippen worden uitgelegd in paragraaf 4.1. Arbeidsmarktpositie Het komt voor dat ESF-deelnemers bij de start van het ESF-project gelijktijdig een dienstverband hebben en een uitkering ontvangen, ingeschreven staan bij het CWI of naar school gaan. ESF-deelnemers komen dan gelijktijdig in verschillende registraties voor. Dit 15

is een samenloop van verschillende arbeidsmarktposities. Een dergelijke samenloop ontstaat bijvoorbeeld wanneer een student naast zijn opleiding een bijbaan heeft, of een uitkeringsgerechtigde naast de uitkering een klein dienstverband heeft. In dit rapport worden deze personen met samenloop niet dubbel geteld, maar ingedeeld naar één arbeidsmarktpositie. Er is voor gekozen om bij samenloop van arbeidsmarktposities de prioriteit van de arbeidsmarktpositie zoveel mogelijk overeen te laten komen met de doelgroep van de actie. Bij actie A, die gericht is op toeleiding van werklozen naar de arbeidsmarkt, wordt prioriteit gegeven aan de arbeidsmarktpositie niet-werkzaam en daarbinnen aan uitkeringsgerechtigd. ESF-deelnemers die naast hun uitkering een dienstverband hebben, worden daardoor geteld onder de arbeidsmarktpositie niet-werkzaam. Bij actie B is de arbeidsmarktpositie bepaald op inactief. Het gaat bij deze actie om gedetineerden, TBS-gestelden en jongeren in inrichtingen. Bij de acties C en D is de arbeidsmarktpositie werkzaam leidend. Actie C is gericht op het voorbereiden van leerlingen van praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs op een functie op de reguliere arbeidsmarkt, op een vervolgopleiding op MBO-1 niveau of op het beroepsbegeleidend onderwijs. Hieronder vallen ook projecten van nazorg waarbij de overstap naar de arbeidsmarkt al gemaakt is. Omdat daarbij sprake is van een dienstverband is voor actie C de keuze gemaakt om prioriteit te geven aan de arbeidsmarktpositie werkzaam. Actie D is gericht op verbetering van de arbeidsmarktpositie van werkenden. Het ligt voor de hand om ook in dit geval te kiezen voor de arbeidsmarktpositie werkzaam. Opleidingsniveau Voor het vaststellen van het opleidingsniveau van ESF-deelnemers is per actie een verschillende werkwijze gekozen. Het opleidingsniveau van de ESF-deelnemers in actie A is bepaald op basis van het opleidingsniveau-bestand van het CBS. In dit bestand worden enquêtegegevens uit de EBB gecombineerd met informatie uit de onderwijsregistraties afkomstig van de IB-groep. De groep deelnemers in actie A bestaat bijna uit 14 duizend deelnemers. Deze groep is klein voor het gebruik van het opleidingsniveau-bestand. Daarom kunnen alleen over de totale populatie en slechts op het niveau van verhoudingen uitspraken worden gedaan. De cijfers zijn dan ook niet opgenomen in de tabellen. Het opleidingsniveau van de ESF-deelnemers in actie B is aangeleverd in het bronbestand Agentschap SZW. De groep van ESF-deelnemers in actie C is van beperkte omvang. De onderwijsregistraties voor deze doelgroep (praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs) zijn nog onvolledig en de doelgroep die voornamelijk uit jongeren van 15 tot en met 24 jaar bestaat, is in de EBB ondervertegenwoordigd. Hierdoor kunnen geen cijfers met voldoende betrouwbaarheid berekend worden. Het opleidingsniveau van de ESF-deelnemers in actie D is, net als voor actie A, bepaald op basis van het opleidingsniveau-bestand van het CBS. Het aantal deelnemers in actie D is groot genoeg om uitspraken te doen over het opleidingsniveau van de deelnemers in deze actie. Actie D bestaat uit ruim 150 duizend deelnemers. Landsdelen Op basis van de woonplaats van de ESF-deelnemer bij de start van het met ESF-subsidie opgestarte project, wordt de indeling naar landsdeel bepaald. Deze indeling is gebaseerd op de Nuts-I indeling. De Nuts indeling is een indeling die is vastgesteld door het Europees Parlement ten behoeve van het harmoniseren van statistische gegevens over de Europese Unie. De Nuts-I indeling verdeelt Nederland in vier landsdelen, namelijk Noord, Oost, West en Zuid. Landsdeel Noord bevat de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. Landsdeel Oost beslaat de provincies Overijssel, Gelderland en Flevoland. Landsdeel West beschrijft de provincies Utrecht, Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland. Tenslotte bevat landsdeel Zuid de provincies Noord-Brabant en Limburg. 16

3.5 Kwaliteit van de uitkomsten Voor het samenstellen van de voorlopige cijfers over 2009 is gebruik gemaakt van registraties en bestanden die in sommige gevallen gebaseerd zijn op voorlopige of niet volledige data. In die gevallen zijn bepaalde aannames gemaakt. Indien data ontbreken, betreft het vaak informatie over de periode na 1 juli 2009. De cijfers in deze publicatie zijn afgerond op tientallen. Als peilmoment voor het bepalen van de deelnemerskenmerken is steeds gekozen voor de aanvangsdatum van het project. Niet alle deelnemers stromen echter gelijk met het begin van het project in. In veel gevallen wordt een project opgestart, waarna gedurende (een deel van) het jaar deelnemers in het project aan de slag gaan. Omdat gegevens over de individuele startmomenten van deelnemers ontbreken, is gekozen voor de aanvangsdatum van het project als peilmoment. Voor een aantal kenmerken, vooral de meer veranderlijke kenmerken met betrekking tot de arbeidsmarktpositie en het al dan niet volgen van onderwijs, leidt dat tot ruis in de uitkomsten. ESF-deelnemers die bijvoorbeeld later instromen in een lopend project, bijvoorbeeld op het moment dat ze een dienstverband aangaan, worden daardoor toch als niet-werkzaam of inactief geregistreerd. 3.6 Verschillen met de ESF-monitor deelnemerskenmerken 2008 Op een paar punten is de onderzoeksmethode licht gewijzigd ten opzichte van de ESFmonitor deelnemerskenmerken 2008. Deze punten worden hier beschreven. Bij het meten van onderwijsvolgenden zijn nu ook deelnemers meegeteld aan het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo), voor zover bekostigd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. De wijze waarop wordt bepaald of een persoon een niet-werkende werkzoekende is, is licht gewijzigd. In eerdere onderzoeken in het kader van de ESF-monitor is de volgende operationalisering gebruikt: ingeschreven bij het CWI (UWV WERKbedrijf) als niet-werkend werkzoekende (NWW), en geen uitkering hebbend. Door wijzigingen in het bronbestand wordt nu in dit onderzoek uitgegaan van personen die zijn ingeschreven bij het CWI (niet-werkende én werkende werkzoekenden) die daarnaast geen uitkering of baan hebben. Net als bij de vorige onderzoeken zijn uitkeringsgegevens beschikbaar tot en met de maand juni van het verslagjaar. Bij actie C is er voor gekozen om de situatie met betrekking tot het al dan niet hebben van een arbeidsongeschiktheidsuitkering op peilmoment juni ook te laten gelden voor de rest van het jaar. De reden hiervoor is dat vrijwel alle deelnemers deelnemen aan projecten die starten in augustus, en vanwege de doelgroep van actie C (met name pro- en vsoscholen). 17

4. Begrippen en afkortingen 18 4.1 Begrippen Arbeidsmarktpositie De arbeidsmarktpositie van de ESF-deelnemers is weergegeven in drie hoofdcategorieën met daaronder enkele subcategorieën. De hoofdcategorieën zijn werkzaam, niet werkzaam en inactief. Onder werkzaam worden alle ESF-deelnemers gerekend van wie op de startdatum van het ESF-project een dienstverband in de Polisadministratie gevonden is (de werknemers) of die als zelfstandige in het SSB zelfstandigenbestand geregistreerd staan (de zelfstandigen). Deelnemers die naast een dienstverband ook een bijstands- of werkloosheidsuitkering ontvangen, komen in de arbeidsmarktpositie niet-werkzaam, uitkeringsgerechtigd terecht. Niet-werkzaam zijn alle ESF-deelnemers die op de startdatum van het ESF-project een bijstands- of werkloosheidsuitkering ontvangen (de uitkeringsgerechtigden) en/of als werkzoekende ingeschreven staan bij het CWI, en waarvoor geen dienstverband is vastgesteld in de Polisadministratie. Wie geen uitkering ontvangt, maar wel als werkzoekend geregistreerd staat bij het CWI wordt tot de niet-uitkeringsgerechtigd werkzoekenden gerekend. Voor deelnemers in actie A geldt dat zij ongeacht het voorkomen van een dienstverband onder de arbeidsmarktpositie uitkeringsgerechtigd zijn geschaard indien er een bijstands- en/of werkloosheidsuitkering is vastgesteld. De arbeidsmarktpositie inactief is aan iedere ESF-deelnemer toegekend waarvan geen dienstverband in de Polisadministratie gevonden is, die niet als zelfstandige in het SSB zelfstandigenbestand geregistreerd staat, die geen bijstands- of werkloosheidsuitkering ontvangt én niet is ingeschreven bij het CWI als werkzoekende. Van inactieve jongeren (15 24 jaar) en volwassenen (25 64 jaar) is aangegeven of zij onderwijsvolgend zijn op basis van de onderwijsregistraties. Allochtoon Persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren. Autochtoon Persoon van wie de beide ouders in Nederland zijn geboren. Doorstroom Het project waaraan de ESF-deelnemer deelneemt, blijft het jaar erna in dezelfde prioriteit en de deelnemer neemt ook in dat jaar deel aan het project. Economische activiteit De verzameling van werkzaamheden, gericht op de productie van goederen en diensten. Het gaat hierbij niet alleen om activiteiten van het bedrijfsleven, maar ook om activiteiten van niet op winst gerichte instellingen en de overheid. Generatie Zie Herkomstgroepering. Herkomstgroepering Voor de indeling van personen naar etnische achtergrond is de CBS-indeling naar herkomstgroepering gebruikt. De herkomstgroepering van een persoon wordt vastgesteld aan de hand van diens geboorteland en dat van zijn ouders. De volgende categorieën van herkomstgroepering worden onderscheiden: Autochtoon; Westerse allochtonen. Het land van herkomst is gelegen in Europa (met uitzondering van Nederland en Turkije), Noord-Amerika, Indonesië, Japan en Oceanië; Niet-westerse allochtonen. Het land van herkomst is Turkije of een land in Afrika, Azië (met uitzondering van Indonesië en Japan) of Latijns-Amerika. Voor allochtonen wordt bovendien onderscheid gemaakt naar generatie. Een allochtoon die zelf in het buitenland is geboren, behoort tot de eerstegeneratieallochtonen. Een allochtoon die zelf in Nederland is geboren, is tweedegeneratieallochtoon. Hoger onderwijs Hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs.

Inactief Zie Arbeidsmarktpositie. Een ESF-deelnemer neemt voor de eerste keer deel aan een actie in een prioriteit of het project waaraan de ESF-deelnemer deelneemt, wisselt van prioriteit. Middelbaar beroepsonderwijs Hiertoe behoren de beroepsopleidingen volgens de kwalificatiestructuur van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs, die door ROC s, AOC s en vakscholen worden aangeboden. Tevens behoren hiertoe vergelijkbare oudere opleidingen. Niet westerse allochtoon Allochtoon met als herkomstgroepering een van de landen in de werelddelen Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije. Niet werkend werkzoekend Een persoon is niet-werkend werkzoekend als hij of zij tussen de 15 en 64 jaar is, ingeschreven staat bij het CWI (niet-werkende én werkende werkzoekenden) en geen baan of uitkering heeft. Onderwijsvolgend Het volgen van bekostigd secundair of hoger onderwijs. Opleidingsniveau Het behaalde opleidingsniveau is het niveau van de hoogste met succes behaalde opleiding. Het opleidingsniveau wordt ingedeeld in drie categorieën: Lager opleidingsniveau: het primair onderwijs en het secundair onderwijs van de eerste fase. Onder de eerste fase van het secundair onderwijs vallen het vmbo en de onderbouw van havo en vwo (tot en met klas 3). Middelbaar opleidingsniveau: het secundair onderwijs van de tweede fase. Onder de tweede fase van het secundair onderwijs vallen mbo opleidingen en de bovenbouw van havo en vwo. Hoger opleidingsniveau: het tertiair onderwijs. Onder tertiair onderwijs vallen hbo- en wo-opleidingen. Personen met een AO-uitkering Personen met inkomsten uit een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Deze uitkeringen worden verstrekt op grond van de WAO, WIA, WAZ of Wajong. Personen met een WW-uitkering Personen met inkomsten uit een werkloosheidsuitkering. Deze uitkeringen worden verstrekt op grond van de WW. Secundair onderwijs Het voortgezet onderwijs en de beroepsopleidende en beroepsbegeleidende leerweg van het mbo en de daarmee vergelijkbare oudere onderwijsvormen. Uitkeringsgerechtigd Zie Arbeidsmarktpositie. Uitstroom Het project waaraan de ESF-deelnemer deelneemt, wisselt het jaar erna van prioriteit of er is geen project het jaar erna. Voortgezet onderwijs Het onderwijs zoals opgenomen in de Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO) behalve het praktijkonderwijs. Dit zijn het vmbo, havo en vwo. Werknemer Zie Arbeidsmarktpositie. Werkzaam Zie Arbeidsmarktpositie. Werkzoekend Zie Arbeidsmarktpositie. Westerse allochtoon Allochtoon met als herkomstgroepering een van de landen in de werelddelen Europa (exclusief Turkije), Noord-Amerika en Oceanië of Indonesië of Japan. Zelfstandige Een persoon met als (hoofd)baan het verrichten van arbeid voor eigen rekening of risico in een eigen bedrijf of praktijk, of in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid, of in een zelfstandig uitgeoefend beroep. 19

4.2 Afkortingen AO Arbeidsongeschiktheid CBS Centraal Bureau voor de Statistiek CBS-CvB Centrum voor Beleidsstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek CvB Centrum voor Beleidsstatistiek CWI Centrum voor Werk en Inkomen EBB Enquête Beroepsbevolking EC Europese Commissie ESF Europees Sociaal Fonds GBA Gemeentelijke Basisadministratie HO Hoger onderwijs IB-groep Informatie Beheergroep NWW Niet-werkend werkzoekend NUG Niet-Uitkeringsgerechtigd Pro Praktijkonderwijs SOI Standaard Onderwijsindeling SSB Sociaal Statistisch Bestand SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid UWV Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen UWV VAVO Voortgezet Algemeen Volwassenenonderwijs Vso Voortgezet speciaal onderwijs Wajong Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten WW Werkloosheidswet WWB Wet Werk en Bijstand. 20

Tabellenset

Tabellenoverzicht Tabel 1 ESF-deelnemers in actie A naar achtergrondkenmerken, 2009 Tabel 1a ESF-deelnemers in subactie a van actie A naar achtergrondkenmerken, 2009 Tabel 1b ESF-deelnemers in subactie b van actie A naar achtergrondkenmerken, 2009 Tabel 1c ESF-deelnemers in subactie c van actie A naar achtergrondkenmerken, 2009 Tabel 2 ESF-deelnemers in actie B naar achtergrondkenmerken, 2009 Tabel 3 ESF-deelnemers in actie C naar achtergrondkenmerken, 2009 Tabel 4 ESF-deelnemers in actie D naar achtergrondkenmerken, 2009 Tabel 5 ESF-deelnemers naar ESF actie/subactie en landsdeel, 2009 Tabel 6 ESF-deelnemers in actie D naar economische activiteit en landsdeel, 2009 Tabel 7 Stroomgegevens van ESF-deelnemers in actie A naar achtergrondkenmerken, 2007 2008 Tabel 8 Stroomgegevens van ESF-deelnemers in actie B naar achtergrondkenmerken, 2007 2008 Tabel 9 Stroomgegevens van ESF-deelnemers in actie C naar achtergrondkenmerken, 2007 2008 Tabel 10 Stroomgegevens van ESF-deelnemers in actie D naar achtergrondkenmerken, 2007 2008 Tabel 11 Stroomgegevens van ESF-deelnemers in actie D naar opleidingsniveau, 2007 2008 Tabel 12 Stroomgegevens van ESF-deelnemers in actie A naar achtergrondkenmerken, 2008 2009 Tabel 13 Stroomgegevens van ESF-deelnemers in actie B naar achtergrondkenmerken, 2008 2009 Tabel 14 Stroomgegevens van ESF-deelnemers in actie C naar achtergrondkenmerken, 2008 2009 Tabel 15 Stroomgegevens van ESF-deelnemers in actie D naar achtergrondkenmerken, 2008 2009 Tabel 16 Stroomgegevens van ESF-deelnemers in actie D naar opleidingsniveau, 2008 2009 22

Tabel 1 ESF-deelnemers in actie A naar achtergrondkenmerken, 2009 Totaal Mannen Vrouwen Totaal 16 100 7 340 8 750 Leeftijdsgroep Jonger dan 15 jaar 120 60 50 15 24 jaar 2 450 1 380 1 060 25 54 jaar 9 390 3 830 5 560 55 64 jaar 4 130 2 060 2 070 65 jaar en ouder 10 0 10 Arbeidsmarktpositie Werkzaam 2 370 1 260 1 110 werknemer 2 310 1 220 1 080 zelfstandige 60 30 30 Niet werkzaam 11 170 4 920 6 250 uitkeringsgerechtigd 10 490 4 680 5 810 niet-uitkeringsgerechtigd werkzoekend 680 240 430 Inactief 2 560 1 170 1 390 w.v. arbeidsmarktpositie jongeren (15 24 jaar) Werkzaam 1 030 610 420 Niet werkzaam 340 170 170 uitkeringsgerechtigd 210 90 130 minder dan 6 maanden uitkeringsgerechtigd 70 30 30 6 maanden of meer uitkeringsgerechtigd 150 60 90 niet-uitkeringsgerechtigd werkzoekend 130 80 50 minder dan 6 maanden werkzoekend 110 80 30 6 maanden of meer werkzoekend 20 10 10 Inactief 1 070 600 470 onderwijsvolgend 800 480 320 niet onderwijsvolgend 270 130 140 w.v. arbeidsmarktpositie volwassenen (25 64 jaar) Werkzaam 1 340 640 690 Niet werkzaam 10 820 4 750 6 070 uitkeringsgerechtigd 10 270 4 590 5 690 minder dan 12 maanden uitkeringsgerechtigd 1 050 600 450 12 maanden of meer uitkeringsgerechtigd 9 230 3 990 5 240 niet-uitkeringsgerechtigd werkzoekend 550 160 390 minder dan 12 maanden werkzoekend 410 120 280 12 maanden of meer werkzoekend 140 40 100 Inactief 1 370 500 870 onderwijsvolgend 30 10 20 niet onderwijsvolgend 1 340 490 850 Opleidingsniveau 1) Primair onderwijs en secundair onderwijs, eerste fase... Secundair onderwijs, tweede fase... Hoger onderwijs... Onbekend... Herkomstgroepering Autochtonen en westerse allochtonen 7 540 3 630 3 910 Niet-westerse allochtonen 8 560 3 720 4 840 Herkomstgeneratie Autochtonen en tweedegeneratieallochtonen 7 320 3 650 3 680 Eerstegeneratieallochtonen 8 770 3 700 5 080 AO-uitkering Wel 360 190 170 Niet 15 740 7 150 8 590 1) Het opleidingsniveau voor actie A is niet betrouwbaar vast te stellen. 23

Tabel 1a ESF-deelnemers in subactie a van actie A naar achtergrondkenmerken, 2009 Totaal Mannen Vrouwen Totaal 4 160 1 780 2 380 Leeftijdsgroep Jonger dan 15 jaar 120 60 50 15 24 jaar 2 070 1 200 860 25 54 jaar 1 890 490 1 400 55 64 jaar 90 30 60 65 jaar en ouder 0 0 0 Arbeidsmarktpositie Werkzaam 1 630 830 800 werknemer 1 590 820 780 zelfstandige 40 20 20 Niet werkzaam 690 210 470 uitkeringsgerechtigd 230 100 130 niet-uitkeringsgerechtigd werkzoekend 460 120 340 Inactief 1 840 740 1 110 w.v. arbeidsmarktpositie jongeren (15 24 jaar) Werkzaam 900 540 370 Niet werkzaam 170 100 70 uitkeringsgerechtigd 50 30 30 minder dan 6 maanden uitkeringsgerechtigd 30 20 10 6 maanden of meer uitkeringsgerechtigd 20 10 10 niet-uitkeringsgerechtigd werkzoekend 120 80 40 minder dan 6 maanden werkzoekend 100 70 30 6 maanden of meer werkzoekend 20 10 10 Inactief 990 560 430 onderwijsvolgend 770 460 310 niet onderwijsvolgend 220 100 120 w.v. arbeidsmarktpositie volwassenen (25 64 jaar) Werkzaam 730 290 430 Niet werkzaam 520 110 410 uitkeringsgerechtigd 180 70 100 minder dan 12 maanden uitkeringsgerechtigd 100 50 50 12 maanden of meer uitkeringsgerechtigd 80 20 60 niet-uitkeringsgerechtigd werkzoekend 340 40 300 minder dan 12 maanden werkzoekend 260 40 220 12 maanden of meer werkzoekend 90 10 80 Inactief 740 110 620 onderwijsvolgend 20 0 20 niet onderwijsvolgend 710 110 600 Opleidingsniveau 1) Primair onderwijs en secundair onderwijs, eerste fase... Secundair onderwijs, tweede fase... Hoger onderwijs... Onbekend... Herkomstgroepering Autochtonen en westerse allochtonen 2 030 980 1 040 Niet-westerse allochtonen 2 130 800 1 330 Herkomstgeneratie Autochtonen en tweedegeneratieallochtonen 2 220 1 200 1 030 Eerstegeneratieallochtonen 1 940 590 1 350 AO-uitkering Wel 50 20 30 Niet 4 110 1 760 2 350 1) Het opleidingsniveau voor actie A is op dit detailniveau niet betrouwbaar vast te stellen. 24

Tabel 1b ESF-deelnemers in subactie b van actie A naar achtergrondkenmerken, 2009 Totaal Mannen Vrouwen Totaal 3 120 1 620 1 500 Leeftijdsgroep Jonger dan 15 jaar 0 0 0 15 24 jaar 30 10 20 25 54 jaar 210 110 100 55 64 jaar 2 870 1 490 1 380 65 jaar en ouder 10 0 10 Arbeidsmarktpositie Werkzaam 230 150 80 werknemer 220 150 70 zelfstandige 10 10 10 Niet werkzaam 2 650 1 310 1 340 uitkeringsgerechtigd 2 540 1 250 1 300 niet-uitkeringsgerechtigd werkzoekend 110 60 50 Inactief 240 150 80 w.v. arbeidsmarktpositie jongeren (15 24 jaar) Werkzaam 20 10 10 Niet werkzaam 0 0 0 uitkeringsgerechtigd 0 0 0 minder dan 6 maanden uitkeringsgerechtigd 0 0 0 6 maanden of meer uitkeringsgerechtigd 0 0 0 niet-uitkeringsgerechtigd werkzoekend 0 0 0 minder dan 6 maanden werkzoekend 0 0 0 6 maanden of meer werkzoekend 0 0 0 Inactief 10 10 10 onderwijsvolgend 10 10 0 niet onderwijsvolgend 0 0 0 w.v. arbeidsmarktpositie volwassenen (25 64 jaar) Werkzaam 210 140 70 Niet werkzaam 2 650 1 310 1 340 uitkeringsgerechtigd 2 540 1 250 1 290 minder dan 12 maanden uitkeringsgerechtigd 230 150 80 12 maanden of meer uitkeringsgerechtigd 2 320 1 100 1 210 niet-uitkeringsgerechtigd werkzoekend 110 60 50 minder dan 12 maanden werkzoekend 70 40 30 12 maanden of meer werkzoekend 40 30 10 Inactief 220 150 70 onderwijsvolgend 0 0 0 niet onderwijsvolgend 220 150 70 Opleidingsniveau 1) Primair onderwijs en secundair onderwijs, eerste fase... Secundair onderwijs, tweede fase... Hoger onderwijs... Onbekend... Herkomstgroepering Autochtonen en westerse allochtonen 1 790 910 880 Niet-westerse allochtonen 1 330 710 620 Herkomstgeneratie Autochtonen en tweedegeneratieallochtonen 1 520 780 740 Eerstegeneratieallochtonen 1 600 840 760 AO-uitkering Wel 90 40 40 Niet 3 030 1 570 1 460 1) Het opleidingsniveau voor actie A is op dit detailniveau niet betrouwbaar vast te stellen. 25

Tabel 1c ESF-deelnemers in subactie c van actie A naar achtergrondkenmerken, 2009 Totaal Mannen Vrouwen Totaal 8 820 3 940 4 880 Leeftijdsgroep Jonger dan 15 jaar 0 0 0 15 24 jaar 350 170 180 25 54 jaar 7 290 3 230 4 060 55 64 jaar 1 180 540 640 65 jaar en ouder 0 0 0 Arbeidsmarktpositie Werkzaam 510 270 240 werknemer 500 260 230 zelfstandige 10 10 0 Niet werkzaam 7 830 3 400 4 430 uitkeringsgerechtigd 7 720 3 330 4 390 niet-uitkeringsgerechtigd werkzoekend 110 60 40 Inactief 480 270 210 w.v. arbeidsmarktpositie jongeren (15 24 jaar) Werkzaam 110 70 50 Niet werkzaam 170 70 110 uitkeringsgerechtigd 160 60 100 minder dan 6 maanden uitkeringsgerechtigd 40 10 20 6 maanden of meer uitkeringsgerechtigd 130 50 80 niet-uitkeringsgerechtigd werkzoekend 10 0 10 minder dan 6 maanden werkzoekend 10 0 0 6 maanden of meer werkzoekend 0 0 0 Inactief 70 40 30 onderwijsvolgend 20 10 10 niet onderwijsvolgend 50 20 20 w.v. arbeidsmarktpositie volwassenen (25 64 jaar) Werkzaam 400 210 190 Niet werkzaam 7 660 3 330 4 330 uitkeringsgerechtigd 7 560 3 270 4 290 minder dan 12 maanden uitkeringsgerechtigd 730 410 320 12 maanden of meer uitkeringsgerechtigd 6 830 2 860 3 970 niet-uitkeringsgerechtigd werkzoekend 100 60 40 minder dan 12 maanden werkzoekend 80 50 30 12 maanden of meer werkzoekend 20 10 10 Inactief 410 240 180 onderwijsvolgend 0 0 0 niet onderwijsvolgend 410 240 170 Opleidingsniveau 1) Primair onderwijs en secundair onderwijs, eerste fase... Secundair onderwijs, tweede fase... Hoger onderwijs... Onbekend... Herkomstgroepering Autochtonen en westerse allochtonen 3 730 1 740 1 990 Niet-westerse allochtonen 5 100 2 210 2 890 Herkomstgeneratie Autochtonen en tweedegeneratieallochtonen 3 580 1 670 1 910 Eerstegeneratieallochtonen 5 240 2 280 2 960 AO-uitkering Wel 220 120 100 Niet 8 600 3 820 4 780 1) Het opleidingsniveau voor actie A is op dit detailniveau niet betrouwbaar vast te stellen. 26