Artikel 2 Programma-indeling 1. Het algemeen bestuur stelt de programma s vast bij de vaststelling van begroting. 2. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde goederen en diensten en de maatschappelijke effecten, opdat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld door het algemeen bestuur, kunnen worden getoetst. Artikel 2a Planning en controlcyclus De toezending van de ontwerp-begroting zoals bedoeld in artikel 9.2 vijfde lid van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht geschiedt voor 1 april. Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording Artikel 2. Programma-indeling 1. Het algemeen bestuur stelt een programmaindeling vast bij de vaststelling van de begroting. 2. Het algemeen bestuur stelt op voorstel van het dagelijks bestuur per programma de indicatoren vast. Het voorstel van het dagelijks bestuur bevat ten minste de verplichte beleidsindicatoren, bedoeld in artikel 25, tweede lid, onder a, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. 3. Het algemeen bestuur kan bij de vaststelling van de begroting vaststellen over welke onderwerpen het in extra paragrafen naast de verplichte paragrafen van de begroting en de jaarstukken kaders wil stellen en wil worden geïnformeerd. Voor artikel 2 is voornamelijk de tekst uit de nieuwe modelverordening overgenomen. Betreft tekst uit nieuwe modelverordening De verplichting uit artikel 2a (oude versie) volgt al uit andere data die elders vaststaan (indienen jaarstukken bij Provincie, zienswijze periode etc.). Komt dus niet terug in nieuwe versie. Artikel 3 Inrichting begroting en jaarstukken 1. De begroting bestaat uit een financieel kader, programma s en paragrafen. 2. Het programma bevat in ieder geval een richtinggevende verdeling van het jaarbudget over de respectievelijke paragrafen en een beschrijving van activiteiten om tot besteding van dat budget te komen. 4. In de jaarstukken wordt de programmaindeling, bedoeld in het eerste lid, gevolgd. Overbodige bepalingen uit artikel 3 (oude versie) niet overgenomen; deels al voorgeschreven in het BBV.
3. De jaarstukken bestaan uit het jaarverslag en de jaarrekening. 4. Het jaarverslag bevat de realisatie per programma en de realisatie van de paragrafen. 5. In de jaarrekening wordt de mate van de uitputting van programmabudgetten weergegeven, gebaseerd op de laatst vastgestelde gewijzigde begroting. Artikel 4 Autorisatie begroting en begrotingswijziging Het algemeen bestuur autoriseert met het vaststellen van de begroting of een begrotingswijziging de totale lasten en de totale baten per programma, de investeringen en het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen. Artikel 5 Tussentijdse rapportage en informatie 1. Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur middels tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van het openbaar lichaam over de eerste vier en eerste acht maanden van het lopende boekjaar. 2. De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programmaindeling van de begroting. 3. In de tussentijdse rapportages worden afwijkingen groter dan 100.000 op de laatste Artikel 3. Autorisatie begroting en investeringen Het algemeen bestuur autoriseert met het vaststellen van de begroting de baten en de lasten per programma en per taakveld, alsmede de omvang van de totale investeringen in het betreffende begrotingsjaar. Artikel 4. Tussentijdse rapportage 1. Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van het openbaar lichaam over de eerste 4 maanden en de eerste 8 maanden van het lopende boekjaar. 2. In de tussentijdse rapportages, bedoeld in het eerste lid, worden in ieder geval de verwachte Omgezet naar tekst uit modelverordening Betreft tekst uit nieuwe modelverordening Lid 2 (oud) vervallen. Tussentijds wordt vooral op totaalniveau gerapporteerd. Een uitsplitsing wordt alleen gemaakt als daar concrete aanleiding voor is.
raming van de baten en lasten per programma toegelicht. afwijkingen, ten opzichte van de begroting groter dan 100.000, toegelicht. Hoofdstuk 3 Financieel beleid Artikel 6 Waardering & afschrijving vaste activa 1. De materiële vaste activa met economisch nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardingingsprijs, verminderd met ontvangsten van derden en de afschrijvingen. De afschrijvingen vinden plaats op basis van de lineaire methode, gebaseerd op de bedrijfseconomische levensduur van de activa. 2. Het algemeen bestuur kan nadere regels stellen met betrekking tot waardering en afschrijving. Artikel 5. Waardering en afschrijving vaste activa 1. Immateriële en materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de methodiek en de termijnen zoals vermeld in de Nota activabeleid VRU. 2. Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht. Veel rondom (im-)materiële vaste activa is al bepaald door het BBV. Ontdubbeld: nadere bepaling zijn al opgenomen in de Nota activabeleid VRU. Artikel 6a Reserves en voorzieningen 1. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat overzichten worden gemaakt van reserves en voorzieningen. 2. In de overzichten van de reserves en voorzieningen bevatten de volgende gegevens: a. de vorming en besteding van reserves; b. de vorming en besteding voorzieningen; Artikel 6. Reserves en voorzieningen 1. Het algemeen bestuur besluit bij de vaststelling van de begroting of de jaarstukken over het instellen van bestemmingsreserves, de toevoegingen en de onttrekkingen aan, of de eventuele vrijval van bestemmingsreserves. 2. Bij een voorstel voor de instelling van een bestemmingsreserve wordt minimaal het specifieke doel van de reserve aangegeven en de daaruit voortvloeiende hoogte en looptijd. Dit artikel ingekort, omdat dit grotendeels al geregeld is in het BBV. De meest relevante bepalingen zijn gehandhaafd.
3. Bij een voorstel van het dagelijks bestuur voor de instelling van een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen door het algemeen bestuur wordt minimaal aangegeven: a. het specifieke doel van de reserve; b. de voeding van de reserve; c. de maximale hoogte van de reserve; d. en de maximale looptijd. 4. Indien het specifieke doel van een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen niet meer bestaat, valt de bestemmingsreserve vrij en wordt deze aan de algemene reserve toegevoegd. Artikel 7 Kostprijsberekening Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Een uitsplitsing vindt plaats van directe kosten en indirecte kosten. De geraamde kostenprijzen zijn opgenomen in de begroting. Artikel 8 Vaststelling hoogte prijzen. De prijzen van goederen en diensten van het openbaar lichaam worden in de begroting opgenomen. Artikel 7. Berekening kostprijzen en tarieven 1. Er worden kostprijzen berekend voor: a. de vergoeding voor het individueel gemeentelijk pluspakket, bedoeld in de bijdrageverordening, en b. de tarieven voor levering van goederen en diensten aan derden. 2. De kostprijsberekening bedoeld in het eerste lid onder a vindt plaats conform de bijdrageverordening. 3. De kostprijsberekening bedoeld in het eerste lid onder b vindt plaats op basis van een extracomptabel stelsel van kostentoerekening. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en waar van Artikel 7 en 8 zijn gecombineerd en meer specifiek gemaakt voor de VRU. Ontdubbeld: nadere bepalingen zijn al opgenomen in de bijdrageverordening.
Artikel 9 Financieringsfunctie 1. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de uitoefening van de financieringsfunctie 2. De financieringsfunctie omvat de volgende handelingen: a. het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma s binnen de door het algemeen bestuur vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren; b. het beheersen van de risico s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico s en kredietrisico s; c. het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van een voldoende rendement op uitzettingen; a. het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities. 3. Het dagelijks bestuur neemt bij de uitvoering van de financieringsfunctie, naast de Wet financiering decentrale overheden, de volgende richtlijnen in acht: toepassing de kapitaallasten met betrekking tot de betreffende activa betrokken. 4. De kostprijzen bedoeld in lid 3 worden opgenomen in een tarieventabel die deel uitmaakt van de door het algemeen bestuur vast te stellen begroting. De tarieven zijn ten minste kostendekkend. Artikel 8. Financieringsfunctie 1. Het algemeen bestuur legt de kaders, uitgangspunten en verantwoordelijkheden voor de financieringsfunctie worden vast in het treasurystatuut. 2. Het dagelijks bestuur draagt met de uitoefening van de financieringsfunctie zorg voor het waarborgen van de financiële continuïteit van het openbaar lichaam, zowel op de korte als de lange termijn. Ontdubbeld: nadere bepaling zijn al opgenomen in het treasurystatuut.
a. overtollige geldmiddelen boven 0,75% van het begrotingstotaal worden gestort in een bankrekening die uitsluitend wordt gebruikt om middelen van en naar de schatkist over te boeken. b. het uitzetten van overtollige geldmiddelen van ten hoogste 0,75% van het begrotingstotaal gebeurt uitsluitend bij financiële instellingen met minimaal een A rating afgegeven door tenminste één gezaghebbende rating agency, of bij instellingen voor wiens waardepapieren een solvabiliteitseis geldt van 0%; c. overtollige geldmiddelen worden uitsluitend uitgezet tegen vastrentende waarden, dan wel in producten waarbij de hoofdsom tenminste aan het eind van de looptijd intact is; voor het aantrekken van financieringen voor langer dan één jaar worden tenminste twee prijsopgaven bij verschillende financiële instellingen gedaan; d. overeenkomsten voor het aangaan van leningen, het uitzetten van middelen of verlenen van garanties luiden in euro s. e. bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofd van de publieke taak bedingt het college indien mogelijk zekerheden
Artikel 9d Financiering In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken worden naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval opgenomen: a. de schulden met een looptijd langer dan een jaar en het verschuldigde rentepercentage; Vervalt omdat dit in het BBV geregeld is: verplichte paragrafen. b. de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor het komende begrotingsjaar; c. de rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie; Artikel 9e Bedrijfsvoering In de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting en de jaarstukken worden naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval opgenomen: a. de tijdelijke en actuele onderwerpen die aandacht behoeven. b. de omvang, opbouw en ontwikkeling van het personeelsbestand; Hoofdstuk 4 Financiële organisatie en financieel beheer Artikel 10 administratie 1. De administratie is het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het Artikel 9. Administratie De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is aan: Over de Administratie is nagenoeg integraal de tekst overgenomen uit de nieuwe modelverordening.
beheersen van (onderdelen van) de organisatie van het openbaar lichaam en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd. 2. De administratie van het openbaar lichaam is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor: a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in het openbaar lichaam als geheel en in de organistatieonderdelen; b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten enzovoorts; c. het verschaffen van informatie over de mate van uitpuitting van de toegekende budgetten voor het maken van kostencalculaties; d. het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de geleverde goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het door het openbaar lichaam uitgevoerde beleid. e. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving; f. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in het openbaar lichaam als geheel en in de organisatieonderdelen; b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van de vaste activa, voorraden, vorderingen, schulden, contracten et cetera; c. het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringsbudgetten en voor het maken van kostencalculaties; d. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving, en e. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.
informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving. Artikel 13. Financiële organisatie Het dagelijks bestuur draagt de zorg voor : 1. een eenduidige indeling van de financiële organisatie en een eenduidige toewijzing van de taken aan de organisatieonderdeling: 2. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd; 3. de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten; 4. de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie; 5. de te maken afspraken met de diensten over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen; 6. de kostenverdeelslbeutels voor het eenduidig toewijzen van de raming en Artikel 10. Financiële organisatie Het dagelijks bestuur draagt zorgt voor: a. een eenduidige indeling van de organisatie en een eenduidige toewijzing van de taken aan de organisatieonderdelen; b. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden; c. de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten; d. de interne regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie; e. het beleid en de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen en diensten, en f. het beleid en de interne regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van regelingen en eigendommen van het openbaar lichaam; Over de Financiële organisatie is nagenoeg integraal de modeltekst overgenomen, waardoor tevens de oude artikelen 12 en 13a zijn geïntegreerd in het nieuwe artikel 10.
realisatie van de lasten en baten aan de programma s. opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan. Artikel 12 Misbruik en oneigenlijk gebruik Het dagelijks bestuur draagt zorg voor, en legt de regels vast, teneinde misbruik en oneigenlijk gebruik van regelingen en eigendommen van het openbaar lichaam te voorkomen. Artikel 13a Inkoop en aanbesteding Het dagelijks bestuur draagt zorg voor en legt de interne regels vast voor de inkoop en de aanbesteding van goederen en diensten. Artikel 11 Interne controle 1. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor interne toetsing ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties en de informatieverstrekking hierover. Bij afwijking neemt het dagelijks bestuur maatregelen tot herstel. 2. De interne toetsing is er mede op gericht bij te dragen aan een betere beheersing van de risico s die genoemd worden in de paragraaf weerstandvermogen van de begroting en jaarstukken. 3. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van het openbaar lichaam met dien verstande dat de waardepapieren, de Artikel 11. Interne controle 1. Het dagelijks bestuur zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a, van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b, van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het dagelijks bestuur maatregelen tot herstel. 2. Voor de interne toetsing, bedoeld in het eerste lid, wordt jaarlijks onder verantwoordelijkheid van de concerncontroller een intern controleplan opgesteld en ten uitvoer gebracht. Voor de belangrijkste processen worden daartoe onder meer enerzijds de risico s Lid 3 uit de oude versie niet opnieuw opgenomen, omdat de bedoelde controles onderdeel uitmaken van de interne controle,
voorraden, de uitstaande leningen, de (debiteuren-) vorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen en de (crediteuren-) schulden jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen tenminste eenmaal in de 2 jaar. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen. geïdentificeerd en gekwantificeerd en anderzijds het bestaan en de werking van key controls en overige beheersmaatregelen vastgesteld. bedoeld in lid 2 van de nieuwe versie.