Basis Monteertechniek Pinnacle Studio 10 December 2008
Inhoudsopgave Inleiding 3 1 Beginnen met werken 4 1.1 Harddisk camera aansluiten aan de computer 4 1.2 Camera met DV-tape aansluiten aan de computer 5 1.3 DVD importeren in Pinnacle Studio 10 8 2 Het videofragment bewerken 9 2.1 Een gedeelte van het videofragment gebruiken 9 2.2 Tekst toevoegen 11 2.3 Geluid verwijderen van de film 12 2.4 Overgangen in de film plaatsen 14 2.5 Muziek onder de film plaatsen 15 3 Film maken 17 3.1 Een DVD maken 17 3.2 Film voor gebruik op de computer 18 Bijlage I Branden CD met Nero 2
Inleiding Deze handleiding zal uitleg geven aan een drietal basiselementen van het monteren van videomateriaal. 1. Het overbrengen van videomateriaal van de camera (DV) of DVD naar de computer 2. Het bewerken van deze beelden 3. Het opslaan van de bewerkte beelden In deze handleiding worden de meest voorkomende handelingen (basisstappen) besproken en er zal minder worden ingegaan op de technische aspecten. Hiervoor wordt verwezen naar de daarvoor bestemde literatuur. Deze is te vinden bij de naslagwerken in de mediatheek onder de siso-code N 527.5 holt en N 527.5 stuu. Belangrijk: Er zijn een aantal punten waar goed op gelet moet worden als er met de videobewerking pc s gewerkt wordt. Bewaar altijd je originele tape of DVD, en neem deze ook iedere keer mee. Beveilig je tape tegen overschrijven. Wil je een volgende keer verder gaan met het bewerken van je filmpje sla dan het studio-project bestand op. Dit kan b.v. op een USB-stick of SD-kaart. De videobewerking pc s hebben geen toegang tot internet en de M-schijf. Zorg daarom dat je je eigen bestanden die je wilt gebruiken in je filmpje meeneemt op b.v. je USB-stick en sla deze op in je projectmap op de D-schijf, zie paragraaf 1.1. Gebruik altijd dezelfde pc!! Dit omdat de bestanden lokaal zijn opgeslagen. Gaat de mediatheek sluiten en de pc is nog bezig met renderen of branden, geef dan bij de balie aan dat de stroom aan moet blijven!!! Wis je bestanden en mappen van de harddisk (D-schijf) als je project is afgerond!!! De projectmappen worden na 3 maanden verwijderd. De mediatheek draagt voor het verloren gaan van bestanden geen verantwoordelijkheid! 3
1 Beginnen met werken 1.1 Harddiskcamera aansluiten aan de computer Zet de computer aan. Op de D: schijf maak je een nieuwe map met je eigen naam. Sluit de camera aan m.b.v. de USB kabel (In je bezit samen met de HDD camera) en zet deze op de playstand. Opnamen overzetten Op de monitor verschijnt een pop up venster. Kies de optie: Map openen en... Ga vervolgens naar: SD Video PRG001 Kopieer alle MOD bestanden naar je eigen map op de D:schijf. Start nu Pinnacle Studio 10. Maak een nieuw project aan en sla deze op in je eigen map op de D:schijf. 4
1.2 Camera met DV-tape aansluiten aan de computer Sluit de Firewire kabel aan de achterkant van de computer aan (indien dit nog niet gebeurd is). Zorg dat de videocamera op de adapter is aangesloten. Zet de computer aan (Zet ook de geluidsboxen aan). Doe het DV tape in de videocamera en zet deze op VCR of (weergave). Als de computer volledig is opgestart, sluit dan de andere zijde van de Firewire kabel aan op de camera. De aansluitplek kan per type camera verschillen. De computer zal nu aangeven dat er een camera is gevonden. Selecteer indien nodig Videobewerken met Pinnacle Studio. Klik op OK. Pinnacle Studio wordt nu opgestart. Kies voor het tabblad Opnemen. 5
Kies in het opnamekader voor Instellingen. Let op! De camera is niet altijd zichtbaar in het scherm. Kies voor het tabblad Opnamebron. 1. Selecteer bij Opnameappraten: DV-camcorder Pinnacle 1394 of DV camcorder - Canon DV Device of DV camcorder - Panasonic DV Device. Let op! Kies niet de optie Pinnacle 500-PCI 2. Kies bij TV-standaard voor de optie PAL. 3. Selecteer bij Scèneherkenning tijdens video-opname : Automatisch gebaseerd op video-inhoud. 4. Klik op OK. 1 3 2 Open opnieuw de set-opties voor Pinnacle Studio, door op Instellingen te klikken. Kies voor het tabblad Opnameformaat. 1 1. Selecteer bij standaardwaarden : DV. 6
Kies voor het tabblad Projectinstellingen. Rechts onderaan op het tabblad vind je map voor tijdelijke bestanden. Deze moet verwijzen naar map D:\Pinnacle\Auxiliary Files\Render. Als dit niet het geval is, verander dit dan door via het mapsymbool in het verkenvenster de juiste map te selecteren. Klik op OK. Opnamen overzetten Het ingeladen materiaal moet in je eigen werkmap terecht komen, dat doe je al volgt: 1. Klik op het mapsymbool. Selecteer je eigen map. 2. Om het gefilmde materiaal in te laden, klik op de knop Opname starten. 3. Zodra het einde van het fragment in zicht komt, kun je de opname stoppen door op dezelfde knop te klikken, Opname stoppen. 2 1 7
1.3 DVD importeren in Pinnacle Studio 10 Plaats de DVD in de videobewerkingscomputer. Open Pinnacle (Studio 10). 1. Ga naar Bestand in de werkbalk 2. Kies DVD-titels importeren In het volgende venster: 1. Selecteer een doelmap (eigen map) 2. Vink de Titel aan 3. Klik op Importeren 2 1 3 8
2 Het videofragment bewerken Klik op het tweede tabblad: 2 Bewerken boven in beeld Het venster is verdeeld in drie vlakken: 1. Jouw videomateriaal 2. Een videoplayer die het videomateriaal laat zien die jij hebt aangeklikt 3. De tijdlijnen, deze zijn verdeeld in 5 sporen: Videospoor Audiospoor Overlayspoor Geluidseffectspoor Muziekspoor 1 2 3 2.1 Een gedeelte van het videofragment gebruiken Kies een van de videofragmenten en sleep deze naar het videospoor (1). 1 Als je een fragment goed plaatst, zie je twee groene verticale lijnen(2). 2 9
Laat het videofragment los. Het verschijnt in het videospoor (2a) 2a Ga m.b.v. de afspeellijn (dit bolletje staat onder het audio-icoontje) naar het tijdstip waar jij de video wilt beginnen Zoom eventueel in of uit met de vergrootglazen linksonder in beeld, om gedetailleerder te werken. Klik dan op het scheermesje Selecteer het niet te gebruiken fragment, door er een keer in te klikken. Dit fragment wordt hierdoor blauw. 10
Klik dan op de prullenbak Herhaal deze stappen totdat je alle juiste fragmenten achter elkaar hebt staan Sla je project regelmatig op: CTRL+S of 1. Ga naar Bestand 2. Klik op Project Opslaan 2.2 Tekst toevoegen Klik op het Text-icoontje in het linkermenu. Hier staan een tientallen verschillende lettertypes Sleep een lettertype naar de tijdlijn 1. indien je de tekst op een zwarte achtergrond wilt, zet de tekst dan op het videospoor 2. indien je de tekst over een videofragment wilt tonen, sleep de tekst dan naar het overlayspoor 1 2 2 11
Om een titel te veranderen, dubbelklik je op de titel. Het titel scherm wordt schermvullend getoond. Door op de tekst te klikken kan de tekst aangepast worden. Om de kleur van de tekst te veranderen: 1. Selecteer de tekst 2. Ga naar het tabblad aangepast 3. Kies hier welke kleur de tekst moet hebben, de omranding en de schaduw. Om het lettertype en/of grootte te veranderen, selecteer de tekst en kies bovenin jouw gewenste lettertype en/of grootte. Herhaal deze stappen om meerdere teksten toe te voegen Sla je project regelmatig op: CTRL+ S of 1. Ga naar Bestand 2. Klik op Project Opslaan 2.3 Geluid verwijderen van de film Klik rechts naast de videotijdlijn op het slotje 12
Selecteer het geluidsfragment dat je wilt verwijderen op het geluidsspoor. Klik op de prullenbak Als je klaar bent kun je weer op het slotje naast het videospoor klikken, om deze weer te activeren. Sla je project regelmatig op: CTRL+ S of 1. Ga naar Bestand 2. Klik op Project Opslaan 13
2.4 Overgangen in de film plaatsen Selecteer de optie overgangen in het linkermenu Selecteer een overgang en sleep deze naar het video- of overlayspoor tussen de twee fragmenten, of voor of achter een fragment, waar je de overgang wilt hebben. Overlays kunnen ook op titels worden toegepast. Indien je de overgang langer of korter wil hebben, selecteer de overgang en ga dan op de rand van de overgang staan totdat de cursor twee pijltjes weergeeft Herhaal deze stappen voor meerdere overgangen Sla je project regelmatig op: CTRL+S of 1. Ga naar Bestand 2. Klik op Project Opslaan 14
2.5 Muziek onder de film plaatsen Selecteer in het linkermenu de optie muziek Zoek je gewenste muziek op. Als je muziek van je USB-stick wilt gebruiken, kun je de muziek beter kopiëren naar je map op de D-schijf m.b.v. de windows verkenner. Sleep het muziekbestand naar het muziekspoor. Het volume kan op bepaalde momenten veranderd worden: 1. Selecteer de muziekclip 2. Als je nu over de clip gaat, veranderd de cursor in een handje 3. Om het volume op een bepaald moment te veranderen ga met de cursor over de lijn, totdat er een pijltje+speaker verschijnt. Nu kan de lijn naar onder of naar boven worden gesleept. Er verschijnt nu een punt op dat tijdstip. 15
Sla je project regelmatig op: CTRL+S of 1. Ga naar Bestand 2. Klik op Project Opslaan 16
3 Film maken Klik op het tabblad 3 Film maken In dit tabblad wordt je film weggeschreven. Aan jou de keuze op welke manier: op DVD of bestand. 3.1 Een DVD maken Indien je de film op DVD wil branden, kies dan Schijf in het linkermenu Kies hier voor de volgende instellingen: Schijftype: DVD Videokwaliteit/Schijfgebruik: Automatische kwaliteit Druk dan op Schijf maken. De lade van de DVD brander gaat vanzelf open. Leg de DVD er in en sluit de lade m.b.v. de open/close knop. Vervolgens wordt je bestand op de DVD gebrand. Let op dat je een DVD gebruikt en geen CD-rom! Het branden duurt ongeveer 2,5 keer de lengte van de film Als de DVD is gebrand, controleer dan of deze inderdaad werkt. Als dit het geval is kun je jouw mapje van de D:schijf verwijderen als je hier geen gebruik meer van hoeft te maken. 17
3.2 Film voor gebruik op de computer Indien je het bestand op de computer wilt gebruiken of in n@tschool wilt uploaden, kies dan voor Bestand in het linkermenu Geef vervolgens de volgende instellingen aan: Bestandstype: Windows Media Voorkeursinstelling: Medium Quality PAL Klik dan op Bestand maken Geef vervolgens de map aan waar je deze wil wegschrijven en klik op OK. Het beste is om deze eerst in je eigen map op te slaan. Het maken van een bestand kan een tijd in beslag nemen. Nadat het bestand is gemaakt kun je deze kopiëren naar je USB-stick of op CD-Rom of DVD branden m.b.v. Nero Als het bestand is gemaakt, controleer dan of deze inderdaad werkt. Als dit het geval is kun je jouw mapje van de D:schijf verwijderen als je hier geen gebruik meer van hoeft te maken. 18
Bijlage I Branden CD met Nero 1. Start het brandprogramma op door te klikken op het icoontje Nero StartSmart op het Bureaublad. 2. Klik op het pictogram Data en kies voor Make Data CD. 3. Klik op Add. Er verschijnt een tussenscherm waarin je de bestanden die je wilt branden kunt zoeken. Selecteer het juiste bestand. 4. Klik op Add. 5. Als je alle bestanden hebt, klik je op Finished. Het tussenscherm sluit zich automatisch. 6. Klik op Next om verder te gaan. 19
7. Kies bij Current recorder voor: de CDbrander op F-station (deze staat standaard geselecteerd). 8. Bij Disc name kun je My disc laten staan. 9. De Writing speed moet op 48x (7.200 kb/s) staan. 10. Als je meer dan 1 kopie wilt kun je dat aangeven bij Number of copies. 11. Zorg ervoor dat beide opties uitgevinkt staan! 12. Doe een lege CD in station F. Er kan een tussenscherm verschijnen, selecteer dan Geen actie ondenemen. 13. Klik op Burn. 14. De CD wordt nu gebrand. Op het scherm kun je het brandproces volgen. 15. Als het branden goed is verlopen komt de melding: Burn process completed succesfully. Klik dan op OK. 16. Klik op Next. 17. Er verschijnt nu een Nero Express scherm met verschillende mogelijkheden. Als je verder geen CD meer wilt branden: Klik op de Exit knop rechts onderaan. 18. Klik op No als Nero vraagt of het project opgeslagen moet worden. 20