(Slechts de teksten in de Engelse, de Franse, de Duitse en de Italiaanse taal zijn authentiek) (2014/C 319/06)

Vergelijkbare documenten
Publicatieblad van de Europese Unie

Jurisprudentie. ARREST VAN HET GERECHT (Achtste kamer) 12 juli 2018 * tegen

I. Samenvatting van de inbreuk

VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX

Voorstel. VERORDENING (EG) nr. /2008 VAN DE COMMISSIE

BESLUIT BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

Brussel, 5 december 2001

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Publicatieblad van de Europese Unie L 335/43

Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Brussel, 21 november 2001

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 september 2009 (24.09) (OR. en) 13632/09 PECHE 231

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

61e jaargang Uitgave in de Nederlandse taal Mededelingen en bekendmakingen 27 november 2018

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau enz. enz. enz.

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van tot goedkeuring van bepaalde elementen van de partnerschapsovereenkomst met België

PUBLIC. Brussel, 23 oktober 2009 (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14924/09 LIMITE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 september 2004 (OR. fr) 12704/04 COMER 168

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

BESLUITEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, en artikel 218, lid 9,

DG HANDEL Werkdocument RICHTSNOEREN INZAKE DE KEUZE VAN HET REFERENTIELAND

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 maart 2009 (OR. en) 7850/09 Interinstitutioneel dossier: 2009/0041 (C S) PECHE 74

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL CONCURRENTIE

(Voor de EER relevante tekst)

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Steunmaatregelen van de staten / Nederland - Steunmaatregel nr. N 8/ Verlenging sociaal-economisch plan veehouderij

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 augustus 2004 (OR. en) 11296/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/0142 (ACC) AGRI 185 WTO 78

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp. VERORDENING (EU) nr.../2010 VAN DE COMMISSIE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2010 (OR. en) 13033/10 ENV 547 ENT 102

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 juli 2006 (27.07) (OR. en) 12036/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0121 (AVC)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

Datum van inontvangstneming : 08/04/2014

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of

Steunmaatregel SA (2013/N) Nederland MultiplierGiftenaftrek - Verlenging

(Voor de EER relevante tekst)

L 162/20 Publicatieblad van de Europese Unie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 mei 2010 (18.05) (OR. en) 9846/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0123 (NLE) EEE 18 BUDGET 30 MI 149

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT. Liechtenstein: Sectorale Aanpassingen - Evaluatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 373/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

(Voor de EER relevante tekst)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

BIJLAGE. bij. het voorstel voor een besluit van de Raad

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van (Voor de EER relevante tekst) (SLECHTS DE TEKST IN DE DEENSE TAAL IS AUTHENTIEK)

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

BESLUIT. 2. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan bovengenoemde ondernemingen een boete opgelegd.

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de onderstaande overwegingen.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 februari 2010 (OR. en) 6056/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0028 (NLE) ANTIDUMPING 8 COMER 16

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

Steunmaatregelen van de Staten / Nederland - Steunmaatregel nr. N 131/ Onderzoek en afzetbevordering met betrekking tot champignons

Nederlandse Mededingingsautoriteit

COMMISSIE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1980 Nr. 213

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het Europees justitieel netwerk

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 juni 2005 (OR. en) 9550/05 UEM 130 ECOFIN 175

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp. VERORDENING (EG) Nr. /2005 VAN DE COMMISSIE

3. Middelharnis heeft op 5 november 2004 aangegeven gebruik te willen maken van de versnelde procedure in de GWW-sector. 2

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Richtsnoeren. inzake klachtenprocedures met betrekking tot vermeende inbreuken op de Richtlijn Betalingsdiensten 2 EBA/GL/2017/13 05/12/2017

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

61e jaargang Uitgave in de Nederlandse taal Mededelingen en bekendmakingen 5 september 2018

Mededeling van de Commissie betreffende de samenwerking binnen het netwerk van mededingingsautoriteiten (2004/C 101/03)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Voor de Secretaris-generaal,

Transcriptie:

C 319/10 NL Publicatieblad van de Europese Unie 17.9.2014 Samenvatting van het besluit van de Commissie van 2 april 2014 inzake een procedure op grond van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 53 van de EER-overeenkomst (Zaak AT.39610 Stroomkabels) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 2139 final) (Slechts de teksten in de Engelse, de Franse, de Duitse en de Italiaanse taal zijn authentiek) (2014/C 319/06) Op 2 april 2014 heeft de Commissie een besluit vastgesteld inzake een procedure op grond van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 53 van de EER-overeenkomst. Overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad ( 1 ) maakt de Commissie hierbij de namen van de partijen en de belangrijkste punten van het besluit bekend, waaronder de opgelegde sancties, rekening houdend met het rechtmatige belang van de ondernemingen inzake de bescherming van hun bedrijfsgeheimen. 1. INLEIDING (1) Op 2 april 2014 heeft de Europese Commissie een besluit vastgesteld tegen 26 rechtspersonen wegens inbreuk op artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 53 van de EER-overeenkomst (hierna het besluit genoemd). Het besluit betreft een kartel in de sector stroomkabels, waarbij de belangrijkste producenten van ondergrondse en onderzeese stroomkabels nagenoeg wereldwijd de markten en de afnemers onder elkaar verdeelden. 2.1. De betrokken producten 2. BESCHRIJVING VAN DE ZAAK (2) De kartelafspraken hadden betrekking op alle typen van ondergrondse stroomkabels van 110 kv en daarboven en onderzeese stroomkabels van 33 kv en daarboven, en op alle producten, werkzaamheden en diensten die daarbij aan een afnemer werden verkocht in het kader van een stroomkabelproject. 2.2. Procedure (3) Nadat ABB op grond van de clementieregeling van 2006 een verzoek om immuniteit had ingediend, voerde de Commissie in januari 2009 inspecties uit. Vervolgens ontving de Commissie clementieverzoeken van Sumitomo, Hitachi en JPS en van Mitsubishi. (4) Op 30 juni 2011 nam de Commissie een mededeling van punten van bezwaar aan. Alle adressaten dienden een antwoord op de mededeling van punten van bezwaar in en alle adressaten, op Furukawa na, namen deel aan een hoorzitting die van 11 tot 18 juni 2012 plaatsvond. Op 11 september 2013 stuurde de Commissie letters of facts aan Fujikura, Furukawa, Goldman Sachs, Mitsubishi en Showa met betrekking tot informatie die na de mededeling van punten van bezwaar was ontvangen. (5) Het Adviescomité voor mededingingsregelingen en machtsposities bracht een gunstig advies uit op 17 maart 2014 en 31 maart 2014. 2.3. Samenvatting van de inbreuk (6) De belangrijkste producenten namen deel aan een netwerk van multilaterale en bilaterale ontmoetingen en contacten, met de bedoeling de mededinging voor ondergrondse en onderzeese stroomkabelprojecten in specifieke gebieden te beperken door de markten en de afnemers onder elkaar te verdelen, waardoor de normale mededinging werd vervalst. (7) Vanaf februari 1999 verdeelden de belangrijkste producenten onder elkaar projecten volgens geografische regio of afnemer. Daarnaast wisselden zij informatie uit over prijzen en andere commercieel gevoelige informatie om ervoor te zorgen dat de aangewezen leverancier van stroomkabels de laagste offerte zou indienen, en de andere ondernemingen een hogere of geen offerte zouden indienen of een offerte die voor de afnemer niet interessant was. Er werden rapportageverplichtingen ingevoerd om te kunnen controleren of de afgesproken verdelingen waren nageleefd. Ten slotte werden aanvullende praktijken toegepast om het kartel te versterken, zoals de collectieve weigering om aan bepaalde concurrenten toebehoren of technische bijstand te leveren, om ervoor te zorgen dat de afgesproken verdelingen werden nageleefd. ( 1 ) PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1.

17.9.2014 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 319/11 (8) Het kartel had twee belangrijke configuraties: a) Enerzijds had het tot doel gebieden en afnemers onder elkaar te verdelen. Dat werd de A/R kartelconfiguratie genoemd. Op grond van die configuratie dongen de Japanse en de Koreaanse producenten niet mee voor projecten op het Europese grondgebied, terwijl de Europese producenten uit Japan en Korea zouden wegblijven. Daarnaast verdeelden zij projecten nagenoeg overal ter wereld onder elkaar en gebruikten zij gedurende een zekere tijd een quotaregeling. b) Anderzijds was er de Europese kartelconfiguratie, waarbij de Europese producenten voor projecten binnen het Europese grondgebied of projecten die aan de Europese producenten waren toegewezen, de gebieden en de afnemers onder elkaar verdeelden. (9) Om ervoor te zorgen dat de kartelafspraken werden nageleefd, kwamen de belangrijkste producenten periodiek bijeen en hielden zij contact via e-mail, telefoon of fax. 2.4. Adressaten en duur van de inbreuk (10) De volgende rechtspersonen worden aansprakelijk gesteld voor deelname, in de aangegeven perioden, aan een enkele en voortdurende inbreuk op artikel 101 van het Verdrag en artikel 53 van de EER-overeenkomst in de sector hoogspanningskabels: a) ABB AB: 1 april 2000 tot 17 oktober 2008 b) ABB Ltd (als moedermaatschappij van ABB AB): 1 april 2000 tot 17 oktober 2008 c) Brugg Kabel AG: 14 december 2001 tot 16 november 2006 d) Kabelwerke Brugg AG Holding (als moedermaatschappij van Brugg Kabel AG): 14 december 2001 tot 16 november 2006 e) Nexans France SAS: 13 november 2000 tot 28 januari 2009 f) Nexans SA (als moedermaatschappij van Nexans France SAS): 12 juni 2001 tot 28 januari 2009 g) nkt cables GmbH: 3 juli 2002 tot 17 februari 2006 h) NKT Holding A/S (als moedermaatschappij van nkt cables GmbH): 3 juli 2002 tot 17 februari 2006 i) Prysmian Cavi e Sistemi S.r.l.: 18 februari 1999 tot 28 januari 2009 j) Pirelli & C. S.p.A. (als moedermaatschappij van Prysmian Cavi e Sistemi S.r.l.): 18 februari 1999 tot 28 juli 2005 k) Prysmian S.p.A. (als moedermaatschappij van Prysmian Cavi e Sistemi S.r.l.).: 29 juli 2005 tot 28 januari 2009 l) The Goldman Sachs Group, Inc. (als moedermaatschappij van Prysmian S.p.A.): 29 juli 2005 tot 28 januari 2009 m) Safran SA (voorheen Sagem SA): 12 november 2001 tot 29 november 2005 n) Silec Cable, SAS: 30 november 2005 tot 16 november 2006 o) Safran SA (als moedermaatschappij van Silec Cable, SAS): 30 november 2005 tot 21 december 2005 p) General Cable Corporation (als moedermaatschappij van Silec Cable, SAS): 22 december 2005 tot 16 november 2006 q) Sumitomo Electric Industries, Ltd: 18 februari 1999 tot en met 30 september 2001 en van 1 oktober 2001 tot 10 april 2008 (in het kader van een gemeenschappelijke onderneming) r) Hitachi Metals, Ltd: 18 februari 1999 tot en met 30 september 2001 en van 1 oktober 2001 tot 10 april 2008 (in het kader van een gemeenschappelijke onderneming) s) J-Power Systems Corporation: 1 oktober 2001 tot 10 april 2008

C 319/12 NL Publicatieblad van de Europese Unie 17.9.2014 t) Furukawa Electric Co. Ltd: 18 februari 1999 tot en met 30 september 2001 en van 1 oktober 2001 tot woensdag 28 januari 2009 (in het kader van een gemeenschappelijke onderneming) u) Fujikura Ltd: 18 februari 1999 tot en met 30 september 2001 en van 1 oktober 2001 tot 28 januari 2009 (in het kader van een gemeenschappelijke onderneming) v) VISCAS Corporation: 1 oktober 2001 tot 28 januari 2009 w) SWCC SHOWA HOLDINGS CO., LTD.: van 5 september 2001 tot en met 30 juni 2002 (voor die periode is SWCC SHOWA HOLDINGS CO., Ltd niet aansprakelijk voor de Europese configuratie) en van 1 juli 2002 tot 28 januari 2009 (in het kader van een gemeenschappelijke onderneming) x) Mitsubishi Cable Industries, Ltd: van 5 september 2001 tot en met 30 juni 2002 (voor die periode is Mitsubishi Cable Industries, Ltd niet aansprakelijk voor de Europese configuratie) en van 1 juli 2002 tot 28 januari 2009 (in het kader van een gemeenschappelijke onderneming) y) EXSYM Corporation: 1 juli 2002 tot 28 januari 2009 z) LS Cable & System Ltd: 15 november 2002 tot 26 augustus 2005 (LS Cable & System Ltd is niet aansprakelijk voor de inbreuk wat betreft onderzeese (extra) hoogspanningskabels) aa) Taihan Electric Wire Co., Ltd: 15 november 2002 tot 26 augustus 2005 (Taihan Electric Wire Co., Ltd is niet aansprakelijk voor de inbreuk wat betreft onderzeese (extra) hoogspanningskabels) 2.5. Rechtsmiddelen (11) In het besluit worden de richtsnoeren inzake geldboeten van 2006 ( 1 ) en de clementieregeling van 2006 toegepast ( 2 ). 2.5.1. Basisbedrag van de geldboete (12) Om een aantal in het besluit uiteengezette redenen werden de verkoopcijfers voor het jaar 2004 gebruikt voor de vaststelling van de relevante waarde van de verkopen van de hierboven in punt 2.1 beschreven producten. (13) Omdat de verkopen van sommige ondernemingen in de EER hun aandeel in de inbreuk niet adequaat weergeven, paste de Commissie punt 18 van de richtsnoeren inzake geldboeten toe en wees zij de totale verkopen in de EER met betrekking tot de inbreuk aan elke onderneming toe volgens haar respectieve aandeel van de verkopen waarop de inbreuk betrekking heeft wereldwijd, met uitzondering van de verkopen in de Verenigde Staten. De verkopen in de Verenigde Staten werden uitgesloten omdat dit het enige gebied is waarvoor de Commissie over duidelijk bewijs beschikte dat het niet onder het nagenoeg wereldwijde kartel viel waarop het besluit betrekking heeft. (14) De moedermaatschappijen van de gemeenschappelijke ondernemingen werden aansprakelijk gesteld voor hun directe deelname aan het kartel voorafgaand aan de oprichting van de gemeenschappelijke ondernemingen en voor hun blijvende betrokkenheid via hun respectieve gemeenschappelijke ondernemingen nadat die waren opgericht. Om rekening te houden met de economische sterkte en het aandeel van elke moedermaatschappij van de gemeenschappelijke ondernemingen in de periode voorafgaand aan de oprichting van de gemeenschappelijke ondernemingen, werden de voor de gemeenschappelijke ondernemingen vastgestelde verkopen verdeeld onder de moedermaatschappijen in verhouding tot de individuele verkopen die elke moedermaatschappij had gerealiseerd in het volledige ondernemingsjaar voorafgaand aan de oprichting van hun gemeenschappelijke onderneming. (15) Rekening houdend met de aard van de inbreuken, hun geografische reikwijdte en het gecombineerde marktaandeel van de producenten werd het percentage voor het variabele bedrag van de geldboete en het aanvullende bedrag vastgesteld op 17 % van de waarden van de verkopen van Sumitomo, Hitachi, JPS, Furukawa, Fujikura, VISCAS, Showa, Mitsubishi, EXSYM, LS Cable, Taihan en de ondernemingen die gezamenlijk en hoofdelijk met hen aansprakelijk worden gesteld. Dit percentage werd vastgesteld op 19 % voor Nexans, Prysmian, ABB, Brugg, Sagem/ Silec, nkt en de ondernemingen die gezamenlijk en hoofdelijk met hen aansprakelijk werden gesteld. (16) Voor elke onderneming werd het basisbedrag vermenigvuldigd met het aantal jaren dat aan de inbreuk was deelgenomen, naar beneden afgerond op maandbasis, wat resulteerde in de volgende vermenigvuldigingsfactoren voor de duur van deelname: ABB AB, ABB Ltd 8,5 ( 1 ) PB C 210 van 1.9.2006, blz. 2. ( 2 ) PB C 298 van 8.12.2006, blz. 17.

17.9.2014 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 319/13 Brugg Kabel AG, Kabelwerke Brugg AG Holding 4,91 Nexans France SAS 8,16 Nexans SA 7,58 nkt cables GmbH, NKT Holding A/S 3,58 Prysmian Cavi e Sistemi S.r.l. 9,91 Pirelli & C. S.p.A. 6,41 Prysmian S.p.A. 3,5 The Goldman Sachs Group, Inc. 3,5 Safran SA 4 Silec Cable, SAS 0,91 Safran SA (moedermaatschappij) 0,057 General Cable Corporation 0,853 Sumitomo Electric Industries, Ltd voor de periode voorafgaand aan de gemeenschappelijke onderneming 2,58 Hitachi Metals, Ltd voor de periode voorafgaand aan de gemeenschappelijke onderneming 2,58 J-Power Systems Corporation, Sumitomo Electric Industries, Ltd, Hitachi Cable Ltd 6,5 Furukawa Electric Co. Ltd voor de periode voorafgaand aan de gemeenschappelijke onderneming 2,58 Fujikura Ltd voor de periode voorafgaand aan de gemeenschappelijke onderneming 2,58 VISCAS Corporation, Furukawa Electric Co. Ltd, Fujikura Ltd 7,25 SWCC SHOWA HOLDINGS CO., LTD. voor de periode voorafgaand aan de gemeenschappelijke onderneming 0,75 Mitsubishi Cable Industries, Ltd voor de periode voorafgaand aan de gemeenschappelijke onderneming 0,75 EXSYM Corporation, SWCC SHOWA HOLDINGS CO., LTD., Mitsubishi Cable Industries, Ltd 6,5 LS Cable & System Ltd 2,75 Taihan Electric Wire Co., Ltd 2,75 2.5.2. Aanpassingen van het basisbedrag (17) Op 24 januari 2007 werd ABB Ltd aansprakelijk gesteld voor een inbreuk op artikel 101 van het Verdrag in de beschikking van de Commissie in zaak COMP/F/38.899 Gasgeïsoleerd schakelmateriaal. Bijgevolg werd het basisbedrag van de geldboeten voor ABB en ABB Ltd verhoogd met een factor van 50 %. (18) Nexans, Pirelli/Prysmian, JPS, Sumitomo, Hitachi, Furukawa, Fujikura en VISCAS werden geacht te behoren tot de kerngroep van het kartel. Voor deze adressaten werden geen verzachtende omstandigheden vastgesteld. (19) Uit het bewijsmateriaal blijkt dat ABB, EXSYM, Sagem/Safran/Silec en Brugg in een andere mate betrokken waren dan de kerngroep, reden waarom zij een vermindering van de geldboete met 5 % kregen, gelet op hun wezenlijk kleinere betrokkenheid bij de inbreuk.

C 319/14 NL Publicatieblad van de Europese Unie 17.9.2014 (20) Uit het bewijsmateriaal blijkt dat Mitsubishi and Showa (voorafgaand aan de oprichting van EXSYM), LS Cable, Taihan en nkt in die mate betrokken waren dat zij konden worden beschouwd als kleinere bieders, reden waarom zij een vermindering van de geldboete met 10 % kregen, gelet op hun wezenlijk beperkte betrokkenheid bij de inbreuk. (21) Daarnaast kregen Mitsubishi en Showa, voor de periode voorafgaand aan de oprichting van EXSYM, LS Cable en Taihan een extra vermindering van 1 % voor hun gebrek aan besef van en aansprakelijkheid voor delen van de enkele en voortgezette inbreuk. (22) Mitsubishi kreeg een vermindering met 3 % van de geldboete die was vastgesteld voor de periode van haar eigen deelname aan de inbreuk, op grond van daadwerkelijke medewerking buiten het kader van de clementieregeling. 2.5.3. Toepassing van het 10 %-omzetplafond (23) De definitieve bedragen van de individuele geldboeten (vóór de toepassing van de clementieregeling van 2006) bedragen minder dan 10 % van de wereldwijde omzet voor alle ondernemingen. 2.5.4. Toepassing van de clementieregeling van 2006: vermindering van de geldboeten (24) ABB verstrekte als eerste onderneming inlichtingen en bewijsmateriaal die aan de voorwaarden van punt 8, onder a), van de clementieregeling van 2006 voldeden. De op te leggen geldboete werd met 100 % verminderd. (25) Uitsluitend op basis van bewijs dat door JPS, Sumitomo en Hitachi werd verstrekt, kon de Commissie aanvullende feiten vaststellen die het bestaan van het kartel bewijzen vanaf 18 februari 1999 tot 1 maart 2001. Overeenkomstig punt 26 van de clementiemededeling werd die periode daarom niet in aanmerking genomen voor JPS, Sumitomo en Hitachi bij de vaststelling van de geldboete. (26) Voor de rest van hun deelname aan het kartel kregen JPS, Sumitomo en Hitachi een vermindering van de geldboeten met 45 %. (27) De Commissie concludeerde dat Mitsubishi niet in aanmerking kwam voor een vermindering van de geldboeten. 2.5.5. Onvermogen om te betalen (28) Eén onderneming heeft zich beroepen op haar onvermogen om te betalen overeenkomstig punt 35 van de richtsnoeren inzake geldboeten van 2006. De Commissie onderzocht dit argument en analyseerde zorgvuldig de financiële situatie van de onderneming en de specifieke sociale en economische context. Op grond van die analyse wees de Commissie het argument af. 3. GELDBOETEN DIE BIJ HET BESLUIT ZIJN OPGELEGD (29) Voor de enkele en voortgezette inbreuk met betrekking tot de sector stroomkabels werden de volgende geldboeten opgelegd: ABB AB en ABB Ltd gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk: 0 EUR Brugg Kabel AG en Kabelwerke Brugg AG Holding gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk: 8 490 000 EUR Nexans France SAS en Nexans SA gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk: 65 767 000 EUR Nexans France SAS: 4 903 000 EUR nkt cables GmbH en NKT Holding A/S gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk: 3 887 000 EUR Prysmian Cavi e Sistemi S.r.l, Prysmian S.p.A. en The Goldman Sachs Group, Inc., gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk: 37 303 000 EUR Prysmian Cavi e Sistemi S.r.l. en Pirelli & C. S.p.A. gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk: 67 310 000 EUR Safran SA: 8 567 000 EUR Silec Cable, SAS en General Cable Corporation gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk: 1 852 500 EUR Silec Cable SAS en Safran SA gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk: 123 500 EUR Sumitomo Electric Industries, Ltd: 2 630 000 EUR

17.9.2014 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 319/15 Hitachi Metals, Ltd: 2 346 000 EUR J-Power Systems Corporation, Sumitomo Electric Industries, Ltd en Hitachi Metals, Ltd gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk: 20 741 000 EUR Furukawa Electric Co. Ltd: 8 858 000 EUR Fujikura Ltd: 8 152 000 EUR VISCAS Corporation, Furukawa Electric Co. Ltd en Fujikura Ltd gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk: 34 992 000 EUR SWCC SHOWA HOLDINGS CO., LTD.: 844 000 EUR Mitsubishi Cable Industries, Ltd: 750 000 EUR EXSYM Corporation, SWCC SHOWA HOLDINGS CO., LTD. en Mitsubishi Cable Industries, Ltd gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk: 6 551 000 EUR LS Cable & System Ltd: 11 349 000 EUR Taihan Electric Wire Co., Ltd: 6 223 000 EUR.