Operatie van het neustussenschot Septumcorrectie
Uw behandelend arts heeft voorgesteld om vanwege uw klachten een neusoperatie te laten verrichten. Deze folder geeft u informatie over wat de KNO-arts in CWZ met u bespreekt, zodat u zich kunt voorbereiden op het gesprek of na het gesprek alles nog eens rustig kunt nalezen. Welke functie heeft de neus? De neus is er zeker niet alleen voor de reuk, al is dit wel een belangrijk onderdeel van de functie. De neus is vooral een onderdeel van de luchtweg. In de neus wordt de ingeademde lucht verwarmd, bevochtigd en gereinigd. Zo wordt 90% van de deeltjes die onze lucht verontreinigen, door de neus weg gefilterd en onschadelijk gemaakt. De neus levert dus een bijdrage aan een zo goed mogelijke ademhaling. Daarnaast heeft de neus een belangrijke functie bij de stemvorming en verloopt de afvoer van traanvocht via de neus. Tenslotte is de uitwendige vorm van de neus ook een belangrijk aspect; hierdoor wordt het uiterlijk van iemand in belangrijke mate bepaald. Storingen in de neusfunctie De neusfunctie kan op veel manieren worden beïnvloed. Bijvoorbeeld door een verkoudheid of door een allergie of overgevoeligheid. Stoornissen in de functie van de neus kunnen vaak verergerd worden door een afwijking van het inwendige van de neus. Het meest voorkomend is een scheefstand van het neustussenschot (septum), dat de neushelften van elkaar scheidt. Deze afwijkende vorm van het neustussenschot komt zeer vaak voor en kan aanleiding geven tot een reeks van klachten, zoals bijvoorbeeld een gevoel van verstopping, een gestoorde ademhaling of hoofdpijn. Het rechtzetten van het neustussenschot; de zogenaamde septumcorrectie, komt dan ook veel voor. Deze ingreep heeft dus tot doel de functie van de neus te verbeteren. Waarom een septumcorrectie? Een septumcorrectie is een operatie waarbij het tussenschot in de neus recht wordt gezet. Het septum is het tussenschot dat de neus in tweeën deelt. Deze correctie wordt uitgevoerd als u door het scheve tussenschot last hebt van bijvoorbeeld neusverstopping, chronische verkoudheid of hoofdpijn. Voorbereiding neusoperatie Een goede verdoving bij een operatie is belangrijk, dus ook bij een operatie aan de neus. Deze operatie vindt onder volledige narcose plaats. Hierover kunt u meer lezen in de folder Verdoving (anesthesie) bij volwassenen. U wordt voor deze ingreep 2 dagen in het ziekenhuis opgenomen. Het secretariaat KNO regelt de opname- en operatieplanning. Op de polikliniek krijgt u onder voorbehoud de datum waarop de operatie gepland is. 2
Deze wordt ongeveer een week van tevoren schriftelijk bevestigd door het secretariaat KNO. Heeft u nog geen operatiedatum gekregen dan neemt het secretariaat KNO nog contact met u op. Voor de operatie en de anesthesie zijn meestal enige voorbereidingen noodzakelijk, dit wordt ook wel pre-operatief onderzoek of pre-operatieve voorbereiding genoemd. Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen of bent u onder controle van de trombosedienst? Meld dit dan aan uw behandelend arts in CWZ. Denk bij bloedverdunnende medicijnen aan bijvoorbeeld acenocoumarol of fenprocoumon en/of aspirine. Als u bekend bent bij de trombosedienst, neem uw doseerkaart altijd mee naar het ziekenhuis. Het kan zijn dat u tijdelijk moet stoppen met deze bloedverdunnende medicijnen. Uw behandelend arts vertelt u hoe lang u voor de ingreep of operatie met het innemen moet te stoppen en wanneer u weer kunt beginnen met de medicijnen. Als u medicijnen gebruikt of overgevoelig bent voor bijvoorbeeld jodium, verdovingsvloeistof, pleisters of andere stoffen meld dit dan aan de arts, de verpleegkundige of assistente van polikliniek. Meld ook als u een pacemaker (of een ICD) draagt. Meld ook of u preventief antibiotica nodig heeft. Spreekuur anesthesioloog De anesthesioloog schat in welke risico s in uw geval aan de operatie en de anesthesie verbonden zijn en hoe deze kunnen worden beperkt. Daarom heeft de doktersassistente een afspraak voor u op het spreekuur van de anesthesioloog gemaakt. In de folder Pre-operatief onderzoek/spreekuur anesthesioloog kunt u hierover meer lezen. De dag van de operatie Volgens de afspraken met de anesthesioloog op het anesthesiespreekuur blijft u nuchter (beperkt eten en drinken) en bent u eventueel gestopt met het innemen van (bloedverdunnende) geneesmiddelen. U meldt zich op het afgesproken tijdstip op de afdeling kort verblijf C42. Na een opnamegesprek met de verpleegkundige krijgt u de voorbereidende medicijnen voor de anesthesie (premedicatie). Het is belangrijk dat u voor de ingreep nog even plast, zodat de blaas leeg is. Wanneer u een kunstgebit en/of contactlenzen draagt moet u deze uitdoen. Ook mag u tijdens de operatie geen sieraden, make-up en nagellak dragen. Tijdens de operatie draagt u een operatiehemd dat u al vast aantrekt. Een verpleegkundige rijdt u met uw bed naar de voorbereidingsruimte van de operatieafdeling. Vervolgens krijgt u een infuus. U gaat naar de operatiekamer en schuift over op de operatietafel. Voordat de anesthesioloog u de narcosemiddelen via het infuus toedient, wordt eerst de bewakingsapparatuur aangesloten. Na toediening van een snelwerkend slaapmiddel bent u binnen een halve minuut in een diepe slaap. 3
De operatie De KNO-arts maakt een kleine snee aan de voorrand van het tussenschot (bij de neusgaten) en maakt het slijmvlies dat de binnenkanten van de neus bekleedt los. De arts herstelt de afwijking aan het tussenschot door een deel te verwijderen of de scheef gegroeide delen los te maken en recht te zetten. Hierna wordt het slijmvlies weer op zijn plaats gelegd en met hechtingen vastgezet. Vervolgens worden er twee tampons in de neus gestopt, tegen het bloeden en om het slijmvlies weer goed vast te laten groeien. De tampons blijven 1 dag in de neus zitten. Soms worden aan beide kanten van het tussenschot plastic plaatjes bevestigd, om alles goed op de plaats te houden. Er wordt uitsluitend geopereerd aan de binnenkant van de neus, er zijn dus geen zichtbare littekens te verwachten. Vaak worden aan de buitenzijden van de neus nog enige pleisters met een gaasje aangebracht om het wondvocht op te vangen. Na de operatie Na de ingreep onder narcose blijft u in de uitslaapruimte (verkoeverkamer) van de operatieafdeling tot u goed wakker bent. Daarna haalt een verpleegkundige van de verpleegafdeling u weer op. Van de tampons krijgt u een drukkend gevoel in de neus en soms wat hoofdpijn. U kunt niet door de neus ademen en krijgt daardoor een droge mond. Ook is het mogelijk dat uw ogen tranen. De onderkant van de neus is bedekt met een gaasje. De verpleegkundige verschoont dit regelmatig. In het belang van een goede genezing mag u de eerste uren na de operatie niet uit bed (bedrust). Uw hoofd rust op een groot en een klein kussen. Als het drinken, eten en urineren goed gaat, verwijdert de verpleegkundige het infuus. Wanneer u weer trek heeft, mag u gewoon eten. Het eten en drinken moeten echter wel afgekoeld zijn. U mag uit bed maar moet nog wel rustig aan doen. De dag van de operatie mag u meestal naar huis, tenzij er andere afspraken met u zijn gemaakt. De volgende ochtend worde de tampons uit de neus verwijderd. Hierna moet u 30 minuten op bed blijven liggen. U mag de neus wel ophalen, maar niet snuiten. Het ontslag naar huis wordt voorbereid. Bij ontslag krijgt u een afspraak mee voor een controlebezoek aan de polikliniek. Als u plastic plaatjes aan weerszijde van het tussenschot heeft, worden deze na ongeveer 1 tot 2 weken verwijderd. Na de operatie kan er wat zwelling en een blauwe verkleuring van de gezichtshuid en de oogleden optreden, vooral als er aan het uitwendige van de neus geopereerd is. Dit is het gevolg van kleine onderhuidse bloeduitstortingen en gewoonlijk verdwijnt dit binnen enkele dagen. De pijn na de operatie is meestal gering en altijd goed met pijnstillers te bestrijden. In de neus en omgeving kan een doof gevoel optreden omdat kleine zenuwen zijn uitgeschakeld. Dit verdwijnt vanzelf, het normale gevoel komt terug binnen enkele weken tot maanden. 4
Nabehandeling neus na neusoperatie Uw behandelend KNO-arts heeft u voor de operatie al een recept meegegeven voor een neuszalf (STB wonddressing nasale zalf) en het advies gegeven een Nasofree neusdouche te gebruiken voor de nabehandeling na de neusoperatie. Hieronder staat de uitleg voor het gebruik. Wij adviseren u om de dag na de operatie te starten met het gebruik van de neusdouche en de zalf. De neusdouche en de neuszalf beiden 2 keer per dag gedurende 2 weken gebruiken. Gebruiksaanwijzing Nasofree neusdouche (voor een videohandleiding kijkt u op www.nasofree.nl) 1. Leeg 1 sachet nasaal spoelzout in de neusdouche en vul deze met lauwwarm water (tot streepje maximaal ). Het water dat u gebruikt mag gekookt worden, maar dat hoeft niet. West-Europees kraanwater is in principe voldoende schoon. Voor gebruik schudt u de neusdouche een beetje. Zorgt u ervoor dat u een tissue of stukje keukenrol bij de hand hebt om gedurende het neusspoelen uw neus af te vegen. 2. Buig een beetje voorover en plaats de neusdouche schuin (in een hoek van ongeveer 45 graden) in één van uw neusgaten (zie foto). 3. Knijp rustig in de neusdouche en laat na het knijpen het nasaal spoelzout uit uw neus stromen. Het nasaal spoelzout kan zowel via hetzelfde neusgat (bij ernstig verstopte neus) als via het andere neusgat naar buiten stromen. Plaats de tip van de neusdouche in het andere neusgat en herhaal deze gang van zaken totdat de neusdouche leeg is. Door rustig te knijpen voorkomt u dat er nasaal spoelzout in uw keelholte terecht komt. Mocht dat wel voorkomen, is dat niet schadelijk en spuugt u het gewoon uit. Gebruiksaanwijzing STB zalf voor de neus Wat is STB wonddressing nasale zalf? STB zalf is een wondverbandmiddel dat speciaal is ontwikkeld voor de behandeling van chronische oppervlakkige wonden en wonden/ beschadigde slijmvliezen in holten (bijvoorbeeld oor of neus). Geadviseerd wordt om STB wonddressing nasale zalf tenminste 2 weken te gebruiken. 5
STB wonddressing vormt een beschermend laagje over het beschadigde slijmvlies, waardoor bacteriën van buitenaf zoveel mogelijk worden tegengehouden en een vochtig wondmilieu ontstaat. Ook wordt korstvorming voorkomen (of bestaande korsten verweken) waardoor een snel herstel wordt ondersteund. Hoe gebruikt u STB zalf? Wij adviseren u na uw neusoperatie om 2 keer per dag in beide neusgaten een beetje zalf aan te brengen met een wattenstokje en dit vervolgens door de neus te masseren. Geadviseerd wordt om de STB zalf tenminste 2 weken te gebruiken. Richtlijnen voor de eerste 2 weken thuis Voorkomen van drukverhoging in de neus De eerste 2 weken na de operatie moet u voorkomen dat er drukverhoging in de neus ontstaat. Dit kunt u voorkomen door: Niet te bukken, te tillen en te persen; U mag de neus niet snuiten wel zachtjes ophalen; Niezen met de mond open. Als u veel moet niezen, kunt u hiervoor een geneesmiddel aan de huisarts vragen. Voorkomen van bloedvatverwijding Door warmte ontstaat verwijding van de bloedvaten waardoor een bloeding kan optreden. U kunt dit voorkomen door: Niet te heet te douchen; Eten en drinken iets te laten afkoelen; Geen gebruik te maken van sauna en/of zonnebank; De eerste drie dagen niet in de zon te gaan lopen of zitten. Bij een neusbloeding neemt u contact op met de polikliniek KNO, telefoon (024) 365 82 25 of buiten kantooruren met de afdeling Spoedeisende hulp (SEH) van CWZ, telefoon (024) 365 83 22. Pijnbestrijding Een goede pijnbestrijding is belangrijk voor het genezingsproces. Daarom is het raadzaam dat u de eerste 2 dagen de pijn met pijnstillers onderdrukt en dit langzaam afbouwt. Dit doet u als volgt; De eerste 2 dagen 4 keer per dag - om de 6 uur - 2 tabletten paracetamol van 500 mg. Dan 2 dagen 4 keer per dag - om de 6 uur - 1 tablet paracetamol van 500 mg. Daarna stopt u en gebruikt alleen zonodig bij pijn 2 tabletten paracetamol van 500 mg. (maximaal 4 keer per dag). Wanneer u weer kunt gaan werken, naar school gaan of sporten overlegt u met de KNO-arts bij de eerstvolgende controle op de poli. 6
Treden er ondanks de richtlijnen problemen of bijzonderheden op die niet kunnen wachten tot de eerstvolgende controle bij de KNO-arts dan kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de polikliniek KNO. Is er kans op een complicatie? Bij iedere operatie, ook een operatie aan de neus, is er sprake van enig risico. Er kan bijvoorbeeld een infectie optreden of een onverwachte bloeding. In de praktijk zijn complicaties bij een neusoperatie zeldzaam. Vragen? Als u na het lezen van de informatie nog vragen heeft, schrijf deze dan op of vraag iemand met u mee te gaan. De KNO-arts beantwoordt graag uw vragen over uw reuk en/of neusklachten en de behandeling daarvan. De anesthesioloog zal de vragen over de anesthesie beantwoorden. Voor vragen over de operatie, de opname en de nazorg kunt u bij de verpleegkundige terecht. Bericht van verhindering Bent u op het afgesproken tijdstip verhinderd, meldt u dit dan zo snel mogelijk aan het secretariaat KNO. Er kan dan nog een andere patiënt in uw plaats gepland worden. Telefoon: (024) 365 87 11. U kunt het secretariaat ook e-mailen: secretariaat.kno@cwz.nl 7
G437-A / 09-18 Adres en telefoonnummer Canisius Wilhelmina Ziekenhuis Weg door Jonkerbos 100 6532 SZ Nijmegen Polikliniek KNO (B66) Telefoon (024) 365 82 25 Afdeling kort verblijf (C42) Telefoon (024) 365 77 40 Website: www.kno.cwz.nl 8