Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar; deze worden jaarlijks aangepast.

Vergelijkbare documenten
Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar; deze worden jaarlijks aangepast.

Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar; deze worden jaarlijks aangepast.

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar; deze worden jaarlijks aangepast.

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar. Deze worden jaarlijks aangepast.

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

55 0,738 0, ,783 0, ,831 0, ,882 0, ,939 0, ,000 1,000

55 0,755 0, ,797 0, ,842 0, ,891 0, ,943 0, ,000 1,000

55 0,718 0, ,765 0, ,816 0, ,872 0, ,933 0, ,000 1,000

AFKOOP- EN FLEXIBILISERINGSFACTOREN 2018 STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE GROLSCHE BIERBROUWERIJ VERSIE 2018

AFKOOP- EN FLEXIBILISERINGSFACTOREN 2019 STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE GROLSCHE BIERBROUWERIJ VERSIE 2019

REKENREGELS BEHOREND BIJ DE UITVOERINGSREGELING PENSIOENREGLEMENT 2006 FLEXIBILISERINGSFACTOREN 2015

Bijlage 1 t/m 4. Pensioenreglement voor deelnemers geboren voor 1 januari Stichting Pensioenfonds SCA. 1 januari 2014 t/m 31 december 2016

bijlagen 2014 behorende bij het pensioenreglement

bijlagen 2013 behorende bij het pensioenreglement


Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2018

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2019

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2018

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2019

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2017 (concept)

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2017 (concept)

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december Duidelijk over dadelijk

Flexibele elementen/ factoren (versie 2013) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2016 tot en met 31 december Duidelijk over dadelijk

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 TRANSPARANT OVER ELKE FASE

Flexibele elementen/ factoren (versie 2012) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2016 (concept)

Flexibele elementen/ factoren (versie 2015) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

BIJLAGENREGLEMENT BIJ PENSIOENREGLEMENT 2016 VAN PENSIOENSTICHTING TRANSPORT

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas. Tabellenboek 2015 Versie 1

Flexibele elementen/ factoren (versie 2013) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Flexfactoren reglement

Flexfactoren reglement

Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Flexfactoren reglement

GE European Pension Fund. Artesia Sectie

brochure pensioen in zicht Pensioen in zicht

In reglement IV zijn de volgende flexibiliseringsmogelijkheden opgenomen:

Stichting Pensioenfonds PepsiCo Nederland. Bijlage Flexibiliserings- en afkoopfactoren en kerncijfers Stichting Pensioenfonds PepsiCo Nederland

1 januari 2014 Bijlage bij het (Vroeg)pensioenreglement

Stichting Pensioenfonds ANWB. Tabellenboek 2018

Stichting Pensioenfonds ANWB. Tabellenboek 2019

Uitvoeringsrichtlijn betreffende de Flexibiliseringmogelijkheden

Het in dit memo vermelde is van toepassing op de volgende omzettingsmogelijkheden:

De in deze bijlage opgenomen factoren gelden vanaf 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017.

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging

Ruil- en afkoopfactoren

Pensioenreglement I Abbott Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland

Stichting Pensioenfonds ANWB. Tabellenboek 2017

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

Bijlage Pensioenreglement: vervroegings-, uitstel- en uitruilfactoren en afkoopvoeten

Aanvulling 1 op Pensioenreglement 2011

Bijlage I: Actuariële grondslagen flexibiliseringsfactoren per 1 januari 2018

F L E X I B I L I S E R I N G S - E N U I T R U I L F A C T O R E N P E R 1 J A N U A R I

Bijlage 2: Actuariële factoren

Bijlage 2: Actuariële factoren

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2016

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2015

Het in dit memo vermelde is van toepassing op de volgende omzettingsmogelijkheden:

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. AT&T Pensioenreglement. Bijlage met tabellen

Bijlage percentages en bedragen

Actuariële factoren vanaf 1 januari 2017

Het in dit memo vermelde is van toepassing op de volgende omzettingsmogelijkheden:

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN

2 februari Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 T.a.v. de huidige directie Postbus EB AMSTERDAM

Bijlage 2: Actuariële factoren

Bijlage 2: Actuariële factoren

Bijlage 2: Actuariële factoren

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. AT&T Pensioenreglement. Bijlage met tabellen

Stichting Pensioenfonds Ford Nederland Pensioenreglement

Middelloonregeling met voorwaardelijke toeslag. Een uitkeringsovereenkomst, ook wel Defined Benefit genoemd.

Bijlage 1 behorende bij het pensioenreglement d.d. 1 januari 2017 van de Stichting Pensioenfonds ERIKS

Aanvulling 3 op het Pensioenreglement 2011

Aanvulling 1 op het Pensioenreglement 2015

JE TIJD ANDERS INDELEN

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging

Samenvatting DEPF reglementen

Verhoging pensioen tot 72 jaar (Hoog-laagregeling), op leeftijd 65. Ouderdomspensioen van 65 tot 72 jaar

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. Pensionering

Bijlage 1 Tabellenboek met voorbeelden Let op! MijnABP Let op! Inhoudsopgave Bijlage 1

OEFENOPGAVEN Voorzieningen en pensioenen (toets 2)

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

Bijlage 1 Tabellenboek met voorbeelden Let op! MijnABP Let op! Inhoudsopgave Bijlage 1

Flexfactoren 2019 Voorbeelden van flexibele mutaties. Pensioenfonds Avebe

OMZETTINGSFACTOREN UITRUIL- EN AFKOOPVOETEN 2016 UITRUIL- EN AFKOOPVOETEN 2016

Uitvoeringsrichtlijn betreffende de Flexibiliseringmogelijkheden

Vanaf datum van indiensttreding bij de werkgever.

Variatie in hoogte ouderdomspensioen en partnerpensioen. Waardeoverdracht. Tijdpad

Flexibilisering en afkoop van pensioen

Transcriptie:

Bijlage met tarieven, afkoopfactoren en voorwaarden pensioenreglement B: 1. bepaling van de fiscale ruimte als bedoeld in artikel 13 lid 7; 2. tarieven voor aankoop pensioen als bedoeld in de artikelen 15, 16 en 16a; 3. de voorwaarden voor deeltijdpensioen als bedoeld in artikel 19; 4. de sekseneutrale vervroegingsfactoren voor levenslang ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 18; 5. de sekseneutrale factoren met betrekking tot variatie in hoogte van het pensioen als bedoeld in artikel 20; 6. de sekseneutrale factoren met betrekking tot uitruil van nabestaandenpensioen in ouderdomspensioen en omgekeerd als bedoeld in artikel 21; 7. de sekseneutrale afkoopfactoren bij ingang ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 32 lid 4; 8. de sekseneutrale afkoopfactoren voor direct ingaand nabestaandenpensioen als bedoeld in artikel 32 lid 5; 9. de sekseneutrale afkoopfactoren voor direct ingaand wezenpensioen als bedoeld in artikel 32 lid 5; 10. afkoop kleine niet ingegane pensioenaanspraken als bedoeld in artikel 23 lid 8 en artikel 26 lid 5; De voorwaarden en beleidsuitgangspunten voor de bepaling van de tabellen als hieronder weergegeven gelden tot het moment waarop het bestuur besluit deze te wijzigen. De tarieven en factoren uit onderstaande tabellen die wijzigen op basis van externe factoren, waaronder begrepen overlevingstafels van het actuarieel genootschap kunnen bij wijziging van die externe factoren, na consultatie van de actuaris, worden vastgesteld door de directeur als bedoeld in artikel 5 van de statuten van de stichting. De directeur draagt er zorg voor dat de meest recente tabellen zijn gepubliceerd op de website van het fonds. De directie stelt het bestuur op de eerste volgende bestuursvergadering na de aanpassing in kennis van de wijziging van een tabel. 1. Bepaling van de fiscale ruimte als bedoeld in artikel 13 lid 7 Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar; deze worden jaarlijks aangepast. De premiegrondslag bestaat uit vier delen: Premiegrondslag A: De pensioengrondslag, zoals deze voor de deelnemer in de basispensioenregeling in aanmerking wordt genomen. De pensioengrondslag wordt berekend door het jaarsalaris te verminderen met de franchise (2016: 11.768). Onder het jaarsalaris wordt verstaan: twaalf maal het bruto maandsalaris te vermeerderen met de vakantietoeslag van 8% waarbij het salaris gemaximeerd is op 52.763 (2016). De ruimte die er volgens de Wet LB is in het opbouwpercentage wordt in deze grondslag benut. Dit komt neer op 0,008% (1,788 % - 1,78%) maal de grondslag die van toepassing is in de middelloonregeling minus de franchise van de middelloonregeling. Deze 0,008% komt overeen met 0,45% (0,008/1,788) van de fiscaal maximale staffel. Ruimte wordt afgeleid van staffel 2, tabel 3 van bijlage I van het betreffende Besluit d.d. 17 december 2014 Nr. BLKB2014/2132M. Premiegrondslag B: De franchise die van toepassing is in de basisregeling minus de franchise die volgens de Wet LB minimaal in aanmerking moet worden genomen. De ruimte die de franchise biedt, wordt in deze grondslag benut. Over het verschil van 34 kan conform de maximale beschikbare premiestaffel premie worden ingelegd. Bijlage Provisum-reglement B 16-9-2016.docx 1

Premiegrondslag C: De staffel in het excedentreglement over de excedent-pensioengrondslag (dat is de pensioengrondslag boven het maximale loon waarover in de basisregeling pensioen wordt opgebouwd (2016: 52.763), die is afgeleid van bijlage IV tabel 3, staffel 2), is voor deelnemers vanaf 55 jaar lager dan de fiscaal toegestane staffel (bijlage I tabel 3, staffel 2). Over het verschil is er fiscale ruimte als percentage over de excedentgrondslag. Premiegrondslag D: Niet over alle salarisemolumenten wordt pensioen opgebouwd. Over de delen tot 101.519 inclusief het jaarsalaris, waar geen pensioen wordt opgebouwd, is de fiscale ruimte 100% van de netto staffel. Onderstaand is in een tabel de premie weergegeven als een percentage van de betreffende grondslag. Hierbij geldt dat voor degene die minder werkt dan het gebruikelijke aantal arbeidsuren onderstaande percentages nog vermenigvuldigd worden met de parttimefactor. Netto staffel betreft fiscale ruimte Maximale staffel Excedenttoezegging Wg Grondslag A Grondslag B Grondslag C Grondslag D op basis van 1,788% middelloon tabel 3, staffel 2 over grondslag boven 52.763 over basis pensioengrondslag 0,45% over 34 over grondslag boven 52.763 over salaris waar middelloon en excedent geen pensioen over opbouwt 20-24 4,4 6,0 0,02 4,4 0,0 4,4 25-29 5,4 6,9 0,02 5,4 0,0 5,4 30-34 6,6 8,0 0,03 6,6 0,0 6,6 35-39 8,0 9,3 0,04 8,0 0,0 8,0 40-44 9,8 10,9 0,04 9,8 0,0 9,8 45-49 11,9 12,6 0,05 11,9 0,0 11,9 50-54 14,6 14,7 0,07 14,6 0,0 14,6 55-59 18,1 17,3 0,08 18,1 0,8 18,1 60-64 22,5 20,6 0,10 22,5 1,9 22,5 65 t/m 66 26,5 23,4 0,12 26,5 3,1 26,5 Bijlage Provisum-reglement B 16-9-2016.docx 2

2. Aankoop extra pensioen als bedoeld in de artikelen 15 en 16 Uitgesteld pensioen Direct ingaand pensioen OP OP + 70% latent NP OP NP OP + 70% latent NP 55 10,708 12,304 55 20,639 20,602 22,178 56 11,003 12,640 56 20,237 20,203 21,815 57 11,308 12,985 57 19,824 19,796 21,443 58 11,625 13,340 58 19,402 19,379 21,061 59 11,954 13,707 59 18,970 18,954 20,668 60 12,295 14,085 60 18,527 18,519 20,265 61 12,651 14,476 61 18,076 18,076 19,853 62 13,022 14,881 62 17,615 17,625 19,429 63 13,410 15,300 63 17,144 17,165 18,996 64 13,816 15,736 64 16,663 16,695 18,551 65 14,244 16,189 65 16,174 16,219 18,097 66 14,700 16,655 66 15,682 15,728 17,625 67 15,182 17,143 67 15,182 15,229 17,143 Vorenstaande sekseneutrale tarieven per 1 aan pensioen gelden bij de aanwending bij de stichting van pensioenkapitaal individuele vrijwillige regeling, excedent B reglement of levensloopregeling, als bedoeld in de artikelen 15 en 16 van dit reglement. Bij aankoop van pensioen op een tussengelegen tijdstip wordt een tussenliggende waarde gehanteerd die actuarieel wordt vastgesteld. Voor bepaling van de aankoopbedragen wordt op het tarief een opslag gehanteerd van: - de excassopslag zoals gehanteerd volgens de Abtn (exc. opslag 2,05%). Factoren pensioenknip (tijdelijke regeling) als bedoeld in artikel 16a De hoogte van het tijdelijk pensioen is gelijk aan het levenslang pensioen dat op pensioendatum zou worden toegekend. Aan het beschikbaar kapitaal wordt een bedrag onttrokken voor de koopsom van het tijdelijk ouderdomspensioen van die hoogte met een bijbehorend nabestaandenpensioen. Voor de aankoop van het tijdelijk pensioen zijn de volgende factoren van toepassing. OP OP + 70% latent NP 55 20,639 22,178 56 20,237 21,815 57 19,824 21,443 58 19,402 21,061 59 18,970 20,668 60 18,527 20,265 61 18,076 19,853 62 17,615 19,429 63 17,144 18,996 64 16,663 18,551 65 16,174 18,097 66 15,682 17,625 67 15,182 17,143 Bijlage Provisum-reglement B 16-9-2016.docx 3

3. Deeltijdpensioen De voorwaarden voor deeltijdpensioen als bedoeld in artikel 19 zijn als volgt: 1. voor het gedeelte van het dienstverband dat in stand blijft geldt voorzetting van de pensioenopbouw tot de pensioendatum onder hantering van de regels die gelden voor parttimers; 2. voor het gedeelte van het dienstverband waarvoor vervroegd met pensioen gegaan wordt gelden de factoren voor vervroeging van de pensioendatum als hieronder vastgesteld, waarbij het evenredige gedeelte van het latente nabestaandenpensioen, behoudens uitruil volgens de factoren voor uitruil als hieronder vastgesteld, wordt gesteld op het bedrag dat op de datum van vervroegde (deel)pensionering is opgebouwd; 3. variabel ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 20 is eerst mogelijk op het tijdstip waarop het gehele pensioen ingaat. 4. Vervroeging pensioeningang Met betrekking tot de vervroeging van de pensioendatum als bedoeld in artikel 18 gelden de volgende sekseneutrale vervroegingsfactoren voor levenslang ouderdomspensioen. (Vervroegde) Vervroegingsfactor (geboren voor of op): pensioenleeftijd 31-3-1952 30-4-1954 vanaf 1-5-1954 55 0,493 0,488 0,486 56 0,519 0,514 0,512 57 0,548 0,542 0,540 58 0,579 0,573 0,571 59 0,612 0,606 0,603 60 0,649 0,642 0,639 61 0,688 0,681 0,677 62 0,731 0,724 0,719 63 0,778 0,771 0,765 64 0,830 0,822 0,816 65 0,887 0,878 0,871 66 0,940 0,940 0,932 67 1,000 1,000 1,000 In verband met pensioenomzettingen in het verleden (van 65 naar 67 jaar) wordt bij de vaststelling van de vervroegingsfactoren rekening gehouden met een minimum toetswaarde. Een factor van bijvoorbeeld 0,778 (63 jaar; geboren voor of op 31-3-1952) houdt in dat een op de vervroegde pensioenleeftijd opgebouwd levenslang ouderdomspensioen van 1.000 ingaand op 67 jaar, kan worden ingeruild voor een ouderdomspensioen van 778 ingaand op de vervroegde pensioenleeftijd. Bij vervroeging op een tussengelegen tijdstip wordt een tussenliggende waarde gehanteerd die actuarieel wordt vastgesteld. Het latente nabestaandenpensioen ondergaat geen wijziging bij vervroeging en blijft dus gebaseerd op hetgeen op het moment van de vervroegde pensionering is opgebouwd. Bijlage Provisum-reglement B 16-9-2016.docx 4

5. Variabel pensioen Met betrekking tot de variatie in hoogte van het pensioen in artikel 20 gelden de volgende gemiddelde sekseneutrale factoren. Tot AOW-leeftijd Tot AOW-leeftijd + 5 jr (Vervroegde) 75/ 100/ 75/ 100/ pensioenleeftijd 100 75 100 75 55 0,853 1,149 0,890 1,102 56 0,847 1,157 0,886 1,107 57 0,840 1,166 0,881 1,113 58 0,834 1,176 0,876 1,119 59 0,826 1,187 0,870 1,126 60 0,819 1,199 0,865 1,133 61 0,811 1,212 0,858 1,141 62 0,801 1,229 0,851 1,152 63 0,787 1,254 0,839 1,168 64 0,772 1,285 0,826 1,188 65 0,000 0,000 0,814 1,207 Bij de variatie laag/hoog houdt een factor van 0,876 tot 5 jaar na AOW-leeftijd in dat een op de betreffende (vervroegde) pensioenleeftijd direct ingaand gelijkblijvend ouderdomspensioen van 1.000 kan worden ingeruild voor een ouderdomspensioen van 876 tot 5 jaar na AOW-leeftijd, dat daarna wordt verhoogd tot 100/75 e van deze 876. Bij de variatie hoog/laag houdt een factor van 1,176 tot AOW-leeftijd in dat een op de betreffende (vervroegde) pensioenleeftijd direct ingaand gelijkblijvend ouderdomspensioen van 1.000 kan worden ingeruild voor een ouderdomspensioen van 1.176 tot AOW-leeftijd, dat daarna wordt verlaagd tot 75% van deze 1.176. Bij variatie in hoogte pensioen op een tussengelegen tijdstip wordt een tussenliggende waarde gehanteerd die actuarieel wordt vastgesteld. Het latente nabestaandenpensioen ondergaat geen wijziging bij een keuze voor variatie in hoogte en blijft dus gebaseerd op hetgeen op het moment van de (vervroegde) pensionering is opgebouwd. Met betrekking tot het bij hoog/laag en laag/hoog buiten aanmerking blijvende uitkering (AOW-variatie) als bedoeld in artikel 20 geldende de volgende gemiddelde sekseneutrale factoren. Factor 55 1,096 56 0,977 57 0,863 58 0,754 59 0,650 60 0,551 61 0,458 62 0,361 63 0,248 64 0,136 65 0,042 66 0,000 Bijlage Provisum-reglement B 16-9-2016.docx 5

Een factor 0,551 betekent dat ter verkrijging van 1.000 extra uitkering tot AOW-leeftijd 551 uitgesteld ouderdomspensioen dient te worden ingeruild. Bij een tijdelijke verhoging van het pensioen op een tussengelegen tijdstip wordt een tussenliggende waarde gehanteerd die actuarieel wordt vastgesteld. Indien voor een extra uitkering wordt gekozen, naast de variatie hoog/laag of laag/hoog, wordt eerst de extra uitkering vastgesteld en vervolgens de hoog/laag of laag/hoog factoren toegepast op het verlaagde ouderdomspensioen. 6. Uitruil OP/NP Met betrekking tot de uitruil van nabestaandenpensioen in ouderdomspensioen en omgekeerd als bedoeld in artikel 21 gelden de volgende sekseneutrale factoren. Uitruil op pensioendatum (Vervroegde) pensioenleeftijd Omzetting NP in OP Omzetting OP in NP 55 0,097 8,503 56 0,102 8,118 57 0,106 7,749 58 0,111 7,395 59 0,117 7,056 60 0,122 6,728 61 0,128 6,416 62 0,134 6,117 63 0,141 5,827 64 0,148 5,547 65 0,155 5,280 66 0,162 5,052 67 0,169 4,833 Uitruil op ontslagdatum Omzetting NP in OP Omzetting OP in NP 20 0,139 5,816 21 0,140 5,743 22 0,142 5,671 23 0,144 5,601 24 0,146 5,531 25 0,148 5,461 26 0,150 5,395 27 0,151 5,328 28 0,153 5,265 29 0,155 5,203 30 0,157 5,143 31 0,159 5,083 32 0,161 5,026 33 0,162 4,969 34 0,164 4,916 35 0,166 4,865 Bijlage Provisum-reglement B 16-9-2016.docx 6

36 0,168 4,816 37 0,169 4,768 38 0,171 4,723 39 0,172 4,680 40 0,174 4,638 41 0,175 4,600 42 0,177 4,565 43 0,178 4,532 44 0,179 4,500 45 0,180 4,474 46 0,181 4,449 47 0,182 4,428 48 0,183 4,411 49 0,184 4,395 50 0,184 4,381 51 0,185 4,369 52 0,185 4,361 53 0,185 4,358 54 0,186 4,356 55 0,186 4,358 56 0,185 4,363 57 0,185 4,372 58 0,185 4,386 59 0,184 4,405 60 0,183 4,427 61 0,182 4,457 62 0,181 4,492 63 0,179 4,533 64 0,177 4,580 65 0,175 4,636 66 0,172 4,728 67 0,169 4,833 Deze tabellen gelden v.a. 1 juli 2016 en zijn gebaseerd op een vaste rekenrente van 3%. Bij omzetting NP in OP op pensioendatum houdt een factor van 0,117 in dat voor een 30-jarige een op de (vervroegde) pensioenleeftijd latent nabestaandenpensioen van 1.000 kan worden uitgeruild tegen een direct ingaand levenslang ouderdomspensioen van 117. Bij omzetting NP in OP op ontslagdatum houdt een factor van 0,157 in dat een latent nabestaandenpensioen van 1.000 kan worden uitgeruild tegen een uitgesteld levenslang ouderdomspensioen van 157. Bij omzetting OP in NP op pensioendatum houdt een factor van 7,749 in dat een direct ingaand levenslang ouderdomspensioen van 1.000 op de (vervroegde) pensioenleeftijd kan worden uitgeruild tegen een latent nabestaandenpensioen van 7.749. Bij omzetting OP in NP op ontslagdatum houdt een factor van 5,143 in dat een uitgesteld levenslang ouderdomspensioen van 1.000 op de (vervroegde) pensioenleeftijd kan worden uitgeruild tegen een latent nabestaandenpensioen van 5.143.Bij uitruil op een tussengelegen tijdstip wordt een tussenliggende waarde gehanteerd die actuarieel wordt vastgesteld. Het nabestaandenpensioen na uitruil kan nooit meer bedragen dan 70% van hetgeen fiscaal op de pensioeningangsdatum als pensioengevend loon in aanmerking kan worden genomen. Bijlage Provisum-reglement B 16-9-2016.docx 7

7. Afkoop kleine pensioenen bij ingang ouderdomspensioen Ten aanzien van een afkoop als bedoeld in artikel 32 lid 4 gelden de volgende sekseneutrale afkoopfactoren. OP latent NP 55 20,639 2,197 56 20,237 2,255 57 19,824 2,313 58 19,402 2,370 59 18,970 2,427 60 18,527 2,483 61 18,076 2,538 62 17,615 2,592 63 17,144 2,645 64 16,663 2,698 65 16,174 2,747 66 15,682 2,777 67 15,182 2,802 Een factor OP van 17,144 betekent dat 100 direct ingaand ouderdomspensioen kan worden afgekocht door een uitkering van 1.714,40. Bij afkoop op een tussengelegen tijdstip wordt een tussenliggende waarde gehanteerd die actuarieel wordt vastgesteld. 8. Afkoop nabestaandenpensioen bij ingang Voor de afkoop van direct ingaand levenslang nabestaandenpensioen als bedoeld in artikel 32 lid 5 gelden de volgende sekseneutrale afkoopfactoren. 18 29,712 43 24,692 19 29,578 44 24,399 20 29,448 45 24,097 21 29,307 46 23,787 22 29,161 47 23,468 23 29,009 48 23,142 24 28,853 49 22,806 25 28,692 50 22,461 26 28,526 51 22,107 27 28,353 52 21,744 28 28,175 53 21,373 29 27,991 54 20,992 30 27,801 55 20,602 31 27,605 56 20,203 Bijlage Provisum-reglement B 16-9-2016.docx 8

32 27,402 57 19,796 33 27,192 58 19,379 34 26,976 59 18,954 35 26,752 60 18,519 36 26,521 61 18,076 37 26,283 62 17,625 38 26,038 63 17,165 39 25,785 64 16,695 40 25,523 65 16,219 41 25,254 66 15,728 42 24,977 67 15,229 Bij afkoop op een tussengelegen tijdstip wordt een tussenliggende waarde gehanteerd die actuarieel wordt vastgesteld. Een factor van 17,165 betekent dat 100 direct ingaand nabestaandenpensioen kan worden afgekocht door een uitkering van 1.716,50. 9. Afkoop wezenpensioen 0 18,602 14 10,794 1 18,145 15 10,103 2 17,674 16 9,391 3 17,190 17 8,658 4 16,690 18 7,903 5 16,176 19 7,125 6 15,646 20 6,324 7 15,101 21 5,498 8 14,539 22 4,648 9 13,960 23 3,773 10 13,364 24 2,871 11 12,750 25 1,942 12 12,117 26 0,985 13 11,466 27 0,000 Bij afkoop op een tussengelegen tijdstip wordt een tussenliggende waarde gehanteerd die actuarieel wordt vastgesteld. Een factor van 11,466 betekent dat 100 direct ingaand wezenpensioen kan worden afgekocht door een uitkering van 1.146,60. 10. Afkoop kleine niet ingegane pensioenaanspraken De afkoopfactoren bij afkoop van nog niet ingegane pensioenaanspraken in enig jaar als bedoeld in artikel 23 lid 8 en artikel 26 lid 5 zijn gelijk aan de koopsomfactoren die in dat jaar worden gehanteerd in de pensioenadministratie van de stichting, waarbij zowel voor mannen als voor vrouwen een op het fonds Bijlage Provisum-reglement B 16-9-2016.docx 9

gebaseerd sekseneutraal tarief wordt toegepast. Deze factoren worden maandelijks aangepast en zijn op te vragen bij het pensioenbureau van Provisum op pensioenbureau@provisum.nl danwel bij Provisum Postbus 7873-1008 AB Amsterdam. Vanaf 1 juli 2016 bedragen de betreffende afkoopfactoren: en bijzonder nabestaandenpensioen als bedoeld in artikel 23 lid 8 20 0,871 44 2,223 21 0,908 45 2,297 22 0,947 46 2,373 23 0,987 47 2,449 24 1,029 48 2,526 25 1,073 49 2,603 26 1,118 50 2,681 27 1,165 51 2,759 28 1,214 52 2,837 29 1,264 53 2,914 30 1,316 54 2,990 31 1,370 55 3,064 32 1,426 56 3,134 33 1,483 57 3,202 34 1,542 58 3,267 35 1,603 59 3,329 36 1,666 60 3,389 37 1,730 61 3,443 38 1,796 62 3,493 39 1,863 63 3,538 40 1,933 64 3,578 41 2,003 65 3,611 42 2,075 66 3,613 43 2,148 67 3,606 en als bedoeld in artikel 26 lid 5 20 5,842 44 11,095 21 6,009 45 11,362 22 6,181 46 11,631 23 6,357 47 11,900 24 6,538 48 12,170 25 6,723 49 12,442 26 6,912 50 12,716 27 7,107 51 12,992 28 7,305 52 13,271 Bijlage Provisum-reglement B 16-9-2016.docx 10

29 7,509 53 13,554 30 7,717 54 13,841 31 7,930 55 14,132 32 8,148 56 14,430 33 8,371 57 14,733 34 8,598 58 15,042 35 8,829 59 15,359 36 9,066 60 15,681 37 9,306 61 16,010 38 9,551 62 16,343 39 9,800 63 16,679 40 10,052 64 17,016 41 10,309 65 17,353 42 10,568 66 17,696 43 10,831 67 18,039 Een factor van 11,362 voor een 45-jarige betekent dat 100 uitgesteld ouderdomspensioen kan worden afgekocht door een uitkering van 1.136,20. Bijlage Provisum-reglement B 16-9-2016.docx 11