Schrijf alle antwoorden op een apart antwoordblad.

Vergelijkbare documenten
aardrijkskunde voor vmbo bovenbouw vmbo-kgt zakboek samenvattingen begrippen

Oriëntatie. Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders. Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa. Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria

Schrijf alle antwoorden op een apart antwoordblad.

Nigeria. 1. Bevolking en welvaart in Nigeria 2. Voedselvoorziening in Nigeria 3. Nigeria in de wereldeconomie 4. Gezond in Nigeria

Schrijf alle antwoorden op een apart antwoordblad.

7.1a Arm en rijk in de eigen regio

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 27 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8

Bestudeer bron 1 uit het bronnenboekje die bij deze opgave hoort.

Eindterm 1 de woon- en leefsituatie in buurten en wijken van Nederlandse steden en dorpen beschrijven en vergelijken. In dat verband kan hij/zij

De kloof wordt breder. Boekverslag door H woorden 15 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten

F Lees bron 1 en beantwoord daarna opdracht 1.

Samenvatting Aardrijkskunde Leefbaarheid en zorg in stedelijke en landelijke gebieden

Samenvatting Economie H.8 / H.3

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 29 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Werkblad Meander Thema 4: Platteland

Eindtoets hoofdstuk 1

Koopkrachtpariteit en Gini-coëfficiënt in China: hoe je tegelijkertijd arm én rijk kunt zijn.

1. De bevolkingsspreiding en -groei in de wereld

DE WERELD VAN DE GROTE STAD

Samenvatting Economie H8

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

Extra Fiets vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

In Beeld: Infographic de Europese schuldencrisis

Eindexamen aardrijkskunde vwo I

Uitwerkbijlage VMBO-BB 2004

SO 2 Tijdvak I AVONDMAVO Staat en Natie. Dit SO bestaat uit 37 vragen. 29 openvragen en 8 meerkeuze vragen.

Kenmerken ontwikkelingslanden vmbo-kgt34

Welzijn vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt

Programma van Toetsing en Afsluiting

Voorbeeld toetsen aardrijkskunde

Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift opgenomen.

F Lees bron 1 en beantwoord daarna opdracht 1.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2 donderdag 23 juni 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Mensen die een beroep hebben waarbij ze voedsel direct uit de natuur halen. Zoals fruittelers, boeren en vissers.

Klas 4 mavo. Werkstuk ontwikkelingsland hoofdstuk 7 Pagina 1

Mensen die een beroep hebben waarbij ze voedsel direct uit de natuur halen. Zoals fruittelers, boeren en vissers.

2 Landschapszones op aarde SO 1

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl II

Uitwerkbijlage VMBO-BB

Armoede in Nederland vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Examenopgaven VMBO-BB 2003

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 donderdag 23 juni 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Diversiteit hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Zwart Afrika. Oorspronkelijke bevolking: donkere huidskleur

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, les 1,2,3

Eindexamen aardrijkskunde havo 2000-II

Examen VMBO-KB. economie CSE KB. tijdvak 1 maandag 13 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examenopgaven VMBO-KB 2004

T4 Oefen SED Geschiedenis Module 6

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: Waar komt het vandaan?

Lever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling.

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Hoeveel manieren worden er gebruikt bij aardrijkskunde om de welvaart in een land te meten?

Leefbaarheid en zorg in stedelijke en landelijke gebieden

Tijdvak I. 31 oktober : 30-10:00.

Opgave 7 Het regiem van de Rijn en zijrivieren in Duitsland

Samenvatting Aardrijkskunde H3 Paragraaf

4,6. Samenvatting door L. 989 woorden 30 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

3. Lees bron 1. Bedenk zelf een vraag die je met behulp van deze tekst kunt beantwoorden.

Stad en Land hv onderbouw WERKBLAD

Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-II

Thema: Wat is economie? vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Eindexamen aardrijkskunde vwo I

Examen VMBO-GL en TL 2005

Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op.

Examen HAVO. Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 53e druk.

Waarom hebben rijkere mensen minder kinderen?

die een woning zochten. Aan de rand van de stad zijn de nieuwbouwwijken. Daar hebben de meeste huizen een tuin.

6,2. Werkstuk door een scholier 1726 woorden 7 januari keer beoordeeld. 10 kenmerken over de mate van ontwikkeling van een land:

Examen VMBO-GL en TL - COMPEX

Eén Korea, twee landen

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 55e druk.

Handel met het buitenland vmbo-b34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Europese Unie vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 woensdag 30 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. Centraal Examen Havo Aardrijdskunde 2014 tijdvak 1 Opgaven aardrijkskunde

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

a) Waar denk je aan bij het begrip welzijn? Noteer zoveel mogelijk woorden in het onderstaande woordweb. Welzijn

Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens?

Stad en Land vmbo onderbouw WERKBLAD

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

KOUDE OORLOG. Opgavenblad

Eindexamen geschiedenis havo I

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Aardrijkskunde. Thema / onderwerp Aardrijkskundeles met gebruikmaking van de geografische vierslag. Betekenis. Bedoeling

1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 55e druk.

Klas 4m2 Economie Leerling instructie Koehandel

Transcriptie:

Schrijf alle antwoorden op een apart antwoordblad. Kennis 1p 1 Welk begrip hoort bij deze omschrijving? Inkomensverschillen tussen gebieden in een land. 2 Neem de letters A, B en C over op je antwoordblad. Noteer achter elke letter het juiste begrip. Kies uit: saneren renoveren restaureren. A Het mooie grachtenpand in de binnenstad wordt opgeknapt in de oorspronkelijke zeventiende-eeuwse stijl. B De flat in het woongebied 1945-1970 krijgt dubbele ramen. Ook wordt een nieuwe keuken geplaatst. C De negentiende-eeuwse arbeiderswoningen worden gesloopt en daarvoor in de plaats komen nieuwe appartementen voor alleenstaanden of paren zonder kinderen. 1p 3 Welk begrip hoort niet in het rijtje thuis? A Wijkenaanpak. B Bestemmingsplan. C Verpauperen. D Stadscentrum. 4 Op welke drie manieren kun je verschillen in welvaart meten? A Bbp per hoofd. B Levensverwachting. C Gebruiksgoederen. D Zuigelingensterfte. E Brp. F HDI. 1p 5 Welke kenmerken horen bij de economie van Zuid-Europa? A Verouderde industrie. B Vroeger dictatuur. C Vroeger communisme. D Redelijk hoog welzijn. MALMBERG 1

6 Welk begrip hoort bij welke omschrijving? Maak de juiste combinaties. A Handelsgewassen. B Voedselgewassen. C Exportlandbouw. D Invoerrechten. I Planten en vruchten die mensen voor eigen gebruik telen. II Landbouw waar met name handelsgewassen worden verbouwd voor de buitenlandse markt. III Extra geld dat landen vragen om goederen te mogen invoeren. IV Planten en vruchten die niet voor eigen gebruik, maar voor de handel worden verbouwd. Inzicht 7 Is de volgende stelling goed of fout? Licht je antwoord toe. Door specialisatie en schaalvergroting neemt de arbeidsproductiviteit af. 8 In sommige wijken treedt verpaupering op, in andere wijken gebeurt het omgekeerde. Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later. Noteer de letters. A De woningen trekken mensen met hogere inkomens aan. B De verpaupering stopt en de leefbaarheid neemt toe. C De vraag naar voorzieningen groeit. D De huizen worden gesaneerd en er komen nieuwe koopwoningen. 1p 9 Bekijk in je atlas de kaarten van het kaartblad Nederland - economie. Lees onderstaande uitspraken en kies het juiste antwoord. I In de provincies met de hoogste inkomens werken meer mensen in de landbouw en industrie. II In provincies met een laag brp is het gemiddeld besteedbaar inkomen ook altijd laag. 10 Bekijk in je atlas de kaarten van de kaartbladen Europa - welvaart en Europa - welzijn. Leg met behulp van twee kaarten uit wat welvaart en welzijn met elkaar te maken hebben. MALMBERG 2

11 Op de wereld zijn grote verschillen in leefomstandigheden. Maak de tekst kloppend. Noteer telkens de letter en het juiste woord. In landen waar het welzijn lager is: A is de levensverwachting hoger / lager; B is de zuigelingensterfte hoger / lager; C is de gezondheidszorg beter / slechter; D is de welvaart hoger / lager. 12 Maak één zin met de begrippen overvoeding en kwalitatieve honger die de betekenis van beide begrippen duidelijk maakt. Bron 1 Waar voelen mensen zich het gelukkigst in Europa? MALMBERG 3

1p 13 Gebruik bron 1. Lees onderstaande uitspraken en kies het juiste antwoord. I Deze kaart gaat over welvaart. II Als er meer welzijn is, zijn mensen gelukkiger. Toepassing 14 In Frankrijk zijn de lonen lager dan in Nederland, waardoor veel Fransen minder te besteden hebben dan Nederlanders. Leg uit waarom deze stelling onjuist is. Gebruik in je antwoord het begrip koopkracht. 15 Leg uit waarom de samenwerking in de EU voor een Nederlandse boer meer voordelen dan nadelen heeft. Geef twee redenen voor je antwoord. Opdrachten over de casusparagrafen (alleen voor vmbo-gt) 1p 16 Lees de uitspraken en kies het juiste antwoord. I In Afrika komen veel armoedeziekten voor. II In de Verenigde Staten komen meer welvaartsziekten voor dan in Nigeria. 3p 17 In de wereld zijn verschillende soorten ziekten te onderscheiden. Maak de zinnen kloppend. Noteer telkens de letter en het juiste woord. A In landen met veel armoedeziekten is de levensverwachting laag / gemiddeld / hoog. B In landen met overwegend welvaartsziekten is de levensverwachting lager / hoger. C Landen met veel tropische ziekten kennen vaak meer armoede / welvaartsziekten. MALMBERG 4

1p 18 Lees de volgende uitspraken en kies het juiste antwoord. I In Nigeria is de binnenlandse ongelijkheid groter dan in Nederland. II Het welzijn van de 20% armste Nigerianen is groter dan dat van de 20% armste Amerikanen. 3p 19 Wat zijn positieve ontwikkelingen voor de landbouw in Nigeria? Noteer telkens de letter en het juiste woord. A Handelsbelemmeringen / vrijhandel. B Fairtrade / invoerrechten. C Ontwikkelingshulp geven / ontvangen. 20 Gebruik je atlas. Noteer voor elke uitspraak of deze goed of fout is. A In landen met de hoogste bevolkingsdichtheid is de grootste bevolkingsexplosie. B Landen met veel mensen die in de diensten werken, hebben allemaal sterke economieën. C In gebieden in Nigeria waar aardolie en aardgas worden gevonden, leven minder mensen onder de armoedegrens dan in de rest van het land. D De gebieden met de hoogste bevolkingsdichtheid zijn het armst in Nigeria. MALMBERG 5