Schrijf alle antwoorden op een apart antwoordblad. Kennis 1p 1 Welk begrip hoort bij deze omschrijving? Inkomensverschillen tussen gebieden in een land. 2 Neem de letters A, B en C over op je antwoordblad. Noteer achter elke letter het juiste begrip. Kies uit: saneren renoveren restaureren. A Het mooie grachtenpand in de binnenstad wordt opgeknapt in de oorspronkelijke zeventiende-eeuwse stijl. B De flat in het woongebied 1945-1970 krijgt dubbele ramen. Ook wordt een nieuwe keuken geplaatst. C De negentiende-eeuwse arbeiderswoningen worden gesloopt en daarvoor in de plaats komen nieuwe appartementen voor alleenstaanden of paren zonder kinderen. 1p 3 Welk begrip hoort niet in het rijtje thuis? A Wijkenaanpak. B Bestemmingsplan. C Verpauperen. D Stadscentrum. 4 Op welke drie manieren kun je verschillen in welvaart meten? A Bbp per hoofd. B Levensverwachting. C Gebruiksgoederen. D Zuigelingensterfte. E Brp. F HDI. 1p 5 Welke kenmerken horen bij de economie van Zuid-Europa? A Verouderde industrie. B Vroeger dictatuur. C Vroeger communisme. D Redelijk hoog welzijn. MALMBERG 1
6 Welk begrip hoort bij welke omschrijving? Maak de juiste combinaties. A Handelsgewassen. B Voedselgewassen. C Exportlandbouw. D Invoerrechten. I Planten en vruchten die mensen voor eigen gebruik telen. II Landbouw waar met name handelsgewassen worden verbouwd voor de buitenlandse markt. III Extra geld dat landen vragen om goederen te mogen invoeren. IV Planten en vruchten die niet voor eigen gebruik, maar voor de handel worden verbouwd. Inzicht 7 Is de volgende stelling goed of fout? Licht je antwoord toe. Door specialisatie en schaalvergroting neemt de arbeidsproductiviteit af. 8 In sommige wijken treedt verpaupering op, in andere wijken gebeurt het omgekeerde. Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later. Noteer de letters. A De woningen trekken mensen met hogere inkomens aan. B De verpaupering stopt en de leefbaarheid neemt toe. C De vraag naar voorzieningen groeit. D De huizen worden gesaneerd en er komen nieuwe koopwoningen. 1p 9 Bekijk in je atlas de kaarten van het kaartblad Nederland - economie. Lees onderstaande uitspraken en kies het juiste antwoord. I In de provincies met de hoogste inkomens werken meer mensen in de landbouw en industrie. II In provincies met een laag brp is het gemiddeld besteedbaar inkomen ook altijd laag. 10 Bekijk in je atlas de kaarten van de kaartbladen Europa - welvaart en Europa - welzijn. Leg met behulp van twee kaarten uit wat welvaart en welzijn met elkaar te maken hebben. MALMBERG 2
11 Op de wereld zijn grote verschillen in leefomstandigheden. Maak de tekst kloppend. Noteer telkens de letter en het juiste woord. In landen waar het welzijn lager is: A is de levensverwachting hoger / lager; B is de zuigelingensterfte hoger / lager; C is de gezondheidszorg beter / slechter; D is de welvaart hoger / lager. 12 Maak één zin met de begrippen overvoeding en kwalitatieve honger die de betekenis van beide begrippen duidelijk maakt. Bron 1 Waar voelen mensen zich het gelukkigst in Europa? MALMBERG 3
1p 13 Gebruik bron 1. Lees onderstaande uitspraken en kies het juiste antwoord. I Deze kaart gaat over welvaart. II Als er meer welzijn is, zijn mensen gelukkiger. Toepassing 14 In Frankrijk zijn de lonen lager dan in Nederland, waardoor veel Fransen minder te besteden hebben dan Nederlanders. Leg uit waarom deze stelling onjuist is. Gebruik in je antwoord het begrip koopkracht. 15 Leg uit waarom de samenwerking in de EU voor een Nederlandse boer meer voordelen dan nadelen heeft. Geef twee redenen voor je antwoord. Opdrachten over de casusparagrafen (alleen voor vmbo-gt) 1p 16 Lees de uitspraken en kies het juiste antwoord. I In Afrika komen veel armoedeziekten voor. II In de Verenigde Staten komen meer welvaartsziekten voor dan in Nigeria. 3p 17 In de wereld zijn verschillende soorten ziekten te onderscheiden. Maak de zinnen kloppend. Noteer telkens de letter en het juiste woord. A In landen met veel armoedeziekten is de levensverwachting laag / gemiddeld / hoog. B In landen met overwegend welvaartsziekten is de levensverwachting lager / hoger. C Landen met veel tropische ziekten kennen vaak meer armoede / welvaartsziekten. MALMBERG 4
1p 18 Lees de volgende uitspraken en kies het juiste antwoord. I In Nigeria is de binnenlandse ongelijkheid groter dan in Nederland. II Het welzijn van de 20% armste Nigerianen is groter dan dat van de 20% armste Amerikanen. 3p 19 Wat zijn positieve ontwikkelingen voor de landbouw in Nigeria? Noteer telkens de letter en het juiste woord. A Handelsbelemmeringen / vrijhandel. B Fairtrade / invoerrechten. C Ontwikkelingshulp geven / ontvangen. 20 Gebruik je atlas. Noteer voor elke uitspraak of deze goed of fout is. A In landen met de hoogste bevolkingsdichtheid is de grootste bevolkingsexplosie. B Landen met veel mensen die in de diensten werken, hebben allemaal sterke economieën. C In gebieden in Nigeria waar aardolie en aardgas worden gevonden, leven minder mensen onder de armoedegrens dan in de rest van het land. D De gebieden met de hoogste bevolkingsdichtheid zijn het armst in Nigeria. MALMBERG 5