Dyslexiebeleid. Versie voor ouders en verzorgers. St.-Bernardusschool Ommen. Nering Bögelstraat 3 7731 EL Ommen Mei 2012



Vergelijkbare documenten
DYSLEXIEBELEID. Roald Dahl school Hoorn

DYSLEXIEBELEID NPRS

Dyslexie protocol Het Talent Inhoudsopgave

Zorgplan Dyslexie, CBS de Duif. Wat is dyslexie?

Dyslexiebeleid van Openbare basisschool voor Daltononderwijs. De Meent

Protocol dyslexie. Dreefschool. Dyslexieprotocol Dreefschool dec Pagina 1

Dyslexiebeleid. Versie voor ouders/verzorgers. Dyslexiebeleid St.-Bernardusschool Ommen 1

Dyslexieprotocol. PCBO "het Anker"

Als het leren lezen niet zo soepel gaat

Stappenplan Dyslexietraject

Dyslexie; algemeen. Dyslexie op de Haanstra Basisschool. Het dyslexie protocol van de Haanstra basisschool. November 2011

Dyslexie; algemeen. Dyslexie op de Haanstra Basisschool. Het dyslexie protocol van de Haanstra basisschool. November 2018

Dyslexieprotocol. Versie: mei 2018

Beleidsstuk dyslexie. Augustus 2014

Protocol Dyslexie Basisschool Paulus

Dyslexieprotocol 0 Hooghuis Heesch

2014 Protocol dyslexie

esther dyslexiepraktijk

Format Leerlingdossier Dyslexie

1. Een aantal kinderen komt in aanmerking voor de vergoede dyslexie.

Leesonderwijs en dyslexie in het PO, het SBO en het VO. Betsy Ooms

Dyslexiebeleid CBS De Springplank

Hoe is uw gezinssamenstelling op dit moment? Vul eerst de gegevens van u en uw partner in en daarna de gegevens van uw kinderen, van oud naar jong.

Inhoudsopgave: Bijlagen: 1. Signalen c.q. kenmerken van dyslexie 2. Format dyslexiekaart

PLD de Spindel, bijlage 4

Binnen de school zijn de volgende personen goed ingevoerd op het gebied van dyslexie: - Intern begeleider - Groepsleerkracht - RT-er

Veelgestelde vragen (FAQ) EED Ernstige Enkelvoudige Dyslexie-ondersteuning SWV Brabantse Wal

Ook een rivier begint met de eerste druppel

Protocol Leesproblemen en dyslexie

toetsen van Veilig Leren lezen en Estafette. groepen 1 2 LOVS Cito Taal voor Goed lees en spellingsonderwijs in de groepen 3 tot en met 8

Dyslexieprotocol. Sint Adelbertusschool. Nieuwlandersingel CJ Alkmaar

Adviesburo Comenius bestaat al ruim 20 jaar en is in Midden Nederland bij ouders, scholen en huisartsen inmiddels een begrip.

dyslexie en dyslexiebeleid

7.4. Spreekbeurt door een scholier 2675 woorden 5 februari keer beoordeeld. Wat is dyslexie

Vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingvaardigheid bestemd voor school / groepsleerkracht en interne leerlingenbegeleider

Dyslexieprotocol PCB de Schakel

Dyslexieprotocol 2013

LAST VAN DYSLEXIE? Hoe ga je te werk? EGES, vragenlijst dyslexieonderzoek VO-MBO-HBO kopieerblad 1

Van onderwijs naar zorg: doorverwijzen bij een vermoeden van dyslexie in het kader van de vergoedingsregeling

Leerlingdossier ONL Dyslexie Onderzoek en behandeling van ernstige dyslexie

Dyslexieprotocol. PCBO "het Anker"

Beleidsstuk dyslexie. Oktober 2016

Vergoedingsregeling ernstige, enkelvoudige dyslexie

Dyslexieprotocol. Wat is dyslexie? Het belang van vroegtijdige signalering

Format Leerlingdossier Dyslexie

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR

Zorgniveau 2 Zorgniveau 3

Kenmerken van dyslexie: De kleuterfase: Het klinkt vreemd om een kind dyslectisch te noemen wanneer het nog niet heeft leren lezen.

Hoe is uw gezinssamenstelling op dit moment? Vul eerst de gegevens van u en uw partner in en daarna de gegevens van uw kinderen, van oud naar jong.

Dyslexie. Beatrijs Brand

Zorg om je toekomst. Wat is. dyslexie?

Dyslexiebeleid. Greijdanus Enschede

Dyslexieprotocol Pallas Athene College

Dyslexie Onderzoek vergoed vanuit de Jeugdwet INFORMATIE VOOR OUDERS

Leidraad vergoedingsregeling dyslexie van onderwijs naar zorg: doorverwijzing bij een vermoeden van dyslexie VERSIE 2.0

Vergoedingsregeling ernstige, enkelvoudige dyslexie

Probleem bij: Komt tot uiting bij: Consequentie: Fonetische uitspraak (= een woord uitspreken zoals het klinkt)

Dyslexieprotocol. Stafbeleidsdocument. Scholengemeenschap, voor onderwijs dat zin geeft, voor vmbo havo atheneum gymnasium

PROTOCOL DYSLEXIE ANNIE M.G. SCHMIDTSCHOOL, DEN HAAG. 1.Inleiding

Dyslexie. Protocol. April Expertisecentrum Innoord Breedveld PZ Amsterdam

DYSLEXIEPROTOCOL

Neem er even de tijd voor!

Dyslexiegids

DYSLEXIEPROTOCOL Sneek, januari 2018

Dyslexiebeleid De Nieuwe Veste

Dyslexienetwerk Pento & Connect logopedie

doen dat 3 het dyslexieprotocol

Leerlingdossier Onderzoek en behandeling van ernstige dyslexie

Afspraken mbt protocol dyslexie Van Dijckschool Bilthoven. Inhoudsopgave:

We spreken van dyslexie als:

NL Onderwijszorg Nederland

DYSLEXIE, SCHOOL & GEZONDHEIDSZORG TIPS VOOR OUDERS

Aanmelding behandeling ernstige enkelvoudige dyslexie (EED) Voorafgaand

Dyslexieprotocol. Beekdal Lyceum

Dyslexiebeleid. Basisschool De Schakel

Deel II Aanmeldingsformulier dyslexiezorg (in te vullen door school)

Dyslexieprotocol Bibit mei 2013

Aanmeldingsformulier school Onderzoek en behandeling van ernstige dyslexie Bestemd voor school / interne begeleider

Gedurende de gehele schoolperiode wordt door de docenten zoveel mogelijk aandacht gegeven aan de volgende punten:

2012/2014. Beleid diagnostiek dyslexie. Samenwerkingsverbanden voor Primair Onderwijs. Katwijk/Rijnsburg/Valkenburg & Duin- & Bollenstreek

Handleiding. Vroegtijdige signalering en adequate aanpak op het gebied van lezen/spellen en dyslexie.

Interventieperiode november februari groep 1 tot en met 5. Mariët Förrer

OSB PROTOCOL DYSLEXIE

1. Inleiding Definitie dyslexie volgens de Stichting Dyslexie Nederland (SDN) herziene versie 2003:

Gegevens thuissituatie Hoe is de gezinssamenstelling?

Dyslexiebeleid De Nieuwe Veste

Uw kind heeft moeite met lezen Wat kunt u van De Noordkaap verwachten?

Ondergetekende ouder(s) / verzorger(s) geven toestemming voor het dyslexieonderzoek en eventuele behandeling.

Dyslexienetwerk Pento & Connect logopedie

3. Gevolgen van dyslexie Veel voorkomende belemmeringen die als gevolg van dyslexie kunnen voorkomen zijn:

Uw leerling en dyslexie

Dyslexie, wat is dat eigenlijk? Dyslexie in de zorgverzekering, wat gaat er veranderen?

Aanmelding Achterstand, scores, meetmomenten, doublure Geboden hulp, ondersteuningsniveaus, interventies lezen en spellen Comorbiditeit Verwachtingen

PROTOCOL ONDERSTEUNING t.b.v. LEERLINGEN MET DYSLEXIE

Protocol Leesproblemen en Dyslexie. RK Basisschool Het Molenven

Dyslexie, wat is dat eigenlijk?

Dyslexieprotocol Kardinaal de Jongschool 2013

Mijn kind heeft moeite met lezen en spellen. Is het misschien dyslectisch? En wat nu?

Uw kind en dyslexie. Brochure voor ouders

Het schoolbeleid ten aanzien van doubleren

Transcriptie:

Versie voor ouders en verzorgers St.-Bernardusschool Nering Bögelstraat 3 7731 EL Ommen Mei 2012 1

Inhoud 1. Inleiding pag. 3 Wat is dyslexie? 2. Extern onderzoek pag. 4 3. Een vergoede dyslexiebehandeling pag. 7 4. Kenmerken bij het leren pag. 8 5. Onderzoek op school pag. 9 6. Aanpak dyslexie pag. 10 7. Mogelijke interventies pag. 11 8. Mogelijke interventies in de onderbouw pag. 12 9. Mogelijke interventies in de middenbouw technisch lezen pag. 13 10. Mogelijke interventies in de middenbouw spelling pag. 14 11. Mogelijke interventies in de bovenbouw technisch lezen pag. 15 12. Mogelijke interventies in de bovenbouw spelling pag. 16 13. Mogelijke interventies overige vakken pag. 17 14. De overstap naar het voortgezet onderwijs pag. 18 2

1. Inleiding Onze school heeft de overtuiging dat leren lezen één van de belangrijkste pijlers is voor schoolsucces. Wij vinden het van wezenlijk belang dat extra faciliteiten geboden worden aan kinderen die dreigen achter te raken op het gebied van de geletterdheid. Omdat onze school het van groot belang vindt dat voor iedereen duidelijk is hoe dyslectische kinderen begeleid worden, hebben wij met ons team een dyslexiebeleid vastgesteld. Dit document is daarvan de weerslag. Door de activiteiten omtrent de signalering en begeleiding van dyslectische leerlingen duidelijker in kaart te brengen, zullen we ook verbetering in de afstemming tussen alle betrokkenen bereiken. Wat is dyslexie? Dyslexie betekent letterlijk: niet kunnen lezen. Bij dyslexie kunnen zowel lees- als spellingsproblemen voorkomen, maar deze komen ook los van elkaar voor. Officieel wordt dyslexie in Nederland aangeduid als: Een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau. Dyslexie komt in verschillende gradaties voor, van een beetje tot zeer ernstig. Dyslexie is een probleem dat niet verholpen kan worden, het is van blijvende aard. Dyslectische kinderen kunnen echter wel leren met dit probleem om te gaan, waardoor zij zo min mogelijk belemmerd worden in het volgen van onderwijs. Belangrijk is dat het plezier in het leren en het lezen en schrijven behouden blijft. Voorkomen moet worden dat er faalangst optreedt in welk vorm dan ook. Feiten over dyslexie Meer dan acht procent van de kinderen in Nederland heeft een taalachterstand, bijna vier procent worstelt met dyslexie. Dyslectische problematiek doet zich voor bij uiteenlopende intelligentie. Een goede/hoge intelligentie werkt in principe wel compenserend. Dyslexie belemmert het begrijpend lezen in de regel nauwelijks of niet. Dyslexie kán vanaf het eind van groep 3 van de basisschool worden vastgesteld, als de aanwijzingen daarvoor al heel vroeg duidelijk waren en alle partijen zeer alert reageerden. In de praktijk ligt het zwaartepunt eerder in groep 4. Dyslexie is lang niet altijd het enige probleem van/voor een kind, ouders of de school. Er is niet zelden sprake van het samengaan met andere problemen in het leren en/of het gedrag: zoals aandachts-/concentratieproblematiek (ADD), ADHD, meer complexe leerproblematiek en sociaal-emotionele problemen. De overerving van dyslexie verloopt niet simpel en is niet altijd eenvoudig aantoonbaar. Niettemin kan erfelijke aanleg bij kinderen die nog niet aan lezen en spellen toe zijn als risicofactor aangemerkt worden. Met andere woorden, het staat op dat moment niet met zekerheid vast dat het kind in kwestie ook lees- en spellingproblemen zal ontwikkelen; de kans daarop is echter wel verhoogd (geschat: 30-40%). 3

2. Extern onderzoek Dyslexie in de zorg Sinds 1 januari 2009 zijn diagnose en behandeling van ernstige, enkelvoudige dyslexie opgenomen in het basispakket van de zorgverzekering. Vergoeding van dyslexiezorg is mogelijk onder bepaalde voorwaarden. Grondslag voor de vergoeding vormen de Protocollen Diagnostiek en Behandeling van Dyslexie. De vergoedingsregeling startte in 2009 met kinderen van zeven of acht jaar oud. De regeling werd in 2010 stapsgewijs uitgebreid, de leeftijdsgrens werd daarna jaarlijks met één jaar opgetrokken. In 2013 komen alle leerlingen in het primair onderwijs in aanmerking voor vergoeding (mits wordt voldaan aan de overige voorwaarden, zie ernstige dyslexie -vergoeding) Schematisch komt dit op het volgende neer: Jaar Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs 2009 7 of 8 jaar 2010 7, 8 of 9 jaar 2011 7, 8, 9 of 10 jaar 2012 7, 8, 9, 10 of 11 jaar Vanaf 2013 7 jaar of ouder De school is poortwachter Bij een vermoeden van dyslexie kunnen de ouders een kind aanmelden voor een extern diagnostisch onderzoek. Om te voorkomen dat alle kinderen met leesproblemen aangemeld worden voor een dyslexieonderzoek heeft de school de functie van een poortwachter. De school stelt een leerlingdossier samen om het vermoeden van ernstige dyslexie bij een leerling te onderbouwen. Met dit dossier wordt het kind aangemeld bij een diagnosticus. Dit is een gekwalificeerd gedragswetenschapper in de gezondheidszorg: een Gezondheidszorg (GZ)psycholoog, een kinder- en jeugdpsycholoog (NIP) of een orthopedagoog met een NVOregistratie Generalist. Het leerlingdossier In het leerlingdossier onderbouwt de school het vermoeden dat er bij het kind sprake is van (ernstige) dyslexie. Aan de hand van toets- en observatiegegevens laat de school zien dat er sprake is van een ernstige achterstand bij lezen en/of spellen. De school beschrijft ook welke extra ondersteuning het kind heeft gekregen en geeft aan dat deze, ondanks alle inspanningen, niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd. Het leerlingdossier speelt een belangrijke rol bij de doorverwijzing naar de gezondheidszorg. Het dossier levert belangrijke informatie op voor de diagnosticus die er in zijn/haar onderzoek verder op kan aansluiten. Bovendien is een goed leerlingdossier één van de voorwaarden om voor vergoeding vanuit de basisverzekering in aanmerking te komen. De diagnosticus zal altijd beginnen met het beoordelen van het leerlingdossier. Het leerlingdossier wordt ondertekend door de directeur van de school. Ernstige dyslexie vergoeding Om in aanmerking te komen voor vergoeding moet er sprake zijn van ernstige, enkelvoudige dyslexie. Dat wil zeggen dat er géén bijkomende stoornissen zijn naast dyslexie en de ernst van de lees- en spellingproblemen is vastgesteld aan de hand van toetsen. 4

De leerling moet bij de 10% zwaksten behoren (bv. E-score) vergeleken bij de normgroep voor technisch lezen op woordniveau of: bij de 16% zwaksten (bv. D-score) voor technisch lezen op woordniveau én bij de 10% zwaksten (bv. E-score) voor spelling. Alleen de kinderen met (een vermoeden van) ernstige, enkelvoudige dyslexie, krijgen zowel onderzoek als behandeling volledig vergoed via de basisverzekering. Minder ernstige dyslexie Alle andere kinderen kunnen op elk moment via school of op initiatief van de ouders door een gekwalificeerde deskundige onderzocht worden op dyslexie. Voor deze groep gelden andere, minder strenge eisen. Ouders kunnen hun kind bijvoorbeeld direct aanmelden voor onderzoek, ook al is er geen sprake van E-scores. Ook is hiervoor geen leerlingdossier nodig. Voldoet het kind niet aan de criteria voor ernstige, enkelvoudige dyslexie dan zijn andere vormen van vergoeding mogelijk. Het dyslexieonderzoek Dyslexie is een hardnekkig probleem. Daarom is het niet vast te stellen met een eenvoudige test of door een onderzoek van de hersenen. Een dyslexieonderzoek moet aantonen dat de lees- en /of spellingproblemen van het kind niet verminderen ondanks planmatige, taakgerichte hulp door de leerkracht of een deskundige, zoals een remedial teacher, de intern begeleider, een gespecialiseerde leerkracht of logopedist. Het onderzoek moet ook aantonen dat het kind een achterstand heeft voor lezen en/of spellen vergeleken bij leeftijdsgenootjes. Het hele traject bestaat uit de volgende stappen: 1. Beoordelen leerlingdossier Nadat het kind is aangemeld, beoordeelt de diagnosticus eerst het dossier van de school. Is de onderbouwing van het vermoeden van dyslexie onvoldoende en heeft de diagnosticus onvoldoende informatie om op voort te bouwen in het onderzoek, dan zal de diagnosticus de school om aanvullende informatie moeten vragen. 2. Intakegesprek Tijdens het intakegesprek bespreekt de diagnosticus de informatie van de school met de ouders. Er komen verder zaken aan bod als de ontwikkelingsgeschiedenis, de algemene gezondheid en het (emotioneel)functioneren van het kind, eventuele erfelijke aanleg voor dyslexie, mogelijke andere problemen, eventuele medicatie. Ook worden de invloed die de leesproblemen hebben op het kind en op het gezin besproken, en de ondersteuning die ouders kunnen bieden. 3. Diagnostisch onderzoek De diagnosticus bepaalt het niveau van lezen en spellen van het kind. Hij (of zij) test op nauwkeurigheid en snelheid van woordherkenning. Ook kijkt hij naar vaardigheden waarop juist kinderen met dyslexie uitvallen en, omgekeerd, naar vaardigheden waarop kinderen met andere leesproblemen uitvallen, maar dyslectische kinderen juist niet. De diagnosticus bepaalt de algemene intelligentie van het kind en gaat na of er problemen zijn die vaak samengaan met dyslexie, zoals problemen met horen of zien, ADHD en rekenproblemen. Het onderzoek duurt enkele ochtenden of middagen. Soms kan het diagnostisch onderzoek op school plaatsvinden. 4. Evaluatie en rapportage De diagnosticus stelt een rapport op van het onderzoek. In een afrondend gesprek worden de uitkomsten en conclusies met de ouders besproken. Indien van toepassing komt tijdens dit gesprek ook aan de orde welke behandeling nodig is, welke extra ondersteuning de school kan bieden en hoe de ouders thuis het kind verder kunnen ondersteunen. Vaak is dit beschreven in een behandelplan dat de ouders meekrijgen. 5

Het is niet altijd vanzelfsprekend dat iemand van school (de leerkracht of de intern begeleider) bij dit gesprek aanwezig is. Voor een goede afstemming is dit wel wenselijk. Overleg met de diagnosticus of dit kan. 5. Opstellen dyslexieverklaring Een dyslexieverklaring bevestigt dat uit het onderzoek is gebleken dat het kind dyslexie heeft en beschrijft welke ernstige belemmeringen het kind hiervan ondervindt (op school, in het dagelijks leven) De dyslexieverklaring geeft aan wat het kind nodig heeft om de nadelige gevolgen te beperken (behandeling, ondersteuning, hulpmiddelen of vrijstellingen). Dit zijn belangrijke aanwijzingen voor de ondersteuning van het kind. Een dyslexieverklaring is niet hetzelfde als het onderzoeksrapport. Het is een vrij kort document dat de diagnosticus afzonderlijk opstelt. Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor het verkrijgen van een dyslexieverklaring. De verklaring moet binnen twee jaar na het onderzoek worden opgesteld. Een dyslexieverklaring is een officieel document. Een dyslexieverklaring is onbeperkt geldig. Wel kan het zijn dat de adviezen na verloop van tijd moeten worden aangepast omdat de omstandigheden veranderen (bv. het kind gaat naar het voortgezet onderwijs) of omdat er nieuwe hulpmiddelen zijn. De aanpassingen gebeuren in overleg tussen de diverse betrokkenen (leerling, ouders, school, diagnosticus). Nieuw uitgebreid onderzoek is daarvoor meestal niet nodig. Een dyslexiebehandeling De behandeling van dyslexie richt zich op: snel zo goed mogelijk leren technisch lezen (woordherkenning) of spellen; leren omgaan met een laag niveau van technisch lezen door compensatiestrategieën en (technische) hulpmiddelen te gebruiken; voorkomen van intellectuele achterstand in verhouding tot de indiv. mogelijkheden van het kind; voorkomen of verminderen van nadelige emotionele en sociale gevolgen (bv. faalangst). De dyslexiebehandeling geldt als geoorloofd verzuim, waarvoor de school vrij mag geven. Binnen de dyslexiebehandelcentra in Nederland zijn veel verschillende behandelvormen. Deze worden niet allemaal ondersteund door wetenschappelijk onderzoek. Een effectieve behandeling richt zich altijd op de taak zelf (de orthodidactische benadering) of de onderliggende processen (de psycholinguïstische benadering). Volgens de psycholinguïstische benadering ontstaan de lees- en spellingproblemen door onvoldoende beheersing van de basisprocessen van het lezen en spellen. De behandeling richt zich op deze processen om het lezen en spellen blijvend te verbeteren. Uit onderzoek blijkt dat deze benadering effect heeft bij kinderen met dyslexie. Bij de orthodidactische benadering staat de leertaak het leren lezen of spellen centraal. Afhankelijk van de achterstand en mogelijkheden van het kind (concentratie, geheugen) wordt een behandelingsplan met een passende methode opgesteld. De keuze van het oefenmateriaal wordt aangepast aan de persoonlijkheid en de leerstijl van het kind, en zo mogelijk aan de methode die op school wordt gebruikt. Onderzoek toont aan dat kinderen bij deze benadering duidelijke vooruitgang laten zien bij het lezen van losse woorden; voor spelling is de verbetering minder eenduidig. Een effectieve behandeling? Een effectieve behandeling heeft een aantal algemene kenmerken: een goede kwaliteit van de relatie tussen cliënt en behandelaar; een goede structurering (d.w.z. een duidelijke doelstelling, planning en fasering); het systematisch stellen van doelen in samenspraak met het kind of de ouders/verzorgers; een uitvoering van de interventie zoals beoogd; een aantoonbare professionaliteit van de behandelaar; goede werkomstandigheden van de behandelaar. 6

3. Een vergoede dyslexiebehandeling 7

4. Kenmerken bij het leren De kleuterfase Het klinkt vreemd om een kind dyslectisch te noemen, wanneer het nog niet heeft leren lezen. Toch zien we bij kleuters, waarbij later dyslexie blijkt, al bepaalde kenmerken: Ze hebben moeite om klanken in woorden op de juiste volgorde te plaatsen. Ze kunnen woorden of zinnen niet precies (na)zeggen. Ze kennen weinig feiten en begrippen, zoals links en rechts, kleuren, dagen van de week. Ze onthouden moeilijk versjes en liedjes. Ze hebben moeite met rijmen Leren lezen Bij het leren lezen zien we bij dyslectici het volgende: Ze kunnen de klank bij een letter moeilijk onthouden. Ze verwarren letters, die op het eerste gezicht en het gehoor op elkaar lijken (bijvoorbeeld: m/n, b/d, v/w, u/eu/ui, a/aa). Ze kunnen de eerste woordjes moeilijk onthouden. Ze lezen te veel 'letter voor letter' of haperen bij het lezen. Lezen na groep 3 Na het leren lezen wordt het lezen verder ontwikkeld. Hierbij speelt, naast de leestechniek, ook het begrijpen van de tekst een belangrijke rol. Bij dyslectici zien we de volgende problemen veel voorkomen: Ze laten woorden weg, voegen ze toe of maken er soms andere woorden van. Ze verwarren tekens die op elkaar lijken (bijvoorbeeld: m/n, b/d, z/s, v/w, u/eu/ui). Ze lezen een ander woord dan er staat, maar het woord betekent wel ongeveer hetzelfde (bijvoorbeeld: kat = poes). Ze 'gokken' veel of lezen juist te veel 'letter voor letter'. Ze vinden lezen moeilijk of hebben er zelfs een hekel aan. Spellen Foutloos schrijven is voor dyslectici nog moeilijker dan lezen. Belangrijke kenmerken hierbij zijn: Ze halen letters die op elkaar lijken door elkaar (bijvoorbeeld: m/n, b/d, s/z, v/w, f/v, u/eu/ui). Ze draaien letters om (bijvoorbeeld: ei = ie, ui = iu). Ze laten letters en woorden weg of voegen ze juist toe. Ze schrijven woorden op zoals ze klinken (de=du). Ze kennen vaak wel regels voor het spellen, maar gebruiken ze niet tijdens het schrijven. Ze maken nog meer fouten in hun eigen verhalen. Andere vakken Ook bij het leren van andere vakken kunnen dyslectische leerlingen problemen hebben, bijvoorbeeld: Ze keren cijfers om (31=13). Bij het hoofdrekenen worden fouten gemaakt doordat de 'tussenstappen' worden vergeten. Ze hebben moeite met 'rijtjes leren' bij aardrijkskunde en het uit het hoofd leren van de tafels. Ze maken veel schrijffouten in hun aantekeningen en werkstukken. Engelse woorden opschrijven is moeilijk. 8

5. Onderzoek op school Onderbouw November Fonemisch bewustzijn (toets: midden groep 2) Screeningsinstrument dyslexie (groep 2) Januari CITO Taal voor Kleuters (groep 2) April * CITO Taal voor Kleuters (groep 1 + groep 2 bij onvoldoende in januari) Juni: Fonemisch bewustzijn (eind groep 1 en eind groep 2) Screeningsinstrument dyslexie (voor groep 2, bij onvoldoende in november) Midden- en bovenbouw Dictees van José Schraven CITO spelling CITO technisch lezen Dictees José Schraven Wanneer screening, observatie, toetsresultaten of een leerling-bespreking aanleiding geeft tot onderzoek wordt vanaf begin groep 4 een dyslexievooronderzoek gedaan. Het onderzoek wordt afgenomen door een gespecialiseerde leerkracht die hiervoor is opgeleid. Ouders worden hiervan vooraf op de hoogte gesteld en krijgen de resultaten achteraf aangereikt en toegelicht. Het dyslexievooronderzoek bestaat uit: - afname PI dictee (de groepsleerkracht doet de uitwerking) - afname AVI toets (starten op een lager niveau) - afname KLEPEL - afname DMT - eventueel afname CITO screening dyslexie 9

6. Aanpak dyslexie Uitgangspunten Wanneer uit onderzoek blijkt dat we te maken hebben met een dyslectisch kind, verwerkt de groepsleerkracht dit eventueel samen met de gespecialiseerde leerkracht in het groepsplan technisch lezen en/of spelling. In een gesprek met ouders legt de leerkracht uit op welke manier er extra hulp geboden wordt en wat ouders eventueel thuis kunnen doen. Accepteren Het accepteren van de problemen van de dyslecticus vormt de basis voor elk handelingsplan. Dyslectici blijven immers altijd op de een of andere manier moeite houden met onderdelen van de schoolvakken. Het is heel belangrijk dat het kind en de omgeving weten, dat het bepaalde problemen heeft als gevolg van dyslexie. Begrijpen Naast acceptatie is het begrijpen van de problemen van de dyslecticus de basis voor het handelen. Dit geldt zowel voor het kind zelf als voor de leerkracht en de ouders. Compenseren Belangrijke hulp die dyslectici kunnen krijgen is gericht op het omzeilen van hun problemen. Dat wil zeggen dat ze gebruik leren maken van hun sterke kanten om problemen te vermijden of verminderen. Zo kunnen bij het aanleren van de lettertekens plaatjes en gebaren tot steun worden gegeven. Dispenseren Voor bepaalde taken krijgt een dyslecticus dispensatie (minder werk maken, meer tijd hebben of iets niet hoeven doen). Extra leerhulp Tenslotte voorziet het plan in aangepaste oefeningen en werkvormen om problemen bij lezen en spellen te verminderen. 10

7. Mogelijke interventies Om dyslexie effectief te kunnen aanpakken zijn afspraken op schoolniveau erg belangrijk. Over de aanpak worden de volgende principes door de leerkrachten gehanteerd: Werkhouding Ter versterking van de eigenwaarde en zelfvertrouwen: zelfvertrouwen actief vergroten bij schoolwerk via gesprekken vertellen wat de leerling goed kan op school en daarbuiten voeren van positieve gesprekjes soms aantal goed aangeven i.p.v. aantal fout eventueel een klassengesprek over dyslexie bij het nakijken worden er geen (rode) strepen gezet, maar er staat bij hoe het woord wel geschreven moet worden. bij beoordelingen rekening houden met de problematiek bijzondere kwaliteiten/activiteiten van de leerling kunnen in de groep worden benadrukt Verbeteren van de taakaanpak: verminderen van hoeveelheid werk meer tijd bij complexe taken kinderen leren complexe taken in stappen aan te pakken Concentratie bevorderen: scheppen van een rustige werkomgeving afwisseling in taken bij vermoeidheid kinderen zelf laten kiezen wanneer ze apart willen zitten 11

8. Mogelijke interventies in de onderbouw Bij twijfel: - wordt nagegaan of erfelijkheid een rol speelt (zie inschrijfformulier) - wordt eind groep 1 de tempotoets van kleuren afgenomen (dyslexietoets) - wordt de observatielijst vroege kenmerken van dyslexie bij kleuters ingevuld Voorschotbenadering De voorschotbenadering is bedoeld voor risicokleuters op lees- en spellingsproblemen of dyslexie. Kleuters met een spraak en- of taalachterstand behoren tot deze groep, maar ook kleuters met een dyslectische ouder. Uit onderzoek is gebleken dat een vroege achterstand in de taal- en leesontwikkeling (groep 2-3) bijna niet ingehaald wordt. In de voorschotbenadering werken de leerkrachten taakgericht aan het verbeteren van het fonologisch en fonemisch bewustzijn en aan de klank-letterkoppelingen. Veiligheid en plezier staan in de voorschotbenadering voorop! We werken immers met kleuters en willen ze door het geven van "een voorschot" met meer succes en vertrouwen aan het leren lezen en schrijven laten beginnen. De voorschotbenadering wordt toegepast wanneer de oudste kleuters met fonemisch bewustzijn onvoldoende scoren in november en wanneer de letterkennis onvoldoende is in november. Extra aandacht voor de taalontwikkeling en - beschouwing: interactief voorlezen van verhalen vertellen bij platen vergroten van woordenschat werken aan zinsbouw goed leren articuleren kinderen bewust maken van woorddelen en hun betekenis uitnodigen tot talig spel Fonologische ontwikkeling stimuleren: auditief synthetiseren rijmen auditief analyseren in (dubbel-)klanken aanleren van gebaren bij liedjes auditief anticiperen op de moeilijke klanken van groep 3 (b/d, ui/eu etc) verhalen maken met pictogrammen en woordstroken Verwerven van kennis geheugensteuntjes worden aangeboden en er wordt structuur aangebracht in (abstracte) begrippen en namen (kleuren, dagen, links/rechts). De kinderen leren na het hoeveelheidbegrip de cijfers te herkennen (0-9) en getal 10 de kinderen leren hun naam goed schrijven (blokschrift wordt afgestemd op groep 3) Werkhouding complexe talige taken worden vereenvoudigd luisterhoek pictogrammen worden gebruikt om stappen in taken aan te geven Advies aan de ouders boekpromotie, bibliotheekbezoek interactief voorlezen 12

9. Mogelijke interventies in de middenbouw: Technisch lezen Verwerven en toepassen van kennis: Meelezen/luisterlezen Kinderen lezen niet hardop in de klas, tenzij voorbereid Vertellen bij platen Stillezen (vanaf groep 4) Voorspellend leren lezen met tekst-structuurkennis Oefenen op een zo hoog mogelijk AVI-niveau (stil), zover begrip en techniek toelaten Werkhouding/sociaal emotioneel Boekpromotie Eventueel voorlezen aan een groepje kleuters Bij AVI-toetsafname een niveau lager beginnen (laten inlezen) en stimuleren (de norm qua tijd en fouten worden soms soepel gehanteerd) Vertrouwen geven dat leren lezen gaat lukken Eventueel wordt een andere beoordeling op het rapport gehanteerd Hulpmiddelen/Extra hulp Inzet daisyspeler bij methodes en/of toetsen Inzet leeskaartje/aanwijskaartje Uitvergroten van werkbladen/toetsen (A4 naar A3) Eventueel hulpkaartjes op de tafel Extra leeshulp: Ralfi/Connect Hulp bij het uitzoeken van een bibliotheekboek (evt. een luisterboek) Inzet Kurzweil Advies aan de ouders Boekpromotie, bibliotheekbezoek Tekst eerst voorlezen, voordat kind het leest Samen afwisselend lezen: kind stil, ouder hardop Voor- en nabespreken van een tekst 13

10. Mogelijke interventies in de middenbouw: Spelling Verwerven en toepassen van kennis: Kinderen worden zich bewust van eigen fouten De spelling wordt systematisch opgebouwd, zoveel mogelijk volgens auditief beginnende regels Kinderen leren de spellingcategorieën van José Schraven te verwoorden. Aanleren: toepassing regels en steuntjes in ander werk Aanleren: controlefase na het schrijven, gericht op eigen foutenbeeld Leren geleerde steuntjes en regels te gebruiken via opbouw: eerst in eenvoudige taken, dan in complexe Waar mogelijk wordt de computer gebruikt voor tekstverwerking Extra spellinghulp gericht op inoefenen van de strategieën Werkhouding/sociaal emotioneel: Eventueel wordt er een andere beoordeling op het rapport gehanteerd. Hulpmiddelen/extra hulp: Extra spellinghulp gericht op aanleren van categorieën Categoriekaart bij het dictee Categoriekaart/uitgewerkte categorie op de tafel Inzet softwareprogramma woordenhaai Eventueel eigen dicteewoorden www.bloon.nl Inzet van Kurzweil Advies aan de ouders Thuis eventueel op een speelse wijze extra oefenen (op de computer bijvoorbeeld) Verwachten dat veel geduld nodig is voor je ziet dat het kind vooruitgaat met spellen Verwachten dat het kind in spontane briefjes fouten blijft maken Deze fouten in spontane briefjes niet verbeteren Inspanning expliciet waarderen Letten op de uitspraak van dagelijkse woorden (articulatie) Regelmatig praten met het kind over hoe het op school gaat Zelfvertrouwen centraal stellen via gesprekken Het kind begeleiden bij het leren van de dicteewoorden 14

11. Mogelijke interventies in de bovenbouw: Technisch lezen Verwerven en toepassen van kennis: Meelezen/luisterlezen Kinderen lezen niet hardop in de klas, tenzij voorbereid Aanleren: verschillen tussen visuele en auditieve woordstructuren Stillezen Eventueel extra leeshulp: Ralfi Er wordt op een zo hoog mogelijk AVI-niveau geoefend (stil), zover toelaten. begrip en techniek Werkhouding/ sociaal emotioneel: Promotie van boeken Bij AVI-toetsafname een niveau lager beginnen (laten inlezen) en veel stimuleren Vertrouwen geven dat leren lezen gaat lukken Eventueel wordt een andere beoordeling op het rapport gehanteerd. Eventueel voorlezen aan een groepje kleuters Hulpmiddelen/Extra hulp Inzet daisyspeler bij methodes en/of toetsen Inzet leeskaartje/aanwijskaartje Werkbladen/toetsen etc. uitvergroten (A4 naar A3) Eventueel hulpkaartjes op de tafel Extra leeshulp: Ralfilezen Hulp bij het uitzoeken van een bibliotheekboek (evt. een luisterboek) Inzet Kurzweil Advies aan de ouders: Boekpromotie, bibliotheekbezoek Tekst eerst voorlezen, voordat kind het leest Samen afwisselend lezen: kind stil, ouder hardop Voor- en nabespreken van tekst Het kind begeleiden bij het leren van toetsen 15

12. Mogelijke interventies in de bovenbouw: Spelling Verwerven van kennis: bewust worden van eigen fouten Herhaling van de spellingcategorieën van José Schraven Toepassen van kennis: toepassing regels en steuntjes in ander werk aanleren controlefase aanleren na het schrijven, gericht op eigen foutenbeeld leren geleerde steuntjes en regels te gebruiken via opbouw: eerst in eenvoudige taken, dan in complexe Werkhouding: eventueel wordt een andere beoordeling op het rapport gehanteerd. Hulpmiddelen/extra hulp: extra spellinghulp gericht op aanleren van categorieën categoriekaart bij het dictee categoriekaart/uitgewerkte categorie op de tafel inzet softwareprogramma woordenhaai waar mogelijk wordt de computer gebruikt voor tekstverwerking (Kurzweil) eventueel eigen dicteewoorden www.bloon.nl Advies aan de ouders thuis eventueel op een speelse wijze extra oefenen (op de computer bijvoorbeeld) verwachten dat veel geduld nodig is voor je ziet dat het kind vooruitgaat met spellen verwachten dat het kind in spontane briefjes fouten blijft maken fouten in spontane briefjes niet verbeteren inspanning expliciet waarderen letten op de uitspraak van dagelijkse woorden (articulatie) regelmatig praten met het kind over hoe het op school gaat zelfvertrouwen centraal stellen via gesprekken Het kind begeleiden bij het leren van de dicteewoorden 16

13. Mogelijke interventies overige vakken Rekenen Tafels worden o.a. aangeleerd met omgekeerde en dichtbij liggende sommen Kinderen leren de tafelkaart hanteren. De kaart wordt eventueel ook gebruikt bij een toets Grote getallen goed leren uitspreken, bewust van de cijferpositie Oplossingsmanieren leren verwoorden Inzicht stellen boven automatiseren Leren oplossingsmanieren te gebruiken Kladpapier laten gebruiken (tussenstappen noteren), ook bij een toets Splitsingen proberen te automatiseren Extra rekeninstructies Schattend leren rekenen Adviezen aan de ouders Verwachten dat je kind de tafels niet snel uit het hoofd kent (op rij en/of sommen door elkaar) Verwachten dat er bij klokkijken verwarring is (voor en over e.d.) Verwachten dat geldrekenen problematisch kan zijn Een boodschap laten doen en zelf laten betalen Schrijven Eventueel wordt het blokschrift aangeleerd (met speciale methode) Inzet computer/kurzweil Complimenteren voor schriftelijk werk Adviezen aan de ouders Begrip tonen voor de complexe taak van het schrijven Er vanuit gaan dat het kind zijn best doet op het handschrift ook al is het niet prachtig In groep 3 en 4 is het belangrijk dat de kinderen veel blijven schrijven. In de (midden- en ) bovenbouw kan wanneer nodig de computer ingezet worden. Wereldoriëntatie Leeswerk op begrip richten, leren studerend omgaan met informatie Ezelsbruggen verzinnen voor jaartallen/ reeksen/moeilijke namen/begrippen, zoals: TV-TAS (Texel-Vlieland-Terschelling-Ameland-Schiermonnikoog) Meer tijd bij verwerking en toetsen Eventueel inzet daisyspeler Extra instructies Vooral leren feiten opzoeken i.p.v. weten Spellingfouten worden niet aangerekend in werkstukken/toetsen Hoeveelheid topografie eventueel verminderen Adviezen aan ouders laten kaartlezen op vakantie samen schriftelijke informatie doornemen informatieve en educatieve tv-programma s en internetsites stimuleren (Zappelin) 17

14. De overstap naar het voortgezet onderwijs De overstap van primair onderwijs (PO) naar voortgezet onderwijs (VO) is voor alle kinderen groot, maar in het bijzonder voor kinderen met dyslexie omdat: - er voor alle vakken steeds meer gelezen moet worden - een correcte spelling in het Nederlands steeds belangrijker wordt - er meer planning (agenda) en organisatie (huiswerk) nodig is - er in de brugklas moderne vreemde talen bijkomen - het kind afhankelijker wordt van beoordelingen - er meer vakken, docenten en lokalen zijn en de school vaak veel groter is - het perspectief van een later beroep dichterbij komt Omdat er in het VO nog meer van de leerlingen gevraagd wordt, kan het zijn dat de dyslexie pas dan ontdekt wordt. Ook kan goed taal- en leesonderwijs en individuele begeleiding ervoor zorgen dat een leerling in de basisschoolperiode voldoende scores behaalt. Soms wordt dyslexie pas in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs opgemerkt. Deze leerlingen vallen dan pas op, omdat ze vanaf klas 3 veel lange teksten moeten lezen. Het kost deze leerlingen vaak opvallend veel tijd. Schooloriëntatie Als een leerling naar het voortgezet onderwijs gaat met de diagnose dyslexie, is het belangrijk dat ouders en leerling zich tijdig oriënteren en letten op het dyslexiebeleid van een school. Een goed dyslexiebeleid is belangrijk, maar de keuze voor een school die minder aan dyslexie doet kan om andere redenen toch de voorkeur krijgen. Bijvoorbeeld omdat de kleinschaligheid en/of de sfeer erg aanspreken. 18