Pagina 1 van 9 1. ALGEMEEN ALGEMEEN REGLEMENT VAN TOEZICHT EN EXAMENS VOOR DE NIVEAUS 1 EN 2. Algemeen reglement van toezicht en examens voor de niveaus 1 en 2. Lasprocessen volgens NEN-EN-ISO 4063 BMBE-lassen (111) MIG-lassen (131) MAG-lassen (135/136/138) TIG-lassen (141) Autogeen lassen (311), inclusief hardsolderen (912), snijden (81) 1.1 Dit reglement verstaat onder: Het NIL: Het Nederlands Instituut voor Lastechniek Boerhaavelaan 40 2713 HX ZOETERMEER De examinator: Het lid van het College van examinatoren dat namens het College belast is met het afnemen van examens en de bijbehorende taken bij aan hem door het NIL toegewezen opleidingsinstellingen. Examen commissie: De commissie die namens het NIL - toezicht uitoefent op examens en examenwerk beoordeelt bij onder toezicht van het NIL gestelde opleidingen; - onder toezicht van het NIL gestelde opleidingen respectievelijk door het NIL erkende opleidingsinstellingen adviseert ter verbetering van de door haar verzorgde opleiding(en); - de einduitslag van de examens vaststelt. De examencommissie kan zich laten bijstaan door externe deskundigen. 1.2 Te raadplegen reglementen (vigerende versie) Reglementen niveaus 1 tot en met 4: R302.01-03 (E), -04/-05 (M), -06 (T), -07 (A); Reglement algemene regels voor het vervaardigen van examenwerkstukken niveau 1 tot en met 4: R302.01-08; Reglement algemene regels voor de beoordeling van examenwerkstukken niveau 1 tot en met 4: R302.01-09; Reglement bijzondere bepalingen (waaronder examengelden): R302.01-10.
Pagina 2 van 9 1.3 Het NIL belast zich met het toezicht op opleidingen en het organiseren en afnemen van examens in de lasprocessen, zoals beschreven in de aanhef. 2. AANVRAAG 2.1 De aanvraag voor het afnemen van examens gebeurt digitaal door de opleidingsinstelling. De inloggegevens tot de portal worden door het NIL verstrekt. 2.2 De uiterste aanmeldingsdatum is 14 dagen voor het afnemen van het examen. Het koppelen van kandidaten kan tot 10 dagen voor de examendatum. Met het indienen van de aanvraag voor het afnemen van het examen verklaart de opleidingsinstelling zich akkoord met de regels die door het NIL in de betreffende reglementen zijn vastgelegd. 2.3 Na ontvangst van de aanmelding wordt door het NIL aan de opleidingsinstelling de examinator bekend gemaakt en de factuur toegezonden. De contactgegevens van de examinator worden doorgegeven. 3. VERANTWOORDELIJKHEDEN VOOR DE OPLEIDINGSINSTELLING 3.1 Opleiding 3.1.1 De opleiding dient gegeven te worden door daarvoor gekwalificeerde instructeurs. Het NIL kan nadere regels opstellen. 3.1.2 Er dienen voor een opleiding voldoende geschikte lasapparatuur en hulpmiddelen aanwezig te zijn. Het NIL kan nadere regels stellen. 3.1.3 In het theorie gedeelte van de opleiding dienen onderwerpen met voldoende diepgang te worden behandeld waardoor de kandidaat kennis en inzicht krijgt die nodig zijn om het theorie examen te kunnen maken. De onderwerpen zijn vermeld in het betreffende reglement. In het praktische gedeelte van de opleiding moet de kandidaat kennis en vaardigheden opdoen die nodig zijn om examenopdrachten te vervaardigen. In het betreffende reglement zijn vergelijkbare praktijk opdrachten opgenomen. 3.2 Toelating 3.2.1 Bij toelating tot niveau 2 wordt de theoretische kennis van niveau 1 aanwezig geacht. 3.2.2 Toelating tot het examen en afname van het examen kan plaatsvinden als aan alle verplichtingen (ook de financiële) aan het NIL is voldaan. Zie R302.01-10. 3.2.3 De oproep voor een examen wordt tijdig voor de examendatum door de opleidingsinstelling aan de kandidaat bekend gemaakt.
Pagina 3 van 9 3.2.4 Toelating tot het examen en afname daarvan kan eerst plaatsvinden als aan alle verplichtingen (ook de financiële) aan het Instituut is voldaan. Zie R302.01-10. 4. TOEZICHT EN EXAMENS 4.1 Toezicht 4.1.1 Het NIL kan zich tijdens de opleiding ter plaatse op de hoogte stellen van de gang van zaken. Dit gebeurt in overleg met de leiding van de opleidingsinstelling. 4.1.2 Bij het in artikel 4.1.1. genoemde bezoek heeft het NIL het recht de lessen bij te wonen om zich een oordeel te vormen over de vorderingen van de kandidaten, de leermiddelen, de gebruikte apparatuur enzovoorts. 4.1.3 Het examen staat onder toezicht van een examinator, aangewezen door het NIL. De examinator is aanwezig bij en regelt de gang van zaken tijdens het examen. De kandidaat is gehouden de instructies van de examinator op te volgen. Bij het niet nakomen van deze instructie kan uitsluiting van verdere deelname aan het examen plaatsvinden. 4.1.4 De kandidaat die tijdens het examen frauduleuze handelingen pleegt of daarbij behulpzaam is, wordt van verdere deelneming aan het examen uitgesloten. De Examinator maakt daarover een rapport. Restitutie van examengeld vindt in dit geval niet plaats. De voorgaande bepaling is mede van toepassing op degene die, op grond van voorgaand artikel, van verdere deelname wordt uitgesloten. 4.1.5 Tijdens het examen dient de leraar/instructeur zich te onthouden van het geven van (las)instructies of (las)adviezen aan de kandidaat. 4.2 Examens algemeen Het examen bestaat uit twee gedeelten: Een praktisch gedeelte en een theoretisch gedeelte. De twee delen kunnen zowel gelijktijdig als gescheiden worden afgelegd. De maximum tussenliggende tijd bedraagt één (1) jaar. 4.2.1 De toelating/aanmelding van de kandidaat tot het examen behoort tot het bevoegd gezag van de opleidingsinstelling. 4.2.2 De organisatie van het examen wordt door de opleidende instelling in overleg met het NIL vastgesteld. De examinator moet bij het examen aanwezig zijn. 4.2.3 Zowel het theoretisch als het praktisch examen zijn aan een maximum tijdsduur gebonden. 4.3 Theorie-examen
Pagina 4 van 9 4.3.1 Het theorie-examen wordt in de Nederlandse taal gesteld en dient ook in deze taal te worden beantwoord; een en ander binnen de tijdsduur die op de examenopgave(n) is vermeld. 4.3.2 De onderwerpen voor niveau 1 t/m 4 zijn aangegeven in het betreffende reglement: R302.01-03, -04, -05, -06 en -07. 4.3.3 Het theorie-examen wordt door de examinator van het NIL afgenomen. Het gebruik van naslagwerken, programmeerbare calculators en/of mobiele telefoons en/of andere apparaten met opzoekmogelijkhedenexaminator, is niet toegestaan tenzij vooraf toestemming wordt verleend en dit zowel aan het opleidingsinstituut is gemeld als bij aanvang van het examen bekend wordt gemaakt. De kandidaat dient zelf zorg te dragen voor een rekenmachine, schrijf-, teken- en relevant meetgereedschap. 4.4 Praktijkexamen 4.4.1 Voor het vervaardigen van het/de examenstuk(ken) wordt verwezen naar: het reglement algemene regels voor het vervaardigen van examenwerkstukken niveau 1 tot en met 4, R302.01-08. 4.4.2 Voor de aanvang van het examen wordt het te lassen werkstuk, respectievelijk de te lassen werkstukken, in gehechte toestand volgens de examenwerkstuktekening aangeboden aan de examinator voorzien van het, door het NIL opgegeven, ingeslagen kandidaat nummer ( 8 mm hoog). Bij de nummering van pijpen D 100 mm is een cijferhoogte van 5 mm toegestaan. De examinator controleert het/de werkstuk(ken) op: gebruik van de juiste materialen de juiste afmeting en vorm van de gebruikte materialen het ingeslagen kandidaat nummer. Indien dit zijn goedkeuring heeft zal hij het als examenwerkstukmateriaal waarmerken met zijn NIL-stempel.
Pagina 5 van 9 4.4.3 De kandidaat dient het werkstuk overeenkomstig de examenwerkstuktekening te vervaardigen. Niet uitvoeren volgens de tekening kan leiden tot het oordeel NA (Niet Acceptabel). 4.4.4 De examenstukken mogen slechts éénmaal door de kandidaat worden vervaardigd. (Eventuele reparaties zijn toegestaan binnen de gegeven werktijd, die op de examenwerkstuktekening is vermeld) 4.4.5 Bij het examen dient de kandidaat in het bezit te zijn van een geldig legitimatiebewijs, hetgeen op verzoek aan de examinator moet worden getoond; 5. BEOORDELING 5.1 Algemeen 5.1.1 Bij het examen wordt het oordeel omtrent kennis, inzicht en vaardigheid van de kandidaat uitgedrukt in cijfers. Deze hebben de volgende betekenis: 1 = zeer slecht 6 = voldoende 2 = slecht 7 = ruim voldoende 3 = gering 8 = goed 4 = onvoldoende 9 = zeer goed 5 = bijna voldoende 10 = uitmuntend 5.1.2 Het eindcijfer van het theoretisch examen is als volgt opgebouwd -meerkeuzevragen 60 % van het eindcijfer -open vragen 40 % van het eindcijfer Beoordelingsnorm bij de meerkeuze vragen Score Punten Score Punten Score Punten 1 10 6 22 11 41 2 12 7 25 12 45 3 14 8 28 13 49 4 17 9 32 14 53 5 19 10 36 15 57 16 60 Beoordelingsnorm bij de openvragen: Elke vraag levert maximaal 10 punten op: dit betekent de volgende verdeling: -vraag 1 max. 10 punten -vraag 2 max. 10 punten
Pagina 6 van 9 -vraag 3 max. 10 punten -vraag 4 max. 10 punten Het totaal van de 4 open vragen is maximaal 40 punten. De berekening van het eindcijfer wordt vervolgens: Punten meerkeuzevragen + punten open vragen ---------------------------------------------------------------- = Eindcijfer theorie-examen 10 5.1.3 Het examenwerk wordt beoordeeld door de examinator en de betrokken instructeur. De cijfers worden in onderling overleg vastgesteld. Bij verschil van mening is het oordeel van de door het NIL aangewezen examinator doorslaggevend. 5.1.4 De beoordeling van de praktijk vindt plaats overeenkomstig het: Reglement algemene regels voor het vervaardigen van examenwerkstukken niveau 1 tot en met 4, R302.01-08. Reglement algemene regels voor de beoordeling van examenwerkstukken niveau 1 tot en met 4, R302.01-09. hetgeen in het betreffende Reglement bijzondere bepalingen, R302.01-10 is aangegeven. De beoordeling per las(werkstuk) wordt uitgedrukt in een geheel cijfer. De berekening van het eindcijfer is aangegeven in artikel 5.2: Normen voor slagen. 5.1.5 Geschil In geval van een onoverbrugbaar geschil over de cijferwaardering kan, tot zeven dagen na de dag waarop de beoordeling heeft plaatsgevonden, door de opleidingsinstelling schriftelijk beroep worden aangetekend bij het NIL, onder opgave van redenen, overeenkomstig reglement Q205.02 van het kwaliteitshandboek van het NIL. 5.1.6 Uitslag van het examen Na de beoordeling wordt door het NIL aan de opleidingsinstelling de uitslag van het examen schriftelijk medegedeeld door middel van een cijferlijst. De opleidingsinstelling geeft de uitslag door aan de kandidaat.
Pagina 7 van 9 5.1.7 Herbeoordeling van de vervaardigde examenwerkstukken Herbeoordelingen van de examenwerkstukken vindt plaats om een landelijke gelijkheid van het beoordelingsniveau te bevorderen. Het/de vervaardigde examenwerkstuk(ken) dient/dienen tot 30 dagen na de datum waarop de beoordeling door de examinator heeft plaats gevonden door de opleidingsinstelling te worden bewaard. De opleidingsinstelling dient, op verzoek van het NIL binnen de in voorgaand artikel gestelde termijn, de werkstukken van het praktisch gedeelte ter herbeoordeling te zenden aan het door het NIL opgegeven adres. De resultaten van de herbeoordeling zijn niet van invloed op de eerder vastgestelde beoordeling en uitslag. De voor herbeoordeling opgevraagde werkstukken worden eigendom van het NIL. 5.2 Normen voor slagen 5.2.1 Theorie Het theorie-examen bestaat uit 16 meerkeuzevragen waarvoor in het totaal maximaal 6 punten kunnen worden behaald en uit 4 open vragen waarvoor in het totaal maximaal 4 punten worden behaald. Het theoriecijfer is het gemiddelde van de meerkeuze- en de openvragen en wordt op de gebruikelijke wijze afgerond (0,50 of meer wordt naar boven afgerond, minder dan 0,50 naar beneden). De kandidaat is voor het theoretisch gedeelte geslaagd indien voor dit gedeelte het cijfer zes (6) of meer is toegekend De beoordeling van het theoretisch gedeelte geschiedt door een vertegenwoordiging van de examencommissie. De theorieonderwerpen zijn aangegeven in het betreffende reglement Niveau 1 tot en met 4: R302.01-XX. De beoordeling vindt plaats in een geheel cijfer per vraag/opdracht. Het eindcijfer wordt samengesteld uit de deelcijfers. Hiervoor kunnen nadere regels worden gesteld. 5.3 Praktijk Door het NIL wordt een beoordelingslijst aan de opleider en aan de examinator gezonden. Hierop zijn de zes (6) te beoordelen lassen per kandidaat aangegeven. Het oordeel wordt uitgedrukt in één geheel cijfer per aangegeven las, werkstukdeel en/of werkstuk. De cijfers worden door de examinatornil verwerkt. Indien een toegekende waardering lager is dan de gestelde minimum eis(en) dan is dat werk niet acceptabel; dit wordt op de cijferlijst genoteerd als NA. Het eindcijfer wordt verkregen door sommeren en middelen van de deelcijfers en wordt op de gebruikelijke wijze afgerond (0,50 of meer wordt naar boven afgerond, minder dan 0,50 naar beneden).
Pagina 8 van 9 De kandidaat is voor het praktisch gedeelte geslaagd indien de som van de zes cijfers 36 is en op voorwaarde dat er maximaal twee vijven of maximaal één vier behaald is. 5.4 Normen voor herexamen 5.4.1 Herexamen theorie De kandidaat wordt in de gelegenheid gesteld om eenmalig een herexamen voor het theoretisch gedeelte af te leggen, als deze voor het praktisch gedeelte is geslaagd. Het bij het herexamen behaalde cijfer komt in de plaats van het oorspronkelijke behaalde cijfer. 5.4.2 Herexamen praktijk De kandidaat wordt eenmalig in de gelegenheid gesteld om een herexamen voor het praktisch gedeelte af te leggen als deze voor het theoretisch gedeelte van het examen is geslaagd en voor het praktisch gedeelte de som van de verkregen cijfers 34 is en daarbij voor ten hoogste twee van de zes cijfers een onvoldoende is verkregen. Ten aanzien van de onvoldoende(n) geldt dat geen enkel verkregen cijfer lager mag zijn dan het cijfer vier (4). het cijfer vier (4) slechts één keer mag voorkomen. Alleen die las(sen) en/of werkstuk(ken) die bij het eindexamen met een onvoldoende is/zijn gewaardeerd mogen worden overgemaakt bij het herexamen, in een werkstuk samengesteld volgens de werkstuktekening. Het resultaat van het herexamen treedt in de plaats van het/de oorspronkelijk behaalde cijfer(s). Besluiten tot afwijkingen op deze laatste 3 onderdelen kunnen door de examinator worden genomen, deze moeten worden gedocumenteerd. 5.5 Aanmelding voor herexamens en/of een nog af te leggen examenonderdeel. 5.5.1 De aanmelding voor een herexamen en/of een nog af te leggen examenonderdeel moet worden gedaan door de opleidingsinstelling, bij voorkeur binnen twee weken na het afsluiten van het examen, doch uiterlijk binnen één jaar na de oorspronkelijke examendatum. De opleidingsinstelling ontvangt van het NIL een factuur ter betaling van de eenmalige examenkosten plus het verschuldigde bedrag per herexamen kandidaat
Pagina 9 van 9 5.6 Diplomering 5.6.1 Aan de kandidaat die aan de normen voor het slagen van zowel het theoretisch als voor het praktisch gedeelte van het examen heeft voldaan wordt door het NIL via de opleidingsinstelling een diploma en cijferlijst verstrekt volgens een door het NIL vastgesteld model. 5.6.2 Indien vóór het examen is aangegeven dat de kandidaat niet aan het theoretisch examen zal deelnemen en is voldaan aan de eisen die in het Reglement gesteld zijn ten aanzien van het praktisch gedeelte van het examen zal door het NIL via de opleidingsinstelling aan de kandidaat een praktijkverklaring volgens een door het NIL vastgesteld model worden verstrekt. 5.5.3 Indien vóór het examen is aangegeven dat de kandidaat niet aan het theoretisch examen zal deelnemen en een praktijkverklaring is afgegeven, is het niet mogelijk nadien alsnog een theoretisch examen af te leggen om zodoende een volledig diploma te verwerven. Er zal dan een nieuw, volledig examen dienen te worden afgelegd. 5.6.3 Het diploma en de bijbehorende cijferlijst of indien van toepassing, de praktijkverklaring worden door de opleidingsinstelling aan de kandidaat uitgereikt. 6. ONVOORZIEN In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, wordt een beslissing genomen door een daartoe bevoegd persoon binnen het NIL na overleg, met de Voorzitter van de Examencommissie Handvaardigheidsopleidingen. Van deze beslissing zal in de eerstvolgende vergadering van de Examencommissie melding worden gemaakt en besloten of het betreffende examenreglement dient te worden aangepast.