8. Groenboek van de Commissie: PVC en het milieu



Vergelijkbare documenten
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 juni 2002 (02.07) (OR. en) 9841/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0040 (COD) CODEC 741 ENT 101 ENV 368

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006

L 86/6 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE

L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE A

onder verwijzing naar zijn resolutie van 18 december 1997 over bestrijding van het tabaksgebruik 1,

10. Verpakking en verpakkingsafval

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 januari 2006 (24.01) (OR. en) 5455/06 Interinstitutioneel dossier: 2003/0282 (COD) ENV 33 ENT 16 CODEC 51

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 7 januari 2009 (09.01) (OR. fr) 17438/1/08 REV 1 ATO 133

gezien de mededeling van de Commissie (COM(2002) 431 C5-0573/2002),

Publicatieblad van de Europese Unie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van

Publicatieblad van de Europese Unie

Kwijting 2008: Communautair Bureau voor visserijcontrole

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. van [...]

PUBLIC. Brussel, 6 april 2009 (07.04) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 8424/09 LIMITE COMPET 196 E V 287 CHIMIE 33 MI 144 E T 86

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE. van

*** ONTWERPAANBEVELING

Publicatieblad van de Europese Unie d.d NL Publicatieblad van de Europese Unie L 114/9

(Voor de EER relevante tekst)

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ONTWERPRESOLUTIE

PUBLIC. Brussel, 2 juli 2004 (06.07) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /04 Interinstitutioneel dossier: 2002/0254 (COD) LIMITE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

BIJLAGE. bij MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing) (2018/C 263/29) Amendement. Voorstel voor een richtlijn Overweging 1. Door de Commissie voorgestelde tekst

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning

Besluit van 24 maart 2005, houdende regels voor verpakkingen, verpakkingsafval, papier en karton (Besluit beheer verpakkingen en papier en karton)

(Voor de EER relevante tekst)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 februari 2002 (28.02) (OR. fr) 6693/02 Interinstitutioneel dossier: 2000/0077 (COD) ECO 62 CODEC 257

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening

Commissie interne markt en consumentenbescherming. van de Commissie interne markt en consumentenbescherming

BIJLAGE IV: INZAKE DE BEOORDELING VAN DE KWALITEIT VAN HET MARIENE MILIEU

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad

EUROPEES PARLEMENT ONTWERPVERSLAG. Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport VOORLOPIGE VERSIE 2001/2086(COS) 30 mei 2001

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en)

Commissie juridische zaken ONTWERPVERSLAG. over het beleid inzake controle van financiële overzichten: lessen uit de crisis (2011/2037(INI))

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van

10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 mei 2012 (OR. en) 9633/12 COMPET 246 ENV 336 CHIMIE 42 MI 302 ENT 119

1997R0258 NL

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 mei 2000 (23.05) (OR. pt) 8439/00 LIMITE TRANS 71 ENT 66

A7-0319/ Voorstel voor een richtlijn (COM(2013)0102 C7-0047/ /0062(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst

ONTWERPRESOLUTIE. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement B8-1228/

1990L0269 NL

Besluit van. tot intrekking Asbestbesluit milieubeheer

*** ONTWERPAANBEVELING

(1999/C 55/06) MOTIVERING VAN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT. Geconsolideerd wetgevingsdocument. 31 mei /0315(COD) PE1

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 259 van 18/08/98

COMMISSIE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

Publicatieblad van de Europese Unie L 151/9

BESLUITEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, en artikel 218, lid 9,

EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE 97/0155 (COD) PE-CO S 3608/99 C4-0172/99 ECO 106 UD 43 CODEC 147

Geconsolideerde TEKST

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2117(INI)

EUROPEES PARLEMENT Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ***I ONTWERPVERSLAG

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2003) 1127 def.

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van

- Politiek akkoord over een gemeenschappelijk standpunt

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voor de delegaties gaat hierbij de tekst van de bovengenoemde verordening, zoals die op 28 april 2010 is overeengekomen door het Coreper.

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2169(DEC)

6850/08 AL/mg DG C I

sectorplan 14 Verpakkingsafval

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE

Transcriptie:

C 21 E/112 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen NL 24.1.2002 8. Groenboek van de Commissie: PVC en het milieu A5-0092/2001 Resolutie van het Europees Parlement over het Groenboek van de Commissie: PVC en het milieu (COM(2000) 469 C5-0633/2000 2000/2297(COS)) Het Europees Parlement, gezien het Groenboek van de Commissie (COM(2000) 469 C5-0633/2000), gelet op de artikelen 174 en 95 van het EG-Verdrag, onder verwijzing naar zijn resolutie van 14 november 1996 over de mededeling van de Commissie betreffende de actualisering van de communautaire strategie voor het afvalbeheer en het voorstel voor een besluit van de Raad inzake het afvalbeleid (COM(95) 399 C4-0453/96) ( 1 ), onder verwijzing naar zijn resolutie van 17 juli 1997 over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de overeenkomsten op milieugebied (COM(96) 561 C4-0013/ 97) ( 2 ), gezien de verplichtingen die de Commissie is aangegaan in het kader van richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken ( 3 ), gelet op de in de Gemeenschap geldende wettelijke voorschriften inzake afval ( 4 ), het storten van afvalstoffen ( 5 ) en de verbranding van afval ( 6 ), gezien de geldende communautaire wetgeving inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten ( 7 ) en inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen ( 8 ), gezien de komende herziening van het gemeenschappelijk beleid inzake chemische stoffen, gezien de komende gemeenschappelijke strategie inzake duurzame ontwikkeling, gelet op artikel 47, lid 1 van zijn Reglement, gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid en het advies van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie (A5-0092/2001), ( 1 ) PB C 362 van 2.12.1996, blz. 241. ( 2 ) PB C 286 van 22.9.1997, blz. 254. ( 3 ) PB L 269 van 21.10.2000, blz. 34. ( 4 ) Richtlijn 91/156/EEG van de Raad van 18 maart 1991, gewijzigd bij richtlijn 75/442/EEG betreffende afvalstoffen (PB L 78 van 26.3.1991, blz. 32). ( 5 ) Richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999, betreffende het storten van afvalstoffen (PB L 182 van 16.7.1999, blz. 1). ( 6 ) Richtlijn 2000/76/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 december 2000 (PB L 332 van 28.12.2000, blz. 91). ( 7 ) Richtlijn 76/769/EEG van de Raad van 27 juli 1976 (PB L 262 van 27.9.1976, blz. 201). ( 8 ) Richtlijn 67/548/EEG van de Raad van 27 juni 1967 (PB 196 van 16.8.1967, blz. 1).

24.1.2002 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 21 E/113 A. overwegende dat de Commissie het Parlement verzoekt deel te nemen aan het debat over de milieuproblemen in verband met PVC en met name aan het openbare overleg met het oog op de goedkeuring van een algemene communautaire strategie voor de milieuproblemen in verband met PVC, B. overwegende dat het Europees Parlement als medewetgever inzake de bescherming van het milieu en de menselijke gezondheid de morele plicht heeft op constructieve en ambitieuze wijze deel te nemen aan het debat over de vaststelling van deze strategie, C. overwegende dat artikel 174, lid 1 van het EG-Verdrag bepaalt dat het beleid van de Gemeenschap op milieugebied bijdraagt tot het nastreven van de volgende doelstellingen: behoud, bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu en bescherming van de gezondheid van de mens; overwegende dat ditzelfde artikel in lid 2 bovendien voorschrijft dat dit beleid berust op het voorzorgsbeginsel en het beginsel van preventief handelen, het beginsel dat milieuaantastingen bij voorrang aan de bron dienen te worden bestreden en het beginsel dat de vervuiler betaalt, maar dat rekening moet worden gehouden met de gevolgen die het voorgestelde beleid met zich meebrengt o sociaal, werkgelegenheids-, financieel en economisch gebied, D. overwegende dat het in zijn voornoemde resolutie van 14 november 1996 opriep tot een vermindering van de hoeveelheid PVC, chloor en zware metalen in afval, E. overwegende dat de Raad in zijn resolutie van 24 februari 1997 betreffende een communautaire strategie voor afvalbeheer ( 1 ) oproept tot een intensivering van de inspanningen ter beperking van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen wanneer minder gevaarlijke alternatieven beschikbaar zijn, F. overwegende dat het beheer van PVC-afval de bijzondere aandacht vereist voor de specifieke kenmerken van dit materiaal en met name het hoge chloorgehalte ervan, maar dat bij de acties betreffende PVC, teneinde dit probleem doeltreffend aan te pakken, niet mag worden afgezien van de vaststelling van een meer algemene actiestrategie inzake alle plastic materialen, G. overwegende dat het Groenboek van de Commissie zich voornamelijk concentreert op de analyse van de gevolgen van PVC voor het milieu ten aanzien van de aspecten in verband met het afvalbeheer, zonder alle aspecten van PVC-producten gedurende de hele levenscyclus te analyseren en zonder naar de economische voor- en nadelen van dit materiaal te kijken; dat het Groenboek voorts vragen oproept over afvalinzameling en beheer die betrekking hebben op alle materialen en niet specifiek op PVC en dat het Groenboek het materiaal PVC niet onderzoekt in vergelijking tot alternatieve materialen, H. gezien de bijzondere samenstelling, met name uit kleine en middelgrote ondernemingen, van de Europese PVC-verwerkende industrie, en dat onderzoek van de invloed op het MKB daarom een wezenlijke voorwaarde is voor tenuitvoerlegging van nieuwe wetgeving, I. overwegende dat het gebruik in de producten van PVC van stabilisatoren als lood, cadmium of organotinverbindingen potentiële risico s met zich meebrengt van dispersie in het milieu gedurende de productie, verwerking en verwijdering van PVC, met als gevolg hiervan risico s voor de menselijke gezondheid, J. gezien de vrees die zich onlangs bij de publieke opinie verbreidde ten aanzien van het gebruik van ftalaten in voor kinderen bestemde producten en tegelijkertijd de noodzaak de resultaten af te wachten van de risico-evaluatie die momenteel plaatsvindt, K. overwegende dat de resultaten van de lopende risicobeoordelingen belangrijk zijn, maar geen reden mogen zijn om geen onmiddellijke maatregelen te nemen ter bescherming van risicogroepen; verder overwegende dat het programma voor bestaande stoffen onvolledig is, aangezien de totale blootstelling aan ftalaten niet wordt beoordeeld, ( 1 ) PB C 76 van 11.3.1997, blz. 1.

C 21 E/114 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen NL 24.1.2002 L. gezien de in maart 2000 door de Europese PVC-industrie vrijwillig aangegane verplichting bij te dragen tot de beperking van de gevolgen van PVC voor het milieu gedurende de gehele levenscyclus ervan, M. overwegende dat het noodzakelijk is de problemen in verband met het beheer van PVC-afval aan te pakken in het meer algemene kader van de versterking van de Europese strategie voor de afvalverwijdering, N. overwegende dat bij alle verwerkingsmethoden van PVC, naast het doel om de emissies van vervuilende stoffen te minimaliseren, tevens het doel van minimalisatie van de hoeveelheid residuen moet worden nagestreefd, O. overwegende dat de materiële recyclage van PVC vroeger niet met voldoende nadruk verder is ontwikkeld, hoewel er aan technische oplossingen wordt gewerkt, P. overwegende dat het percentage PVC-afval voor het gebruik dat momenteel wordt gerecycleerd circa 80 % bedraagt, terwijl het percentage PVC-afval na gebruik dat wordt gerecycleerd ongeveer 3 % van de jaarlijkse verkoop bedraagt en dat deze methode van afvalverwerking in wezen eveneens beperkt blijft tot sectoriële toepassingen zoals stelsels van pijpen, secties voor gebruik in de bouw en dakbedekkingsmembranen, en voor enkele kabelprogramma s, verpakkingen en afval van vloerbedekkingen, Q. overwegende dat het aandeel van gerecycleerd PVC dus dient te worden vergroot, R. overwegende dat de recyclage van PVC niet mag leiden tot het in stand houden van het probleem van de zware metalen, S. overwegende dat eerst begonnen dient te worden met de recyclage van bulk-pvc-afval (zoals leidingsystemen, buizen, bouwprofielen, kozijnen, dakbedekkingsmembranen en ander PVC-afval uit de bouwsector), aangezien dit grote hoeveelheden betreft en het gemakkelijker ingezameld kan worden, T. overwegende dat verbranding van PVC-producten leidt tot de emissie van gevaarlijke stoffen, zoals zoutzuur, die vervolgens moeten worden geneutraliseerd om te voldoen aan de grenswaarden die worden voorgeschreven door de geldende voorschriften en aldus afvalstoffen kunnen opleveren die als gevaarlijk zijn ingedeeld, in hoeveelheden die groter kunnen zijn dan de hoeveelheden die het materiaal voor verbranding bevatte, alsmede de emissie van zware metalen, zoals cadmium dat zeer moeilijk te verwijderen is door de vluchtigheid van het metaal, U. overwegende dat de geleidelijke inwerkingstelling van verbrandingsovens van de nieuwe generatie het mogelijk kan maken de hoeveelheid emissies van gevaarlijke afvalstoffen te verminderen, maar dat de hoeveelheid residuen moet worden geminimaliseerd, V. overwegende dat storting momenteel de meest verbreide methode is om PVC-afvalstoffen te verwijderen, W. overwegende dat in het milieu geen door mensen vervaardigde of gewonnen stoffen en metalen zouden mogen voorkomen die een gevaar vormen voor de gezondheid of de biodiversiteit, X. overwegende dat het een bekend feit is dat weekmakers uit gestort PVC-afval vrijkomen, 1. juicht het initiatief van de Commissie toe om een begin te maken met een uitgebreide openbare overlegprocedure inzake de gevolgen van PVC voor het milieu, teneinde praktische oplossingen te vinden voor de problemen die het gebruik van dit materiaal met zich meebrengt voor het milieu en de menselijke gezondheid; 2. betreurt echter dat de Commissie geen vergelijkende analyse van de levenscyclus van PVC-producten met alternatieve materialen heeft uitgevoerd en verzoekt haar ervoor te zorgen dat de beoordeling van de gezondheids- en milieurisico s van alternatieven voor PVC op zijn minst met dezelfde nauwgezetheid en openbaarheid plaatsvindt als in het geval van PVC; 3. is van oordeel dat in het kader van het zesde kaderprogramma voor wetenschappelijk onderzoek ruimte moet worden gemaakt voor onderzoek naar de industriële, economische en milieugevolgen van PVC en alle andere mogelijke nieuwe formules of substituten (PET, aluminium, hout, enz.);

24.1.2002 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 21 E/115 4. verzoekt de Commissie zo spoedig mogelijk een voorstel te doen voor een horizontale strategie op lange termijn, die voor sommige categorieën van producten, zoals met name rechtstreeks met de menselijke gezondheid verbonden voorwerpen, een vervangingsbeleid voorschrijft, gebaseerd op een vergelijkende analyse van de vervangingsproducten gedurende hun hele levenscyclus; 5. verzoekt de Commissie onverwijld een begin te maken met een vervangingsbeleid voor zacht PVC, indien de momenteel verrichte risicoanalyse van ftalaten er aanleiding toe geeft de blootstelling van mensen en milieu te verminderen; 6. verzoekt de Commissie een aanbeveling aan de lidstaten goed te keuren, die aandringt op het afzien van PVC als bouwmateriaal in gebouwen met groot brandgevaar; 7. verzoekt de Commissie haar toekomstige voorstellen voor de toekomst van de PVC-industrie vergezeld te doen gaan van een goede evaluatie van de sociaal-economische gevolgen en met name van de kwantitatieve en kwalitatieve gevolgen voor de werkgelegenheid, met speciale aandacht voor het MKB; 8. verzoekt de Commissie in het kader van de besprekingen over de toekomst van de PVC-industrie de Europese bedrijfsraden en de andere werknemersvertegenwoordigingen uit de PVC-industrie en NGO s voor volksgezondheid, consumenten- en milieubescherming vooral voldoende te betrekken bij gezondheids-, veiligheids- en milieubelangen; 9. verzoekt de Commissie de strategie ook uit te breiden tot de kandidaat-landen en ervoor te zorgen dat de EU-normen daar worden ingevoerd en omgezet; Verzameling van afvalstoffen 10. onderstreept het belang van een doeltreffender gedifferentieerde verzameling, waardoor de verschillende stromen afvalstoffen zo goed mogelijk kunnen worden verwijderd; 11. verzoekt de Commissie bovendien passende maatregelen voor te stellen, die een gescheiden inzameling van PVC-producten waarborgen, vanwege de problemen die PVC met zich meebrengt bij elke vorm van afvalverwijdering, in het bijzonder bij verbranding; 12. acht het noodzakelijk om voor het bereiken van kwantitatief belangrijke doelstellingen bij de afvalverzameling een specifiek juridisch kader te scheppen dat het sluiten van overeenkomsten waarbij alle belanghebbende partijen zijn betrokken, in de hand werkt; 13. verzoekt derhalve de Commissie de in de Gemeenschap en de lidstaten bestaande goede praktijken ten aanzien van vrijwillige verplichtingen van de industrie en overeenkomsten op milieugebied na te gaan en vervolgens, aan de hand van deze analyse, een wetgeving voor te stellen ter stimulering van het bereiken van ambitieuze doelstellingen; Additieven 14. meent dat de door de PVC-industrie aangegane verplichtingen, die weliswaar interessant en lofwaardig zijn, niet voldoende zijn om de verbreiding van gevaarlijke stoffen als cadmium en lood in het milieu en met name op de werkplek te voorkomen en tevens dat uitgebreider studies moeten worden verricht, teneinde een volledige bescherming van de volksgezondheid te waarborgen en nauwkeurig de gevolgen van de verbreiding van deze stoffen te evalueren; 15. meent derhalve dat op communautair niveau wettelijke voorschriften moeten worden ingevoerd ten behoeve van de geleidelijke afschaffing van stabilisatoren die cadmium en lood bevatten, en dat de invoer van PVC-producten die deze stoffen bevatten, moet worden verboden;

C 21 E/116 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen NL 24.1.2002 17. verzoekt de Commissie mogelijke vervangingsmiddelen voor stabilisatoren en additieven aan een risico-evaluatie te onderwerpen; 18. verzoekt de Commissie alternatieven voor het gebruik van ftalaten als weekmakers na te gaan, die minder riskant zijn voor de menselijke gezondheid; 19. stelt de Commissie en de PVC-industrie voor, rekening houdend met de resultaten van de lopende studies, de mogelijkheid na te gaan doelstellingen vast te stellen voor de beperking van het gebruik van ftalaten, met name in medische apparatuur (rest schrappen); PVC-afvalbeheer Recyclage 20. acht het noodzakelijk het technologische onderzoek verder te ontwikkelen, in de eerste plaats op het gebied van de chemische recyclage waardoor chloor van zware metalen kan worden gescheiden op voorwaarde dat strikte emissienormen worden gehanteerd, teneinde de kosten van het proces te verlagen en de doeltreffendheid ervan te verbeteren met het oog op de vergroting van het aandeel gerecycleerd PVCafval en vermindering van het percentage afval voor verbranding of storting; 21. stelt voor om, naar het voorbeeld van de richtlijn betreffende afgedankte voertuigen, het aandeel gerecycleerd afval te vergroten en prioriteit te verlenen aan de sectoren waar recyclage het probleem van zware metalen niet in stand houdt, en dat dientengevolge voor verbranding of storting bestemd afval wordt verminderd door de producenten althans deels verantwoordelijk te stellen voor de levenscyclus van het product door de invoering, te beginnen voor producten met een lange levensduur, van recyclagesystemen met een gesloten circuit; 22. stelt voor een verplichte markering in te voeren van alle soorten plastic om het inzamelen en sorteren van PVC-toepassingen te vergemakkelijken, en verzoekt de Commissie de ontwikkeling van bestaande technologieën die de verschillende soorten plastic identificeren en mechanisch scheiden, te steunen; 23. verzoekt de Commissie de mogelijkheid na te gaan stimulansen te geven voor het gebruik van gerecycleerd materiaal, waarbij prioriteit dient te worden gegeven aan de recyclage van bulk-pvc-afval (zoals leidingsystemen, buizen, bouwprofielen, kozijnen, dakbanen en ander PVC-afval uit de bouwsector); 24. meent dat de taak om nauwkeurige doelstellingen in communautair verband vast te stellen de wetgever toekomt en dus niet kan worden overgelaten aan de goede wil van de industrie in het kader van de vrijwillige verplichting; 25. verzoekt de Commissie onverwijld een voorstel voor een kaderwetgeving voor te leggen inzake de overeenkomsten op milieugebied, waarbij de criteria worden vastgesteld voor de voorwaarden, controlesystemen en strafmaatregelen; 26. meent dat in afwachting van de goedkeuring van genoemde kaderwetgeving een alternatieve oplossing de goedkeuring overeenkomstig de door de Verdragen procedures is van een regeling die nauwkeurige, in overleg met de producenten vastgestelde doelstellingen geeft voor de terugwinning van de afvalstoffen, de controlesystemen en de voorwaarden van tenuitvoerlegging en die alleen in werking treedt als de bedrijven van de sector niet erin zijn geslaagd voorgeschreven met behulp van de vrijwillige verplichtingen de vastgestelde doelstellingen te bereiken; Verbranding 27. acht steun voor het onderzoek over en de ontwikkeling van nieuwe technologieën voor de terugwinning van zoutzuur en aldus de vermindering van de gevolgen van het verbrandingsproces voor het milieu en de menselijke gezondheid van fundamenteel belang, evenals de beperking tot een minimum van andere emissies en van de hoeveelheid afvalstoffen;

24.1.2002 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 21 E/117 Dinsdag, 3 april 2001 28. dringt erop aan dat er een aanzienlijk verschil is tussen zacht en hard PVC en dat het derhalve van belang is het afval ervan zo spoedig mogelijk te scheiden, teneinde hard PVC-afval als prioriteit te bestemmen voor recyclage of storting en zacht PVC-afval voor verbranding die, gezien het lagere chloorgehalte in zacht PVC, mogelijk minder gevaarlijk is dan storting, waar er gevaar bestaat voor het weglekken van weekmakers, vooral ftalaten; 29. steunt overeenkomstig de door de Europese strategie voor het afvalbeheer vastgestelde hiërarchie van principes de keuze van verbranding met terugwinning van energie; 30. stelt voor het principe de vervuiler betaalt integraal toe te passen en een deel van de extra kosten die voortvloeien uit de aanwezigheid van PVC in de verbrande afvalstoffen ten laste te brengen van de producenten, en deze benadering ook toe te passen op de verwerking van andere soorten afval die extra kosten met zich meebrengen; Storting 31. neemt er nota van dat noch verbranding, noch storting een duurzame oplossing is voor het beheer van de PVC-afvalstoffen en dat in dit kader alleen het apart opslaan van hard PVC als een tijdelijke oplossing beschouwd kan worden, in afwachting van de uitbreiding van de recyclagecapaciteit; 32. verzoekt de Commissie alle beschikbare studies over het gedrag op lange termijn van PVC op stortplaatsen te evalueren om de veiligheid ervan te waarborgen; * * * 33. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.