Installatie- en onderhoudsinstructie voor de installateur Logano plus GB312. 90...280 kw. Voor installatie en onderhoud zorgvuldig lezen.



Vergelijkbare documenten
Logano plus GB312. Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur. Voor installatie en onderhoud zorgvuldig lezen.

Bedieningsvoorschrift

Installatie-instructie voor de installateur Logano plus GB402

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift

Montage-instructie. Branderset Hoog rendement Gaswandketel

Bedieningshandleiding

NE1.1. Neutralisatie-eenheid. Voor gebruik bij condensatieketels voor gas. Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur

Bedieningsvoorschrift

Bedieningshandleiding voor de gebruiker Logano GB125 met brander Logatop BE

Bedieningsvoorschriften

Neutralisatie-eenheid

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschriften

Installatie-instructie

Geachte klant, de specifieke gasketel Logano G234X TH van Buderus werd volgens de laatste technologische ontwikkelingen en de meest recente veiligheid

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: voor de vakman

Voor de gebruiker. Gebruiksaanwijzing. allstor. Bufferboiler

Montage- en onderhoudshandleiding

Bedieningsvoorschrift

Logano plus GB312. Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur kw. Voor installatie en onderhoud zorgvuldig lezen.

Bedieningsvoorschrift Logano GE515. Vervangingstoestel voor Logano G505, G515, GE515, GK505. Zorgvuldig lezen vóór de bediening

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift

Installatie- en onderhoudshandleiding PSWK 50. Buffervat Wo (2013/03) BE

Bedieningsvoorschrift

Bedieningshandleiding

Geiser GWH11 COP... / GWH14 COP... / GWH18 COP... gebruiksaanwijzing (2015/04) NL

F2555-N F3255-N F4055-N

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

F2555HE-N F3255HE-N F4055HE-N

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift

Geiser GWH11 COH... / GWH14 COH... / GWH18 COH... gebruiksaanwijzing (2015/04) NL

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman

Installatie-instructie

VIESMANN. Montageaanwijzing VITOROND 200. voor de vakman. Vitorond 200 Type VD2A, 125tot270kW Verwarmingsketel op olie of gas

Bedieningshandleiding

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 200. voor de vakman. Vitocrossal 200 type CM2, 87 tot 311 kw HR-gasketel met MatriX-stralingsbrander

Gebruiksaanwijzing. Nefit geiser (2017/03) NL F2555HE-N F3255HE-N F4055HE-N

Kortsluiting van de aanvoer- Defecte of niet (goed) aangesloten aanvoer- of retourtemperatuursensor. Geen doorstroming

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 300. voor de vakman. Vitocrossal 300 type CM3 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander

/2000 BE (NL)

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

Nefit geiser F2555HE-N F3255HE-N F4055HE-N

Installatie-instructie voor de installateur

Bedieningsvoorschrift

Hoog Rendement Gasketel. Bedieningshandleiding Logano plus GB (2013/05) NL/BE. Zorgvuldig lezen voor de bediening.

Het cascadesysteem. in één compact toestel

VIESMANN VITOCROSSAL 200 Condenserende gasketel 404 tot 628 kw

Regeltoestel. Montagehandleiding Logamatic MC (2013/05) NL/BE. Voor montage a.u.b. zorgvuldig lezen.

Nefit ventilatorgeiser

Montage- en onderhoudsvoorschrift

Bedieningsinstructie

Logboek. Waterkwaliteit T. Voor stalen en rvs ketels met bedrijfstemperaturen tot 100 C (2012/02) NL

Celsius WT 10 AM1 E/ WT 13 AM1 E. Gebruikersinstructie (2015/04) NL

Gebruikersinstructie. Nefit ventilatorgeiser (2017/05) NL F2500 VE-N F3300 VE-N

Supplement betreffende rookgasafvoer

Logboek waterkwaliteit. Voor installatie en onderhoud zorgvuldig lezen. Voor warmtebronnen met warmtewisselaar van aluminium

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels

Nefit Economy cv-boilers

Installatie- en onderhoudshandleiding

Bedieningsvoorschrift

VIESMANN. Montageaanwijzing VITOCROSSAL 200. voor de vakman

Nederland nl. Installatie- en servicehandleiding. Buffervat Gelaagd buffervat P 750-2, P

voorschrift Voor de installateur Interface 0-10 V --> ebus AAN DE INSTALLATEUR

Montage- en onderhoudshandleiding

Nefit geiser F2555-N F3255-N F4055-N

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr

Gebruiksaanwijzing. Voor de gebruiker. Gebruiksaanwijzing. allstor. Bufferboiler

Installatie- en bedieningsinstructie. Table Stand DS (2018/08) nl

Cerapur TOP 30-3 ZWB TOP 30/42-3 ZWB TOP 28-3 ZSB TOP 42 ZB. condensatieketels met gestuwde afvoer

Augustus 2013 Pagina 1

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels

Montage handleiding BM kunststof PP rookgasafvoerleidingen

Flamco. Automaat voor drukverzorging Ontluchten Bijvullen D1/D2. Installatie- en bedieningsvoorschrift. 2002, Flamco

/2000 BE (NL)

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr

/2005 BE (NL)

Montage- en onderhoudsvoorschrift

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 300. voor de vakman. Vitoplex 300 type TX3A, 90 tot 500 kw Olie-/gasketel

VIESMANN. Montage-aanwijzing VITOLA 100. voor de vakman. Vitola 100 Type VC1A, 15 tot 33 kw Olie-/gasketel

HeatMaster. Montage- en installatiehandleiding. 201 Booster. HeatMaster. 200N (Gas) Booster. HeatMaster ENGLISH FRANCAIS NEDERLANDS ITALIANO NL 1

Installatie-instructie

Product-Data-Blad. Avanta CW6. De compacte ketel met grootse prestaties

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift

/2004 NL

Installatiehandleiding

CV module Plus Installatievoorschriften

LOBBE COMPACT INSTALLATIE NL

CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA

Aandachtspunten installatie Oris

Montage-instructie. Nefit TopLine Aansluitset cv/ww

Transcriptie:

CV-toestel 6 720 801 303-00.1T 6 720 810 222 (2014/08) NL Installatie- en onderhoudsinstructie voor de installateur Logano plus GB312 90...280 kw Voor installatie en onderhoud zorgvuldig lezen.

Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen.... 4 1.1 Uitleg van de symbolen........................... 4 1.2 Veiligheidsaanwijzingen.......................... 4 2 Gegevens betreffende het toestel....................... 5 2.1 Over dit voorschrift.............................. 5 2.2 EG-conformiteitsverklaring....................... 5 2.3 Voorgeschreven toepassing....................... 5 2.4 Benaming van het cv-toestel....................... 5 2.5 Leveringsomvang............................... 5 2.6 Accessoires.................................... 5 2.7 Productoverzicht................................ 6 2.8 Afmetingen en aansluitingen...................... 7 2.9 Technische gegevens............................ 8 2.10 Gasdebiet................................... 10 2.11 Specifieke gascategorieën en aansluitdrukken per land...................................... 10 3 Voorschriften....................................... 10 3.1 Normen en richtlijnen.......................... 10 3.2 Opstellingsruimte............................. 11 3.3 Aansluiting verbrandingslucht................... 11 3.4 Kwaliteit van het cv-water....................... 11 3.5 Kwaliteit van de leidingen....................... 11 3.6 Vorstbeveiliging............................... 11 3.7 Gereedschap, materialen en hulpmiddelen........ 11 3.8 Geldigheid van de voorschriften................. 11 4 CV-toestel transporteren............................. 11 4.1 Verwarmingsketel optillen en dragen.............. 12 4.2 Transporteer het cv-toestel op rollen.............. 13 5 Installatie.......................................... 13 5.1 Eisen voor de opstellingsruimte.................. 13 5.2 Afstanden tot de wand......................... 13 5.3 CV-toestel Uitlijnen............................ 14 5.4 Rookgas- en luchttoevoeraansluiting.............. 14 5.4.1 Aansluiten rookgasafvoerleiding................. 14 5.4.2 Aansluiting voor luchttoevoer maken (werking onafhankelijk van de omgevingslucht)..... 15 5.5 Hydraulische aansluitingen uitvoeren............. 15 5.5.1 CV-aanvoer aansluiten......................... 16 5.5.2 Sluit de cv-retour aan.......................... 16 5.5.3 Boiler installeren.............................. 16 5.5.4 Overstortventiel en automatische ontluchter of veiligheidsgroep (lokaal) monteren............... 17 5.5.5 Installeer de condensafvoer..................... 17 5.5.6 Monteer de aansluiting voor het expansievat....... 18 5.6 CV-installatie vullen en op dichtheid controleren.... 18 5.7 Brandstoftoevoer tot stand brengen.............. 19 5.8 Elektrische aansluiting tot stand brengen.......... 20 5.8.1 Regeltoestel monteren......................... 20 5.8.2 Netaansluiting en aansluiting extra modules........ 20 5.8.3 Afdekkap monteren............................ 21 5.9 Verwarmingsketel verticaal uitlijnen.............. 21 6 Inbedrijfname....................................... 21 6.1 Controleren bedrijfsdruk........................ 22 6.2 Gaskarakteristieken noteren..................... 22 6.3 Toesteluitrusting controleren..................... 22 6.4 Op lekkage controleren......................... 23 6.5 Omschakeling gassoort......................... 23 6.5.1 Omschakeling voor toesteltype 90 en 120 kw....... 23 6.5.2 Omschakelen voor ketelgrootte 160 kw............ 23 6.5.3 Omschakeling voor toestelgroottes van 200 tot 280 kw...................................... 23 6.5.4 Typeplaat actualiseren.......................... 24 6.6 Ontluchten gasleiding........................... 24 6.7 Luchttoevoer en -afvoeropeningen evenals de rookgasaansluiting controleren................... 25 6.8 Luchttoevoermembraan controleren.............. 25 6.9 Verwarmingsinstallatie gebruiksklaar maken........ 25 6.10 Schakel het cv-toestel in op de BC10.............. 25 6.11 Rookgastest uitvoeren.......................... 26 6.12 Servicemenu's op de bedieningseenheid RC35 oproepen en monitorgegevens weergeven......... 26 6.13 Controleer de CO 2 instelling bij vollast en stel deze in................................... 26 6.14 CO 2 -instelling bij deellast controleren en instellen, afsluitende controle en overname van de waarden in het inbedrijfnameprotocol..................... 27 6.15 Schakel de statusindicatie op de BC10 over naar de aanwijzing toesteltemperatuur................. 29 6.16 Terugkeren van de rookgastest naar de bedrijfsmodus................................ 29 6.17 Meetwaarden opnemen......................... 29 6.17.1 Trek......................................... 29 6.17.2 CO-gehalte................................... 29 6.18 Functietests.................................. 29 6.18.1 Ionisatiestroom (vlamstroom) controleren.......... 29 6.19 Meet de gasaansluitdruk en de rustdruk............ 29 6.20 Tijdens bedrijf op lekkages controleren............ 31 6.21 Ommanteling monteren......................... 31 6.22 Gebruiker informeren, technische documentatie overhandigen................................. 31 6.23 Inbedrijfnameprotocol.......................... 32 7 Installatie buiten werking stellen....................... 33 7.1 Neem de cv-installatie via de Basiscontroller uit bedrijf....................................... 33 7.2 Verwarmingsinstallatie in geval van nood buiten werking stellen................................ 33 7.2.1 Handelwijze in een noodsituatie.................. 33 8 Milieubescherming en afvalverwerking................. 33 9 Inspectie en onderhoud............................... 33 9.1 CV-toestel voor de inspectie voorbereiden.......... 34 9.2 Algemene werkzaamheden...................... 34 9.3 Inwendige dichtheidstest........................ 34 9.3.1 Testvolume bepalen............................ 34 9.3.2 Dichtheidsproef uitvoeren....................... 35 2 Logano plus GB312 6 720 810 222 (2014/08)

Inhoudsopgave 9.4 Werkingsdruk van de cv-installatie controleren...... 36 9.5 CO 2 -gehalte meten............................ 37 9.6 Graad van vervuiling van de brander en de warmtewisselaar bepalen........................ 37 9.6.1 Graad van vervuiling bepalen.................... 37 9.7 Brander en warmtewisselaar reinigen............. 38 9.7.1 Brander demonteren........................... 38 9.7.2 Warmtewisselaar nat reinigen................... 39 9.7.3 Brander reinigen.............................. 39 9.7.4 Elektrodenpositie controleren en afstellen......... 40 9.8 Gedemonteerde onderdelen monteren............ 42 9.9 Dichtheid bij werking controleren................ 42 9.10 Ionisatiestroom controleren..................... 42 9.11 Sluit de inspectie en het onderhoud af............. 42 9.11.1 Manteldelen monteren......................... 42 9.11.2 Inspectie en onderhoud bevestigen............... 42 9.12 Inspectie- en onderhoudsprotocol................ 43 10 Storingen verhelpen................................. 45 10.1 Bedrijfstoestand herkennen en storingen resetten... 45 10.2 Noodmodus.................................. 45 10.3 Bedrijfs- en storingsmeldingen................... 46 10.3.1 Bedrijfsindicaties regeltoestel................... 46 10.3.2 Storingsmeldingen regeltoestel.................. 47 10.3.3 Bedrijfsindicatie branderautomaat............... 54 11 Bijlage............................................. 55 11.1 Sensorkarakteristieken......................... 55 11.1.1 Temperatuursensor op de branderautomaat........ 55 11.2 Debietweerstand aan cv-waterzijde............... 56 11.3 Aansluitschema MC10......................... 57 11.4 Aansluitschema branderautomaat................ 60 11.5 Omrekening vol. % CO 2 in vol. % O 2 voor branderinstelling...............................62 Index.............................................. 63 Logano plus GB312 6 720 810 222 (2014/08) 3

1 Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen 1 Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen 1.1 Uitleg van de symbolen Waarschuwingsaanwijzingen Signaalwoorden voor een waarschuwingsaanwijzing geven de soort en de ernst van de gevolgen aan, wanneer de maatregelen ter voorkoming van het gevaar niet worden aangehouden. OPMERKING betekent dat materiële schade kan ontstaan. VOORZICHTIG betekent, dat licht tot middelzwaar persoonlijk letsel kan ontstaan. WAARSCHUWING betekent dat zwaar lichamelijk letsel kan ontstaan. GEVAAR betekent, dat er levensgevaarlijk lichamelijk letsel kan ontstaan. Informatiesymbool Aanvullende symbolen Symbool Waarschuwingsaanwijzingen in de tekst worden aangegeven met een gevarendriehoek met grijze achtergrond en een kader. Belangrijke informatie zonder gevaar voor personen en materialen, wordt tussen twee lijnen geplaatst en aangegeven met een i-symbool in een vierkant. Betekenis Handeling Verwijzing naar andere plaatsen in het document of naar andere documenten Opsomming Opsomming (subniveau) Tabel 1 1.2 Veiligheidsaanwijzingen Ontploffingsgevaar bij gasgeur Sluit de gaskraan ( pagina 33). Open ramen en deuren. Bedien geen elektrische schakelaars, trek geen stekkers uit het stopcontact, telefoneer niet en gebruik de deurbel niet. Doof open vuur. Niet roken. Geen aansteker gebruiken. Waarschuw de bewoners van buiten af, maar bel niet aan. Schakel het gasbedrijf en een erkend installateur in. Bij hoorbaar uitstromen onmiddellijk het gebouw verlaten. Toegang van derden voorkomen, informeer de politie en de brandweer van buiten het gebouw. Gevaar bij rookgaslucht Schakel het toestel uit ( pagina 33). Open ramen en deuren. Neem contact op met een erkend installateur. Gevaar door vergiftiging. Een ontoereikende luchttoevoer kan leiden tot het ontsnappen van gevaarlijke rookgassen. Denk eraan, dat de openingen voor luchttoevoer en -afvoer niet verkleind of afgesloten mogen worden. Wanneer u het probleem niet meteen oplost, mag de ketel niet in werking gesteld worden. Wijs de gebruiker van de installatie schriftelijk op de gebreken en de daaruit resulterende gevaren. Gevaar door explosie van ontvlambare gassen. Werkzaamheden aan gasvoerende onderdelen alleen door een erkend installateur laten uitvoeren. Gevaar door elektrische stroom bij een geopende verwarmingsketel Voordat de verwarmingsketel wordt geopend:schakel de verwarmingsinstallatie stroomloos door middel van de verwarmingsnoodschakelaar of verbreek de verbinding naar het stroomnet via de betreffende hoofdzekering. Het is niet voldoende het regeltoestel uit te schakelen. Beveilig de verwarmingsinstallatie tegen onbedoeld opnieuw inschakelen. Gevaar door explosieve en licht ontvlambare materialen Licht ontvlambare materialen (papier, verdunningsmiddelen, verf, enz.) niet in de buurt van de verwarmingsketel gebruiken of opslaan. Gevaar door veronachtzaming van de eigen veiligheid in noodsituaties, b.v. bij een brand. Breng uzelf nooit in levensgevaar. De eigen veiligheid gaat vóór alles. Gevaar voor brandwonden Laat de verwarmingsketel voor onderhoud en inspectie afkoelen. In de verwarmingsinstallatie kunnen temperaturen van meer dan 60 C optreden. Opstelling, ombouw: Voorzichtig schade aan de installatie Bij open bedrijf de be- en ontluchtingsopeningen in deuren, ramen en wanden niet sluiten of verkleinen. Bij inbouw van kierdichte ramen verbrandingsluchttoevoer waarborgen. Wanneer u het probleem niet meteen oplost, mag het cv-toestel niet in werking gesteld worden. De boiler uitsluitend gebruiken voor het opwarmen van warm water. Veiligheidsventielen nooit afsluiten. Tijdens het opwarmen kan water uit de veiligheidsklep van de boiler komen. Rookgasafvoerende delen niet wijzigen. Werkzaamheden aan het cv-toestel Installatie-, inbedrijfstellings-, inspectie- en eventuele reparatiewerkzaamheden alleen door een erkend installateur laten uitvoeren. Houd daarbij de voorschriften aan ( hoofdstuk 3, pagina 10). Houd tevens geldende handleidingen van installatiecomponenten, accessoires en reserveonderdelen aan. Informatie aan de gebruiker Geef de klant de nodige uitleg over de werking en bediening van de verwarmingsketel. De gebruiker is verantwoordelijk voor de veiligheid en de milieuvriendelijke werking van de verwarmingsinstallatie (plaatselijke bepalingen van het betreffende land). Wijs de gebruiker erop, dat hijzelf geen wijzigingen of reparaties mag uitvoeren. Onderhoud en reparatie mogen alleen door een erkend installateur worden uitgevoerd. Gebruik alleen originele reserve-onderdelen! Andere combinaties, toebehoren en slijtdelen alleen dan gebruiken, wanneer deze voor het beoogde gebruik zijn bestemd. 4 Logano plus GB312 6 720 810 222 (2014/08)

Gegevens betreffende het toestel 2 2 Gegevens betreffende het toestel 2.1 Over dit voorschrift Deze installatie- en onderhoudshandleiding bevat belangrijke informatie over de veilige en deskundige montage, inbedrijfstelling en onderhoud van het HR-toestel op gas. Deze installatie- en onderhoudsinstructie is bedoeld voor de installateur, die op basis van zijn vakopleiding en ervaring kennis heeft van de omgang met cv-installaties en gasinstallaties. Voor het cv-toestel zijn de volgende documenten verkrijgbaar: Bedieningshandleiding Installatie- en onderhoudsinstructie Reserve-onderdelen catalogus Logboek waterkwaliteit De bovengenoemde documenten zijn ook via Buderus op internet beschikbaar. Wanneer u voorstellen heeft ter verbetering van de bovengenoemde documenten of onjuistheden constateert, kunt u contact met ons opnemen. De adressen en het internetadres vindt u op de achterzijde van dit document. 2.2 EG-conformiteitsverklaring Dit product voldoet qua constructie en werking aan de Europese richtlijnen evenals aan de bijkomende nationale vereisten. De conformiteit wordt aangetoond door het CE-kenmerk. U kunt de conformiteitsverklaring van het product opvragen. Neem daarvoor contact op met het adres vermeld op de achterzijde van deze handleiding. Houd de specificaties op de typeplaat van het cv-toestel aan. 2.3 Voorgeschreven toepassing Het toestel mag uitsluitend volgens de voorschriften en met inachtneming van het installatie- en onderhoudsvoorschrift gebruikt worden. Het cv-toestel uitsluitend voor het opwarmen van cv-water voor cv-systemen en/of indirecte verwarming van drinkwater bijvoorbeeld boiler gebruiken. Een andere toepassing is niet voorgeschreven. 2.4 Benaming van het cv-toestel De benaming van het toestel is uit de volgende delen samengesteld: Logano GB 90 120 160 200 240 280 Tabel 2 Benaming cv-toestel Typenaam CV-toestel Maximale cv-vermogen in kw 2.5 Leveringsomvang De Logano plus GB312 wordt compleet met Basiscontroller Logamatic BC10 en het regeltoestel MC10 in twee verpakkingseenheden uitgeleverd. Controleer bij levering of de verpakking niet beschadigd is. Controleer de leveringsomvang op volledigheid. Sorteer en recycleer de verpakking op milieuvriendelijke wijze. Verpakkingseenheid Onderdeel Verpakking 1 (cv-toestel) CV-toestel gemonteerd 1 doos Instelbare stelpoten 1 folieverpakking Technische documenten 1 folieverpakking 2 (separaat) Regeltoestel MC10 1 doos (inclusief BC10) Tabel 3 Leveringsomvang 2.6 Accessoires Bij het cv-toestel zijn vele toebehoren verkrijgbaar. In de catalogus kunt u de exacte specificaties van de geschikte accessoires vinden. De volgende accessoires zijn in de filialen leverbaar: Rookgassysteem Bedieningseenheid, bijvoorbeeld RC35 Logano plus GB312 6 720 810 222 (2014/08) 5

2 Gegevens betreffende het toestel 2.7 Productoverzicht Het cv-toestel is een HR-toestel op gas met een aluminium warmtewisselaar. Afhankelijk van de softwareversie van de branderautomaat is het cv-toestel uitgerust met of zonder terugslagklep ( hoofdstuk 5.5.1, pagina 16). 10 6 720 643 553-01.2TT Afb. 1 Productoverzicht [1] Regeltoestel [2] Brander [3] Voorwand toestel [4] Sifon [5] Toestelblok met isolatie [6] Branderautomaat [7] Gasregelblok [8] Toestelmantel [9] Terugslagklep ( hoofdstuk 5.5.1, pagina 16) [10] Instelkaliber voor ontstekingselektroden (positie bij uitlevering; hfdst. 9.7.4, pagina 40) Het cv-toestel bestaat uit: Regeltoestel Toestelframe met mantel Toestelblok met isolatie Brander Het regeltoestel controleert en stuurt alle elektrische componenten van het cv-toestel. Het toestelblok draagt de door de brander opgewekte warmte over op het verwarmingswater. De isolatie vermindert het energieverlies. 6 Logano plus GB312 6 720 810 222 (2014/08)

Gegevens betreffende het toestel 2 2.8 Afmetingen en aansluitingen 6 720 643 553-02.2T Afb. 2 Afmetingen en aansluitingen GB312 [1)] Wordt niet meegeleverd Aansluitingen AA = Aansluiting rookgassen AKO = Uitgang condenswater AL = Aansluiting leiding verbrandingslucht (enkel bij Gas = Gasaansluiting ruimteluchtonafhankelijke werking) VK = Aanvoer cv-toestel ST = Aansluiting overstortventiel of veiligheidsgroep MAG = Aansluiting expansievat RK = Retour cv-toestel Tabel 4 Aansluitingen Toesteltype (vermogen in kw) Eenheid 90 120 160 200 240 280 Aantal elementen 4 4 5 6 7 8 Breedte B mm 994 994 1202 1202 1410 1410 Maat X AA mm 332 332 384 436 488 540 Maat X RK (= X AL = X Gas ) mm 270 270 374 270 374 270 Maat F mm 800 800 1008 1008 1216 1216 Maat A mm 1308 1308 1300 1300 1300 1300 ØAA mm 160 +0,5 160 +0,5 160 +0,5 200 0,5 200 0,5 200 0,5 Benodigde buitendiameter van de in te steken buis ØAA mm 80 80 80 90 90 90 Minimaal benodigde insteekdiepte ØAA mm 5 5 5 7 7 7 Maximale afschuiningshoogte op het insteekuiteinde in de asrichting Maat Y AA mm 470 470 470 495 495 495 Maat Y MAG mm 522 522 514 514 514 514 Maat Z AA mm 145 145 145 310 310 310 AL (alleen gesloten systeem) Benodigde gemiddelde buitendiameter van de in te steken buis mm 110 +0,4 110 +0,4 110 +0,4 110 +0,4 110 +0,4 110 +0,4 Tabel 5 Afmetingen en aansluitdimensies Logano plus GB312 6 720 810 222 (2014/08) 7

2 Gegevens betreffende het toestel Toesteltype (vermogen in kw) Eenheid 90 120 160 200 240 280 mm 58 58 58 58 58 58 AL (alleen gesloten systeem) Minimale benodigde insteekdiepte AL (alleen gesloten systeem) Maximale afschuiningshoogte op het insteekuiteinde in de asrichting Aansluiting VK en RK Rp 2" (DN50) 2.9 Technische gegevens mm 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5 Rp 2" (DN50) PN6-normflens (DN65) PN6-normflens (DN65) PN6-normflens (DN65) PN6-normflens (DN65) Aansluiting ST R 1" R 1" R 1¼ " R 1¼ " R 1¼ " R 1¼ " Øgas R ¾ " R ¾ " R 1¼ " R 1¼ " R 1¼ " R 1¼ " Aansluiting condenswater ¾ " (DN20) Tabel 5 Afmetingen en aansluitdimensies ¾" (DN20) ¾" (DN20) ¾" (DN20) ¾" (DN20) Toesteltype (vermogen in kw) Eenheid 90 120 160 200 240 280 Aantal elementen 4 4 5 6 7 8 Nominaal cv-vermogen [Pn 50/30] 1) Temperatuurregime 50/30 C Nominale warmtevermogen [Pn 80/60] 1) Temperatuurpaar 80/60 C Nominale warmtebelasting [Qn (Hi)] 1) Rookgas- en verbrandingsluchtsysteem Nominaal rookgasdebiet 50/30 C Nominaal rookgasdebiet 80/60 C Nominaal CO 2 -gehalte bij aardgas Nominale rookgastemperatuur Temperatuurregime 50/30 C Nominale rookgastemperatuur Temperatuurregime 80/60 C Trek ventilator (rookgas- en verbrandingsluchtsysteem) Te gebruiken temperatuurklasse Rookgasafvoerinstallatie conform EN 1443 Te gebruiken drukklasse Rookgasafvoerbuis conform EN 1443 Te gebruiken drukklasse Verbindingsstuk conform EN 1443 Te gebruiken condensaatbestendigheidsklasse Rookgasafvoerinstallatie conform EN 1443 Te gebruiken corrosieweerstandsklasse Rookgasafvoerinstallatie conform EN 1443 Te gebruiken roetbrandbestendigheidsklasse Rookgasafvoerinstallatie conform EN 1443 Maximaal toegestane rookgasretourstroom onder windcondities Tabel 6 Technische gegevens ¾" (DN20) Volledige kw 90 120 160 200 240 280 belasting Deellast kw 31 31 42 62 75,2 87,2 Volledige kw 84 113 150 187 225 263 belasting Deellast kw 28 28 38 56,2 67,6 79,2 Volledige kw 86,5 115,9 155 193 232 271 belasting Deellast kw 29 29 38,8 57,9 69,6 81,3 Volledige g/s 40,0 53,7 71,7 89,3 107,4 125,4 belasting Deellast g/s 13,2 13,2 17,6 26,3 31,6 36,9 Volledige g/s 40,0 53,7 71,7 89,3 107,4 125,4 belasting Deellast g/s 13,2 13,2 17,6 26,3 31,6 36,9 Volledige Vol. % 9,1 9,1 9,1 9,1 9,1 9,1 belasting Deellast Vol. % 9,3 9,3 9,3 9,3 9,3 9,3 Volledige C 49 56 54 55 55 57 belasting Deellast C 34 32 31 34 33 34 Volledige C 70 75 75 75 75 75 belasting Deellast C 58 57 56 59 58 59 Pa 100 100 100 100 100 100 min. T120 min. T120 min. T120 min. T120 min. T120 min. T120 H1, P1 H1, P1 H1, P1 H1, P1 H1, P1 H1, P1 H1, P1 met extra mechanische drukstootstabiliteit tot 5000 Pa W W W W W W min. 2 min. 2 min. 2 min. 2 min. 2 min. 2 G, O G, O G, O G, O G, O G, O % 10 10 10 10 10 10 8 Logano plus GB312 6 720 810 222 (2014/08)

Gegevens betreffende het toestel 2 Toesteltype (vermogen in kw) Eenheid 90 120 160 200 240 280 Maximale toegestane temperatuur van de verbrandingslucht C 35 35 35 35 35 35 Gas Ventilator G1G 170 G1G 170 G1G 170 G1G 170 G1G 170 G1G 170 Gasregelblok Honeywell Honeywell Honeywell Kromschröder Kromschröder Kromschröder mm 15,7 15,7 Geen mm 15,0 15,0 Geen mm 14,5 14,5 Geen VR 4615V VR 4615V VR 415VE CG 20 CG 25 CG 25 Diameter gassmoorklep aardgas E, H, Es (G20) 2), 14,2 13,6 12,6 Wobbe-index 14,9 kwh/m 3 3) gasklep aanwezig Aardgas LL (G25) 2) (Duitsland) 14,2 13,6 12,6 Wobbe-index 12,8 kwh/m 3 3) gasklep aanwezig Aardgas LL (G25) 2) (Duitsland) 14,2 13,6 12,6 Wobbe-index 11,7 kwh/m 3 3) gasklep aanwezig Aardgas L, Ei (G25) 2) mm 14,8 14,8 Geen 14,2 13,6 12,6 (België, Frankrijk, Nederland), Wobbe-index 12,2 kwh/m 3 3) gasklep aanwezig Model (conform DVGW-regelgeving) B 23, C 63 open en gesloten bedrijf Bouwwijze (België) B 23 open bedrijf Bouwwijze (Nederland) B 23, C 63 open en gesloten bedrijf CV-circuit Waterinhoud cv-toestel [V] 1) l 16 16 20 24 27 30 Waterzijdige drukverlies mbar Zie diagram, pagina 56 Maximum aanvoertemperatuur C 85 85 85 85 85 85 STB-beveiligingstemperatuur [T max ] 1) C 100 100 100 100 100 100 Toegestane bedrijfsdruk [PMS] 1) bar 4 4 4 4 4 4 Maximaal toelaatbaar debiet door het toestel 4) Volledige K 30 30 30 30 30 30 belasting Deellast K 40 40 40 40 40 40 l/h 9675 12900 17200 21500 25800 30100 Elektrische gegevens Beschermingsklasse IPX0D IPX0D IPX0D IPX0D IPX0D IPX0D Netaansluiting V/Hz 230/50 230/50 230/50 230/50 230/50 230/50 Opgenomen vermogen [P(el)] 1) Volledige W 84 150 190 230 270 330 belasting Deellast W 40 40 45 50 50 50 Beveiliging tegen elektrische schokken Maximale verschil tussen aanvoer- en retourtemperatuur Veiligheidsklasse 1 Veiligheidsklasse 1 Veiligheidsklasse 1 Veiligheidsklasse 1 Veiligheidsklasse 1 Veiligheidsklasse 1 Veiligheidsklasse 1 Maximaal toegestane zekering A 10 10 10 10 10 10 10 Toestelafmetingen en gewicht Afmetingen mm 859 x 563 x 1400 1065 x 563 x 1400 1273 x 563 x 1400 Breedte x diepte x hoogte Gewicht kg 205 205 240 265 300 330 Tabel 6 Technische gegevens 1) De specificatie [xxx] komt overeen met de gebruikte symbolen en formuletekens op de typeplaat 2) Nominale last bij opgegeven Wobbe-index. 3) Bovenste Wobbe-index voor 0, 1013 mbar: C 4) Moet via de installatiedimensionering worden gewaarborgd en komt overeen met een minmaal verschil tussen aanvoer- en retourtemperatuur van 8 K Logano plus GB312 6 720 810 222 (2014/08) 9

3 Voorschriften 2.10 Gasdebiet Aardgas E, H, Es (G20) Wobbe-index 14,9 kwh/m 3 1) Gasdebiet Aardgas LL (DE) Wobbe-index 12,8 kwh/m 3 1) Aardgas LL, L, Ei (G25) Wobbe-index 12,2 kwh/m 3 1) kw m 3 /h m 3 /h m 3 /h 90 9,2 9,8 10,6 120 12,3 13,2 14,3 160 16,4 17,6 19,1 200 20,4 21,9 23,8 240 24,6 26,3 28,6 280 28,7 30,7 33,4 Tabel 7 Gasdebiet (gerelateerd aan 15 C gastemperatuur en 1013 mbar luchtdruk) 1) Bovenste Wobbe-index voor 0 C, 1013 mbar: 2.11 Specifieke gascategorieën en aansluitdrukken per land Nominale gasdruk Bij uitlevering van een ingestelde gasfamilie, gasgroep en referentiegas 1) Ingesteld op nominale gasdruk bij uitlevering in Toesteltype Gascategorie Land mbar mbar 2) DE 20 i 2ELL 2E, G20 20 20 i 2H 2H, G20 20 AT, BA, BG, BY, CH,CZ, DK, EE, ES, GB, GR, HR, IE, IT, KZ, LT, LU, LV, NO, PT, RO, RU, SE, SI, SK, UA VR 20/25 3) I 2Esi 2Es 3), G20 20 BE 20/25 I 2E(R) 2Es 3), G20 20 PL 20 I 2E 2E, G20 20 HU 25 I 2H 2H, G20 25 DE 4) 20 I 2ELL 2LL, G25 20 NL 25 I 2L 2L, G25 25 Tabel 8 Specifieke gascategorieën en aansluitdrukken per land 1) Ombouwsets voor de gassoort zijn als toebehoren leverbaar of afhankelijk van de bestelde uitvoering meegeleverd. 2) De gasleveranciersbedrijven moeten de minimale en maximale drukken (overeenkomstig de nationale voorschriften van de openbare gasvoorziening) garanderen. 3) Es en Ei zijn bereiken van de gasgroep E 4) De levering van de gasgroep LL voor DE volgt met een instelling voor een Wobbeindex voor 0 C, 1013 mbar van 12,8 kwh/m 3. Dit komt overeen met het gemiddelde van de standaard levering in toepassingsgebieden van de gasgroep LL en moet de inbedrijfstelling vergemakkelijken. 3 Voorschriften Het cv-toestel voldoet, wat de constructie en werking ervan betreft, aan de vereisten van de volgende richtlijnen: EN 677 EN 656, EN 483 EN 437 Richtlijn voor gastoestellen 2009/142/EG Richtlijn betreffende het rendement 92/42/EWG EMC-richtlijn 2004/108/EG Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG 3.1 Normen en richtlijnen Houd bij de installatie en het bedrijf de nationale normen en voorschriften aan, met in het bijzonder: de plaatselijke bouwbepalingen betreffende de opstelling, de locale bouwbepalingen voor de toevoer- en afvoerluchtvoorziening alsmede de schoorsteenaansluiting, de bepalingen omtrent de elektrische aansluiting op de voeding, de technische regels van het gasbedrijf voor wat betreft de aansluiting van de brander op het plaatselijke gasnet, de voorschriften en normen voor wat betreft de veiligheidstechnische uitrusting van de cv-installatie. Voor Zwitserland geldt bovendien: de toestellen zijn conform de eisen van de "Luftreinheitsverordnung" (LRV, bijlage 4) en de brandpreventievoorschriften van de VKF getest en door SVGW toegelaten. Houd bij de installatie de richtlijnen voor de bouw en het gebruik van gasstookplaatsen G3 d/f, de SVGW-richtlijn G1 en de kantonale brandpreventievoorschriften aan. Houd in Oostenrijk bij de installatie de richtlijn G 1 (ÖVGW TR-Gas) en de regionale bouwverordeningen aan. Aan de eisen voor wat betreft de veiligheidsmaatregelen voor kleine stookplaatsen (emissies) en de besparing van energie (rendement) conform art. 15a B-VG en de implementatie daarvan in nationale wetgeving (verordeningen) wordt voldaan. Houd voor België het volgende aan: Voorschriften van de Belgian Royal Decree van 17.07.2009 (maximale CO-gehalte bij 100% branderbelasting = 110 mg/kwh) en NOx < 70 mg/kwh (zie conformiteitverklaring) NBN D 51-003 - binnenleidingen voor aardgas en plaatsen van verbruikstoestellen - algemene bepalingen NBN B 61-001 - cv-sectoren en schoorstenen: cv-toestellen met een nominaal vermogen van 70 kw of meer - voorschriften voor de opstellingsruimte, de luchttoevoer en de rookgasafvoer Wanneer in bestaande installaties het toestel moet worden vervangen: Stem met het gasbedrijf af, dat de nominale gasdruk conform tab. 8 (nationale gascategorie en aansluitdrukken) wordt gerespecteerd. 10 Logano plus GB312 6 720 810 222 (2014/08)

CV-toestel transporteren 4 3.2 Opstellingsruimte OPMERKING: Schade aan de installatie door bevriezing! CV-installatie in een vorstveilige ruimte opstellen. GEVAAR: Brandgevaar door ontbrandbare materialen of vloeistoffen! Sla geen brandbare materialen of vloeistoffen in de directe omgeving van de verwarmingsketel op. OPMERKING: Schade aan de ketel door verontreinigde verbrandingslucht of verontreinigde lucht uit de omgeving van de verwarmingsketel! De verwarmingsketel nooit in een stoffige of chemisch agressieve omgeving gebruiken. Dat kunnen bijv. lakbedrijven, kapsalons en landbouwbedrijven (mest) zijn. Verwarmingsketel nooit op plaatsen gebruiken, waar met trichlooretheen of halogeenwaterstoffen en met andere agressieve chemische middelen wordt gewerkt of die daar worden opgeslagen. Deze stoffen zitten bijv. in spuitbussen, bepaalde lijmen, oplos- of reinigingsmiddelen en lak. In dat geval absoluut een gesloten bedrijf met een separate, hermetisch afgesloten opstellingsruimte kiezen, die is voorzien van een toevoer van verse lucht. 3.3 Aansluiting verbrandingslucht Wanneer het cv-toestel open wordt gebruikt, moet de opstellingsruimte van de benodigde verbrandingsluchtopeningen worden voorzien. Plaats geen objecten voor deze openingen. Voor het open bedrijf: Verbrandingsluchtopening conform tabel 9 uitvoeren. 1) Toesteltype Min. Ø verbrandingsluchtopeningen 90/120 290 cm 2 160 370 cm 2 200 450 cm 2 240 530 cm 2 280 610 cm 2 Tabel 9 Verbrandingsluchtopeningen Voor het gesloten bedrijf geldt: De opstellingsruimte moet voor de ruimteventilatie een naar de buitenatmosfeer open ventilatie-opening hebben van minimaal 150 cm 2 of ventilatieopeningen van minimaal 2x75 cm 2 of leidingen naar buiten toe met stromingstechnisch equivalente doorsneden. 1) Geen objecten voor de verbrandingsluchtopeningen plaatsen. Houd de verbrandingsluchtopeningen altijd vrij. Bereken de afmetingen van de toevoerluchtleiding conform de geldende voorschriften. 3.4 Kwaliteit van het cv-water Let op de waterkwaliteit. Een slechte waterkwaliteit leidt in cv-installaties tot beschadigingen door ketelsteenvorming en corrosie. De kwaliteit van het water speelt een belangrijke rol voor het verhogen van het rendement, de werkingszekerheid, de levensduur en de functionaliteit van een cv-installatie. Respecteer de eisen uit het "Logboek waterkwaliteit". De garantie voor het cv-toestel geldt alleen in combinatie met het aanhouden van de eisen aan de waterkwaliteit en een bijgehouden logboek. 3.5 Kwaliteit van de leidingen Bij gebruik van kunststof leidingen in de installatie, bijvoorbeeld voor vloerverwarmingen, moeten deze leidingen zuurstofdicht zijn conform DIN 4726/4729. Wanneer de kunststof leidingen niet aan deze normen voldoen, moet een systeemscheiding via een warmtewisselaar worden uitgevoerd. OPMERKING: Schade aan de ketel door corrosie! De verwarmingsketel niet als open verwarmingsinstallatie gebruiken. 3.6 Vorstbeveiliging OPMERKING: Schade aan de installatie door bevriezen! Wanneer bij gebruik van een kamerthermostaat een leiding kan bevriezen (bijvoorbeeld een radiator in de garage), de pompnadraaitijd instellen op 24 uur. 3.7 Gereedschap, materialen en hulpmiddelen Voor de montage en het onderhoud van de verwarmingsketel heeft u standaardgereedschap voor verwarmings-, gas- en waterinstallaties nodig. Bovendien zijn de volgende gereedschappen praktisch: 2 buizen (ca. R1¼, ca. 2 m lang) voor het dragen of 5 buizen (ca. R1¼, ca. 0,7 m lang) als ondergrond voor het verrollen van de verwarmingsketel 3.8 Geldigheid van de voorschriften Gewijzigde voorschriften of aanvullingen zijn ook op het tijdstip van de installatie geldig en moeten worden gerespecteerd. 4 CV-toestel transporteren In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe het cv-toestel veilig vervoerd kan worden. OPMERKING: Schade aan de ketel door stoten! De leveringsomvang van de verwarmingsketel bevat onderdelen die beschadigd kunnen worden wanneer ze vallen. Bescherm tijdens het transport alle onderdelen tegen schokken en stoten. Neem goed nota van de transportsymbolen op de verpakkingen. OPMERKING: Schade aan het toestel door vervuiling! Wanneer het cv-toestel na het uitpakken nog niet in bedrijf wordt genomen: Aansluitingen van het cv-toestel tegen vervuiling beschermen, door alle kappen op de aansluitingen te laten zitten. 1) Bovendien moeten de nationale en lokale voorschriften worden gerespecteerd. Logano plus GB312 6 720 810 222 (2014/08) 11

4 CV-toestel transporteren 4.1 Verwarmingsketel optillen en dragen Wanneer de voorwand en de zijwanden worden gedemonteerd, kan de verwarmingsketel met behulp van 2 buizen (R 1¼, ca. 2 m lang) naar de opstellingslocatie worden gedragen. Verwarmingsketel van de pallet nemen Om de verwarmingsketel [2] van de pallet te kunnen tillen, moeten de beide borgschroeven [1] onderaan de ketel eruit geschroefd worden. Demonteer de voorwand en de zijwanden Draai de borgschroef [3] van de voorwand boven in het midden van het cv-toestel uit. Til de voorwand [1] iets op en neem deze naar voren toe weg. Draai de borgschroeven [3] in de zijwanden aan de voor- en achterkant van het cv-toestel uit. Til de zijwanden [2] iets op en neem deze weg. Afb. 4 Verwarmingsketel van de pallet nemen [1] Borgschroeven [2] Pallet Het cv-toestel met behulp van de buizen verplaatsen WAARSCHUWING: Gevaar voor verwonding door verkeerd tillen en dragen. Verwarmingsketel met minimaal 4 personen aan de draagopeningen optillen en dragen. Hef en draag de verwarmingsketel alleen aan de voorziene handgrepen. Verwarmingsketel borgen tegen wegglijden. Afb. 3 Voorwand en zijwanden demonteren. [1] Voorwand [2] Zijwand [3] Borgschroeven Buizen door de gaten op de kopse kant van het cv-toestel schuiven. Borg de pijpen tegen wegglijden op de in afb. 5 getoonde posities [1], bijvoorbeeld met plakband. CV-toestel naar de opstellingsruimte dragen. Afb. 5 De verwarmingsketel met behulp van leidingen verplaatsen [1] Posities voor het beveiligen tegen wegglijden van de verwarmingsketel [2] Leiding 12 Logano plus GB312 6 720 810 222 (2014/08)

Installatie 5 4.2 Transporteer het cv-toestel op rollen Als de weg naar de opstellingsruimte vlak is, kan het cv-toestel ook gerold worden. Daarvoor moet er gebruik gemaakt worden van ten minste 5 buizen van circa 700 mm lengte (diameter R 1¼ ") als basis voor het rollen. Buizen met circa 400 mm onderlinge afstand op de vloer leggen. Het cv-toestel op de buizen tillen en voorzichtig naar de opstellingsruimte transporteren. Er kunnen standaard transportrollen worden gebruikt. Let op een gelijkmatige lastverdeling over de dragende delen zodat de bodemplaat niet wordt ingedrukt. OPMERKING: Schade aan de ketel door verontreinigde verbrandingslucht. In de opstellingsruimte mogen geen chloorhoudende reinigingsmiddelen en halogeenkoolwaterstoffen (b.v. in spuitbussen, oplos- en reinigingsmiddelen, verf, lijm) gebruikt of opgeslagen worden. Bewaar of gebruik deze stoffen niet in de verwarmingsruimte. Sterke stofvorming (bouwstof) vermijden. OPMERKING: Schade aan het toestel door oververhitting! Niet toegestane omgevingstemperaturen kunnen beschadiging van de cv-installatie tot gevolg hebben. Omgevingstemperaturen boven 0 C en onder 35 C waarborgen. Gebruik in een gevoelige toestelomgeving (bijvoorbeeld woningbouw) de geluidisolerende maatregelen van de leverancier. 5.2 Afstanden tot de wand Stel het cv-toestel op met de aanbevolen wandafstanden. Bij niet aanhouden van de minimale afstanden is het cv-toestel slechts moeilijk toegankelijk. Het opstelvlak of de fundering moet vlak en horizontaal zijn. Houd rekening met eventueel extra benodigde afstanden tot de wanden voor andere componenten zoals bijvoorbeeld boiler, leidingverbindingen, rookgasgeluiddemper of andere onderdelen aan de rookgaszijde, enzovoort. Afb. 6 ~700 Verwarmingsketel op rollen transporteren (maten in mm) 5 Installatie ~400 In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de verwarmingsketel dient te installeren. Dit omvat: Opstelling Rookgasaansluiting Hydraulische aansluiting Brandstofaansluiting Maat Wandafstand [mm] minimaal aanbevolen A 500 700 B 550 700 C 100 500 D 500 700 Tabel 10 Aanbevolen en minimale wandafstand (maten in mm). 5.1 Eisen voor de opstellingsruimte OPMERKING: Schade aan de installatie door bevriezing! Stel de verwarmingsinstallatie op in een vorstvrije ruimte! GEVAAR: Gevaar door explosieve en licht ontvlambare materialen! Licht ontvlambare materialen (papier, gordijnen, kleding, verdunningsmiddelen, verf, enz.) niet in de buurt van de verwarmingsketel gebruiken of opslaan. Afb. 7 Afstanden tot de wand in de plaatsingsruimte (ketel links of rechts geplaatst) Logano plus GB312 6 720 810 222 (2014/08) 13

5 Installatie 5.3 CV-toestel Uitlijnen Het cv-toestel moet horizontaal zijn uitgelijnd zodat lucht zich niet in het cv-toestel kan verzamelen en het condensaat ongehinderd uit de condensbak kan wegstromen. OPMERKING: Ketelschade door onvoldoende draagkracht van het opstellingsvlak of door ongeschikte ondergrond. Waarborg, dat het opstellingsvlak voldoende draagkracht heeft. CV-toestel in de uiteindelijke positie brengen. Lijn het cv-toestel met behulp van de stelpoten [1] en een waterpas [2] horizontaal uit. De windbeschermingsinrichtingen van de verbrandingsluchttoevoer en de rookgasafvoer mogen niet op tegenover elkaar liggende wanden van het gebouw worden aangebracht. Het toestel mag niet op een gecombineerde rookgasafvoerinstallatie met verbrandingsmotorinstallaties (bijvoorbeeld WKK) worden aangesloten. GEVAAR: Levensgevaar door uittredende rookgassen in de opstellingsruimte! Afdichtingen die zich in de rookgasaansluitingen bevinden, moeten onbeschadigd en correct geplaatst zijn. Steek de toestelaansluitbocht of het aansluitstuk (accessoire) op de rookgasafvoeraansluiting. Breng de rookgasaansluiting conform de specifieke nationale eisen tot stand. Voor de montage van de toestelaansluitbochten of -stukken op de mof van de condensbak moet Centrocerin (accessoire) als glijmiddel worden gebruikt. OPMERKING: Beschadiging van de afdichtingen door randen met bramen aan de insteekuiteinden van de buisdelen! Waarborg dat er geen bramen op de insteekuiteinden aanwezig zijn. Eventueel lokaal afschuinen conform de instructies van de leverancier. Afb. 8 Verwarmingsketel uitlijnen [1] Voetschroeven [2] Waterpas 5.4 Rookgas- en luchttoevoeraansluiting 5.4.1 Aansluiten rookgasafvoerleiding De rookgasafvoerinstallatie moet in drukklasse (EN 1443) H1 of in drukklasse (EN 1443) P1 met extra mechanische drukstootstabiliteit tot 5000 Pa worden uitgevoerd. Klasse Lekhoeveelheid Nominale druk Bedrijfswijze I*s -1 *m -2 [Pa] P1 0,006 200 Over-/onderdruk 1)2) H1 0,006 5000 Over-/onderdruk 3) Tabel 11 Drukklassen van de rookgasafvoerinstallatie 1) Overdruk tot maximaal 200 Pa 2) Toepassing alleen met extra mechanische drukstootstabiliteit tot 5000 Pa in verbindingsstuk 3) Overdruk tot maximaal 5000 Pa Let op bij de installatie van de rookgasafvoer: Nationale voorschriften. Installatiehandleidingen van de rookgastoebehoren respecteren. De diameter van de rookgasleiding moet overeenkomen met de berekening volgens de geldende voorschriften. De rookgasweg zo kort mogelijk kiezen. De rookgasleidingen moeten stijgend geplaatst worden. Het in de rookgasafvoerbuis optredende condenswater moet voor het cv-toestel worden afgevoerd. Een condensafvoer in het toestel is niet toegestaan. Afb. 9 Rookgasaansluiting monteren [1] Toestelaansluitbocht (accessoire) [2] Aansluitstuk (accessoire) 6 720 801 300-02.1T Voor het afvoeren van het condens voor het cv-toestel is een toestelaansluitbocht of aansluitstuk als accessoire leverbaar. Wanneer de toestelaansluitbocht of het aansluitstuk niet wordt gebruikt, moet voldoende dimensionering van de condensaatafvoerleiding worden gewaarborgd (minimaal DN20). 14 Logano plus GB312 6 720 810 222 (2014/08)

Installatie 5 5.4.2 Aansluiting voor luchttoevoer maken (werking onafhankelijk van de omgevingslucht) De verbrandingslucht wordt naar het cv-toestel gevoerd door een aansluiting in de buitenwand, door een schacht of door een gescheiden leiding in de schacht. Bereken de afmetingen van de toevoerluchtleiding conform de geldende voorschriften. Voor de gesloten bedrijf werking is de vereiste aansluitbocht voor luchttoevoer RLU verkrijgbaar als accessoire. Neem de zijwand weg indien dit nog niet is gebeurd. Schroef de afdekking van de achterwand. Monteer de aansluiting van de aanvoerluchtaansluitbocht RLU rechts of links om problemen bij de montage van de gasaansluiting te vermijden. 5.5 Hydraulische aansluitingen uitvoeren OPMERKING: Schade aan de installatie door spatie lekkende aansluitingen! Aansluitleidingen spanningsvrij op de aansluitingen van de verwarmingsketel installeren. Wanneer koppelingen weer worden losgemaakt, moet een nieuwe pakking worden gebruikt. Flenzen in de verwarmingsaanvoer en -retour pas na de montage van de aansluitingen vast aantrekken. Pakkingen en aansluitingen aan de verwarmingsketel voor de montage van de leidingverbinding controleren op mogelijke beschadigingen. Steek de aansluitbocht voor luchttoevoer RLU door de achterwand in de luchtaanzuigaansluiting. Isoleer het aanvoerluchtsysteem om ontstaan van condens in het aanvoerluchtsysteem te voorkomen. Verbind de aansluiting voor luchttoevoer conform de plaatselijke vereisten met de aansluitbocht voor luchttoevoer RLU met een standaardsysteem voor luchttoevoer. Installatiehandleidingen van het standaard luchttoevoersysteem aanhouden. OPMERKING: Beschadiging van de afdichtingen door randen met bramen aan de insteekuiteinden van de buisdelen! Waarborg dat er geen bramen op de insteekuiteinden aanwezig zijn. Eventueel lokaal afschuinen conform de instructies van de leverancier. De windbeschermingsinrichtingen van de verbrandingsluchttoevoer en de rookgasafvoer mogen niet op tegenover elkaar liggende wanden van het gebouw worden aangebracht. Afb. 10 De aansluiting voor luchttoevoer uitvoeren [1] Bout [2] Afdekking [3] Aansluitbocht voor luchttoevoer RLU (accessoire) [4] Verbreding (accessoire) Afb. 11 [RK] Retour [VK] Aanvoer CV-aanvoer (VK) Toestelvermogen CV-retour (RK) 90-120 kw DN50 Rp 2 160-280 kw DN65 PN6-normflens EN 1092 Tabel 12 Dimensies van de waterzijdige aansluitingen We raden u aan om op de montageplaats een vuilfilter (accessoire) te installeren in de retourleiding, om verontreinigingen van het cv-toestel te vermijden. Logano plus GB312 6 720 810 222 (2014/08) 15

5 Installatie 5.5.1 CV-aanvoer aansluiten Afhankelijk van de softwareversie van de branderautomaat is het cv-toestel uitgerust met of zonder terugslagklep. Terugslagklep meegeleverd: Terugslagklep [4] in de aanvoer inbouwen. Schroef de tegenflens [3] van de aanvoer VK af. Breng de tegenflens op de aanvoer (lokaal) aan ( tab. 12, pagina 15). OPMERKING: Schade aan de installatie door een verkeerd of niet gemonteerde terugslagklep! Monteer de terugslagklep in de stromingsrichting, weg van het cv-toestel (letten op pijl op terugslagklep, tegen de pijlrichting in blokkeert de terugslagklep). Plaats de dichting [8] tussen de tegenflens [3] en de terugslagklep [4]. Plaats de dichting tussen de flens aan het cv-toestel en de terugslagklep. Zet de flensverbinding telkens met vier bouten [1] en moeren [7] (met vulringen) handvast. Lijn de terugslagklep met de montagehulp [5] op het midden uit en draai de bouten stevig vast. Installaties met meer toestellen of cascades Bouw een terugslagklep [4] in bij installaties met meerdere toestellen om afkoelverliezen en storingen te voorkomen (onafhankelijk van de softwareversie van de branderautomaat). Bij gebruik van de toestelaccessoires voor het aansluiten van cascades is de terugslagklep in het accessoirepakket opgenomen. Gebruik bij het uitvoeren van bouwzijdige installaties met meerdere toestellen of cascades de volgende terugslagkleppen: voor cv-toestel 90/120 kw: bestelnr. 8718578370 terugslagklep DN50-PN6-Oventrop verp voor cv-toestel 160-280 kw: art.nr. 8718578371 terugslagklep DN65-PN6-Oventrop verp 5.5.2 Sluit de cv-retour aan Schroef de tegenflens [3] van de retourleiding RK. Breng de tegenflens op de retourleiding (op de montageplaats) aan ( tab. 12, pagina 15). Plaats de afdichting [8] tussen de flens op het cv-toestel en de tegenflens. Zet de flensverbinding telkens met vier bouten [1] en moeren [7] (met onderlegringen) vast. Terugslagklep niet meegeleverd. Bij installaties met 1 toestel is geen terugslagklep nodig. De software van de branderautomaat herkent een verkeerde doorstroming. Er volgt een storingsuitschakeling. Afb. 12 Monteer de aanvoer [1] Schroef (4 x) [2] Vulring (4 x) [3] Tegenflens [4] Terugslagklep [5] Montagehulp [6] Flens op de aanvoer van het cv-toestel [7] Moeren met vulringen (4 x) [8] Dichting (2 x) Afb. 13 Retour monteren [1] Schroeven (4x) [2] Vulring (4x) [3] Tegenflens [6] Flens op de retourleiding van de verwarmingsketel [7] Moeren met vulringen (4 x) [8] Afdichting 5.5.3 Boiler installeren Op de aansluitingen VK en RK kunt u ook een boiler installeren. De vereiste externe boilerlaadpomp kan door het regeltoestel aangestuurd worden. 16 Logano plus GB312 6 720 810 222 (2014/08)

Installatie 5 5.5.4 Overstortventiel en automatische ontluchter of veiligheidsgroep (lokaal) monteren OPMERKING: Schade aan de installatie door verkeerde montage! Overstortventiel en automatische ontluchter of veiligheidsgroep op veiligheidsaansluiting op de aanvoer monteren. Installeer bouwzijdig een afblaasleiding op het overstortventiel. De volgende automatische ontluchters kunnen in combinatie met het overstortventiel worden gebruikt: Automatische ontluchter met afsluiting Ontluchter Taco-Hy-Vent Houd de installatiehandleidingen van de accessoires aan. Vervang de afdichtring [8] door de aansluiting [4] wanneer voor de condenswaterafvoer uit de rookgasinstallatie voor het cv-toestel de interne sifon wordt gebruikt. Monteer de sifon [3]. 1 2 8 9 3 4 7 6 5 3 Afb. 14 Monteer het overstortventiel [1] Veiligheidsklep en automatische ontluchter (aansluiting ter plekke; benodigde accessoire) [2] Veiligheidsgroep (noodzakelijke accessoire) [3] Veiligheidsaansluiting R 1" (bij 90 tot 120 kw) R 1¼ " (bij 160 tot 280 kw) 5.5.5 Installeer de condensafvoer GEVAAR: Levensgevaar door rookgassen! Wanneer de sifon niet met water is gevuld, kan levensgevaar bestaan door uitstromende rookgassen. Sifon met water vullen. Let erop, dat de sifon- en rookgasaansluitingen zijn afgedicht. Let erop, dat de afdichtring met dichting in de kap zit. Demonteer de sifon [3]. Schroef de kap [9] af en vul de sifon met circa 2 liter water. GEVAAR: Levensgevaar door rookgas! Wordt de sifon in de ketel niet gebruikt, voer dan het condenswater uit de rookgasinstallatie af via een aparte sifon. 6 720 801 303-05.1T Afb. 15 Condenswaterslang installeren [1] Condensbak [2] Neutralisatie eenheid, niet benodigd en opgenomen in de GB312 ketels voor de Nederlandse markt. [3] Sifon [4] Aansluiting op de sifon voor de condensafvoer van toestelaansluitbocht of aansluitstuk [5] Pakking [6] Uitloop van de sifon naar de rioleringsleiding [7] Ventilatie-opening van de sifon [8] Afdichtingschijf [9] Kapje Ontsnappend condens door de ventilatie-opening op de sifon [7] mogelijk! Installeer de condensafvoer vanaf de sifon onder afschot. Let op bij het afvoeren van het condens. Blokkeren of veranderen van de condensafvoeropening is niet toegestaan. Voer optredend condenswater af conform de voorschriften. Voer condens af in het openbaar rioolsysteem conform de nationale voorschriften. Houd de regionale bepalingen aan. Monteer de kap [9] met afdichtring [8] en dichting [5]. Logano plus GB312 6 720 810 222 (2014/08) 17

5 Installatie 4 5 3 1 Afb. 16 Installeer de condensafvoer [1] Sifon [2] Uitloop van de sifon naar de rioleringsleiding [3] Aansluiting op de sifon voor de condensafvoer van toestelaansluitbocht of aansluitstuk [4] Slang [5] Condensafvoer (rookgasaccessoire) 6 720 801 303-04.1T VOORZICHTIG: Schade aan het toestel door condensstroom in het toestel! Het in de rookgasafvoerbuis optredende condenswater moet voor het cv-toestel worden afgevoerd. Op het cv-toestel kan de toestelaansluitbocht (rookgasaccessoire), het aansluitstuk (rookgasaccessoire) of een bouwzijdig aansluitstuk met condensafvoer worden aangesloten. Monteer de slang aan de toestelaansluitbocht (rookgastoebehoren). Monteer de slang aan de sifon. Let op het afschot naar de sifon, eventueel slang inkorten. 5.5.6 Monteer de aansluiting voor het expansievat Voor het beveiligen van het afzonderlijke toestel kan een expansievat in de retourleiding conform EN 12828 worden opgenomen. Breng hiervoor bouwzijdig een T-stuk en een dubbele nippel aan ( afb. 17, [2] en [1], pagina 18) op de retour. Demonteer de aftapkraan ( afb. 17, [3], pagina 18) op de retour. Plaats een dubbele nippel bouwzijdig in plaats van de aftapkraan en dicht deze af. T-stuk (op de montageplaats) afdichten en met de opening naar de achterwand op de dubbele nippel schroeven. Schroef de aftapkraan op het T-stuk. Installeer de leiding naar het expansievat bouwzijdig door de aansluiting in de achterwand. 2 Afb. 17 Aansluiting expansievat [1] Dubbele nippel [2] T-stuk [3] Aftapkraan [4] Uitsparing voor de aansluiting expansievat (in de achterwand) Installeer het expansievat voor drukhouding in de installatie in de retour voor de pomp. Montagehandleiding expansievat respecteren. 5.6 CV-installatie vullen en op dichtheid controleren Voor de inbedrijfstelling de cv-installatie controleren op dichtheid, zodat er geen lekkages optreden tijdens bedrijf. Om een goede ontluchting te waarborgen, voor het vullen alle cvcircuits en thermostaatkranen openen. OPMERKING: Schade aan de installatie door ketelsteenvorming! Let op de waterkwaliteit overeenkomstig het "logboek waterkwaliteit" en vul de hoeveelheid en de kwaliteit van het vulwater in. OPMERKING: Schade aan de installatie door overdruk bij de dichtheidstest! Druk-, regel- of veiligheidsinrichtingen kunnen beschadigd worden bij te hoge druk. Na het vullen de verwarmingsinstallatie met die druk afpersen, die overeenkomt met de aanspreekdruk van de veiligheidsklep OPMERKING: Schade aan de installatie! Wanneer u de verwarmingsinstallatie in warme toestand vult, kunnen temperatuurspanningen spanningsscheurtjes veroorzaken. De ketel gaat lekken. Vul de verwarmingsinstallatie enkel in koude toestand (de aanvoertemperatuur mag maximum 40 C bedragen). Vul de verwarmingsinstallatie tijdens het bedrijf niet via de vul- en aftapkraan van de verwarmingsketel, maar uitsluitend aan de vulkraan van het leidingensysteem (retour) van de verwarmingsinstallatie. 18 Logano plus GB312 6 720 810 222 (2014/08)

Installatie 5 VOORZICHTIG: Gevaar voor de gezondheid door verontreiniging van het drinkwater! De nationale voorschriften en normen ter voorkoming van verontreiniging van het drinkwater respecteren. Neem voor Europa EN 1717 in acht. Open de kap van alle automatische ontluchters. Sluit de slang aan op de waterkraan. Steek de met water gevulde slang op de slangpilaar van de vul- en aftapkraan en zet deze vast met een slangklem. Vul- en aftapkraan openen. CV-installatie langzaam vullen. Let daarbij op de drukmeter (manometer). 1 6 720 615 876-59.2T Afb. 18 Manometer voor gesloten installaties [1] Rode wijzer [2] Manometerwijzer [3] Groene markering Sluit de waterkraan en vul- en aftapkraan, wanneer de testdruk is bereikt. 2 3 Wanneer de cv-installatie is getest op dichtheid en er geen lekken zijn, correcte bedrijfsdruk instellen. 5.7 Brandstoftoevoer tot stand brengen GEVAAR: Levensgevaar door explosie van brandbare gassen. Werkzaamheden aan gasvoerende delen alleen door een erkende installateur laten uitvoeren. Bij gasaansluiting de plaatselijke voorschriften aanhouden. Gasaansluitingen met toegelaten afdichtingsmiddelen afdichten. WAARSCHUWING: Schade aan de installatie door vervuiling in de gasleiding! Beïnvloeding van het ventieltestsysteem (VPS) door vervuiling in de gasleiding. Installeer bij toestellen met geïntegreerd ventieltestsysteem (200 tot 280 kw) een gasfilter met een poriegrootte 50 m (bijvoorbeeld DIN 3386) conform de plaatselijke voorschriften in de nabijheid van het toestel in de gasleiding. Het drukverlies van het gasfilter mag maximaal 70 Pa (0,7 mbar) zijn, zodat nog voldoende reserve voor de resterende gasleiding ter beschikking staat, om aan de plaatselijke voorschriften te voldoen. Gekeurde gaskraan in de gasleiding installeren. Borg de gasleiding in het cv-toestel daarbij tegen verdraaien. Bovendien adviseren wij de inbouw van een gasfilter en compensator in de gasleiding overeenkomstig de plaatselijke voorschriften. Sluit de compensator (aanbevolen) aan op de gaskraan. Sluit de gasleiding spanningloos op de gasaansluiting of de compensator aan. Bevestig de gasleiding bouwzijdig zodanig door de houder, dat de gasleiding niet wordt belast. Sluit de gaskraan. Afb. 19 Vul- en aftapkraan op de retour [1] Vul- en aftapkraan Voer de dichtheidstest uit conform de plaatselijke voorschriften. Controleer de aansluitingen en de leidingen op dichtheid. Ontlucht de cv-installatie met behulp van de ontluchtingsventielen op de radiatoren. Als de testdruk daalt door het ontluchten, moet er water bijgevuld worden. Trek de slang van de vul- en aftapkraan af. Logano plus GB312 6 720 810 222 (2014/08) 19

5 Installatie 5.8 Elektrische aansluiting tot stand brengen De verwarmingsketel is pas met geïnstalleerd regeltoestel volledig functioneel. Bij het aansluiten van elektrische componenten ook het aansluitschema en de handleidingen van de betreffende producten respecteren. Zorg ervoor, dat er een genormeerde scheidingsinstallatie (contactafstand > 3 mm) aanwezig is voor de uitschakeling van de verwarmingsketel van het stroomnet. Scheidingsinstallatie inbouwen, indien deze niet is geïnstalleerd. OPMERKING: Installatieschade door onvakkundige installatie! Let bij de elekrische aansluiting op de volgende punten: Voer de elektrische werkzaamheden binnen de verwarmingsinstallatie alleen uit wanneer u voor deze werkzaamheden beschikt over de noodzakelijke kwalificaties. Wanneer u niet over de vereiste kwalificaties beschikt, moet u de elektrische aansluiting door een installateur laten uitvoeren. Plaatselijke voorschriften respecteren! GEVAAR: Levensgevaar door elektrische stroom bij geopend toestel. Voordat de verwarmingsketel wordt geopend: schakel de verwarmingsinstallatie stroomloos door middel van de verwarmingsnoodschakelaar of verbreek de verbinding naar het stroomnet via de betreffende hoofdzekering. Het is niet voldoende het regeltoestel uit te schakelen. Beveilig de verwarmingsinstallatie tegen onbedoeld opnieuw inschakelen. Afb. 21 Modules monteren [1] Module (accessoire) [2] Montageplaat Draai twee schroeven van de afdekkap van het regeltoestel los en neem de afdekkap weg. GEVAAR: Levensgevaar door elektrische schokken! Verkeerd aangesloten kabels kunnen verkeerd bedrijf met mogelijke gevaarlijke gevolgen veroorzaken. Houd bij het maken van de elektrische aansluitingen het aansluitschema van de MC10 en de installatie-instructie van de MC10 aan (meegeleverd met het regeltoestel). 5.8.1 Regeltoestel monteren Plaats de inschuifhaken van het regeltoestel in de ovale gaten van de voorste toestelkap. Schuif het regeltoestel in de richting van de buitenkant van het cvtoestel. Druk de elastische haakjes van het regeltoestel in de voorziene uitsparingen tot ze vastklikken. Afb. 20 Regeltoestel monteren (Logamatic MC10) 5.8.2 Netaansluiting en aansluiting extra modules Breng een vaste netaansluiting tot stand volgens de plaatselijke voorschriften. U kunt in het cv-toestel tot vier modules (accessoire) plaatsen op de in afb. 21 aangegeven posities. Houd bij de installatie van een module de bijbehorende documentatie aan. Afb. 22 Afdekkap wegnemen 7 747 010 720-33.1RS GEVAAR: Brandgevaar door hete toesteldelen! Hete toestelonderdelen kunnen de elektrische kabels beschadigen. Let erop dat alle elektrische kabels in de hiervoor bestemde kabelgoten of op de warmte-isolatie van het toestel zijn geïnstalleerd. 20 Logano plus GB312 6 720 810 222 (2014/08)