CIRCULAIRE AAFisc Nr. 33/2013



Vergelijkbare documenten
Voorafgaande opmerking bij de circulaire nr. Ci.RH.421/

Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst

Up to date Fiscaliteit, boekhouding en vennootschap (FEB 2018) Online seminarie Up to date Februari Roel Van Hemelen.

FISCAAL ADVIES OP MAAT.

Instelling. Onderwerp. Datum

Art. 132, eerste lid, 7 en 8, en tweede lid, WIB 92. zoals gewijzigd door art. 2, W en van toepassing vanaf aj. 2006

Restaurantkosten. Wanneer overdreven?

FAQ Onroerende inkomsten Nieuwe versie

De werkgever kan zich er evenwel toe verbinden om deze verplaatsingskosten te laste te nemen.

Directe belastingen >> Circulaires >> Personenbelasting / Vennootschapsbelasting. Aan alle ambtenaren INHOUDSTAFEL

De werkgever kan zich er evenwel toe verbinden om deze verplaatsingskosten te laste te nemen.

beroepskosten 1 BBB info ajr KOSTEN forfaitaire beroepskosten bezoldigingen werknemers forfaitaire beroepskosten bezoldigingen werknemers

Verplaatsingskosten tussen de woonplaats en de vaste plaats van tewerkstelling

Fiscaliteit voor lesgevers. Gregory Henin SBB Accountants & Adviseurs

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ;

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING

Personenbelasting - Optimale aangifte woonleningen. Forum for the Future - November Maurice De Mey

Ambtshalve ontheffing

Niet verhuurde onroerende goederen die in het buitenland zijn gelegen Begrip huurwaarde.

Vermijd verloren uitgaven en optimaliseer fiscale aftrekposten

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING

I. INLEIDING.


Starterstraject Kinderopvang Uw Ondernemingsvorm

SLEUTELFORMULE. a) de website Administraties, Administratie van Fiscale Zaken, Publicaties, van de Fiscale Zaken ;

Home > Addendum dd bij de circulaire AAFisc 36/2008 (nr. Ci.RH.421/ ) dd

Landbouwer. Premie. Subsidie. Aangifte. Belastingstelsel.

Circulaire nr. Ci.RH.241/ (AOIF Nr. 23/2010) dd

DE BURGERLIJKE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG, ZITTING HOUDENDE TE HASSELT, ELFDE KAMER, HEEFT HET VOLGENDE VONNIS UITGESPROKEN:

Weerslag van de studentenarbeid op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders. (inkomsten van het jaar 2005)

1. Deze circulaire heeft betrekking op de anciënniteitspremies die aan werknemers worden toegekend tijdens hun loopbaan bij een werkgever.

Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB Personenbelasting

Percen- tage. 8. TOTAAL (nrs. 1 tot 7)... (A)... Afschrijfbare aanschaffings- of beleggingswaarde. 3. TOTAAL (nrs. 1 en 2)... (B)...

2.1.2.: bij aankoop van reeds geoogste wortels: 2.2.: voor de witlooftelers : bij aankoop van wortels op struik en van reeds geoogste wortels:

basisbegrippen SBB Accountants & Adviseurs

Adv Renier. a) 23 pct. van de eerste schijf van EUR (basisbedrag EUR);

Circulaire 2017/C/14 betreffende de aangifteverplichting van betalingen verricht aan

Forfaitaire grondslagen van aanslag voor de aspergeteler voor het aanslagjaar 2007 (inkomsten 2006)


BELASTINGKREDIET van toepassing in de PERSONENBELASTING (art. 289bis, 290, 2 en 291, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992)

Welke zijn de voorwaarden voor de fiscale aftrek van de kinderopvang?

Circulaire Nr. Ci.RH.241/ (AAFisc 21/2011) dd

CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010

Instelling. Onderwerp. Datum

Circulaire 2018/C/121 over het wijk-werken

HAIO arts in opleiding. Fiscale aandachtspunten

Belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling: boekhoudkundige verwerking en fiscale behandeling.

Vak XVI. - WINST uit nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen.

FAQ belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen diefstal of brand

Verhoogde belasting vrije som voor personen met beperkt inkomen: 7.380,00 euro (7.350,00)

De inkomsten uit de deeleconomie

Lexalert informeert u gratis en per over de juridische actualiteit. Schrijf gratis in via

Starterstraject Kinderopvang

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. Onderwerp

Fiscale aspecten van de vergoeding van officials. Jan LAMMENS

Aftrek voor risicokapitaal

Kosten eigen aan de werkgever

Instelling. Onderwerp. Datum

Rolnummer Arrest nr. 80/2016 van 25 mei 2016 A R R E S T

Het tariefverschil

Circulaire nr. Ci.RH.241/ (AOIF 12/2004) dd

FAQ belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen diefstal of brand

CONSCIENCE Hendrik BEERENS Martha Koning Albert II laan Meise

Wetgeving inzake het Diamant Stelsel (gecoördineerde wettekst)

Home > 13de addendum dd bij de circulaire nr. Ci.RH.241/ (AAFisc Nr. 8/2003 dd

Bloso Zandstraat 3, 1000 BRUSSEL Tel. (02) fax (02)

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in A1 =... B A2 =... B2...

DE VRIJE BEROEPER Al uw aftrekbare beroepskosten op een ritje!

Studentenarbeid. Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2011 en

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE BELASTING VAN NIET-INWONERS (natuurlijke personen) DEEL 2

> 5 uur en < 8 uur 8 uur Verblijf op kosten van het personeelslid 3,98 EUR 19,99 EUR 45,54 EUR 23,97 EUR

Properties. Inhoudstafel. I. Inleiding.

De fiscale regeling voor inkomsten uit de exploitatie van auteurs- en naburige rechten: een stand van zaken

Fiscale handleiding voor de carpooler

Kan een VAPZE gecombineerd worden met een groepsverzekering?

15.10 Meerwaarden op belangrijke deelnemingen

Studentenarbeid. Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2010 en

Federale Overheidsdienst FINANCIEN. Algemene Administratie van de Fiscaliteit Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING

Voor investeringen die gedaan zijn tijdens het belastbare tijdperk dat aan het aanslagjaar 2011 verbonden is, gelden de volgende percentages.

Kosteloze beschikking over een woning

Vak 1: AANVRAAG DOOR EEN SOCIO-CULTURELE VERENIGING OF ORGANISATIE

Circulaire 2018/C/108 over de investeringsaftrek

BTW aftrek voor bedrijfswagens 2013

Forfaitaire grondslagen van aanslag vastgesteld voor de plantentelers van Vlaanderen Aanslagjaar 2007 (inkomsten 2006)

Studentenarbeid. Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2013 en

Vak III: onroerende inkomsten


Fiscaliteit voor medische en paramedische beroepen. Bruno Coulembier

(rb. Brussel, ; rb. Namen, ; rb. Gent, en Gent, ).

Publicatie : Numac : FEBRUARI Wet tot invoering van een aftrek voor innovatieinkomsten

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?


Infosessie zelfstandige kinderopvangsector

De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk

Hof van Cassatie van België

Nr februari 2016

Hof van Cassatie van België

Aftrek voor risicokapitaal

Personenbelasting en aanvullende belastingen - Belasting

VOORWOORD 13 HOOFDSTUK 1 IK BEN MOBIEL MET MIJN EIGEN NIEUWE WAGEN PRIVÉ 15

Transcriptie:

CIRCULAIRE AAFisc Nr. 33/2013 Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene Administratie van de FISCALITEIT Centrale diensten Taxatieprocedure en Verplichtingen Ci.RH.842/629.821 ONDERWERP: Inkomstenbelastingen. Brussel, 12 februari 2014 Beroepskosten Collectief akkoord Forfait voor beroepskosten Zelfstandige kinderopvang ADDENDUM aan de circulaire nr. Ci.RH.842/629.821 van 4 september 2013 (AAFisc Nr. 33/2013) Aan alle taxatiediensten, sector IB. I. VOORWOORD 1. De heer Minister heeft op 31.1.2014 een nieuw akkoord afgesloten met de beroepsfederaties die de sector van de zelfstandige kinderopvang vertegenwoordigen. In hoofdzaak bestaat dit nieuw collectief akkoord erin dat een nieuw keuzesysteem wordt ingevoerd dat aan de zelfstandige kinderopvang de mogelijkheid biedt om te kiezen tussen de toepassing van een beperkt kostenforfait of een globaal kostenforfait. De toepassing van deze kostenforfaits zijn niet verplicht. De betrokken belastingplichtigen kunnen er uiteraard steeds voor kiezen hun werkelijke beroepskosten te bewijzen. 2. Dit nieuw akkoord geldt voor 3 jaar: van 1.1.2014 (inkomsten van 2014 - aanslagjaar 2015) tot en met 31.12.2016. 3. Gelet op de wijzigingen van de bepalingen van het collectief akkoord dat voordien werd afgesloten, wordt de circulaire van 4.9.2013, zelfde referte als hierboven, hierbij aangepast. In concreto dienen punt 4 en 5 van de circulaire van 4.9.2013 te worden vervangen door wat hierna volgt. II. NIEUW KEUZESYSTEEM MET INGANG VAN 1.1.2014 4. Er is overeengekomen dat er met ingang van 1.1.2014 (inkomsten van 2014 - aanslagjaar 2015) aan de zelfstandige kinderopvang de keuzemogelijkheid wordt gelaten tussen: - een beperkt kostenforfait per kind per oppasdag (zie punt 5 hierna) en - een globaal kostenforfait per kind per oppasdag (zie punt 6 hierna).

De aandacht wordt erop gevestigd dat: - iedere opvangpersoon (1) de keuzemogelijkheid heeft, ongeacht of hij/zij alleen werkt op zelfstandige basis of in een feitelijke vereniging van twee of meer zelfstandige opvangpersonen; (1) De term "opvangpersoon" wordt in deze huidige circulaire in de neutrale betekenis van het woord bedoeld en niet in de zin van de specifieke wetgeving die de kinderopvang regelt. Dit in tegenstelling met de term "zelfstandige onthaalouders" zoals gebruikt in het voorwoord van de Ci. van 4.9.2013 en in rubriek nr.8 van dit addendum waar de betekenis volgens de specifieke reglementering inzake kinderopvang van de bevoegde Gemeenschap wordt bedoeld nl. natuurlijke personen die op zelfstandige basis een beperkt aantal kinderen bijhouden in een gezinswoning. - in een feitelijke vereniging het totaal van het aantal opgevangen kinderen en oppasdagen uiteraard overeen dient te stemmen met de som van het aantal opgevangen kinderen en opvangdagen van alle opvangpersonen binnen die feitelijke vereniging; de kosten van eenzelfde kind gedurende dezelfde oppasperiode (dag of halve dag) kunnen dus slechts éénmaal bij één opvangpersoon worden afgetrokken; - de beide systemen binnen hetzelfde inkomstenjaar niet naast elkaar kunnen worden gebruikt door eenzelfde opvangpersoon. Eerste keuzemogelijkheid 5. De eerste keuzemogelijkheid bestaat uit een beperkt kostenforfait van 7 EUR per oppasdag per aanwezig kind. Het bedrag van dit beperkt forfait bevat de volgende kosten: - voeding; - schoonmaak- en wasproducten (opgelet: geen elektrische apparaten!); - verzorgingsproducten (zalf, zeep, vochtige doekjes, enz.) en farmaceutische producten(basisapotheek); - textiel (beroepskledij, lakens, handdoeken, washandjes, slabbetjes...); - klein kookmateriaal (kookpotten, bestek, borden enz.; opgelet niet: kleine elektrische apparaten); - klein speelgoed (niet: groot speelgoed zoals bijvoorbeeld buitenspeeltuigen zoals glijbaan enz.); - klein kantoormateriaal (papier, postzegels, omslagen); - representatiekosten (zijnde kleine attenties voor kinderen/ouders/grootouders); - allerlei klein materiaal voor knutsel- en versieringswerk. Alle andere werkelijke kosten (afschrijvingen, chauffage, water, elektriciteit, huur, enz.) dienen met bewijsstukken te worden gestaafd. Indien de aanwezigheidsduur van het kind minder dan een volledige dag bedraagt, wordt het beperkte forfait niet opgesplitst. Bij elke opvangpersoon is het max. aftrekbaar bedrag van de totale kosten (beperkte forfait + bewezen werkelijke kosten (2)), beperkt tot het ontvangen bedrag voor de kinderopvang. (2) Behoudens de eigen bijdragen inzake het sociaal statuut als zelfstandige.

Tweede keuzemogelijkheid 6. De tweede keuzemogelijkheid bestaat uit een globaal kostenforfait van 16,5 EUR per oppasdag, per aanwezig kind. Er wordt opgemerkt dat: - het globaal forfait alle beroepskosten (behalve de sociale bijdragen als zelfstandige) omvat; - indien de aanwezigheidsduur van het kind minder dan een volledige dag bedraagt, het globaal forfait niet opgedeeld wordt maar beperkt tot het ontvangen bedrag; - bij elke opvangpersoon het max. aftrekbaar bedrag van het globaal kostenforfait beperkt is tot het ontvangen bedrag voor de kinderopvang; - de toepassing van het globaal kostenforfait niet kan samengaan met de aftrek van andere wegens de opvangactiviteit vastgestelde beroepskosten die met bewijsstukken worden gestaafd. Belangrijke algemene voorwaarden die op beide forfaits van toepassing zijn 7. - het keuzesysteem van beide kostenforfaits geldt met ingang van 1.1.2014 (inkomsten van 2014 - aanslagjaar 2015) voor 3 jaar, dus tot en met 31.12.2016 (inkomsten van 2016 - aanslagjaar 2017); - de bovenvermelde globale en beperkte kostenforfaits zijn enkel van toepassing op natuurlijke personen die als zelfstandige werken. Zij kunnen dus nooit van toepassing zijn voor vennootschappen, VZW, openbare besturen, enz.; - de bovenvermelde kostenforfaits gelden niet voor de "gesubsidieerde sector" (3); (3) Met "gesubsidieerde sector" wordt hier de "erkende gesubsidieerde sector" bedoeld zoals o.m. de onthaalgezinnen die verbonden zijn aan een erkende dienst voor opvanggezinnen en waarvan de vergoedingen als niet belastbaar worden beschouwd (zie Com.IB 92, 23/223). Het kostenforfait kan m.a.w. worden gebruikt door de zelfstandige kinderopvangsector die volledig zelf haar dagprijs bepaalt alsook door de zelfstandige kinderopvangsector die het systeem van inkomensgerelateerde kinderopvang (IKG) volgt. In dit laatste systeem betalen de ouders een financiële bijdrage volgens hun inkomen en garandeert de bevoegde Gemeenschap aan de zelfstandige kinderopvang een vaste dagprijs per opgevangen kind. - de bovenvermelde kostenforfaits zijn niet van toepassing op de kinderopvang die zich louter met buitenschoolse kinderopvang bezighoudt; - de toepassing van de bovenvermelde kostenforfaits is niet verplicht. De betrokken belastingplichtigen kunnen steeds hun werkelijke beroepskosten bewijzen; - indien gebruik gemaakt wordt van deze kostenforfaits voor de beroepskosten, kan geen gebruik worden gemaakt van de algemene forfaitaire aftrek zoals bepaald in artikel 51, tweede lid, 4, WIB 92, wat diezelfde werkzaamheid betreft.

III. AANSLAGJAAR 2014 (inkomsten van 2013) 8. Wat de bepalingen van het vorig akkoord aangaande het aanslagjaar 2014 (inkomsten van 2013) betreft, wordt opgemerkt dat de vastlegging van een globaal kostenforfait van 16,5 EUR per kind per oppasdag voor de "zelfstandige onthaalouders" (4) behouden blijft. (4) Hier gebruikt in de betekenis van de specifieke reglementering inzake kinderopvang van de bevoegde Gemeenschap nl. natuurlijke personen die op zelfstandige basis een beperkt aantal kinderen bijhouden in een gezinswoning. Teneinde de overgang naar het nieuwe keuzesysteem - dat met ingang van 1.1.2014 in voege treedt - te vereenvoudigen, heeft de administratie beslist dat dit globaal kostenforfait ook van toepassing mag zijn op de zelfstandige kinderopvang onder de vorm van een feitelijke vereniging van twee of meer zelfstandige opvangpersonen. Uiteraard dient in een feitelijke vereniging het totaal van het aantal opgevangen kinderen en oppasdagen overeen te stemmen met de som van het aantal opgevangen kinderen en opvangdagen van alle opvangpersonen binnen die feitelijke vereniging; de kosten van eenzelfde kind gedurende dezelfde oppasperiode (dag of halve dag) kunnen dus slechts éénmaal bij één opvangpersoon worden afgetrokken. 9. Er wordt opgemerkt dat voor het aanslagjaar 2014 (inkomsten van 2013) de volgende toepassingsvoorwaarden dezelfde blijven: - het globaal kostenforfait is enkel van toepassing op natuurlijke personen die als zelfstandige werken en kan dus nooit van toepassing zijn voor vennootschappen, VZW, openbare besturen, enz.; - dit kostenforfait geldt niet voor de "gesubsidieerde sector" (5); (5) Met "gesubsidieerde" sector wordt hier de "erkende gesubsidieerde sector" bedoeld zoals o.m. de onthaalgezinnen die verbonden zijn aan een erkende dienst voor opvanggezinnen en waarvan de vergoedingen als niet belastbaar worden beschouwd (zie Com.IB 92, 23/223)). Het kostenforfait kan m.a.w. worden gebruikt door de zelfstandige kinderopvangsector die volledig zelf haar dagprijs bepaalt alsook door de zelfstandige kinderopvangsector die het systeem van inkomensgerelateerde kinderopvang (IKG) volgt. In dit laatste systeem betalen de ouders een financiële bijdrage volgens hun inkomen en garandeert de bevoegde Gemeenschap aan de zelfstandige kinderopvang een vaste dagprijs per opgevangen kind. - dit kostenforfait is niet van toepassing op de kinderopvang die zich louter met buitenschoolse kinderopvang bezighoudt; - het globaal forfait omvat allle beroepskosten (behalve de sociale bijdragen als zelfstandige); - indien de aanwezigheidsduur van het kind minder dan een volledige dag bedraagt, wordt het globaal forfait niet opgedeeld maar beperkt tot het ontvangen bedrag; - voor elke opvangpersoon is het max. aftrekbaar bedrag van het globaal kostenforfait beperkt tot het ontvangen bedrag voor de kinderopvang; - de toepassing van het globaal kostenforfait kan niet samen gaan met de aftrek van andere wegens de opvangactiviteit vastgestelde beroepskosten die met bewijsstukken worden gestaafd; - de toepassing van het forfait is niet verplicht; de belastingplichtige mag steeds zijn kosten post per post bewijzen met bewijsstukken;

- indien gebruik gemaakt wordt van dit globaal kostenforfait voor beroepskosten, kan geen gebruik worden gemaakt van de algemene forfaitaire aftrek zoals bepaald in artikel 51, tweede lid, 4, WIB 92, wat diezelfde werkzaamheid betreft. Voor de Administrateur-generaal van de Fiscaliteit, L. DELEENHEER Adviseur-generaal Auditeur-generaal van Financiën