Instelling Eubelius Spotlight www.eubelius.com Onderwerp Naar efficiëntere en performantere WCO? Datum Juni 2013 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten van intellectuele eigendom van bepaalde betrokkenen, Er wordt u g recht verld op deze rechten. M&D Seminars geeft u via dit document informatie, maar verstrekt g advies. M&D Seminars garandeert niet dat de informatie in dit document foutloos is. U gebruikt de inhoud van dit document op eigen risico. M&D Seminars, noch van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook bij het gebruik van dit document en van de inhoud van dit document. M&D Seminars 2013 M&D SEMINARS Eikelstraat 38 9840 De Pinte T 09 224 31 46 F 09 225 32 17 info@mdseminars.be www.mdseminars.be
Spotlights - Juni 2013 Naar efficiëntere en performantere WCO? Op 2 mei 2013 keurde de Kamer van Volksvertegenwoordigers wetsontwerp goed dat de WCO op verschillende punten wijzigt. De meeste wijzigingen zullen in werking treden tien dagen na de publicatie van de wet in het Belgisch Staatsblad. Niettegenstaande de wetgever zelf voorhoudt g grondige aanpassing van de WCO te beogen, zal de wetswijziging in de praktijk toch belangrijke gevolgen hebben. Inleiding Indien men uitsluitend afgaat op het aantal toepassingen ervan, zou men geneigd kunnen zijn om te besluiten dat de Wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen van 31 januari 2009 (de "WCO") groot succes is. De realiteit is echter heel wat genuanceerder: het is vandaag algem bekend gegeven dat er nogal wat misbruiken bestaan en dat heel wat ondernemingen die beroep doen op de WCO uiteindelijk toch failliet verklaard worden. De via verschillende kanalen geuite kritiek op de WCO heeft de wetgever nu doen ingrijpen. De Kamer van Volksvertegenwoordigers keurde op 2 mei 2013 het Wetsontwerp tot wijziging van verschillende wetgevingen inzake de continuïteit van de ondernemingen (de "Reparatiewet") goed. De Senaat maakte g gebruik van de mogelijkheid om het wetsontwerp te evoceren, zodat het nu all nog wachten is op de publicatie van de wet in het Belgisch Staatsblad. Het overgrote deel van de bepalingen van de Reparatiewet zal in werking treden 10 dagen nadat de wet in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd is. Met de Reparatiewet beoogt de wetgever naar eigen zeggen g grondige aanpassing van de WCO: de bedoeling van de wetgever is om de WCO "door punctuele aanpassingen efficiënter en performanter te maken". Hierna wordt kort overzicht gegeven van de belangrijkste wijzigingen. Het toepassingsgebied van de WCO wordt uitgebreid De Reparatiewet breidt het toepassingsgebied van de WCO uit: vanaf de inwerkingtreding van de Reparatiewet zal er ook voor landbouwer-natuurlijke persoon procedure van gerechtelijke reorganisatie kunnen geopend worden. Het Grondwettelijk Hof verklaarde overigens recent meer bepaald in arrest van 28 februari 2013 de uitsluiting van deze beroepsgroep uit het toepassingsgebied van de WCO ongrondwettelijk. De lage toegangsdrempel wordt verhoogd Een aantal bepalingen van de Reparatiewet heeft onmiskenbaar tot doel om de toegangsdrempel tot de procedure van gerechtelijke reorganisatie te verhogen. Zo zal de schuldenaar die toepassing wil maken van de WCO voortaan alle door de wet vereiste stukken samen met zijn verzoekschrift ter griffie moeten neerleggen. De vandaag bestaande mogelijkheid om bepaalde stukken ná de neerlegging van het verzoekschrift (binnen termijn van 14 dagen) nog aan het dossier toe te voegen, wordt met andere woorden afgeschaft. De wetgever bepaalt met ook duidelijk hoe onvolledig dossier moet worden behandeld: het verzoek is in Page 1 of 4
principe niet ontvankelijk. De Reparatiewet laat de rechtbank in bepaalde gevallen wel toe om aan de schuldenaar de mogelijkheid te geven om het verzuim of de onregelmatigheid nog te herstellen. Wat de bij het verzoekschrift te voegen stukken betreft, springen drie wijzigingen in het oog. Bij het verzoekschrift moet de schuldenaar voortaan " boekhoudkundige staat die het actief en het passief weergeeft en de resultatenrekening die maximum drie maanden oud is, opgesteld onder toezicht van bedrijfsrevisor, accountant, erkend boekhouder of erkende boekhouder-fiscalist " voegen, evenals " begroting met schatting van de inkomsten en uitgaven voor ten minste de duur van de gevraagde opschorting, opgesteld met de bijstand van accountant, erkende boekhouder, erkende boekhouder-fiscalist of bedrijfsrevisor". De rol van "de cijferspecialisten" zoals de wetgever hen noemt bij de voorbereiding van procedure van gerechtelijke reorganisatie wordt dus belangrijker. Dit is ongetwijfeld goede zaak. Naast de verplichting om de hiervoor vermelde stukken op te stellen onder toezicht of met bijstand van deskundige, legt de Reparatiewet aan de schuldenaar ook de verplichting op om reeds op het ogenblik van de neerlegging van zijn verzoekschrift standpunt in te nemen over de maatregelen en voorstellen die hij overweegt om de rendabiliteit en solvabiliteit van zijn onderneming te herstellen, om eventueel sociaal plan in te zetten en om de schuldeisers te voldoen. De Reparatiewet voert ten slotte ook nieuwe financiële drempel in: bij de neerlegging van verzoekschrift om de opening van procedure van gerechtelijke reorganisatie te bekomen, zal rolrecht van 1.000 euro moeten betaald worden. De datum van de inwerkingtreding van deze bepaling moet wel nog door de Koning bepaald worden, met dien verstande dat de bepaling ten laatste op 31 december 2014 in werking treedt. Terzijde kan opgemerkt worden dat de Reparatiewet "en passant" aan de cijferspecialisten belangrijke nieuwe verplichting oplegt: net als commissaris (op grond van artikel 138 W.Venn.) zullen de accountant, de belastingconsulent, de erkende boekhouder, de erkende boekhouder-fiscalist en de bedrijfsrevisor, die in de uitoefening van hun opdracht gewichtige en overstemmende feiten vaststellen die de continuïteit van de onderneming van de schuldenaar in het gedrang kunnen brengen, deze laatste hiervan voortaan op omstandige wijze moeten inlichten. Indien de schuldenaar vervolgens binnen termijn van maand vanaf die kennisgeving niet de nodige maatregelen treft om de continuïteit van de onderneming voor minimumduur van twaalf maanden te waarborgen, kan de betrokken cijferspecialist de voorzitter van de rechtbank van koophandel daarvan schriftelijk inlichten. In de toelichting bij het betrokken artikel geeft de wetgever aan dat de nieuwe verplichting ernstig moet worden genomen: "zij zijn ( ) aansprakelijk ook ten aanzien van derden als zij de bestuursorganen niet formeel wijzen op hun verplichtingen". De belangrijkste wijzigingen met betrekking tot de procedure van gerechtelijke reorganisatie door collectief akkoord Indien de schuldenaar in het raam van de procedure van gerechtelijke reorganisatie collectief akkoord nastreeft, zal hij er rekening mee moeten houden dat het reorganisatieplan voortaan aan aantal nieuwe voorwaarden moet beantwoorden. Het reorganisatieplan moet voor alle schuldeisers betalingsvoorstel bevatten dat niet minder dan 15 procent van het bedrag van de schuldvordering mag bedragen. Als het reorganisatieplan in gedifferentieerde behandeling van de schuldeisers voorziet, mag de behandeling van de openbare schuldeisers die algem voorrecht genieten zoals de fiscus en de RSZ niet minder gunstig zijn dan deze die de best behandelde gewone schuldeisers in de opschorting genieten. Dit laatste wordt wel in zekere mate gecompenseerd door het feit dat de inhoudingsverplichtingen met betrekking tot sociale en fiscale schulden voortaan tijdens de periode van opschorting niet meer van toepassing zullen zijn. De Reparatiewet bepaalt dat het reorganisatieplan voor de hiervoor vermelde schuldeisers of categorieën van schuldeisers lagere percentages kan voorstellen op basis van dwingende en met redenen omklede vereisten die verband houden met de continuïteit van de onderneming. Page 2 of 4
Het reorganisatieplan kan g vermindering of kwijtschelding meer bepalen voor schuldvorderingen die zijn ontstaan uit vóór de opening van de procedure verrichte arbeidsprestaties of voor strafrechtelijke boeten. Het reorganisatieplan kan evenmin nog in vermindering voorzien voor onderhoudsschulden en voor schulden die voor de schuldenaar voortvloeien uit de verplichting tot herstel van de door zijn schuld veroorzaakte schade die verbonden is aan het overlijden of aan de aantasting van de lichamelijke integriteit van persoon. Tegenover deze nieuwe voorwaarden waaraan het reorganisatieplan moet beantwoorden, staat dat de beslissing van de rechtbank over de homologatie van het plan niet langer alles of niets verhaal is. Indien de rechtbank oordeelt dat de pleegvormen niet werden nageleefd of dat het plan de openbare orde schendt, kan zij voortaan immers bij met redenen omklede beslissing en vooraleer recht te doen, aan de schuldenaar toestaan om aangepast reorganisatieplan aan de schuldeisers voor te leggen. In dat geval kan de rechtbank, binnen de door de wet bepaalde grenzen, de periode van opschorting verlengen en de datum vaststellen van de zitting waarop zal overgegaan worden tot de stemming over het aangepaste plan. De belangrijkste wijzigingen met betrekking tot de procedure van gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag Indien de procedure van gerechtelijke reorganisatie overdracht onder gerechtelijk gezag tot doel heeft, kan de gerechtsmandataris all nog offertes in aanmerking nemen waarvan de geboden prijs minstens gelijk is aan de vermoedelijke waarde van gedwongen tegeldemaking in geval van faillissement of vereffening. Bovendien bepaalt de Reparatiewet dat, indien offerte uitgaat van personen die toezicht op de onderneming uitoefenen of hebben uitgeoefend, en die tezelfdertijd via andere rechtspersonen de controle hebben over rechten die noodzakelijk zijn voor de voortzetting van haar activiteiten, die offerte slechts in aanmerking kan worden genomen op voorwaarde dat die rechten onder dezelfde voorwaarden toegankelijk zijn voor de andere bieders. De Reparatiewet bevat verder nog aantal bepalingen die de gerechtsmandataris zullen toelaten om het biedproces efficiënter te organiseren, onder meer door hem het recht te verlenen om deadline voor het indienen van offertes te bepalen. Het gevolg van het tussenkomen van faillissement of gerechtelijke vereffening vooraleer de gerechtsmandataris zijn opdracht volledig vervuld heeft, is voortaan duidelijk geregeld: de gerechtsmandataris verzoekt de rechtbank in dat geval om hem van zijn opdracht te ontlasten, waarbij de rechtbank kan beslissen dat de gerechtsmandataris nog bepaalde opdrachten kan voltooien. De gerechtsmandataris draagt wel in elk geval de opbrengst van de overdrachten over aan de curator of de vereffenaar en deze laatste zal instaan voor de verdeling ervan. Het ereloon van de gerechtsmandataris wordt in dat geval aangerekend op dat van de curator of vereffenaar. De Reparatiewet wijzigt ten slotte ook de bepalingen in verband met de sociale aspecten van overdracht onder gerechtelijk gezag (zie hiervoor Eubelius Spotlights juni 2013 ). Dominique De Marez Page 3 of 4
Copyright Eubelius bezit het exclusieve copyright van deze website, zijn design en de volledige inhoud ervan. Gebruik van deze website, of delen ervan, in welke vorm dan ook, is verboden zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Eubelius. Disclaimer De informatie over juridische onderwerpen die u in deze Spotlights aantreft, zijn louter informatieve, algemene besprekingen en kunnen in g geval als juridisch advies worden beschouwd. Eubelius aanvaardt g aansprakelijkheid voor enige schade die iemand zou lijden door voort te gaan op deze informatie. Als u juridisch advies wenst, dient u contact op te nemen met gekwalificeerde advocaat die u zal adviseren op basis van uw persoonlijke situatie. Eubelius is niet verantwoordelijk voor de content op websites die via deze Spotlights te bereiken zouden zijn. Powered by TCPDF (www.tcpdf.org) Page 4 of 4