Omgang Ook met de niet-verzorgende ouder!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Omgang Ook met de niet-verzorgende ouder!"

Transcriptie

1 Afstudeerscriptie Omgang Ook met de niet-verzorgende ouder! Laila Brik Docenten: Opdrachtgever: - Mr. E. Nicolai Aspremont Advocaten - Mr. E. van Meer Mr. N.C. de Vos Maart 2011 Lienden

2

3 Omgang Ook met de niet-verzorgende ouder! Naam auteur : Laila Brik Studentnummer : Onderwijsinstelling : Juridische Hogeschool Avans-Fontys te Tilburg Studierichting : HBO-Rechten Blok : E3 E4 Afstudeerperiode : 6 september 2010 t/m 21 maart 2011 Afstudeerorganisatie : Aspremont Advocaten Afstudeermentor : Mr. N.C. de Vos Afstudeerdocenten : Mr. E. Nicolai en Mr. E. van Meer Datum voltooiing : 21 maart 2011

4

5 De relatie is weliswaar ten einde, maar de relatie als ouders van kinderen duurt voort en brengt verantwoordelijkheden met zich mee. 1 Als ik bij mama ben dan mis ik papa, en als ik bij papa ben dan mis ik mama. 2 1 Rechtbank 's-gravenhage 26 juni 2009, LJN BK < 5 december 2010.

6

7 Voorwoord Deze scriptie is geschreven ter afsluiting van de opleiding HBO-Rechten aan de Juridische Hogeschool Avans-Fontys te s-hertogenbosch. De bedoeling hiervan is de geleerde kennis en ervaring middels een praktisch en juridisch relevant onderzoek in een scriptie te verwerken. Binnen Aspremont Advocaten is de rechtspositie van de niet-verzorgende ouder met betrekking tot contact met het kind onvoldoende duidelijk. Middels deze scriptie probeer ik deze rechtpositie op een heldere wijze te verwoorden, zodat deze kennis in de praktijk gebruikt kan worden. Mijn dank gaat uit naar alle medewerkers binnen het kantoor en, in het bijzonder naar mr. N.C. de Vos. Als zijnde mijn afstudeermentor heeft zij me ondersteund bij het tot stand komen van deze scriptie. Tot slot wil ik mijn afstudeerdocent van de Juridische Hogeschool, mr. E.J. Nicolai bedanken voor zijn begeleiding, kritische noot en feedback bij het tot stand komen van deze scriptie. Laïla Brik

8

9 Inhoudsopgave: Samenvatting Lijst met afkortingen Hoofdstuk 1. Inleiding Aanleiding van het onderzoek Centrale vraagstelling en doelstelling Methode Opbouw van de scriptie Hoofdstuk 2. Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding Moties Schonewille en Dittrich Wetsvoorstel Luchtenveld Wetsvoorstel Donner Inhoud artikelen en bedoelingen wetgever Gezag Gelijkwaardige verzorging Het ouderschapsplan Omgang Hoofdstuk 3. Rechtspraak en de contact- en omgangsregeling De contactregeling en de omgangsregeling Geen of een onvolledig ouderschapsplan Jurisprudentie over geen of een onvolledig ouderschapsplan Verruimen, beperken of wijzigen van een regeling Jurisprudentie over het verruimen, beperken of wijzigen van een regeling Niet-nakomen of niet-naleven van een regeling Jurisprudentie over de dwangsom Strafrechtelijke vervolging naar aanleiding van het niet-nakomen of niet-naleven van een regeling Hoofdstuk 4. De rechtspositie van de niet-verzorgende ouder met gezag in vergelijking met de rechtspositie van de niet-verzorgende ouder zonder gezag voor wat betreft contact met het kind Jurisprudentie over de niet-verzorgende ouder met gezag Jurisprudentie niet-verzorgende ouder zonder gezag Verschil in rechtspositie tussen de niet-verzorgende ouder met gezag en de nietverzorgende ouder zonder gezag voor wat betreft contact met het kind Hoofdstuk 5. Het afdwingen van contact Belang van het kind Afdwingbaarheid van contact bij ouders zonder regeling of gezag Hoofdstuk 6: Conclusies & aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen Literatuur- en bronnenlijst

10

11 Samenvatting Binnen Aspremont Advocaten is op dit moment de rechtspositie van de niet-verzorgende ouder met betrekking tot contact met het kind, na invoering van de wijzigingen van 1 maart 2009 uit de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding, onvoldoende duidelijk. Eveneens zijn er naar aanleiding van deze wet verschillende uitspraken van rechters die duidelijkheid kunnen verschaffen over de rechtspositie van de niet-verzorgende ouder na (echt)scheiding. Door middel van dit onderzoek wordt meer duidelijkheid verschaft over deze rechtspositie. Hierdoor zal Aspremont Advocaten voorbereid zijn wanneer zij in de toekomst cliënten moeten bijstaan die er niet in zijn geslaagd om, in onderling overleg met hun ex-partner, afspraken te maken over het contact met hun kind. De niet-verzorgende ouder heeft met de intrede van voornoemde wet meer aandacht voor zijn positie gekregen. Met deze wet wordt door de wetgever het belang van het doorlopen van het gezamenlijk gezag na scheiding benadrukt en is de norm gelijkwaardig ouderschap opgenomen in het wetboek. Eveneens dient de verzorgende ouder met gezag de band tussen de niet-verzorgende ouder te bevorderen. De bedoeling van de wetgever bij het wetsvoorstel is de ouders vroegtijdig te laten nadenken over hoe het ouderschap er na scheiding uit komt te zien en de ouders goede en duidelijke afspraken te laten maken en deze in een ouderschapsplan op te nemen. Voortgezet ouderschap en gedeelde verantwoordelijkheid voor de verzorging, opvoeding en ontwikkeling van de kinderen na scheiding is de norm. Doordat deze veranderingen hebben plaats gevonden kan de nietverzorgende ouder zich, eerder dan voorheen, tot de rechter wenden en zich beroepen op het gelijkwaardig ouderschap. Met de inwerkingtreding van de Wet bevordering voortgezet ouderschap op 1 maart 2009, heeft het begrip omgang een andere lading gekregen. Voor de invoering van deze wet had het begrip recht op omgang betrekking op ouders met gezag en ouders zonder gezag. Het begrip recht op omgang is in de nieuwe wet gereserveerd voor ouders zonder gezag. 3 Voor ouders die na echtscheiding niet de primaire verzorger zijn, maar wel gezag hebben, wordt in de nieuwe wet niet langer van omgang gesproken, maar van verdeling van zorg- en opvoedingstaken. 4 Niet alle ouders zijn verplicht een ouderschapsplan op te stellen wanneer zij gaan scheiden. Echter, geniet het de aanbeveling dit voor alle ouders ongeacht de relatievorm of de vorm van het gezag verplicht te stellen. Er is gebleken dat er bij veel scheidingen sprake is van communicatieproblemen. Hierdoor kan er niet of niet geheel tot het opstellen van een ouderschapsplan worden gekomen. Het is dan ook aan de overheid aan te bevelen om communicatieproblemen bij de ouders te voorkomen. Dit kan door voorlichting te geven over het belang van goede communicatie tussen ouders bij de uitvoering en het opstellen van een ouderschapsplan casu quo een omgangs- of contactregeling. Aspremont Advocaten kan hierop inspelen door toe te zien op de volledigheid en aanwezigheid van het ouderschapsplan. 3 Artikel 377a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. 4 Artikel 253a, tweede lid, sub a, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 815, derde lid, sub a, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

12 Het is raadzaam om meer omgangsondersteunende voorzieningen te openen, aangezien er een vraag is naar zorg in de vorm van omgangsbegeleiding. Deze vraag is eveneens te wijten aan communicatieproblemen tussen de ouders. De inzet van het strafrecht wanneer een regeling niet wordt nagekomen is enkel toegankelijk voor de gezagsdragende ouders. Het strafrecht ter effectuering van het contact dient eveneens voor de niet-verzorgende ouders open gesteld te worden. Raadzaam voor de rechterlijke macht is om afspraken te maken over vragen die gesteld moeten worden bij het afdwingen van contact om in het belang van het kind een afweging te maken betreffende de mogelijkheden tot contact met beide ouders. Een voorbeeld van zo een afspraak zou kunnen zijn dat het kind altijd psychologisch wordt geëvalueerd alvorens er uitspraak wordt gedaan. De rechtspositie van de niet-verzorgende ouder met betrekking tot contact met het kind is minder sterk dan de rechtspositie van de verzorgende ouder. In theorie is de positie van de niet-verzorgende ouder enigszins verbeterd, echter laat de praktijk nog te wensen over.

13 Lijst met afkortingen EVRM IVRK BW RV CBS EHRM HR MvT PS Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden Verdrag inzake de rechten van het kind Burgerlijk Wetboek Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering Centraal Bureau voor Statistieken Europees Hof voor de rechten van de mens Hoge Raad Memorie van Toelichting Procesreglement Rechtbanken Scheiding

14

15 Hoofdstuk 1. Inleiding In dit hoofdstuk treft u allereerst een inleiding aan. In de tweede paragraaf wordt de aanleiding van het onderzoek weergegeven, in de derde paragraaf de centrale vraagstelling en de doelstelling. Tenslotte wordt de opbouw van de scriptie weergegeven. 1.1 Aanleiding van het onderzoek De aanleiding voor dit onderzoeksrapport is dat de rechtspositie van de niet-verzorgende ouder met betrekking tot contact met het kind binnen Aspremont Advocaten onvoldoende duidelijk is. Deze positie is na invoering van de wijzigingen van 1 maart 2009 uit de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding veranderd. Eveneens zijn er naar aanleiding van deze wet verschillende uitspraken van rechters die duidelijkheid kunnen verschaffen over de rechtspositie van de niet-verzorgende ouder na (echt)scheiding. De vraag is nu hoe de rechtspositie van de niet-verzorgende ouder eruit ziet na deze invoering. Het ideaal van een gelijkwaardig ouderschap na scheiding blijft bestaan, maar of het echt zo gelijkwaardig is, blijft de vraag. Aspremont Advocaten heeft verschillende zaken behandeld waarin een contactregeling diende te worden opgesteld. Hierbij heeft Aspremont Advocaten nimmer problemen gehad. De vraag vanuit Aspremont Advocaten is geformuleerd omdat zij willen weten wat er gebeurt als mensen er samen niet uitkomen. Zij willen graag weten wat er gebeurt als er geen contactregeling wordt opgesteld of deze niet volledig is. Tevens vragen zij zich af wat er gebeurt als de contactregeling niet wordt nageleefd en hoe de rechter hierover beslist. Een andere vraag is in hoeverre naleving van een contactregeling kan worden gevorderd. Eveneens is het voor Aspremont Advocaten belangrijk om uit te zoeken wat het verschil is in de rechtspositie van de niet-verzorgende ouder met gezag in vergelijking met de rechtspositie van de niet-verzorgende ouder zonder gezag. Na scheiding zal een onderscheid ontstaan tussen de verzorgende ouder en de nietverzorgende ouder. Ook voor het kind/de kinderen zal dit ingrijpende gevolgen hebben. Om de periode na de scheiding zo goed mogelijk te regelen is voor paren met kinderen de verplichting om een ouderschapsplan te maken in het leven geroepen. Zo een plan moet volgens de wet voorzien in een contactregeling en daarnaast in een regeling over informatie en consultatie en in afspraken over de kinderalimentatie. Uiteraard is het voor beide partijen belangrijk om goed over deze zaken na te denken en over de invulling daarvan. Gezag speelt eveneens een rol. Onderzocht zal worden in hoeverre een ouder zonder gezag andere rechten heeft dan een ouder met gezag. De vraag is, betreffende het gelijkwaardig ouderschap, of de verzorgende ouder andere rechten heeft dan de niet-verzorgende ouder. Uitgangspunt is dat beide ouders het gezag blijven uitoefenen en de gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor de verzorging van hun kinderen. Hier dienen afspraken over te worden gemaakt en in een contactregeling te worden vastgelegd. Een scheiding brengt vaak emoties met zich mee, welke voor het kind vaak grote gevolgen hebben, daarom is het is het van uitermate groot belang dat het ouderschapsplan casu quo de contactregeling wordt nageleefd. Dit om verdere escalaties op emotioneel gebied te voorkomen evenals de verstandhouding tussen partijen gezond te houden. 15

16 De niet-verzorgende ouder kan in sommige gevallen dermate ontevreden zijn, dat hij besluit aandacht van de media te vragen om meer zijn recht te kunnen behalen, dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij niet-nakoming van een contactregeling. Er is immers ingevoerd dat ouderschap gelijkwaardig behoort te zijn. Door de gevoeligheid van het onderwerp is in het verleden gebleken dat het belang van het kind uiteraard prevaleert en er vaak weinig tot niets gedaan kan worden aan het afdwingen van contact met het kind. Er zal in de scriptie gesproken worden over omgang en over de verdeling van de verzorgingsen opvoedingstaken. Met omgang wordt in deze scriptie bedoeld: de plicht en het recht van de niet met het gezag belaste ouder tot omgang met zijn kind in de zin van artikel 377a van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. Met de verdeling van de verzorgings- en opvoedingstaken wordt in deze scriptie bedoeld: de manier waarop er contact is in de zin van artikel 247 van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek zijnde de plicht en het recht van de ouder zijn minderjarige kind te verzorgen en op te voeden. Wanneer er over contact gesproken wordt, wordt hiermee beide vormen van contact bedoeld, zijnde omgang en de verdeling van de verzorgings- en opvoedingstaken. Waar in deze scriptie over scheiding wordt gesproken wordt hieronder verstaan: echtscheiding, scheiding van tafel en bed en ontbinding van een geregistreerd partnerschap. In de scriptie wordt, tenzij er een vorm van gezag bij staat, de niet-verzorgende ouder in het algemeen bedoeld. Indien er wordt gesproken over het kind, kan ook de kinderen worden gelezen. En waar wordt gesproken over het frustreren van het contact, kan ook gelezen worden: het frustreren van een regeling. 1.2 Centrale vraagstelling en doelstelling Bovenstaande heeft geleid tot de volgende centrale vraagstelling: Wat is de rechtspositie van de niet-verzorgende ouder na (echt)scheiding gezien de meest recente ontwikkelingen in de wetgeving en de rechtspraak op het gebied van contact met het kind? De deelvragen hierbij zijn: - Wat staat er in de wet met betrekking tot contact met het kind? - Wat is de bedoeling van de wetgever met betrekking tot de wetgeving betreffende contact met het kind? - Wat zijn de meest recente ontwikkelingen in de rechtspraak? - Hoe is de positie van de niet-verzorgende ouder met gezag in vergelijking met de rechtspositie van de niet-verzorgende ouder zonder gezag wat betreft contact met het kind? Met de beantwoording van deze vragen wordt beoogd een kennisbijdrage te leveren voor het advocatenkantoor over dit onderwerp. De doelstelling is dan ook: Een onderzoeksrapport op te leveren over de rechtspositie van de niet-verzorgende ouder na (echt)scheiding, meer in het bijzonder met betrekking tot contact met het kind, zodat het kantoor voorbereidt zal zijn wanneer zij in de toekomst cliënten moet bijstaan die er niet in zijn geslaagd om in onderling overleg met hun ex-partner afspraken te maken over het contact met hun kind. 16

17 1.3 Methode Het onderzoek is verricht door middel van deskresearch. Er is informatie verzameld uit het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering, en uit vakliteratuur, betrouwbare websites en andere documenten. Hiernaast is gedeeltelijk is gekozen voor fieldresearch. Hierbij gaat het om een gesprek dat is gehouden met mevrouw mr. N.C. de Vos (advocaat tevens opdrachtgever). Hierin is kort de achtergrond van de problematiek geschetst. Verder is duidelijk gemaakt wat er precies van het onderzoek wordt verwacht. Het doel hiervan is onderzoeken wat het beste alternatief kan zijn voor het probleem. 1.4 Opbouw van de scriptie In hoofdstuk 2 zal worden gekeken naar de totstandkoming van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding. Vervolgens zal de inhoud van de belangrijkste wetsartikelen aan bod komen evenals de bedoeling van de wetgever bij deze artikelen. In hoofdstuk 3 zal vervolgens de contactregeling in de rechtspraak worden uiteengezet. Hierbij komen de volgende onderwerpen aan bod: de contactregeling en de omgangsregeling, geen of een onvolledig ouderschapsplan met bespreking van relevante jurisprudentie, verruimen, beperken of wijzigen van een regeling met bespreking van relevante jurisprudentie, niet-nakomen of niet-naleven van een regeling gevolgd door bespreking van jurisprudentie over de dwangsom en strafrechtelijke vervolging. Hierna zal in hoofdstuk 4 de rechtspositie van de niet-verzorgende ouder met gezag in vergelijking met de rechtspositie van de niet-verzorgende ouder zonder gezag voor wat betreft contact met het kind aan bod komen met een bespreking van onderzoek naar relevante jurisprudentie. In hoofdstuk 5 komt het afdwingen van contact aan bod waarin het belang van het kind wordt besproken en de afdwingbaarheid bij ouders zonder regeling of gezag. Het laatste hoofdstuk (hoofdstuk 6) bevat conclusies over de rechtspositie van de niet-verzorgende ouder na (echt)scheiding wat betreft de meest recente ontwikkelingen in de wetgeving en de rechtspraak op het gebied van contact met het kind, evenals enkele aanbevelingen. 17

18 18

19 Hoofdstuk 2. Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding In dit hoofdstuk wordt kort de totstandkoming van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding geschetst. Er zal tevens kort worden ingegaan op het verloop van de verschillende wetsvoorstellen. De inhoud van de belangrijkste wetsartikelen zal worden weergegeven evenals de bedoelingen van de wetgever. 2.1 Moties Schonewille en Dittrich De Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding is tot stand gekomen na verschillende wetsvoorstellen. 5 Voorafgaand aan de verschillende wetsvoorstellen zijn er twee moties uit de Tweede Kamer, genaamd de motie Schonewille en de motie Dittrich ingediend. Die gingen respectievelijk over de buitengerechtelijke scheiding en over een minimum omgangsnorm. Aan deze moties werd echter geen uitvoering gegeven Wetsvoorstel Luchtenveld Vervolgens is er een initiatief wetsvoorstel van het Tweede Kamerlid Luchtenveld gekomen, genaamd Voorstel van wet inzake de beëindiging van het huwelijk zonder rechterlijke tussenkomst en vormgeving voortgezet ouderschap, ingediend op 1 juli De Tweede Kamer heeft dit voorstel op 29 november 2005 aangenomen. Vervolgens is het voorstel op 13 juni 2006 plenair behandeld door de Eerste Kamer. Na een stemming op 20 juni 2006 is het wetsvoorstel verworpen door de meerderheid van de Eerste Kamer. De strekking van dit wetsvoorstel was de verantwoordelijkheid van een echtscheiding en de zorg voor de kinderen bij de ouders gezamenlijk te leggen. 7 Het zou met dit voorstel mogelijk zijn om een echtscheiding zonder rechterlijke tussenkomst te regelen en de ouders zouden verantwoordelijk zijn om een ouderschapsplan op te stellen met betrekking tot de voortzetting van het ouderschap na de echtscheiding. De reden van verwerping van dit voorstel was de juridische kwaliteit en het feit dat het voorstel niet reparabel was. 8 Slechts één partij stemde voor het voorstel zoals blijkt uit de stemming van de Eerste Kamer op 20 juni A. Heida, Wetsvoorstel Luchtenveld door Tweede Kamer aangenomen, EB Tijdschrift voor scheidingsrecht , 2. 6 Kamerstukken II 2003/04, nr A. Heida, Wetsvoorstel Luchtenveld door Tweede Kamer aangenomen, EB Tijdschrift voor scheidingsrecht , 2. 8 P.A.J.Th. van Teeffelen, Over ouderschapsplannen, gelijkwaardig ouderschap en andere schone voornemens, EB Tijdschrift voor scheidingsrecht , Eerste Kamer der Staten-Generaal, stemmingen in verband met het Voorstel van wet van het lid Luchtenveld tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de invoering van de mogelijkheid van beëindiging van het huwelijk zonder rechterlijke tussenkomst alsmede van een gewijzigde vaststelling en effectieve handhaving van de afspraken en rechterlijke beslissingen die in verband met de ontbinding van het huwelijk of nadien tot stand zijn gekomen over de wijze waarop door beide ouders vorm wordt gegeven aan het voortgezet ouderschap (Wet beëindiging huwelijk zonder rechterlijke tussenkomst en vormgeving voortgezet ouderschap) (29676), 20 juni 2006, < 19

20 Een andere reden van afwijzing zou wellicht kunnen zijn dat een vergelijking is getrokken met het wetsvoorstel Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding dat inmiddels op 15 juni 2005 door de regering was ingediend en over hetzelfde onderwerp gaat. 10 Onder andere de minister van Justitie heeft gezegd dat het voorstel van Luchtenveld meer gericht is op de belangen van de ouders en het voorstel van de regering meer gericht is op de belangen van het kind. 11 Luchtenveld was het hier niet mee eens en heeft dat kenbaar gemaakt in de brief van 16 juni 2006 met schriftelijke reactie als aanvulling op de tweede termijn van de plenaire behandeling op 13 juni Ondanks deze reactie is het voorstel van Luchtenveld niet aangenomen Wetsvoorstel Donner Een brief van Minister Donner van 13 april 2004 aan de Tweede Kamer waarin hij zijn voorstellen presenteerde om de scheidings- en omgangsproblematiek te verbeteren liep voor op het wetsvoorstel. 13 Het wetsvoorstel Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding is op 12 juni 2007 door de Tweede Kamer aangenomen. 14 Vervolgens is het voorstel op 18 november 2008 plenair behandeld door de Eerste Kamer. Na een stemming op 25 november 2008 is het wetsvoorstel aangenomen met drie stemmen tegen en die van de overige fracties ervoor. 15 De wet is hierna gepubliceerd in het Staatsblad van 16 december 2008 en op 1 maart 2009 in werking getreden. De strekking van deze wet is de verplichting voor ouders tot het opstellen van een ouderschapsplan, waarin de zorg- en opvoedingstaken na scheiding worden vormgegeven. 16 Deze wet is er vooral op gericht dat ouders de gezamenlijke verantwoordelijkheid over de kinderen behouden en ouders goed nadenken over de invulling van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken na scheiding. Het opstellen van een ouderschapsplan was in de eerste instantie alleen verplicht voor ouders die gehuwd waren of een geregistreerd partnerschap waren aangegaan. Tweede Kamerlid Pater-Van der Meer was het hier niet mee eens en diende een amendement in, waarmee hij wilde bereiken dat ook ouders die niet gehuwd zijn en geen geregistreerd partnerschap zijn aangegaan toch verantwoording moeten afleggen over de toekomst van de kinderen na het verbreken van hun samenleving. 17 Hij was van mening dat er steeds meer partners ervoor kiezen om hun samenleving niet vast te leggen. Hij vond dat ieder hier vrij in is, maar niet de vorm van de relatie of samenleving leidend moet zijn, maar het belang van het kind. 10 Kamerstukken II 2004/05, nr M.L.C.C. de Bruijn-Lückers, Kritische kanttekening bij het Wetsvoorstel Luchtenveld, EB Tijdschrift voor scheidingsrecht , Kamerstukken I 2005/06, nr. G. 13 M.L.C.C. de Bruijn-Lückers, Scheidings- en omgangsproblematiek, EB Tijdschrift voor scheidingsrecht /8, 51; Kamerstukken II 2003/04, nr Kamerstukken I 2006/07, nr. A. 15 Eerste Kamer der Staten-Generaal, stemming over het wetsvoorstel Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet ouderschap na scheiding en het afschaffen van de mogelijkheid tot het omzetten van een huwelijk in een geregistreerd partnerschap (Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding) (30145), 25 november 2008, < 16 P.A.J.Th. van Teeffelen, Over ouderschapsplannen, gelijkwaardig ouderschap en andere schone voornemens, EB Tijdschrift voor scheidingsrecht , Kamerstukken II 2006/07, , nr

21 Ouders die het gezamenlijk gezag hebben laten aantekenen, volgens artikel 252 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, worden in het amendement verplicht om een ouderschapsplan op te stellen wanneer zij besluiten hun samenleving te beëindigen, aldus Kamerlid Pater-Van der Meer. Pater-Van der Meer voerde in de toelichting bij zijn amendement expliciet aan dat het ouderschapsplan voor deze groep ouders geen vrijblijvende aangelegenheid is. Wanneer er geen ouderschapsplan zou worden ingediend zal de rechter de beslissing, als bedoeld in artikel 253a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, aan moeten houden totdat er een ouderschapsplan is opgesteld. Het belang van het kind is en blijft leidend, wanneer het belang van het kind het vergt, kan aanhouding achterwege blijven, aldus Kamerlid Pater-Van der Meer. De plicht tot het opstellen van een ouderschapsplan verdwijnt hiermee niet. Het amendement is op 12 juni 2007 door een meerderheid van de kamer aangenomen, inhoudende de verplichting tot het opstellen van een ouderschapsplan voor ouders die het gezamenlijk gezag hebben laten aantekenen en hun samenleving beëindigen. Tijdens de behandeling van deze wet door de Eerste Kamer is de motie Strik ingediend. 18 De gedachte achter deze motie was dat het wetsvoorstel Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding weinig waarborgen biedt voor nakoming van de afspraken die ouders bij echtscheiding maken. Er werd in deze motie aan de regering gevraagd om na te gaan hoe succesvolle omgangsondersteunende voorzieningen van een meer structurele basis kunnen worden voorzien. Deze motie is aangenomen en er is door de regering op gereageerd. 19 Als korte termijnoplossing om succesvolle omgangsondersteunende voorzieningen van een meer structurele basis te kunnen voorzien, is in het Landelijk Beleidskader Jeugdzorg een bepaling opgenomen. Deze houdt in dat provincies ervoor dienen te zorgen dat de vraag naar zorg in de vorm van omgangsbegeleiding wordt omgezet in een adequaat aanbod. 20 Gemeenten en provincies dienen hun aanbod aan omgangsbegeleiding op elkaar af te stemmen. Er bestaat immers een gemeentelijk gefinancierd aanbod en provinciaal geïndiceerde jeugdzorg. Als oplossing voor de lange termijn is door voormalig minister voor Jeugd en Gezin Rouvoet aangevoerd dat hij van mening is dat een eenduidig belegde verantwoordelijkheid voor omgangsbegeleiding in het gemeentelijk domein, gebundeld met de andere gemeentelijke verantwoordelijkheden rond opvoeden, aan te bevelen is om de door de Kamer gewenste structurele inbedding te realiseren. 21 Een vervolgactie is hier nog niet aan gegeven, daar deze oplossingen op 1 oktober 2010 zijn aangedragen. 2.2 Inhoud artikelen en bedoelingen wetgever Met de inwerkingtreding van de Wet bevordering voortgezet ouderschap op 1 maart 2009, heeft het begrip omgang een andere lading gekregen. Voor de invoering van deze wet had het begrip recht op omgang betrekking op ouders met gezag en ouders zonder gezag. Het begrip recht op omgang is in de nieuwe wet gereserveerd voor ouders zonder gezag Kamerstukken I 2008/09, nr. G. 19 Kamerstukken I 2009/10, nr. H. 20 Kamerstukken I 2010/11, nr. I. 21 Kamerstukken I 2010/11, nr. I. 22 Artikel 377a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. 21

22 Voor ouders die na echtscheiding niet de primaire verzorger zijn, maar wel gezag hebben, wordt in de nieuwe wet niet langer van omgang gesproken, maar van verdeling van zorg- en opvoedingstaken. 23 De Wet bevordering voortgezet ouderschap is erop gericht dat de ouders vroegtijdig nadenken over de invulling van het ouderschap na de scheiding en hierover goede afspraken maken opdat onnodige conflicten nadien kunnen worden voorkomen. 24 De afspraken die hierbij gemaakt worden dienen daadwerkelijk controleerbare afspraken te zijn. Waar scheidende ouders in het verleden onvoldoende stil bleven staan bij het maken van afspraken omtrent de kinderen, de verzorging, de opvoeding en de ontwikkeling van de kinderen na scheiding, beoogt het wetsvoorstel Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding de scheidings- en omgangsproblematiek (de situatie van het kind tijdens en na de scheiding) te verminderen. 25 Ouders zijn in de nieuwe situatie gedwongen om met elkaar te overleggen over het maken van een ouderschapsplan. Uit cijfers blijkt dat dit vaker resulteert tot het indienen van een gemeenschappelijk echtscheidingsverzoek. Van het aantal verzoeken tot echtscheiding in 2003 werd in 52,1% van het totaal aantal verzoeken tot echtscheiding een gezamenlijk verzoek tot echtscheiding ingediend. 26 In 2009 is dit aantal opgelopen tot 60% van het totaal aantal verzoeken tot echtscheiding. 27 Dit is een positieve ontwikkeling en de bedoeling van de wetgever om de scheidingsproblematiek te verminderen lijkt in zoverre geslaagd te zijn. De bedoeling van de wetgever bij het wetsvoorstel is de ouders vroegtijdig te laten nadenken over hoe het ouderschap er na scheiding uit komt te zien en de ouders goede en duidelijke afspraken te laten maken en deze in een ouderschapsplan op te nemen. Voortgezet ouderschap en gedeelde verantwoordelijkheid voor de verzorging, opvoeding en ontwikkeling van de kinderen na scheiding is de norm. De overheid heeft immers de positieve verplichting om het contact tussen kind en ouders te bevorderen. Grondslag hiervoor ligt in artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en artikel 9 van het Verdrag inzake de rechten van het kind (IVRK) Gezag Bekend is dat alle minderjarigen in Nederland onder gezag moeten staan en dat onder dit gezag ouderlijk gezag dan wel voogdij wordt verstaan. Ouderlijk gezag kan door de ouders gezamenlijk of door één ouder worden uitgeoefend dan wel door één ouder samen met een ander dan een ouder. 28 Het ouderlijk gezag omvat de plicht en het recht van de ouder zijn minderjarige kind te verzorgen en op te voeden Artikel 253a, tweede lid, sub a, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 815, derde lid, sub a, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. 24 Kamerstukken II 2004/05, , nr Kamerstukken II 2004/05, , nr Kamerstukken II 2004/05, , nr Centraal Bureau voor de Statistiek, Relatie en gezin aan het begin van de 21ste eeuw, < 25 oktober Artikel 245 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. 29 Artikel 247, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. 22

23 Daarnaast heeft het gezag betrekking op de persoon van de minderjarige, het bewind over zijn vermogen en zijn vertegenwoordiging in burgerlijke handelingen, zowel in als buiten rechte. 30 Bij de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding is de inhoud van het ouderlijk gezag aangevuld. Deze aanvulling betreft de verplichting van de ouder om de ontwikkeling van de banden van zijn kind met de andere ouder te bevorderen. 31 Het gaat hierbij om de banden van het kind met ouders die gezamenlijk het gezag uitoefenen alsook de verplichting van de ouder die alleen het gezag heeft om de banden tussen zijn kind en de andere ouder (zonder gezag) te bevorderen. Reden achter deze gedachte is het belang van het kind, contact met beide ouders ís immers in algemeen belang van het kind. Eveneens benadrukt de wetgever het belang van het dóórlopen van het gezamenlijk gezag na scheiding. Dit komt tot uiting in de artikelen 251 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, waarin de hoofdregel staat, en in artikel 251a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, waarin de uitzonderingen op deze hoofdregel staan. In laatstgenoemd artikel staat een codificatie van het zogenaamde klem-criterium, wat betrekking heeft op het verkrijgen van het eenhoofdig gezag. Het klem-criterium vindt zijn oorsprong in de jurisprudentie. De Hoge Raad heeft in het arrest HR 10 september 1999, NJ 2000, 20 aangegeven dat uitsluitend het eenhoofdig gezag kan worden toegewezen wanneer er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren raakt of dreigt te raken tussen de ouders, en niet te verwachten is dat hierin binnen niet te lange tijd voldoende verbetering in komt. Het toewijzen van eenhoofdig gezag gebeurt enkel in het belang van het kind. Doch, het doorlopen van het gezamenlijk gezag na scheiding blijft de hoofdregel Gelijkwaardige verzorging Gelijkwaardige verzorging en opvoeding door beide ouders worden expliciet genoemd in de wet. Evenals de norm dat er rekening mag worden gehouden met het ontstaan van praktische belemmeringen in verband met de scheiding, maar uitsluitend voor zover en zolang de desbetreffende belemmeringen bestaan. Deze normen zijn opgenomen in artikel 247, vierde en vijfde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. Betreffende leden zijn, als gevolg van het aannemen van een amendement dat door het Tweede Kamerlid De Wit was ingediend, in de wet opgenomen. De toelichting bij dit amendement luidt als volgt: Gelijke rechten en plichten voor beide ouders is de basis om beide ouders onvoorwaardelijke opvoedingsverantwoordelijkheid te laten dragen. Beide ouders hebben het recht en de plicht om gelijkwaardig aan de opvoeding deel te nemen. Ouderschap is uitsluitend gebaseerd op de relatie kind-ouder, niet op de relatie tussen ouders onderling. De continuering van de opvoedingsrelatie tussen kind en beide ouders is in het belang van het kind. Gelijkwaardig ouderschap en een opvoedingsplicht dienen ook na een echtscheiding, een geregistreerd partnerschap of een periode van samenleven centraal te blijven staan. Om expliciet duidelijk te maken dat beide ouders gelijke rechten en plichten hebben wordt gelijkwaardig ouderschap de norm. In de wet wordt opgenomen dat het kind recht heeft op een gelijkwaardige verzorging en opvoeding door beide ouders. Deze wettelijke basis voor gelijkwaardig 30 Artikel 245, vierde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. 31 Artikel 247, derde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. 23

24 ouderschap geeft ouders een uitgangspositie om gezamenlijk tot een bij hun situatie passende oplossing te komen. 32 De wetgever heeft de norm gelijkwaardig ouderschap opgenomen in het wetboek. Dit gelijkwaardig ouderschap dient in de regel niet geïnterpreteerd te worden als een regeling waarbij beide ouders de zorg fifty-fifty moeten verdelen. Het belang van het kind is bij deze norm wederom uitgangspunt. Het kind heeft belang bij een goede relatie met beide ouders. Hoe dit gelijkwaardig ouderschap wordt vormgegeven hangt af van de situatie van de ouders. Zij dienen een passende oplossing te vinden om een zo goed mogelijke regeling te treffen in het belang van het kind. Hierbij kan de verdeling ongelijk zijn, hetgeen niet hoeft te betekenen dat de gekozen regeling niet in het belang van het kind zou zijn Het ouderschapsplan De verplichting tot het opstellen van een ouderschapsplan is opgenomen in verschillende artikelen. Reden hiervoor zijn de verschillende relatievormen van ouders en partners met gezamenlijk gezag over (minderjarige) kinderen. In artikel 815 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is de bepaling voor gehuwde ouders, met kinderen, die gaan scheiden opgenomen. Hierin staat dat bij het indienen van een verzoekschrift tot echtscheiding een ouderschapsplan dient te worden opgenomen ten aanzien van de gezamenlijke minderjarige kinderen over wie de echtgenoten al dan niet gezamenlijk het gezag uitoefenen. De verplichting tot het opstellen van een ouderschapsplan bestaat ook voor geregistreerde ouders, met kinderen, die hun geregistreerd partnerschap willen ontbinden via artikel 828 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De bepalingen die van toepassing zijn op scheidingszaken worden in dit artikel van overeenkomstige toepassing verklaard. Voor ongehuwde ouders met gezamenlijk gezag over hun kinderen bestaat er eveneens een verplichting tot het opstellen van een ouderschapsplan. Deze komt tot uiting in artikel 247a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, waarin staat dat ouders die een aantekening hebben als bedoeld in artikel 252, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en hun samenleving beëindigen, zij een ouderschapsplan dienen op te stellen. De betreffende aantekening van artikel 252, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, betreft een aantekening in het gezagsregister van de Rechtbank op verzoek van beide ouders om zodoende het gezag over hun minderjarige kinderen gezamenlijk uit te oefenen. De Wet bevordering voortgezet ouderschap is erop gericht dat de ouders vroegtijdig nadenken over de invulling van het ouderschap na de scheiding en hierover goede afspraken maken opdat onnodige conflicten nadien worden voorkomen. 33 De afspraken die hierbij gemaakt worden dienen daadwerkelijk controleerbare afspraken te zijn. Reden hiervoor is de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het kind na scheiding. De wetgever heeft er bewust voor gekozen dat ouders in bovengenoemde relatievormen een ouderschapsplan moeten opstellen. Echter, de wet voorziet niet in de verplichting tot het opstellen van een ouderschapsplan voor alle ouders en niet-ouders die het gezamenlijke gezag hebben. Een voorbeeld daarvan zijn ongehuwde ouders zonder gezamenlijk gezag maar die wel het kind samen hebben opgevoed en vervolgens uit elkaar gaan. Een dergelijke situatie zou voor kunnen komen wanneer een ongehuwde vader het kind wel erkent, maar er geen aantekening van het gezag als bedoeld in artikel 252 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt gemaakt. Een situatie die eveneens in de praktijk voor zou kunnen komen is een ongehuwd stel dat samen een kind heeft, waarbij de man het kind niet heeft erkent maar wel de biologische vader is. 32 Kamerstukken II 2006/07, , nr Kamerstukken II 2004/05, , nr

25 Hij heeft zodoende geen gezag van rechtswege over het kind, maar voedt het kind wel samen met de moeder op en gedraagt zich hierbij zoals elke andere vader in de vaderrol. Wanneer zo een stel uit elkaar zou gaan, behoeven zij wettelijk gezien geen ouderschapsplan op te stellen. De vraag is echter of het achterwege laten van dit ouderschapsplan wel in het belang van het kind is. En in welke mate kan de verplichting van het opstellen van een contactregeling worden afgedwongen bij ongehuwden? Antwoord op deze vragen zal volgen in de navolgende hoofdstukken. Ter verduidelijking wordt in tabel 1 weergegeven wie wanneer een ouderschapsplan op moet stellen. Tabel 1. Wie moeten een ouderschapsplan maken? 34 Ouders/partners Gezagsverdeling Ouderschapsplan? 1. gehuwde ouders gezamenlijk gezag ja (art. 815 lid 2 onder a Rv) geldt volgens de tekst van art. 815 lid 2 onder a Rv ook waar de ouders niet gezamenlijk het gezag hebben 2. geregistreerde ouders gezamenlijk gezag ja (art. 815 lid 2 onder a Rv) ongehuwde moeder en juridische vader a. moeder alleen gezag b. gezamenlijk gezag met instemming moeder (art. 1:252 BW) c. gezamenlijk gezag zonder instemming moeder (art. 1:253c BW) d. vader alleen gezag a. nee b. ja (art. 1:247a Bw) c. nee d. nee 4. ongehuwde moeder en verwekker a. moeder alleen gezag b. gezamenlijk gezag met instemming moeder (art. 1:253t BW) 5. ongehuwde moeder en vriendin a. moeder alleen gezag b. gezamenlijk gezag met instemming moeder (art. 1:253t BW) a. nee b. nee 36 a. nee b. nee 6. twee gehuwde/ geregistreerde vrouwen 7. ongehuwde moeder en vriendin die heeft geadopteerd 8. gehuwde of geregistreerde moeder met partner die heeft geadopteerd a. gezamenlijk gezag b. moeder alleen gezag a. moeder alleen gezag b. gezamenlijk gezag gezamenlijk gezag a. ja (art. 815 lid 2 onder b Rv) b. nee a. nee b. waarschijnlijk wel analoog aan art. 1:252 en 1:247a BW ja (art. 815 lid 2 onder a Rv) 34 L. Zwanenburg & M. Vonk, Echt Scheiden, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2009, p. 79/ Via artikel 828 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is de regeling voor echtscheiding van toepassing op beëindiging geregistreerd partnerschap, dit geldt nu ook voor artikel 819 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de overige bepalingen verband houdende met minderjarige kinderen. 36 In de wet is niet opgenomen dat een ouder die met een niet-ouder ingevolge een verzoek op grond van artikel 253t van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek samen het gezag uitoefent, ook na beëindigen van de relatie een ouderschapsplan zou moeten opstellen. 25

26 In het ouderschapsplan dienen gezien artikel 815, derde lid, sub a, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in ieder geval afspraken gemaakt te worden over de manier waarop de zorg- en opvoedingstaken, zoals bedoeld in artikel 247 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, zoals de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijke en lichamelijk welzijn en het ontwikkelen van de banden van het kind met de andere ouder worden verdeeld, of dient er te worden uiteengezet hoe de omgang, als bedoeld in artikel 377a, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het recht en de verplichting tot omgang zal worden vormgegeven. In de volgende paragraaf zal nader worden ingegaan op artikelen betreffende de zorg- en opvoedingstaken en het recht en de verplichting tot omgang. Wat ook in het ouderschapsplan dient te worden opgenomen is de wijze van informatieverschaffing en raadpleging omtrent gewichtige aangelegenheden betreffende het kind en diens vermogen, artikel 815, derde lid, sub b, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Eveneens dient op basis van artikel 815, derde lid, sub c, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een overzicht van de kosten voor verzorging en opvoeding te worden opgenomen. Wanneer de ouders buiten deze onderwerpen zelf graag andere zaken in het ouderschapsplan willen opnemen, zijn zij daar vrij in. Wat niet mag worden opgenomen in het plan is dat het kind geen contact mag hebben met één van zijn ouders, dat komt immers niet overeen met de bedoeling van de wetgever betreffende het voortgezet ouderschap. Ouders kunnen een ouderschapsplan opstellen door een mediator of een advocaat in te schakelen, maar zij kunnen dit plan ook zelf opstellen met behulp van bijvoorbeeld de website van de Raad voor Rechtsbijstand of folders, boeken en standaard ouderschapsplannen. 37 In het verzoekschrift tot (echt)scheiding dient duidelijk uiteen te worden gezet waar de ouders het over eens zijn en waar de ouders het niet over eens zijn voor wat betreft de zorgen opvoedingstaken, uiteraard met redenen omkleed, artikel 815, vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Deze uiteenzetting komt voort uit de substantiëringsplicht van artikel 278 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. 38 Een belangrijk punt is eveneens de betrokkenheid van het kind bij het opstellen van het ouderschapsplan. In het verzoekschrift moet worden vermeld op welke wijze de kinderen zijn betrokken bij het opstellen van het ouderschapsplan. 39 Motivatie achter deze eis is wederom het belang van het kind. Op basis van de vermelding van de betrokkenheid van het kind in het verzoekschrift zal de rechter beoordelen of het ouderschapsplan in overeenstemming is met het belang van het kind. De betrokkenheid van het kind bij het opstellen van het ouderschapsplan hangt uiteraard af van de leeftijd en is afhankelijk van het ontwikkelingsniveau van het kind. Het komt weleens voor dat deze betrokkenheid niet in het verzoekschrift noch in het ouderschapsplan wordt opgenomen. Dit was onder ander het geval in de zaak die leidde tot de beschikking van de rechtbank Utrecht van 14 oktober 2009 (Rb. Utrecht 14 oktober 2009, LJN BK0439). In deze zaak heeft de rechter verzoekers in de gelegenheid gesteld om het verzoekschrift en het ouderschapsplan aan te passen en met hun kinderen te overleggen, waarbij de zaak in het geheel is aangehouden. 37 < 10 september Deze substantiëringsplicht houdt in dat partijen de voornamen, naam en woonplaats of, bij gebreke van een woonplaats in Nederland, het werkelijk verblijf van de verzoeker, alsmede een duidelijke omschrijving van het verzoek en de gronden waarop het berust. 39 Artikel 815, vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. 26

27 Op grond van artikel 809 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is de rechter verplicht om een minderjarige van twaalf jaar of ouder in de gelegenheid te stellen om zijn mening kenbaar te maken. Voor minderjarigen die de leeftijd van twaalf jaren nog niet hebben bereikt bestaat ook een mogelijkheid om gehoord te worden. In beginsel worden minderjarigen die de leeftijd van twaalf jaren nog niet hebben bereikt niet gehoord door de rechter, maar de rechter kan hier wel voor kiezen wanneer hij het idee heeft dat het belang van het kind in gedrang is en er door de ouders onvoldoende rekening wordt gehouden met dit belang. De rechter zal het kind in de gelegenheid stellen zijn mening kenbaar te maken op een door de rechter te bepalen wijze. Bij zowel een eenzijdig verzoek tot echtscheiding als een gezamenlijk verzoek tot echtscheiding dient een ouderschapsplan te worden overlegd. Een ouderschapsplan dient door beide ouders ondertekend te worden, zowel wanneer het verzoek tot echtscheiding als een gemeenschappelijk als een eenzijdig verzoekschrift geschiedt. Het ouderschapsplan kan als een los document bij het verzoekschrift worden gevoegd, maar het kan ook in het echtscheidingsconvenant worden opgenomen. Een andere mogelijkheid is het opnemen van het ouderschapsplan in het verzoekschrift. 40 Niet onbelangrijk is het feit dat het opnemen van een ouderschapsplan in de beschikking een processueel vereiste is voor het verkrijgen van een executoriale titel. Wanneer een ouderschapsplan niet in de echtscheidingsbeschikking zal worden opgenomen, is deze rechtens niet rechtstreeks ten uitvoer te leggen. Nakoming kan hierdoor een heikel punt zijn. De wetgever heeft daarom voorzien in de mogelijkheid om het ouderschapsplan in de beschikking op te nemen middels artikel 819 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. 41 Een voorbeeld van een uitspraak tot het opnemen van het ouderschapsplan in de beschikking is een beschikking van de Rechtbank Arnhem van 1 maart 2009 (Rechtbank Arnhem 1 maart 2009, LJN BH5158). Het ouderschapsplan krijgt hierdoor een executoriale titel. Hierdoor wordt het ouderschapsplan wel afdwingbaar, maar het blijft de vraag of het te executeren is. Er bestaan altijd situaties waarin er geen of een onvolledig ouderschapsplan wordt overlegd. Wanneer een ouderschapsplan niet kan worden overlegd, kan er bij wijze van uitzondering door middel van andere stukken of op andere wijze voldaan worden aan de eis van het ouderschapsplan. Deze regel staat in artikel 815, zesde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De wetgever wil met dit lid bereiken dat instandhouding van de gezamenlijke verantwoordelijkheid na scheiding voortduurt en de ouders in gesprek met elkaar treden. Een ouder kan door dit lid eenzijdig aangeven hoe hij vindt dat het gelijkwaardig ouderschap na echtscheiding vorm dient te worden gegeven. Hierbij dient de ouder echter wel gemotiveerd aan te geven waarom er geen gezamenlijk ouderschapsplan is opgemaakt. De andere ouder zal dan op dat verzoek kunnen reageren en eventueel verweer kunnen voeren. De andere ouder zal hierbij aangeven hoe hij vindt dat het gelijkwaardig ouderschap na echtscheiding vorm dient te worden gegeven. 40 Kamerstukken II 2004/05, , nr Procesreglement scheiding, 9e DRUK (MEI 2010), < 71AF-4CF5-9DB4-131C38F9CACF/0/ProcesreglementScheiding.pdf>, 13 september

28 Het is aan de rechter om te beoordelen of het stuk wat in plaats van het ouderschapsplan is ingediend voldoet aan de vereisten. De rechter kan zo een verzoek niet-ontvankelijk verklaren wanneer er niet aan de vereisten wordt voldaan of hij kan het verzoekschrift inhoudelijk in behandeling nemen. 42 Een andere optie is de ouders naar een mediator verwijzen met het doel toch een ouderschapsplan te maken of als deze al is gemaakt deze aan te passen. Dit doet de rechter echter alleen als hij kans van slagen in het opstellen van het ouderschapsplan ziet. De vraag rijst wanneer de rechter genoegen neemt met andere stukken en het echtscheidingsverzoek toch ontvankelijk verklaard. Hoe ruim of hoe eng is artikel 815, zesde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. In een aantal gevallen zal het gewoonweg niet mogelijk zijn om een ouderschapsplan op te stellen of om ouders met elkaar in dialoog te laten treden om het eens te worden over de inhoud van het ouderschapsplan. Voorbeelden zijn situaties waarbij er geen communicatie tussen de ouders (meer) mogelijk is, de moeder in een blijf van mijn lijf huis zit of een ouder wegens een psychiatrische stoornis in een inrichting verblijft. 43 Of de rechters deze opvatting van de wetgever overnemen volgt uit de volgende hoofdstukken. Wanneer ouders er samen niet uit denken te komen of een geschil hebben, kunnen zij eveneens de rechter vragen om een regeling vast te stellen, uiteraard in het belang van het kind, of een beslissing te nemen betreffende het geschil. De regeling kan bestaan uit de onderwerpen die in een ouderschapsplan behoren te worden opgenomen. De rechter zal bij een geschil of een verzoek tot het vaststellen van een regeling in eerste instantie voorstellen een mediator in te schakelen, opdat de ouders er zelf uit kunnen komen. Wanneer deze poging niet slaagt of ouders geen gebruik willen maken van een mediator, zal de rechter zelf een beslissing nemen. De rechter kan de ouders die de verplichting hebben een ouderschapsplan op te stellen en dit niet doen, erop wijzen dit toch te doen en de beslissing omtrent het vaststellen van een regeling door de rechter, aanhouden. Eventueel kan de rechter bevelen om een dwangmiddel op te leggen en/of bevelen dat de beschikking of onderdelen daarvan met de sterke arm ten uitvoer worden gelegd. Tenuitvoerlegging met behulp van de sterke arm kan alleen worden toegepast wanneer er duidelijk is gebleken dat de ouders niet vrijwillig willen meewerken. Tevens moet het inroepen van dit dwangmiddel wel in het belang van het kind zijn. Verder kan de rechter een omgangsregeling of een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vaststellen voor bepaalde tijd Omgang In de nieuwe wet is een onderscheid ontstaan tussen de begrippen omgang en verdeling van zorg- en opvoedingstaken. Omgang heeft betrekking op de plicht en het recht van de niet met het gezag belaste ouder tot omgang met zijn kind in de zin van artikel 377a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. Omgang heeft betrekking op ouders zonder gezag. Met verdeling van de verzorgings- en opvoedingstaken wordt bedoeld: de manier waarop er contact is in de zin van artikel 247 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek zijnde de plicht en het recht van de ouder zijn minderjarige kind te verzorgen en op te voeden. De verdeling van zorg- en opvoedingstaken heeft betrekking op ouders met gezag. 42 Artikel 815, zesde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. 43 Kamerstukken II 2004/05, , nr

Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding

Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding Ouderschapsplan opstellen bij scheiding en afschaffing van flitsscheiding Maart 2009 / F&A 9882 Ministerie van Justitie Directie Voorlichting Schedeldoekshaven 100 Postbus 20301 2500 EH Den Haag T 070

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet

Nadere informatie

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg Op 12 februari 2009 verscheen het Koninklijk Besluit van 6 februari 2009. Dat KB regelt de inwerkingtreding van onder meer de Wet van 9 oktober 2008

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 676 Voorstel van wet van het lid Luchtenveld tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Nadere informatie

OUDERSCHAPSPLAN II. juli 2011

OUDERSCHAPSPLAN II. juli 2011 OUDERSCHAPSPLAN II juli 2011 mr C.J.A. Snouckaert van Schauburg-Buchwaldt De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch Boers

Nadere informatie

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan A.J.M. Nuytinck Published in WPNR, 2008,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 500 Wet van 27 november 2008 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805

ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805 ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 19-04-2012 Datum publicatie 12-11-2012 Zaaknummer 152909 / FA RK 11-238 en 165071 / FA RK 11-1210 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Gelijkwaardig ouderschap en co-ouderschap; belang van kind doorslaggevend

Gelijkwaardig ouderschap en co-ouderschap; belang van kind doorslaggevend Regelingen en voorzieningen CODE 7.2.3.38 Gelijkwaardig ouderschap en co-ouderschap; belang van kind doorslaggevend jurisprudentie bronnen EB, Tijdschrift voor scheidingsrecht, afl. 10 - oktober 2010 Gerechtshof

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/37810

Nadere informatie

Training complexe echtscheidingen. 1 Regio Gooi en Vechtstreek

Training complexe echtscheidingen. 1 Regio Gooi en Vechtstreek Training complexe echtscheidingen 1 Regio Gooi en Vechtstreek Training complexe echtscheidingen Programma: 13.45 u Inloop 14.00 u Opening Catelijne van der Hoeven, stafarts Jeugd en Gezin 14.05 Juridisch

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 676 Voorstel van wet van het lid Luchtenveld tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2726

ECLI:NL:GHARL:2017:2726 ECLI:NL:GHARL:2017:2726 Instantie Datum uitspraak 30-03-2017 Datum publicatie 09-05-2017 Zaaknummer 200.197.064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Personen-

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 676 Voorstel van wet van het lid Luchtenveld tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet

Nadere informatie

Aan de Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten

Aan de Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten Aan de Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten Rotterdam, 18 november 2004 Betreft : Adviescommissie Familie- en Jeugdrecht Nederlandse Orde van Advocaten Inzake : adviesaanvraag wetsvoorstel

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Daar is hij dan: de echtscheidingsnotaris!

Daar is hij dan: de echtscheidingsnotaris! Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Daar is hij dan: de echtscheidingsnotaris! Prof. mr. A.J.M. Nuytinck Published in Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 139,

Nadere informatie

De rechten van grootouders

De rechten van grootouders Mr E.L.M. Louwen advocaat familierecht/mediator Bierman advocaten, Tiel De rechten van grootouders Wet Al jaren vragen grootouders aan de rechter om een omgangsregeling met hun kleinkinderen. Al jaren

Nadere informatie

Scriptie. Voortgezet ouderschap in Aruba en in Nederland

Scriptie. Voortgezet ouderschap in Aruba en in Nederland Scriptie Voortgezet ouderschap in Aruba en in Nederland Een rechtsvergelijkend onderzoek tussen Aruba en Nederland op het gebied van voortgezet ouderschap na scheiding. Naam Auteur : Imke van Lierop Afstudeerorganisatie

Nadere informatie

Uw Scheiding Uw Financieel Planner

Uw Scheiding Uw Financieel Planner Uw Scheiding Uw Financieel Planner Dr. O. Botjeslaan 83 9681 GE MIDWOLDA 06-29 07 58 01 www.meyshuis.nl info@meyshuis.nl ING Bank: NL 56INGB 043.58.871 KvK Groningen 01163895 BTW NL104595553B01 SCHEIDEN

Nadere informatie

Protocol Gezag en omgang na scheiding. Datum 30 januari 2013

Protocol Gezag en omgang na scheiding. Datum 30 januari 2013 Protocol Gezag en omgang na scheiding Datum 30 januari 2013 Status Definitief Inleiding - 5 1 Doel van het onderzoek - 6 2 Uitgangspunten - 7 3 Werkwijze van de Raad - 8 3.1 Eerste informatieronde - 8

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling. In het onderhavige onderzoek staan de volgende vragen centraal:

Samenvatting. Vraagstelling. In het onderhavige onderzoek staan de volgende vragen centraal: Samenvatting Naar schatting hebben jaarlijks ongeveer 50 à 60 duizend minderjarige kinderen te maken met een scheiding. Deze kinderen hebben gemiddeld vaker problemen dan kinderen van gehuwde of samenwonende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 28 867 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) Nr. 12 DERDE NOTA

Nadere informatie

J.G. Kraaijeveld-Wouters, algemeen voorzitter

J.G. Kraaijeveld-Wouters, algemeen voorzitter Aan de Minister van Justitie Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum : 2 mei 2005 kenmerk : CR35/1032112/05/TH/TvV betreft : advies:scheiden zonder rechter? Mijnheer de Minister, Op 4 maart bracht de Raad

Nadere informatie

Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie?

Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie? Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie? december 2012 mr D.H.P. Cornelese De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur

Nadere informatie

Als ouders uit elkaar gaan

Als ouders uit elkaar gaan Als ouders uit elkaar gaan Inhoud 3 > Als ouders uit elkaar gaan 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het ouderschap blijft bestaan 7 > Informatie en consultatie 9 > De rol van de Raad 11 > De rechter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD LANDSVERORDENING van de 15de december 2011 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek ter zake van gezamenlijk gezag over minderjarige kinderen (Landsverordening gezamenlijk

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Rechtspleging en Rechtsbijstand

Directoraat-Generaal Wetgeving, Rechtspleging en Rechtsbijstand a Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Wetgeving, Rechtspleging en Rechtsbijstand Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag geadresseerde Bezoekadres Schedeldoekshaven 100 2511

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 521 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met herschikking van de bevoegdheidsverdeling tussen rechtbank en kantonrechter,

Nadere informatie

PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS. Stichting KBO Haarlem-Schoten

PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS. Stichting KBO Haarlem-Schoten PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS Stichting KBO Haarlem-Schoten December 2016 Inleiding Steeds vaker worden scholen betrokken bij conflicten tussen ouders, die niet meer samen leven. Deze betrokkenheid ontaardt

Nadere informatie

Als ouders uit elkaar gaan

Als ouders uit elkaar gaan Als ouders uit elkaar gaan Inhoud 3 > Als ouders uit elkaar gaan 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het ouderschap blijft bestaan 7 > Informatie en consultatie 9 > De rol van de Raad 11 > De rechter

Nadere informatie

Het ouderschapsplan; een onderzoek naar de knelpunten van de huidige regeling

Het ouderschapsplan; een onderzoek naar de knelpunten van de huidige regeling Het ouderschapsplan; een onderzoek naar de knelpunten van de huidige regeling Masterscriptie Rechtsgeleerdheid, accent Privaatrecht Naam: P.A.I. De Spirt ANR: 127039 Examencommissie: Mw. mr. V.M. Smits

Nadere informatie

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen.

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen. GEZAG EN VOOGDIJ WAT IS GEZAG? De wet geeft als omschrijving van gezag: de plicht en het recht om een minderjarig kind (dat is een kind jonger dan 18 jaar) te verzorgen en op te voeden. Wat betekent dit

Nadere informatie

Voorbeeld ouderschapsplan

Voorbeeld ouderschapsplan CONCEPT OUDERSCHAPSPLAN De ondergetekenden: Naam moeder, wonende te ( )., gemeente.., aan de nr.., verder te noemen "de moeder"; en Naam vader, wonende te (.).., gemeente., aan de. nr.., verder te noemen

Nadere informatie

Uw Scheiding Onafhankelijk Financieel Planbureau

Uw Scheiding Onafhankelijk Financieel Planbureau Uw Scheiding Onafhankelijk Financieel Planbureau Dr. O. Botjeslaan 83 9681 GE MIDWOLDA 06-29 07 58 01 www.meyshuis.nl info@meyshuis.nl Friesland Bank 2949.67.036 KvK Groningen 01163895 BTW NL104595553B01

Nadere informatie

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Machteld Vonk Inleiding Eindelijk is het zover: de regering is gekomen met een conceptwetsvoorstel om het ouderschap van lesbische paren te regelen.

Nadere informatie

OUDERSCHAPSPLAN. b. Uit het huwelijk is het volgende minderjarige kind / zijn de volgende minderjarige kinderen geboren:

OUDERSCHAPSPLAN. b. Uit het huwelijk is het volgende minderjarige kind / zijn de volgende minderjarige kinderen geboren: OUDERSCHAPSPLAN De ondergetekenden: 1. Mevrouw [voorletters + naam], geboren op [geboortedatum], wonende te [postcode + plaats] aan *straat + huisnummer+, hierna te noemen: de moeder ; en 2. De heer [voorletters

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690 ECLI:NL:RBOBR:2015:3690 Instantie Datum uitspraak 19-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant C/01/280880 / FA RK 14-3596_2

Nadere informatie

Protocol omgang met gescheiden ouders

Protocol omgang met gescheiden ouders Protocol omgang met gescheiden ouders 1. Algemeen Als ouders van een kind gaan scheiden is dat een zeer ingrijpende gebeurtenis. Dat geldt voor de ouders, maar zeker ook voor hun kinderen. Om duidelijk

Nadere informatie

Als ouders gaan scheiden

Als ouders gaan scheiden Als ouders gaan scheiden Over de Raad voor de Kinderbescherming September 2009 Justitie Ministerie van Justitie Raad voor de Kinderbescherming Als ouders gaan scheiden Met de meeste kinderen en jongeren

Nadere informatie

HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:847 (mrs. E.J. Numann, C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot en M.V. Polak; A-G mr. L.A.D. Keus)

HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:847 (mrs. E.J. Numann, C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot en M.V. Polak; A-G mr. L.A.D. Keus) Vervangende toestemming tot verhuizing naar Finland Prof. mr. A.J.M. Nuytinck HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:847 (mrs. E.J. Numann, C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot en M.V. Polak; A-G mr. L.A.D.

Nadere informatie

JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart )

JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart ) JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart ) [De vrouw] te [woonplaats vrouw], hierna: de vrouw, advocaat: mr. L.J. Zietsman te

Nadere informatie

PROTOCOL KIND EN ECHTSCHEIDING

PROTOCOL KIND EN ECHTSCHEIDING PROTOCOL KIND EN ECHTSCHEIDING Versie september 2015, versie 01 Verantwoordelijke Beleidsmedewerker Kwaliteit Aantal pagina s 8 Geldig tot 31 december 2017 Voorwoord/inhoud Het doel van dit protocol is

Nadere informatie

Beleid Informatieverstrekking en beslissingsrecht gescheiden ouders

Beleid Informatieverstrekking en beslissingsrecht gescheiden ouders Beleid Informatieverstrekking en beslissingsrecht gescheiden ouders Inleiding In de dagelijkse praktijk hebben scholen vaak te maken met gescheiden ouders en blijkt dat scholen verschillend omgaan met

Nadere informatie

Ouderschapsplan en omgang; een goede combinatie?

Ouderschapsplan en omgang; een goede combinatie? Ouderschapsplan en omgang; een goede combinatie? Naam: Marieke Harbers ANR: S722530 Afstudeerrichting: Nederlands recht, accent privaatrecht Examencommissie: Prof. mr. P. Vlaardingerbroek en mw. mr. V.M.

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/73768

Nadere informatie

STICHTING KATHOLIEK ONDERWIJS DE GOUW

STICHTING KATHOLIEK ONDERWIJS DE GOUW STICHTING KATHOLIEK ONDERWIJS DE GOUW Beleid Informatieverstrekking gescheiden ouders Inleiding In de dagelijkse praktijk hebben scholen vaak te maken met gescheiden ouders en blijkt dat scholen verschillend

Nadere informatie

Schoolbeleid 2010 2011

Schoolbeleid 2010 2011 Pcb De Hoeksteen Protocol Informeren van gescheiden ouders Schoolbeleid 2010 2011 Protocol Informeren van gescheiden ouders Behandeld in vergadering d.d. 30 november 2010 Instemming / advies MR d.d. 8

Nadere informatie

Protocol kind en scheiding

Protocol kind en scheiding Protocol kind en scheiding Versie 10 januari 2017, versie 2 Verantwoordelijke leidinggevende PSZ de Stampertjes Aantal pagina s 10 Geldig tot 31 januari 2018 Voorwoord Het doel van dit protocol is een

Nadere informatie

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en Gezag en voogdij Inhoud Wat is gezag? 2 De ouder 3 Gezag en erfrecht 3 Wie heeft het gezag? 4 Huwelijk 4 Man en vrouw 4 Vrouw

Nadere informatie

Protocol Kind en echtscheiding

Protocol Kind en echtscheiding Protocol Kind en echtscheiding Voorwoord/inhoud Het doel van dit protocol is een handreiking te geven hoe te handelen in een situatie waarin de ouders van het kind de intentie hebben te gaan scheiden of

Nadere informatie

Ter attentie van de leden van de Vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie

Ter attentie van de leden van de Vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie De Kinderombudsman Position paper kleinkinderen en omgang na scheiding 1 april 2015 Ter attentie van de leden van de Vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie Inleiding De Kinderombudsman is door

Nadere informatie

8 Kind en scheiding. mr. MJ.C. Koens. 2e gewijzigde druk

8 Kind en scheiding. mr. MJ.C. Koens. 2e gewijzigde druk 8 Kind en scheiding mr. MJ.C. Koens 2e gewijzigde druk Sdu Uitgevers 2008 Inhoud Voorwoord / 13 Afkortingenlijst / 15 Inleiding/ 17 1. De verantwoordelijkheid van ouders bij scheiding / 19 1.1. De rechter

Nadere informatie

Definities van de gehanteerde termen:

Definities van de gehanteerde termen: Protocol Scheiding in school 1 Dit protocol: legt uit wie voor de wet ouder van een kind is; formuleert een aantal richtlijnen waar de school zich aan zal houden om misverstanden te voorkomen; beschrijft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 520 Scheidings- en omgangsproblematiek Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 676 Voorstel van wet van het lid Luchtenveld tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Nadere informatie

Datum 16 december 2014 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet Scheiden zonder rechter

Datum 16 december 2014 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet Scheiden zonder rechter Aan de Koning Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj Registratienummer 593039 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet Scheiden zonder rechter

Nadere informatie

Protocol Kind en echtscheiding

Protocol Kind en echtscheiding Protocol Kind en echtscheiding Protocol kind en echtscheiding Pagina 1 Voorwoord/inhoud Het doel van dit protocol is een handreiking te geven hoe te handelen in een situatie waarin de ouders van het kind

Nadere informatie

Echtscheiding. Gezag, omgang en informatie Mw. mr. M. (Marianne) Lautenbach

Echtscheiding. Gezag, omgang en informatie Mw. mr. M. (Marianne) Lautenbach Echtscheiding Gezag, omgang en informatie Mw. mr. M. (Marianne) Lautenbach Hoofdpunten - Gezag - Gezag na echtscheiding - Omgang na echtscheiding - Informatieplicht ouder en professional - Medische behandeling

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/37811

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 30 145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet

Nadere informatie

Gezag, omgang en informatie. Ministerie van Justitie

Gezag, omgang en informatie. Ministerie van Justitie Ministerie van Justitie Gezag, omgang en informatie Burgerlijk Wetboek, Boek 1 Titel 14 Het gezag over minderjarige kinderen Artikel 245 1. Minderjarigen staan onder gezag. 2. Onder gezag wordt verstaan

Nadere informatie

Protocol Informatieverstrekking. november 2017

Protocol Informatieverstrekking. november 2017 Protocol Informatieverstrekking november 2017 1. Inleiding Artikel 11 van de Wet op het Primair Onderwijs (hierna: WPO ) verplicht scholen in algemene zin om te rapporteren over de vorderingen van de leerlingen

Nadere informatie

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk?

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk? Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde en ongeregistreerde ouders mogelijk? A.J.M. Nuytinck Published

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 551 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met verkorting van de adoptieprocedure en wijziging van de Wet opneming buitenlandse

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 980 Uitvoering van het op 19 oktober 1996 te s-gravenhage tot stand gekomen verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning,

Nadere informatie

Gezag, omgang en informatie

Gezag, omgang en informatie Gezag, omgang en informatie Burgerlijk Wetboek, Boek 1 Titel 14 Het gezag over minderjarige kinderen Artikel 245 1. Minderjarigen staan onder gezag. 2. Onder gezag wordt verstaan ouderlijk gezag dan wel

Nadere informatie

10 stappenplan (echt)scheiding

10 stappenplan (echt)scheiding Een scheiding is vaak vrij onoverzichtelijk. Met deze indeling in 10 stappen kan je precies zien wat je nog moet doen en waar je in het hele proces bent. Stap 1 Vaststellen van het gezamenlijke vermogen

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten betreffende het uitspreken van de echtscheiding en ontbinding van het geregistreerd partnerschap door de ambtenaar van

Nadere informatie

Gezag, omgang en informatie

Gezag, omgang en informatie Gezag, omgang en informatie Iedereen in Nederland die jonger is dan 18 jaar staat onder gezag. Dit betekent dat zij sommige beslissingen niet zelfstandig mogen nemen. Meestal hebben de ouders het gezag.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 480 Wet van 25 november 2013 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner

Nadere informatie

Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten betreffende het uitspreken van de echtscheiding en ontbinding van het geregistreerd partnerschap door de ambtenaar van

Nadere informatie

Protocol informatieverstrekking gescheiden ouders

Protocol informatieverstrekking gescheiden ouders Protocol informatieverstrekking gescheiden ouders Voorgenomen besluit CvB : 1 november 2016 Bespreking CMO : 15 september 2016 Instemming GMR : 6 april 2017 Vastgesteld besluit CvB : 11 april 2017 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Protocol School en Scheiding Cals College

Protocol School en Scheiding Cals College Protocol School en Scheiding Cals College 1. Dit protocol: legt uit wie voor de wet ouder van een kind is; formuleert een aantal richtlijnen waar de school zich aan zal houden, ter voorkoming van misverstanden;

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 30 145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet

Nadere informatie

OUDERSCHAPSPLAN als. trait-d union

OUDERSCHAPSPLAN als. trait-d union OUDERSCHAPSPLAN als trait-d union E.Groenhuijsen, 06-10-2011 1 Ouderschapslan als trait-d union Teveel kinderen verloren door scheiding het contact met een van de ouders (25%). Politiek, professionals

Nadere informatie

Scheiden en Alimentatie

Scheiden en Alimentatie Scheiden en Alimentatie Dagelijks worden aan CSG Advocatuur tientallen vragen gesteld over Scheiden en Alimentatie. Op deze pagina vindt u de antwoorden op de aan CSG Advocatuur meest gestelde vragen over

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2017:172

ECLI:NL:OGEAA:2017:172 ECLI:NL:OGEAA:2017:172 Instantie Datum uitspraak 14-03-2017 Datum publicatie 17-03-2017 Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Zaaknummer EJ nr. 1286 van 2017 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 30 november 2005 Aan de leden en de plv. leden van de Vaste Commissie voor Justitie OVERZICHT van stemmingen in de Tweede Kamer betreffende

Nadere informatie

Protocol informatieverstrekking bij gescheiden ouders

Protocol informatieverstrekking bij gescheiden ouders Protocol informatieverstrekking bij gescheiden ouders De Groningse Schoolvereniging (hierna: GSV) is een regionale basisschool die vindt dat de zorg voor haar leerlingen voorop moet staan, waarbij onder

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2012:2572

ECLI:NL:RBHAA:2012:2572 ECLI:NL:RBHAA:2012:2572 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12062012 Datum publicatie 16072013 Zaaknummer 182928 FA RK 112236 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

Concept per mail d.d. 28 januari 2005, definitieve versie volgt per reguliere post.

Concept per mail d.d. 28 januari 2005, definitieve versie volgt per reguliere post. Concept per mail d.d. 28 januari 2005, definitieve versie volgt per reguliere post. Aan de Minister van Justitie Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum : uw kenmerk : 5320693/04/6 kenmerk : CR35/nummer/05/TH/WA

Nadere informatie

Inhoudsopgave 1. Wat is mediation... 2

Inhoudsopgave 1. Wat is mediation... 2 Mediation Inhoudsopgave 1. Wat is mediation... 2 2. Wat voor zaken pakken wij aan met mediation?... 2 3. Wanneer biedt mediation de meeste kans op een goede afloop?... 3 4. Spelregels en voorwaarden bij

Nadere informatie

Op De Wonderboom: Protocol School en Scheiding

Op De Wonderboom: Protocol School en Scheiding Inleiding In dit protocol willen wij een aantal uitgangspunten vastleggen rondom (echt)scheiding. Als school worden we geconfronteerd met kinderen waarvan de ouders gaan scheiden of zijn gescheiden. Uitgangspunt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 200 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2008 Nr. 11 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 9 Wet van 21 december 2000 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de openstelling van het huwelijk voor personen

Nadere informatie

Opmerkingen over Hoofdstuk 1. Wijziging van wetten Artikel 1.8, wijziging van het Bw

Opmerkingen over Hoofdstuk 1. Wijziging van wetten Artikel 1.8, wijziging van het Bw Parkstraat 83 Den Haag Correspondentie: Postbus 30137 2500 GC Den Haag Telefoon (070) 361 93 00 Fax algemeen (070) 361 93 10 Fax rechtspraak (070) 361 93 15 Aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid,

Nadere informatie

Protocol Kind en echtscheiding Van: Agnes de Beer Jan Inleiding

Protocol Kind en echtscheiding Van: Agnes de Beer Jan Inleiding Protocol Kind en echtscheiding Van: Agnes de Beer Jan. 2018 Inleiding Kinderopvang Borne en Kinderopvang Hof van Twente hebben als kinderopvangorganisaties een verplichting om aan ouders informatie te

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 79 26 862 Wijziging van de regeling in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het naamrecht, de voorkoming van schijnhuwelijken

Nadere informatie

Het ouderschapsplan bij informele relaties. Maaike Cuppen

Het ouderschapsplan bij informele relaties. Maaike Cuppen Het ouderschapsplan bij informele relaties Naam: Maaike Cuppen ANR: S571257 Afstudeerrichting: Rechtsgeleerdheid, accent privaatrecht Examencommissie: Mw. mr. R. de Jong Prof. mr. P. Vlaardingerbroek Afstudeerdatum:

Nadere informatie

Afstudeerscriptie ter voltooiing van de opleiding HBO-Rechten aan de Juridische Hogeschool Avans-Fontys te Tilburg

Afstudeerscriptie ter voltooiing van de opleiding HBO-Rechten aan de Juridische Hogeschool Avans-Fontys te Tilburg Niet nakoming van de omgangsregeling Wat is de actuele stand van zaken in de rechtspraak en literatuur met betrekking tot de juridische mogelijkheden die er zijn voor de effectuering van een omgangsregeling?

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:2541 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2013:2541 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2013:2541 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 18-06-2013 Datum publicatie 19-08-2013 Zaaknummer 200.119.707/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

De school stelt het welzijn en de ontwikkeling van het kind voorop, is geen partij in een echtscheiding en blijft neutraal tegenover beide ouders.

De school stelt het welzijn en de ontwikkeling van het kind voorop, is geen partij in een echtscheiding en blijft neutraal tegenover beide ouders. Protocol omgaan met gescheiden ouders April 2015 We praten over een scheiding; hiermee bedoelen we zowel de ontbinding van een huwelijk, van een geregistreerd partnerschap als het uit elkaar gaan van ouders

Nadere informatie

Memorie van Toelichting. 1. Algemeen

Memorie van Toelichting. 1. Algemeen 30145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet ouderschap na scheiding en het afschaffen van de mogelijkheid

Nadere informatie

GMR/100617 Heerenveen, 17 juni 2010

GMR/100617 Heerenveen, 17 juni 2010 GMR/100617 Heerenveen, 17 juni 2010 PROTOCOL INFORMATIEVOORZIENING GESCHEIDEN OUDERS / VERZORGERS INLEIDING Binnen OSG Sevenwolden worden mentoren, docenten, teamleiders, locatie- (adjunct)directeuren

Nadere informatie